VERORDENING (EEG) Nr. 1733/93 VAN DE COMMISSIE van 30 juni 1993 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2164/92 houdende bepalingen ter uitvoering van de specifieke regeling voor de voorziening van de Canarische eilanden met melk en zuivelprodukten en tot vaststelling van de voorzieningsbalans
VERORDENING (EEG) Nr. 1733/93 VAN DE COMMISSIE van 30 juni 1993 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2164/92 houdende bepalingen ter uitvoering van de specifieke regeling voor de voorziening van de Canarische eilanden met melk en zuivelprodukten en tot vaststelling van de voorzieningsbalans
VERORDENING (EEG) Nr. 1733/93 VAN DE COMMISSIE van 30 juni 1993 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2164/92 houdende bepalingen ter uitvoering van de specifieke regeling voor de voorziening van de Canarische eilanden met melk en zuivelprodukten en tot vaststelling van de voorzieningsbalans
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 1601/92 van de Raad van 15 juni 1992 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwprodukten ten behoeve van de Canarische eilanden (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3714/92 van de Commissie (2), en met name op artikel 3, lid 4,
Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 1695/92 van de Commissie (3), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2132/92 (4), met name de uitvoeringsbepalingen van de specifieke regeling voor de voorziening van de Canarische eilanden met bepaalde landbouwprodukten zijn vastgesteld;
Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 2164/92 van de Commissie van 30 juli 1992 houdende bepalingen ter uitvoering van de specifieke regeling voor de voorziening van de Canarische eilanden met melk en zuivelprodukten en tot vaststelling van de voorzieningsbalans (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1604/93 (6), de voorzieningsbalans voor zuivelprodukten voor de Canarische eilanden voor de periode 1 juli 1992 tot en met 30 juni 1993 is vastgesteld;
Overwegende dat het dienstig is om, na de eerste periode van toepassing van deze specifieke regeling, de geldigheidsduur van de invoercertificaten, de termijn voor het aanvragen van deze certificaten en de bedragen van de zekerheid meer te harmoniseren met de in de regel geldende termijnen en bedragen voor de zuivelsector;
Overwegende dat, om verder te voorzien in de behoeften aan zuivelprodukten van de Canarische eilanden, de voorzieningsbalans moet worden vastgesteld voor de volgende periode, van 1 juli 1993 tot en met 30 juni 1994; dat bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2164/92 daartoe moet worden gewijzigd;
Overwegende dat de hoeveelheden produkt waarvoor de specifieke voorzieningsregeling geldt, worden bepaald aan de hand van behoeftenramingen die periodiek worden opgesteld en in de loop van het verkoopseizoen op basis van de essentiële behoeften van de markten en rekening houdend met de plaatselijke produktie en de traditionele handelsstromen, kunnen worden herzien; dat, om te waarborgen dat zowel ten aanzien van de hoeveelheden als van de prijs en de kwaliteit in de behoeften wordt voorzien en er daarbij bovendien voor te zorgen dat het aandeel van de Gemeenschap in de leveringen niet daalt, de steun voor produkten uit de rest van de Gemeenschap op een zodanig niveau moet worden vastgesteld dat het voordeel daarvan voor de eindgebruiker overeenkomt met dat van een vrijstelling van invoerrechten voor produkten van oorsprong uit derde landen;
Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 1646/93 van de Commissie (7) tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in de sector melk en zuivelprodukten de restituties voor bepaalde zuivelprodukten zijn gewijzigd en dat, om rekening te houden met deze wijzigingen, het steunbedrag voor bepaalde in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2164/92 bedoelde produkten dient te worden aangepast;
Overwegende dat het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EEG) nr. 2164/92 wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 4
- wordt in lid 1 het woord "vijfde" vervangen door "tiende";
- wordt punt b) in lid 1 gelezen:
"b) binnen de termijn voor de indiening van de certificaataanvragen het bewijs wordt geleverd dat de betrokkene een zekerheid heeft gesteld. De zekerheid bedraagt:
- 2,5 ecu/100 kg voor produkten van de GN-codes 0401, 1901 90 90 en 2106 90 91,
- 5 ecu/100 kg voor produkten van de GN-codes 0402 en 0405,
- 7,5 ecu/100 kg voor produkten van GN-code 0406.";
- wordt in lid 2 het woord "tiende" vervangen door "vijftiende".
2. In artikel 5 wordt lid 1 gelezen:
"1. De invoercertificaten zijn geldig vanaf de datum van afgifte tot het einde van de tweede maand na die waarin ze zijn afgegeven.".
3. De steun wordt zodanig vastgesteld dat, rekening houdend met de traditionele handelsstromen, het aandeel van de Gemeenschap in de leveringen niet daalt.
4. De bijlagen I en II worden vervangen door de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1993.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 30 juni 1993.
Voor de Commissie
René STEICHEN
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 173 van 27. 6. 1992, blz. 13.
(2) PB nr. L 378 van 23. 12. 1992, blz. 23.
(3) PB nr. L 179 van 1. 7. 1992, blz. 1.
(4) PB nr. L 213 van 29. 7. 1992, blz. 25.
(5) PB nr. L 217 van 31. 7. 1992, blz. 17.
(6) PB nr. L 153 van 25. 6. 1993, blz. 47.
(7) PB nr. L 157 van 29. 6. 1993, blz. 20.
BIJLAGE
BIJLAGE " I
Voorzieningsbalans voor melk en zuivelprodukten voor de Canarische eilanden voor de periode van 1 juli 1993 tot en met 30 juni 1994
/* Tabellen: zie PB */
/* Tabellen: zie PB */
(1) Wanneer het een mengprodukt behorende tot deze onderverdeling betreft dat toegevoegde wei en/of lactose en/of caseïne en/of caseïnaten bevat, wordt geen steun toegekend.
Bij de vervulling van de douaneformaliteiten is de belanghebbende verplicht in de daartoe voorgeschreven verklaring aan te geven of al dan niet wei en/of lactose en/of caseïne en/of caseïnaten aan het produkt zijn toegevoegd.
(2) Voor de berekening van het vetgehalte in gewichtspercenten wordt het gewicht van de toegevoegde melkvreemde stoffen en/of wei en/of lactose en/of caseïne en/of caseïnaten niet in aanmerking genomen.
Wanneer het een mengprodukt behorende tot deze onderverdeling betreft dat toegevoegde wei en/of lactose en/of caseïne en/of caseïnaten bevat, wordt het gedeelte dat de toegevoegde wei en/of lactose en/of caseïne en/of caseïnaten vertegenwoordigt niet in aanmerking genomen voor de berekening van het bedrag van de steun.
Bij de vervulling van de douaneformaliteiten is de belanghebbende verplicht in de daartoe voorgeschreven verklaring aan te geven, of al dan niet wei en/of lactose en/of caseïne en/of caseïnaten aan het produkt zijn toegevoegd en indien toegevoegd:
- het werkelijke gehalte in gewichtspercenten aan toegevoegde wei en/of lactose en/of caseïne en/of caseïnaten per 100 kg eindprodukt
en, bovendien,
- het lactosegehalte van de toegevoegde wei.
(3) Voor de berekening van het vetgehalte in gewichtspercenten wordt het gewicht van toegevoegde melkvreemde stoffen en/of wei en/of lactose en/of caseïne en/of caseïnaten niet in aanmerking genomen.
Het bedrag van de steun voor 100 kg produkt behorende tot deze onderverdeling is gelijk aan de som van de volgende elementen:
a) het bedrag, aangeduid per kilogram, vermenigvuldigd met het gewicht van het melkgedeelte vervat in 100 kg produkt.
In het geval echter dat wei en/of lactose en/of caseïne en/of caseïnaten aan het produkt zijn toegevoegd, wordt het aangegeven bedrag per kilogram vermenigvuldigd met het melkgedeelte, ander dan de toegevoegde wei en/of lactose en/of caseïne en/of caseïnaten, in 100 kg produkt,
b) een element berekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 2, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1098/68 van de Commissie (PB nr. L 184 van 29. 7. 1968, blz. 10).
Bij de vervulling van de douaneformaliteiten is de belanghebbende verplicht in de daartoe voorgeschreven verklaring aan te geven, of al dan niet wei en/of lactose en/of caseïne en/of caseïnaten aan het produkt zijn toegevoegd en indien toegevoegd:
- het werkelijke gehalte in gewichtspercenten aan toegevoegde wei en/of lactose en/of caseïne en/of caseïnaten per 100 kg eindprodukt
en, met name,
- het lactosegehalte van de toegevoegde wei.
(4) Het bedrag van de steun per 100 kg produkt behorende tot deze onderverdeling is gelijk aan de som van de volgende elementen:
a) het aangeduide bedrag per 100 kg produkt.
In het geval echter dat wei en/of lactose en/of caseïne en/of caseïnaten aan het produkt zijn toegevoegd, wordt:
- het aangegeven bedrag per 100 kg produkt vermenigvuldigd met het gewicht van het melkgedeelte, ander dan de toegevoegde wei en/of lactose en/of caseïne en/of caseïnaten, in 100 kg produkt
en vervolgens
- het resultaat gedeeld door het gewicht van het melkgedeelte in 100 kg produkt;
b) een element berekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 2, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1098/68.
Bij de vervulling van de douaneformaliteiten is de belanghebbende verplicht in de daartoe voorgeschreven verklaring aan te geven of al dan niet wei en/of lactose en/of caseïne en/of caseïnaten aan het produkt zijn toegevoegd en indien toegevoegd:
- het werkelijke gehalte in gewichtspercenten aan toegevoegde wei en/of lactose en/of caseïne en/of caseïnaten per 100 kg eindprodukt
en, met name,
- het lactosegehalte van de toegevoegde wei.
(5) Indien de kaas is verpakt in onmiddellijke verpakkingen welke eveneens vloeibare bewaringsmiddelen zoals pekel bevatten, wordt de steun toegekend voor het nettogewicht na aftrek van het gewicht van deze vloeibare bewaringsmiddelen.
(6) Wanneer het produkt caseïne en/of caseïnaten bevat, wordt het gedeelte dat de toegevoegde caseïne en/of caseïnaten vertegenwoordigt niet in aanmerking genomen voor de berekening van het steunbedrag.
Bij de vervulling van de douaneformaliteiten is de belanghebbende verplicht in de daartoe voorgeschreven verklaring aan te geven of al dan niet caseïne en/of caseïnaten aan het produkt zijn toegevoegd en, indien toegevoegd, het werkelijke gehalte in gewichtspercenten aan toegevoegde caseïne en/of caseïnaten per 100 kg eindprodukt."