Home

Verordening (EG) nr. 3690/93 van de Raad van 20 december 1993 tot invoering van een communautair stelsel van regels voor de minimuminformatie die visvergunningen moeten bevatten

Verordening (EG) nr. 3690/93 van de Raad van 20 december 1993 tot invoering van een communautair stelsel van regels voor de minimuminformatie die visvergunningen moeten bevatten

VERORDENING (EG) Nr. 3690/93 VAN DE RAAD van 20 december 1993 tot invoering van een communautair stelsel van regels voor de minimuminformatie die visvergunningen moeten bevatten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie(1) ,

Gezien het advies van het Europees Parlement(2) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité,

Overwegende dat, met het oog op een betere regeling van de exploitatie van de visbestanden en een grotere doorzichtigheid, artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur(3) , voorziet in de invoering van een algemeen communautair stelsel van visvergunningen;

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid(4) onder meer de voorschriften zijn vastgesteld betreffende de controle op de naleving van de maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden; dat dit kader dient te worden aangevuld;

Overwegende dat in het communautaire stelsel de regels moeten worden vastgesteld voor de minimuminformatie die de visvergunningen moeten bevatten voor elk vissersvaartuig dat de vlag van een Lid-Staat voert;

Overwegende dat derhalve moet worden bepaald dat de visvergunningen een bevestiging bevatten van de informatie over de identificatiekenmerken en de technische kenmerken van de vissersvaartuigen;

Overwegende dat de in de visvergunningen vermelde informatie moet overeenstemmen met de kenmerken bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2930/86 van de Raad van 22 september 1986 houdende definities van de kenmerken van vissersvaartuigen(5) en met de voorschriften van Verordening (EEG) nr. 1381/87 van de Commissie van 20 mei 1987 inzake uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de kentekens voor vissersvaartuigen en met betrekking tot documenten aan boord van die vaartuigen(6) ; dat deze gegevens moeten overeenstemmen met de gegevens die worden verstrekt overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 163/89 van de Commissie van 24 januari 1989 betreffende het gegevensbestand inzake de vissersvaartuigen van de Gemeenschap(7) ;

Overwegende dat dient te worden bepaald dat de Lid-Staten bepalingen aannemen op grond waarvan de bevoegde instanties te allen tijde de in de visvergunningen vervatte gegevens kunnen controleren;

Overwegende dat bepalingen moeten worden vastgesteld om samenwerking binnen de Gemeenschap mogelijk te maken;

Overwegende dat moet worden voorzien in een overgangsperiode voor de afgifte van visvergunningen in de vorm van documenten of in een vrijstelling voor bepaalde categorieën vaartuigen van de verplichting om visvergunningen aan boord te hebben,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Er wordt een communautair stelsel ingevoerd van regels voor de minimuminformatie die in de in artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 3760/92 bedoelde visvergunningen moeten bevatten.

2. Alle communautaire vissersvaartuigen moeten in het bezit zijn van een bij het vaartuig behorende visvergunning.

3. De vergunning moet zich aan boord bevinden.

4. Vissersvaartuigen zonder visvergunning of waarvan de visvergunning is ingetrokken of geschorst, mogen geen vis vangen of aan boord hebben, overladen op een ander vaartuig of lossen in een haven.

Artikel 2

In deze verordening omvat een "visvergunning van communautaire vaartuigen" ten minste een door de Lid-Staat waarvan het vaartuig de vlag voert afgegeven verklaring, als bedoeld in de bijlage, met gegevens betreffende de identificatie, de technische kenmerken en de uitrusting van het communautaire vissersvaartuig.

Artikel 3

De vlaggestaat verleent en beheert de visvergunningen voor de vissersvaartuigen die zijn vlag voeren met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 van Verordening (EEG) nr. 3760/92.

Artikel 4

1. De vlaggestaat ziet erop toe dat de gegevens in de visvergunningen overeenstemmen met de gegevens betreffende de identificatie, de technische kenmerken en de uitrusting van het vaartuig dat onder zijn vlag vaart en met de gegevens die zijn vermeld in het in Verordening (EEG) nr. 163/89 bedoelde gegevensbestand van de vissersvaartuigen van de Gemeenschap.

2. De vlaggestaat treft de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat vorenbedoelde gegevens te allen tijde door de bevoegde controle-instanties kunnen worden gecontroleerd.

Artikel 5

De vlaggestaat trekt de visvergunning van vaartuigen die tijdelijk worden stilgelegd tijdelijk of definitief in en trekt de visvergunningen in van vaartuigen die definitief buiten bedrijf worden gesteld.

Artikel 6

De vlaggestaat neemt alle gegevens betreffende de visvergunningen die hij heeft verleend aan vaartuigen die onder zijn vlag varen op in het gegevensbestand of de gegevensbestanden die hij op grond van Verordening (EEG) nr. 163/89 heeft gecreëerd.

Artikel 7

1. De vlaggestaten wijzen de voor de afgifte van de visvergunningen bevoegde instanties aan en treffen passende maatregelen om te garanderen dat dit stelsel doeltreffend functioneert.

2. De vlaggestaten geven de andere Lid-Staten en de Commissie kennis van de naam en het adres van de in lid 1 bedoelde bevoegde instanties en delen de op nationaal niveau getroffen maatregelen uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening, en bij eventuele wijzigingen, zo spoedig mogelijk, aan de Commissie mee.

Artikel 8

1. De Lid-Staten verstrekken de informatie die is opgeslagen in de in artikel 6 bedoelde gegevensbestanden volgens de procedures van Verordening (EEG) nr. 163/89.

2. De bevoegde instanties van de vlaggestaat moeten, op verzoek van de bevoegde controle-instanties van een andere Lid-Staat die een vaartuig in de wateren onder hun jurisdictie controleren, de in artikel 4 bedoelde gegevens bevestigen. Dit verzoek om bevestiging kan eveneens worden gericht tot de Commissie.

Artikel 9

De Raad stelt uiterlijk op 31 december 1994, op voorstel van de Commissie, de nodige bepalingen betreffende visvergunningen vast voor communautaire vissersvaartuigen en vaartuigen die de vlag van een derde land voeren, die in de communautaire visserijzone vissen en waarvan de activiteiten onderworpen zijn aan maatregelen waarbij de exploitatie van bepaalde bestanden geregeld wordt.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1994.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1995.

Tot 1 januari 1996 kunnen de Lid-Staten evenwel afwijkingen toestaan van de in artikel 1, lid 3, bedoelde verplichting voor vaartuigen die hun vlag voeren en uitsluitend vissen in de maritieme wateren die onder hun jurisdictie vallen.

De Lid-Staten kunnen ontheffingen van die verplichtingen toestaan voor vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 10 meter die hun vlag voeren en uitsluitend vissen in de wateren die onder hun jurisdictie vallen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 20 december 1993.

Voor de Raad

De Voorzitter

A. BOURGEOIS

(1) PB nr. C 310 van 16. 11. 1993, blz. 13.

(2) Advies uitgebracht op 17 december 1993 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).

(3) PB nr. L 389 van 31. 12. 1992, blz. 1.

(4) PB nr. L 261 van 20. 10. 1993, blz. 1.

(5) PB nr. L 274 van 25. 9. 1986, blz. 1.

(6) PB nr. L 132 van 21. 5. 1987, blz. 9.

(7) PB nr. L 20 van 25. 1. 1989, blz. 5.

BIJLAGE

MINIMUMINFORMATIE(1)

I. IDENTIFICATIE

A. VAARTUIG

Intern nummer van het vlootgegevensbestand

1. Naam van het vaartuig .

2. Vlaggestaat .

3. Haven van registratie .

4. Registratienummer .

5. Op het vaartuig aangebrachte kentekens .

6. Internationale radioroepnaam .

B. EXPLOITANT

1. Naam van de eigenaar(s) of de reder(s) .

.

Adres .

2. Naam(namen) van charteraar(s) .

.

.

Adres .

.

(voor een rechtspersoon of vereniging,

naam/namen van de vertegenwoordiger(s)) .

.

II. TECHNISCHE KENMERKEN EN UITRUSTING

1. Vaartuigtype .

2. Types van het belangrijkste vistuig

1 .

2 .

3 .

4 .

3. Motorvermogen .

4. Lengte - over alles .

- tussen de loodlijnen of .

- andere norm(2) .

5. Tonnage - "Oslo" of .

- "London" of .

- andere normen .

6. Vlootsegmenten of de elementen voor identificatie(3) .

(1) De informatie moet overeenstemmen met de informatie die wordt verstrekt uit hoofde van Verordening (EEG) nr. 163/89 van de Commissie van 21 januari 1989 betreffende het gegevensbestand inzake de vissersvaartuigen van de Gemeenschap.

(2) Uitsluitend voor vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 10 meter.

(3) De in dit punt bedoelde gegevens stemmen overeen met de lijsten van vaartuigen gelet op hun indeling in vlootsegmenten, eventueel per periode, en met de volgens de procedures van POPs III geregistreerde wijzigingen van die lijsten.