Verordening (EEG) nr. 668/93 van de Raad van 17 maart 1993 betreffende de beperking van de produktiesteun voor verwerkte produkten op basis van tomaten
Verordening (EEG) nr. 668/93 van de Raad van 17 maart 1993 betreffende de beperking van de produktiesteun voor verwerkte produkten op basis van tomaten
VERORDENING (EEG) Nr. 668/93 VAN DE RAAD van 17 maart 1993 betreffende de beperking van de produktiesteun voor verwerkte produkten op basis van tomaten
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 426/86 van de Raad van 24 februari 1986 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector van op basis van groenten en fruit verwerkte produkten (1), inzonderheid op artikel 2, lid 3,
Gezien het voorstel van de Commissie (2),
Gezien het advies van het Europese Parlement (3),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (4),
Overwegende dat de Raad bij Verordening (EEG) nr. 989/84 (5) vanaf het verkoopseizoen 1985/1986 een garantiedrempelregeling heeft ingevoerd voor bepaalde verwerkte produkten op basis van groenten en fruit; dat het bovendien noodzakelijk is gebleken om vanaf het verkoopseizoen 1985/1986 de steun in de producerende Lid-Staten te beperken tot bepaalde hoeveelheden voor verwerking bestemde verse tomaten; dat deze regeling voor de beperking van de steun laatstelijk is verlengd voor de verkoopseizoenen 1990/1991 en 1991/1992 bij Verordening (EEG) nr. 1203/90 van de Raad van 7 mei 1990 houdende tijdelijke maatregelen met betrekking tot de produktiesteun voor verwerkte produkten op basis van tomaten (6);
Overwegende dat, nu Verordening (EEG) nr. 1203/90 afloopt, de garantiedrempelregeling voor het verkoopseizoen 1992/1993 automatisch opnieuw effect heeft gesorteerd; dat het echter, gelet op de toestand in de sector, beter is vanaf het verkoopseizoen 1993/1994 de regeling tot beperking van de produktiesteun opnieuw in te stellen;
Overwegende dat voor elke producerende Lid-Staat de hoeveelheden verse tomaten moeten worden vastgesteld waarvoor produktiesteun kan worden verleend; dat het, gelet op de produktiedoelstelling en de toestand van de markt, wenselijk blijkt te zijn deze hoeveelheden vast te stellen op hetzelfde niveau als voor het verkoopseizoen 1991/1992;
Overwegende dat deze hoeveelheden verse tomaten over de verwerkende bedrijven moeten worden verdeeld op basis van de totale hoeveelheid die zij hebben verwerkt in de laatste drie verkoopseizoenen die voorafgaan aan het verkoopseizoen waarvoor de steun wordt vastgesteld;
Overwegende dat de bedrijven die pas zijn begonnen te produceren na het begin van het tweede verkoopseizoen vóór dat waarvoor de steun wordt vastgesteld, slechts ten dele van de produktiesteunregeling hebben geprofiteerd; dat bij de invoering van de nieuwe regeling aan deze bedrijven een quotum dient te worden toegewezen dat wordt bepaald op basis van een adequate referentieperiode; dat, om enige ruimte te laten voor de ontwikkelingen in de produktiestructuur van de sector, een percentage van de in iedere Lid-Staat toegekende totale hoeveelheden moet worden gereserveerd voor bedrijven die beginnen te produceren in het verkoopseizoen waarvoor de steun wordt vastgesteld; dat, aangezien de beschikbare hoeveelheden beperkt zijn, alleen aan bedrijven die garanties bieden inzake efficiëntie en duurzaamheid hoeveelheden mogen worden toegewezen;
Overwegende dat - om te voorkomen dat de verwerkende bedrijven in het verkoopseizoen 1992/1993 nog onder de garantiedrempelregeling hun produktie vergroten in het vooruitzicht van de door de Gemeenschap voor het verkoopseizoen 1993/1994 aangekondigde herinvoering van de regeling tot beperking van de steun - de Gemeenschap tevens heeft bepaald dat bij de toepassing van de regels voor de verdeling van de nationale maximumhoeveelheden over de verwerkende bedrijven geen rekening wordt gehouden met de in 1992/1993 geproduceerde hoeveelheden; dat hieruit de consequenties moeten worden getrokken voor alle betrokken bedrijven tot en met het verkoopseizoen 1995/1996,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Vanaf het verkoopseizoen 1993/1994 wordt per Lid-Staat, voor alle verwerkende bedrijven samen, de produktiesteun beperkt tot de hoeveelheden verwerkte produkten op basis van tomaten die worden geproduceerd uit de hieronder aangegeven hoeveelheden basisprodukten, uitgedrukt in ton verse tomaten:
/* Tabellen: zie PB */
in lid 3, door de Lid-Staten over de verwerkende bedrijven verdeeld naar rato van het gemiddelde van de reële produktie van elk bedrijf in de drie verkoopseizoenen die voorafgaan aan het verkoopseizoen waarvoor de steun wordt vastgesteld.
Op verzoek van het betrokken bedrijf staan de bevoegde instanties van de Lid-Staat toe dat hoeveelheden van de ene categorie naar de andere worden overgeheveld; daartoe bestaan drie mogelijkheden:
- overheveling van maximaal 25 % van de voor de produktie van tomaten zonder schil bestemde hoeveelheden verse tomaten naar de categorieën "tomatenconcentraat" en "andere produkten op basis van tomaten",
- overheveling van maximaal 5 % van de voor de produktie van tomatenconcentraat bestemde hoeveelheden verse tomaten naar de categorie "andere produkten op basis van tomaten",
- overheveling van maximaal 5 % van de voor de produktie van andere produkten op basis van tomaten bestemde hoeveelheden verse tomaten naar de categorie "tomatenconcentraat".
3. Voor de toekenning van de steun:
a) wordt aan verwerkende bedrijven die zijn begonnen te produceren in het tweede verkoopseizoen vóór dat waarvoor de steun wordt vastgesteld, een quotum toegewezen dat wordt berekend op basis van het gemiddelde van de in diezelfde verkoopseizoenen geproduceerde hoeveelheden;
b) wordt aan verwerkende bedrijven die zijn begonnen te produceren in het verkoopseizoen dat voorafgaat aan het verkoopseizoen waarvoor de steun wordt vastgesteld, een quotum toegewezen dat overeenkomt met hun produktie over dat verkoopseizoen;
c) wordt aan verwerkende bedrijven die in de loop van het verkoopseizoen waarvoor de steun wordt vastgesteld, een van de in lid 1 genoemde eindprodukten op basis van tomaten beginnen te produceren, onder de hierna bepaalde voorwaarden produktiesteun toegekend, voor zover de betrokken bedrijven naar genoegen van de bevoegde instanties voldoende garanties inzake efficiëntie en duurzaamheid van hun activiteit bieden.
De producerende Lid-Staten reserveren 2 % van de voor elke groep eindprodukten vastgestelde totale hoeveelheden met het oog op de toekenning van een quotum aan de in de eerste alinea bedoelde bedrijven. Het aan een bedrijf toegekende quotum mag niet groter zijn dan de verwerkingscapaciteit van het bedrijf, verminderd met 30 %.
4. Indien de in lid 1 vastgestelde hoeveelheden niet volledig zijn toegewezen, worden de resterende hoeveelheden billijk verdeeld over de in lid 2 bedoelde verwerkende bedrijven, waarbij met name rekening wordt gehouden met bedrijven die nieuwe produktietechnologieën toepassen.
Artikel 2
Voor de eerste drie verkoopseizoenen waarin deze verordening van toepassing is, worden, in afwijking van artikel 1, lid 2 en lid 3, de in het verkoopseizoen 1992/1993 geproduceerde hoeveelheden niet in aanmerking genomen voor het berekenen van het gemiddelde van de geproduceerde hoeveelheden. Bijgevolg geldt artikel 1, lid 3, onder c), ook voor bedrijven die zijn begonnen te produceren in de loop van het verkoopseizoen 1992/1993.
Artikel 3
De bepalingen ter uitvoering van deze verordening worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 22 van Verordening (EEG) nr. 426/86. Zij omvatten met name de voorschriften die moeten worden toegepast bij fusie of overdracht van bedrijven.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 17 maart 1993.
Voor de Raad
De Voorzitter
B. WESTH
(1) PB nr. L 49 van 27. 2. 1986, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1569/92 (PB nr. L 166 van 20. 6. 1992, blz. 5).
(2) PB nr. C 328 van 12. 12. 1992, blz. 6.
(3) Advies uitgebracht op 12 maart 1993 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).
(4) Advies uitgebracht op 24 februari 1993 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).
(5) PB nr. L 103 van 16. 4. 1984, blz. 19. Verordening gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1755/92 (PB nr. L 180 van 1. 7. 1992, blz. 25).
(6) PB nr. L 119 van 11. 5. 1990, blz. 68. Verordening gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3577/90 (PB nr. L 353 van 17. 12. 1990, blz. 23).