Home

VERORDENING (EEG) Nr. 1199/93 VAN DE COMMISSIE van 14 mei 1993 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3567/92 met betrekking tot het maximumaantal premies per producent, de nationale reserves en de overdracht van premierechten voor schapen en geiten

VERORDENING (EEG) Nr. 1199/93 VAN DE COMMISSIE van 14 mei 1993 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3567/92 met betrekking tot het maximumaantal premies per producent, de nationale reserves en de overdracht van premierechten voor schapen en geiten

VERORDENING (EEG) Nr. 1199/93 VAN DE COMMISSIE van 14 mei 1993 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3567/92 met betrekking tot het maximumaantal premies per producent, de nationale reserves en de overdracht van premierechten voor schapen en geiten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3013/89 van de Raad van 25 september 1989 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schape- en geitevlees (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 363/93 (2), en met name op artikel 5 ter, lid 4,

Overwegende dat voor een goed administratief beheer dient te worden bepaald dat de nationale reserve uitsluitend uit volle-premierechten mag bestaan; dat derhalve de rechten op 50 % van de premie die aan de reserve worden toegevoegd, in rechten op de volle premie dienen te worden omgezet; dat, om extra uitgaven voor de begroting te vermijden, het aantal van deze rechten op de verlaagde premie dient te worden gehalveerd; dat, om dezelfde reden, het aantal rechten op de verlaagde premie (50 %) dat uit deze reserve aan de begunstigde producenten wordt toegekend, dient te worden verdubbeld;

Overwegende dat het, om extra uitgaven te voorkomen, dienstig is geen afronding naar boven tot op de eenheid toe te staan wanneer een oneven aantal rechten op de verlaagde premie (50 %) aan de reserve wordt toegevoegd en derhalve dient te worden gehalveerd;

Overwegende dat, om bijkomende begrotingsuitgaven te vermijden, in Verordening (EEG) nr. 3567/92 van de Commissie (3) dient te worden bepaald dat, wanneer een producent die zowel over rechten op de volle als over rechten op de verlaagde premie (50 %) beschikt, zijn bedrijf uit een gebied dat niet als probleemgebied in de zin van Richtlijn 75/268/EEG van de Raad (4), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 93/238/EEG van de Commissie (5), wordt aangemerkt, naar een probleemgebied in de zin van genoemde richtlijn overbrengt, of, omgekeerd, van een dergelijk probleemgebied naar een niet als zodanig geldend gebied verplaatst, de rechten van deze producent op de volle en op de verlaagde premie zodanig worden herschikt dat hij, wanneer de Lid-Staat de overdracht van rechten naar gebieden buiten genoemde gebieden toestaat, een premie ontvangt die gelijk is aan die welke hij op zijn bedrijf van vóór de overbrenging zou hebben ontvangen;

Overwegende dat deze bepalingen samenhangen met de invoering van individuele maxima; dat deze bepalingen derhalve met ingang van het verkoopseizoen 1993 dienen te worden toegepast;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer "schapen en geiten",

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 3567/92 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het volgende artikel 5 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 5 bis

1. Rechten op de verlaagde premie (50 %) die aan de nationale reserve worden afgestaan, worden omgezet in half zoveel rechten op de volle premie.

Wanneer een oneven aantal rechten op de verlaagde premie aan de nationale reserve wordt afgestaan, wordt bij de in de eerste alinea bedoelde omzetting in volle-premierechten geen afronding toegepast.

2. Rechten (op de volle premie) die uit de nationale reserve aan een producent worden toegewezen, worden omgezet in tweemaal zoveel rechten op de verlaagde premie (50 %) in die mate dat het totale aantal volle-premierechten van die producent niet hoger wordt dan

- 500 wanneer het bedrijf niet in een probleemgebied in de zin van Richtlijn 75/268/EEG van de Raad (*) is gelegen;

- 1 000 wanneer het bedrijf in een probleemgebied is gelegen.

(*) PB nr. L 128 van 19. 5. 1975, blz. 1.".

2. Het volgende artikel 7 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 7 bis

1. Wanneer een producent die over rechten op de volle en op de verlaagde premie (50 %) beschikt, zijn bedrijf uit een gebied dat niet als probleemgebied wordt aangemerkt, naar een probleemgebied verplaatst, wordt zijn aantal rechten op de verlaagde premie overeenkomstig artikel 14 in volle-premierechten omgezet tot het in artikel 5, lid 7, van Verordening (EEG) nr. 3013/89 bedoelde maximum van 1 000, op zodanige wijze dat het totaalbedrag aan premies dat hij na deze verplaatsing ontvangt, gelijk is aan het bedrag dat hij zou hebben ontvangen wanneer hij op zijn bedrijf van vóór die verplaatsing zou zijn gebleven.

2. Wanneer een producent die over rechten op de volle premie en, in voorkomend geval, over rechten op de verlaagde premie (50 %) beschikt, zijn bedrijf van een probleemgebied naar een niet als zodanig geldend gebied verplaatst, wordt het aantal rechten op de volle premie waarop hij aanspraak kan maken, met inachtneming van het in artikel 5, lid 7, van Verordening (EEG) nr. 3013/89 bedoelde maximum van 500, omgezet in rechten op de verlaagde premie, waarvan het aantal zodanig wordt berekend dat het totaalbedrag aan premies dat hij na deze verplaatsing ontvangt, gelijk is aan het bedrag dat hij zou hebben ontvangen wanneer hij op zijn bedrijf van vóór die verplaatsing zou zijn gebleven.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van het verkoopseizoen 1993.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 14 mei 1993.

Voor de Commissie

René STEICHEN

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 289 van 7. 10. 1989, blz. 1.

(2) PB nr. L 42 van 19. 2. 1993, blz. 1.

(3) PB nr. L 362 van 10. 12. 1992, blz. 41.

(4) PB nr. L 128 van 19. 5. 1975, blz. 1.

(5) PB nr. L 108 van 4. 5. 1993, blz. 134.