Home

Richtlijn 93/10/EEG van de Commissie van 15 maart 1993 inzake materialen en voorwerpen van folie van geregenereerde cellulose, bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen

Richtlijn 93/10/EEG van de Commissie van 15 maart 1993 inzake materialen en voorwerpen van folie van geregenereerde cellulose, bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen

Richtlijn 93/10/EEG van de Commissie van 15 maart 1993 inzake materialen en voorwerpen van folie van geregenereerde cellulose, bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen

Publicatieblad Nr. L 093 van 17/04/1993 blz. 0027 - 0036
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 24 blz. 0027
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 24 blz. 0027


RICHTLIJN 93/10/EEG VAN DE COMMISSIE van 15 maart 1993 inzake materialen en voorwerpen van folie van geregenereerde cellulose, bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/109/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen (1), inzonderheid op artikel 3,

Na raadpleging van het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding,

Overwegende dat het aantal en de aard van de wijzigingen die in Richtlijn 83/229/EEG van de Raad van 25 april 1983 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake materialen en voorwerpen van folie van geregenereerde cellulose, bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen (2), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/15/EEG van de Commissie (3), werden en bij deze worden aangebracht, de vervanging van die richtlijn noodzakelijk maken;

Overwegende dat de in deze richtlijn neer te leggen communautaire maatregelen niet alleen noodzakelijk maar ook onmisbaar zijn voor het bereiken van de doelstellingen van de interne markt, die niet door de Lid-Staten afzonderlijk kunnen worden verwezenlijkt; dat bovendien het bereiken van die doelstellingen op het niveau van de Gemeenschap reeds in Richtlijn 89/109/EEG in het vooruitzicht werd gesteld;

Overwegende dat in artikel 2 van Richtlijn 89/109/EEG is bepaald dat materialen en voorwerpen in afgewerkte staat aan levensmiddelen geen bestanddelen mogen afgeven in hoeveelheden die voor de gezondheid van de mens gevaar kunnen opleveren of die tot een onaanvaardbare wijziging in de samenstelling van de levensmiddelen kunnen leiden;

Overwegende dat voor het bereiken van dit doel, in het geval van foliën van geregenereerde cellulose, het juiste instrument een bijzondere richtlijn was in de zin van artikel 3 van Richtlijn 89/109/EEG;

Overwegende dat kunstdarmen van geregenereerde cellulose aan specifieke regelen zullen moeten worden onderworpen;

Overwegende dat de analysemethode betreffende de afwezigheid van migratie van de kleurstoffen later zal moeten worden uitgewerkt;

Overwegende dat, in afwachting van de uitwerking van zuiverheidscriteria en analysemethoden, de nationale bepalingen van toepassing blijven;

Overwegende dat de vaststelling van een lijst van stoffen waarvan het gebruik is toegestaan, met vermelding van de grenswaarden hiervoor, in dit geval in principe voldoende is om de in artikel 2 van Richtlijn 89/109/EEG gestelde doelstelling te verwezenlijken;

Overwegende dat bis(2-hydroxyethyl)ether (= diëthyleenglycol) en ethaandiol (= monoëthyleenglycol) echter in niet geringe hoeveelheden kunnen migreren in bepaalde levensmiddelen en dat het derhalve beter is als preventieve maatregel ter voorkoming van deze mogelijkheid definitief vast te stellen welke hoeveelheid van deze verbindingen aanwezig mag zijn in levensmiddelen die in aanraking komen met folie van geregenereerde cellulose;

Overwegende dat het, met het oog op de bescherming van de consumenten, wenselijk is te voorkomen dat de bedrukte oppervlakken van geregenereerde cellulosefolie direct in aanraking komen met levensmiddelen;

Overwegende dat bij het beroepsmatig gebruik van folie van geregenereerde cellulose voor materialen en voorwerpen die bestemd zijn om met levensmiddelen in aanraking te komen, behalve wanneer deze gezien hun aard duidelijk voor deze toepassing bestemd zijn, de in artikel 6, lid 5, van Richtlijn 89/109/EEG genoemde schriftelijke verklaring dient te worden afgegeven;

Overwegende dat de in deze richtlijn vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor levensmiddelen,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Deze richtlijn is een bijzondere richtlijn in de zin van artikel 3 van Richtlijn 89/109/EEG.

2. Deze richtlijn is van toepassing op foliën van geregenereerde cellulose die voldoen aan de beschrijving van bijlage I, die a) op zichzelf een eindprodukt vormen, dan wel b) een onderdeel zijn van een eindprodukt dat uit nog andere materialen bestaat en die bestemd zijn om in aanraking te komen, of overeenkomstig de bestemming ervan in aanraking zijn, met levensmiddelen.

3. Deze richtlijn is niet van toepassing a) op foliën van geregenereerde cellulose waarvan de zijde die bestemd is om in aanraking te komen, of overeenkomstig de bestemming ervan in aanraking is, met levensmiddelen, een laklaag heeft van meer dan 50 mg/dm2;

b) op kunstdarmen van geregenereerde cellulose.

Artikel 2

1. Bij de fabricage van foliën van geregenereerde cellulose mogen slechts de stoffen of groepen van stoffen worden gebruikt die zijn opgesomd in bijlage II, en zulks alleen onder de daarin omschreven voorwaarden.

2. In afwijking van lid 1 is het gebruik van andere stoffen dan die welke in bijlage II zijn opgesomd, toegestaan wanneer deze stoffen als kleurstoffen (verfstoffen of pigmenten) of als hechtmiddelen worden gebruikt en voor zover er geen migratie van deze stoffen in of op de levensmiddelen aantoonbaar is met een gevalideerde methode.

Artikel 3

De bedrukte zijde van foliën van geregenereerde cellulose mag niet in aanraking komen met levensmiddelen.

Artikel 4

1. Materialen en voorwerpen van folie van geregenereerde cellulose, die zijn bedoeld om in aanraking te worden gebracht met levensmiddelen, dienen, wanneer ze worden verkocht en deze verkoop niet in de detailhandel plaatsvindt, vergezeld te zijn van een schriftelijke verklaring overeenkomstig artikel 6, lid 5, van Richtlijn 89/109/EEG.

2. Lid 1 is niet van toepassing op materialen en voorwerpen van folie van geregenereerde cellulose die naar hun aard duidelijk zijn bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen.

3. Indien bijzondere gebruiksvoorwaarden worden vermeld, wordt het materiaal of voorwerp van folie van geregenereerde cellulose dienovereenkomstig geëtiketteerd.

Artikel 5

1. De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om met ingang van 1 januari 1994 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

De Lid-Staten - staan met ingang van 1 januari 1994 de handel in en het gebruik van folie van geregenereerde cellulose die bestemd is om met levensmiddelen in aanraking te komen en die aan deze richtlijn voldoet, toe;

- verbieden met ingang van 1 januari 1994 de handel in en het gebruik van folie van geregenereerde cellulose die bestemd is om met levensmiddelen in aanraking te komen en die aan deze noch aan Richtlijn 83/229/EEG voldoet;

- verbieden met ingang van 1 januari 1995 de handel in en het gebruik van folie van geregenereerde cellulose die bestemd is om met levensmiddelen in aanraking te komen en die niet aan deze richtlijn voldoet maar aan Richtlijn 83/229/EEG voldeed.

2. Wanneer de Lid-Staten de in lid 1 bedoelde bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

Artikel 6

1. Richtlijn 83/229/EEG wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 1994.

2. Verwijzingen naar Richtlijn 83/229/EEG gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de in bijlage III opgenomen concordantietabel.

Artikel 7

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 15 maart 1993.

Voor de Commissie Martin BANGEMANN Lid van de Commissie

BIJLAGE I

BESCHRIJVING VAN FOLIE VAN GEREGENEREERDE CELLULOSE

Folie van geregenereerde cellulose is een folie verkregen uit gezuiverde cellulose afkomstig van niet-gerecycleerd hout of katoen. Om technische redenen kunnen passende stoffen in de massa of aan het oppervlak worden toegevoegd. Foliën van geregenereerde cellulose kunnen aan één zijde of aan beide zijden van een laklaag zijn voorzien.

BIJLAGE II

LIJST VAN STOFFEN DIE ZIJN TOEGESTAAN VOOR DE VERVAARDIGING VAN FOLIËN VAN GEREGENEREERDE CELLULOSE

NB:

- De percentages genoemd in het eerste en het tweede deel van deze bijlage zijn uitgedrukt in gewichtspercenten (m/m) en berekend op de folie als bestaand uit watervrije geregenereerde cellulose, zonder laklaag.

- De gebruikelijke technische benamingen zijn tussen vierkante haken vermeld.

- De in de lijst opgenomen stoffen dienen van een goede technische kwaliteit te zijn, waar het de zuiverheidscriteria betreft.

EERSTE DEEL

NIET VAN EEN LAKLAAG VOORZIENE FOLIE VAN GEREGENEREERDE CELLULOSE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TWEEDE DEEL

VAN EEN LAKLAAG VOORZIENE FOLIE VAN GEREGENEREERDE CELLULOSE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE III

CONCORDANTIETABEL

>RUIMTE VOOR DE TABEL>