Home

94/23/EG: Besluit van de Commissie van 17 januari 1994 betreffende de gemeenschappelijke procedureregels voor Europese technische goedkeuringen

94/23/EG: Besluit van de Commissie van 17 januari 1994 betreffende de gemeenschappelijke procedureregels voor Europese technische goedkeuringen

94/23/EG: Besluit van de Commissie van 17 januari 1994 betreffende de gemeenschappelijke procedureregels voor Europese technische goedkeuringen

Publicatieblad Nr. L 017 van 20/01/1994 blz. 0034 - 0040
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 25 blz. 0235
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 25 blz. 0235


BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 17 januari 1994 betreffende de gemeenschappelijke procedureregels voor Europese technische goedkeuringen (94/23/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/106/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake voor de bouw bestemde produkten (1), inzonderheid op bijlage II,

Overwegende dat in artikel 8 van deze richtlijn wordt bepaald dat voor bepaalde produkten een Europese technische goedkeuring kan worden verleend, meer in het bijzonder voor produkten waarvoor geen geharmoniseerde of nationale normen bestaan en voor produkten die aanzienlijk afwijken van de geharmoniseerde normen of de erkende nationale normen;

Overwegende dat is bepaald dat voor de indiening van aanvragen en het voorbereiden en afgeven van goedkeuringen gemeenschappelijke procedureregels worden gevolgd; dat in bijlage II van voornoemde richtlijn tevens is bepaald dat deze gemeenschappelijke procedureregels op basis van het advies van het Comité overeenkomstig artikel 20 van deze richtlijn door de Commissie worden vastgesteld;

Overwegende dat het bij de richtlijn ingestelde Comité tijdens zijn vergadering van 22 april 1993 overeenkomstig de in genoemde richtlijn opgenomen procedures over deze gemeenschappelijke procedureregels een positief advies heeft uitgebracht,

BESLUIT:

Enig artikel

Bij de indiening van aanvragen en het voorbereiden en afgeven van Europese technische goedkeuringen krachtens Richtlijn 89/106/EEG worden de gemeenschappelijke procedureregels gevolgd die in de bijlage bij dit besluit zijn opgenomen.

Gedaan te Brussel, 17 januari 1994.

Voor de Commissie

Martin BANGEMANN

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 40 van 11. 2. 1989, blz. 12.

BIJLAGE

GEMEENSCHAPPELIJKE PROCEDUREVOORSCHRIFTEN VOOR HET AANVRAGEN, VOORBEREIDEN EN AFGEVEN VAN EUROPESE TECHNISCHE GOEDKEURINGEN (ETA'S) 0. Inleiding

0.1. Deze gemeenschappelijke voorschriften beschrijven de procedures die gevolgd moeten worden voor het aanvragen, voorbereiden en afgeven van Europese technische goedkeuringen zoals omschreven in bijlage II, punt 3, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake voor de bouw bestemde produkten (1), hierna genoemd "de richtlijn".

0.2. EOTA is een organisatie die is opgericht in overeenstemming met de voorwaarden van de richtlijn en die de instanties samenbrengt die door de Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen zijn aangewezen voor het afgeven van Europese technische goedkeuringen (ETA's) zoals binnen haar takenpakket is bepaald.

1. Algemene voorschriften

1.1. Het EOTA-Secretariaat bewaart de bijgewerkte lijst met de uitgegeven ETA's. Er wordt ten minste éénmaal per jaar een lijst gepubliceerd.

1.2. De Technical Board is verantwoordelijk voor het instellen van commissies welke nodig zijn voor het regelen en cooerdineren van de totstandkoming van ETA's.

1.3. De EOTA-leden publiceren de door hen in hun respectieve taal (talen) uitgegeven ETA's.

1.4. Problemen die ontstaan met betrekking tot de richtlijn, die niet door de Executive Commission van EOTA opgelost kunnen worden, worden ter besluitvorming aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen (hierna te noemen "de Commissie") toegezonden.

2. Voorschriften met betrekking tot het aanvragen van een ETA

2.1. Een aanvraag voor een ETA kan ingediend worden door een fabrikant of door diens in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde, hierna te noemen "de aanvrager".

De gemachtigde dient uitdrukkelijk door de fabrikant benoemd te zijn om namens hem te handelen.

2.2. De aanvraag dient gericht te worden aan een van de aangewezen leden van EOTA, die verantwoordelijk is voor het betreffende gebied; het is echter niet toegestaan om een aanvraag voor één bouwprodukt bij meer dan één EOTA-lid in te dienen.

2.3. Door overeenkomstig dit reglement een aanvraag in te dienen, machtigt de aanvrager de instantie bij wie hij zijn aanvraag heeft ingediend om de Commissie, de andere EOTA-leden en het EOTA-Secretariaat op de hoogte te stellen van de inhoud van de aanvraag.

2.4. Alvorens zijn aanvraag in te dienen en de door het EOTA-lid gevraagde informatie te hebben verstrekt, ontvangt de aanvrager - op diens eigen verzoek - informatie met betrekking tot:

- de goedkeuringsprocedure,

- de geschatte tijd welke het EOTA-lid nodig heeft om de goedkeuringsprocedure voor het betreffende produkt te voltooien,

- een raming van de kosten voor de afhandeling van de goedkeuringsprocedure, en de betalingsvoorwaarden.

Voor het geval dat nog niet is besloten dat voor de betreffende produktgroep ETA's kunnen worden afgegeven of indien het produkt sterk afwijkt van de geharmoniseerde normen of erkende nationale normen, zal bovengenoemde informatie pas aan de aanvrager worden verstrekt nadat er een besluit is genomen over de mogelijkheid voor afgifte van een ETA in overeenstemming met de in punt 3.2 beschreven procedure.

De aanvrager zal van deze beslissing op de hoogte worden gesteld.

2.5. Een aanvraag dient op de voorgeschreven wijze ingediend te worden (zie aanhangsel 1) in de taal van de Lid-Staat waar het EOTA-lid is gevestigd bij wie de aanvraag wordt ingediend, tenzij anders wordt overeengekomen.

2.6. De aanvraag gaat vergezeld van een beschrijving van het bouwprodukt, specificaties, tekeningen en testrapporten, waarbij het betreffende onderwerp en de bedoelde toepassing in detail worden uitgelegd.

2.7. In het aanvraagformulier dient de aanvrager alle locaties waar het produkt gefabriceerd wordt, te noemen. Hij dient er voor te zorgen dat deze locaties altijd gedurende werktijd bezocht kunnen worden door het EOTA-lid of diens vertegenwoordiger, met het oog op het afgeven van de ETA.

2.8. De goedkeuringsinstantie moet binnen twee maanden de ontvangst van de aanvraag bevestigen alsmede dat zij de procedures op gang zal brengen (zie model aanhangsel 2).

Indien de aanvraag niet in behandeling wordt genomen, moet de goedkeuringsinstantie hiervoor redenen aangeven.

In dat geval kan de aanvrager zijn aanvraag vervolgens bij een andere goedkeuringsinstantie indienen.

2.9. De goedkeuringsinstantie moet de aanvrager op de hoogte stellen welke documenten, testresultaten, berekeningen, enz., hij dient in te leveren ten einde de goedkeuringsinstantie in staat te stellen om te bepalen of het produkt geschikt is voor de bedoelde toepassing.

De aanvrager is verplicht om de goedkeuringsinstantie te voorzien van de nodige documenten en om de goedkeuringsinstantie bij te staan bij de beoordeling van het produkt.

2.10. De EOTA-leden dienen de nodige maatregelen te treffen om geheimhouding te waarborgen van alle kritische informatie die zij gedurende hun werkzaamheden verkrijgen.

2.11. De aanvrager dient een wettig geldige verklaring af te geven dat hij alle kosten zal betalen die voortvloeien uit de goedkeuringsprocedure en het opstellen van de ondersteunende documenten overeenkomstig de nationale voorschriften.

2.12. Indien de aanvrager zijn verplichtingen niet op de vereiste wijze nakomt, kan de goedkeuringsinstantie na verloop van een redelijke termijn de aanvraag opheffen.

3. Voorschriften met betrekking tot het afgeven van een ETA

3.0. De ETA heeft uitsluitend betrekking op die aspecten van het produkt welke verband houden met de essentiële eisen zoals vastgelegd in bijlage I van de richtlijn en in de basisdocumenten overeenkomstig artikel 3, lid 3, van de richtlijn. Alleen deze aspecten hebben betrekking op het CE-merk.

Indien er rekening moet worden gehouden met andere aspecten, moet de desbetreffende beoordeling duidelijk worden onderscheiden van die welke betrekking heeft op de essentiële eisen, nadat er tussen de leden van de EOTA overeenstemming is bereikt. Dergelijke beoordelingen zijn vrijwillig.

De vorm van de ETA moet overeenkomen met het "algemene model" zoals door de Commissie is goedgekeurd

3.1. Het afgeven van een ETA op basis van een ETA-richtlijn (overeenkomstig de richtlijn, artikel 9, lid 1)

3.1.1. De inhoud en vorm van de ETA moeten overeenkomen met de desbetreffende ETA-richtlijn.

3.1.2. De goedkeuringsinstantie die de ETA afgeeft, stuurt deze naar:

- alle andere EOTA-leden,

- het EOTA-Secretariaat dat de Commissie een afschrift daarvan zal toezenden.

3.1.3. Ten einde de vergelijkbaarheid van de ETA's die door de EOTA-leden worden afgegeven, te verzekeren, wordt gedurende een door de EOTA te bepalen overgangsperiode voor de ETA-richtlijn, de concept-ETA met de bijbehorende documenten (testresultaten) eerst ter bespreking voorgelegd aan de relevante EOTA-leden (1) en het EOTA-Secretariaat, met het verzoek om binnen twee maanden commentaar te leveren

3.1.4. Indien de Commissie overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, lid 1, van de richtlijn en na het advies van het Permanent Comité voor de bouw een tekortkoming in een bepaalde ETA vaststelt, welke het gevolg is van een tekortkoming van een ETA-richtlijn, zullen de EOTA-leden geen verdere ETA's op basis van bovenbedoelde ETA-richtlijn mogen uitgeven.

3.2. Het afgeven van een ETA zonder een ETA-richtlijn (overeenkomstig de richtlijn, artikel 9, lid 2)

3.2.1. De vorm en inhoud van de ETA moeten overeenkomen met het overeengekomen algemeen model, zoals door de Commissie is goedgekeurd.

3.2.2. De goedkeuringsinstantie die een aanvraag ontvangt overeenkomstig punt 2.4 of een aanvraag voor een ETA welke voor de eerste keer voor een produkt van de desbetreffende produktfamilie zal worden afgegeven, moet voorafgaand overleggen met de Technical Board ten einde een principeakkoord te verkrijgen voor het afgeven van een ETA voor het desbetreffende produkt alsmede voor de keuze van het voorgestelde systeem van conformverklaring.

Indien er in de Technical Board overeenstemming wordt bereikt over aanvragen overeenkomstig artikel 8, lid 2, onder a), van de richtlijn, wordt de door de Commissie verzochte informatie met goedkeuring van de voorzitter van EOTA verzonden aan de Commissie ten einde de bevoegdheid tot afgifte van ETA's te verkrijgen.

Indien er in de Technical Board geen overeenstemming kan worden bereikt, zal de aanvraag worden doorgestuurd naar de Executive Commission voor een beslissing of de aanvraag moet worden ingediend bij de Commissie.

In geval van een aanvraag voor een ETA overeenkomstig artikel 8, lid 2, onder b), van de richtlijn zal de Commissie op basis van de beoordeling door EOTA en op basis van de relevante informatie bevestigen of een produkt van een produktfamilie waarop geharmoniseerde normen of erkende nationale normen van toepassing zijn, aanzienlijk van die normen afwijkt en of op grond daarvan een ETA kan worden afgegeven.

3.2.3. Indien krachtens punt 3.2.2 overeenstemming is bereikt, dient de goedkeuringsinstantie bij wie de aanvraag is ingediend vooraf besprekingen te voeren met de andere relevante EOTA-leden, waarbij uitleg wordt gegeven over de manier waarop men van plan is aan de aanvraag gevolg te geven, waaronder het testprogramma, de prestatie-eisen en het beoogde systeem van conformverklaring.

Het EOTA-lid houdt rekening met de opmerkingen die door de andere EOTA-leden geformuleerd zijn.

3.2.4. Indien het verzoek om een ETA bedoeld is voor een produkt van een produktfamilie waarvoor de procedure zoals beschreven in punt 3.2.3 reeds heeft plaatsgevonden, dient de ETA gebaseerd te worden op die gerealiseerde procedure.

3.2.5. Voordat de ETA wordt afgegeven, stuurt de goedkeuringsinstantie de concept-ETA met door de aanvrager geleverde onderbouwingen naar de relevante EOTA-leden en naar het EOTA-Secretariaat, met het verzoek om binnen twee maanden commentaar te leveren.

De ETA wordt afgegeven door de goedkeuringsinstantie wanneer alle relevante EOTA-leden schriftelijk hun toestemming hebben gegeven, waarbij rekening moet worden gehouden met de richtlijn, bijlage II, punt 2, derde zin.

Het verspreiden van de ETA verloopt volgens punt 3.1.2.

Indien er sprake is van onoverkomelijke bezwaren, wordt dit op de agenda gezet van de Technical Board-vergadering.

Indien de Technical Board de bezwaren kan oplossen, wordt de ETA afgegeven door de goedkeuringsinstantie.

Indien de bezwaren niet opgelost kunnen worden, wordt het onderwerp op de agenda van de Executive Commission gezet, die beslist wat er verder moet gebeuren.

Indien de Executive Commission geen consensus kan verkrijgen, wordt de zaak via de Commissie voorgelegd aan het Permanent Comité voor de bouw (artikel 9, lid 2, van de richtlijn).

4. Intrekking van een ETA

4.1. De goedkeuringsinstantie zal de ETA intrekken indien de Commissie de Lid-Staten overeenkomstig artikel 5, lid 1, van de richtlijn op de hoogte heeft gesteld.

4.2. De goedkeuringsinstantie moet de andere EOTA-leden en het EOTA-Secretariaat van de intrekking op de hoogte stellen. Het EOTA-Secretariaat zal de Commissie op de hoogte stellen.

5. Wijziging van een ETA

5.1. Voor het wijzigen van een ETA geldt dezelfde procedure als voor een nieuwe aanvraag. De aanvraag moet worden ingediend bij de goedkeuringsinstantie die de te wijzigen ETA heeft afgegeven.

5.2. De bepalingen van de punten 3.1 en 3.2 zijn dienovereenkomstig van toepassing: de goedkeuringsprocedure zal uitsluitend betrekking hebben op de zaken waarop de wijziging direct van toepassing is.

5.3. Er wordt een nieuwe ETA afgegeven, welke de vorige ETA zal vervangen.

6. Verlenging van de geldigheidsduur

6.1. Overeenkomstig artikel 8, lid 4, van de richtlijn kan de geldigheidsduur van een ETA met nog eens (over het algemeen) vijf jaar worden verlengd, onder voorwaarde dat de Commissie de betrokken goedkeuringsinstanties en/of EOTA niet heeft medegedeeld dat de voorwaarden waaronder de oorspronkelijke ETA's zijn afgegeven wijzigingen hebben ondergaan. De aanvragen moeten schriftelijk worden ingediend en uiterlijk zes maanden vóór de afloopdatum door het EOTA-lid zijn ontvangen.

Voor wat de procedure betreft, zijn de bepalingen in de punten 3.1 en 3.2 dienovereenkomstig van toepassing.

6.2. De aanvraag voor verlenging moet vergezeld gaan van de desbetreffende technische documenten welke volgens de ETA-richtlijn noodzakelijk zijn voor het verlengen van een ETA. Indien deze ETA-richtlijnen niet bestaan, zal de goedkeuringsinstantie na overleg met de instanties van EOTA de aanvrager mededelen welke technische documenten er moeten worden verstrekt.

6.3. Het EOTA-lid is verantwoordelijk voor deze verlengingen, die net zo volledig moeten zijn als de oorspronkelijke ETA's.

Aanhangsel 1

AANVRAAG VOOR EEN EUROPESE TECHNISCHE GOEDKEURING (ETA) ZOALS BESCHREVEN IN HOOFDSTUK III VAN RICHTLIJN 89/106/EEG 1. De aanvraag is gericht aan

(Naam van het EOTA-lid overeenkomstig hoofdstuk III, artikel 10, van de richtlijn.)

2. Aanvrager

(Fabrikant of diens in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde; wanneer de aanvraag wordt ingediend door de in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde, dient de aanvraag vergezeld te gaan van een autorisatie door de fabrikant.)

3. De aard van het bouwprodukt

4. Handelsnaam/-namen van het produkt, zoals in de ETA zal worden aangegeven

5. Omschrijving van het bouwprodukt en de toepassing waarvoor het bedoeld is

(Aanvullende documenten dienen samen met de aanvraag ingediend te worden, zie punt 2.6 van de gemeenschappelijke procedurevoorschriften voor het aanvragen, voorbereiden en afgeven van ETA's.)

6. Produktielocaties waar het bouwprodukt zal worden vervaardigd

7. Verklaring van de aanvrager

Hierbij verklaar ik:

(*) - dat ik bij geen enkel ander EOTA-lid een aanvraag heb ingediend voor een ETA voor het in de punten 3 en 4 genoemde bouwprodukt;

(*) - dat ik bij onderstaand EOTA-lid een aanvraag heb ingediend voor een ETA voor het in de punten 3 en 4 genoemde bouwprodukt.

Die aanvraag is niet geaccepteerd door: ;

(naam van het andere EOTA-lid)

- dat ik instem met het feit dat andere EOTA-leden en de Commissie op de hoogte gesteld worden van de aanvraag;

- dat ik de kosten zal betalen die voortvloeien uit de goedkeuringsprocedure, in overeenstemming met de nationale voorschriften van het land van het EOTA-lid waarnaar in punt 1 verwezen wordt (zie bijlage II, punt 6, van de richtlijn);

- dat ik, zoals vereist, de aanvraagprocedure zal ondersteunen;

- dat ik ervoor zal zorgen dat de produktielocaties te allen tijde door de goedkeuringsinstantie of diens vertegenwoordiger tijdens werktijd bezocht kunnen worden met het oog op het afgeven van de ETA.

(plaats en datum)

(geautoriseerde handtekening)

Aanhangsel 2

(Naam en adres van de aangewezen goedkeuringsinstantie)

BEVESTIGING VAN ONTVANGST VAN DE AANVRAAG VOOR DE AFGIFTE VAN EEN EUROPESE TECHNISCHE GOEDKEURING (ETA) ZOALS BESCHREVEN IN RICHTLIJN 89/106/EEG 1. De aanvraag ingediend door:

dd.

(datum van de aanvraag voor goedkeuring)

voor een ETA van het bouwprodukt:

overeenkomstig de punten 3 en 4 van bovengenoemde aanvraag, is geaccepteerd en met de goedkeuringsprocedure is een begin gemaakt.

2. De goedkeuringsprocedure heeft het volgende referentienummer gekregen:

3. De goedkeuringsprocedure is gebaseerd op:

- de volgende wettelijke bepalingen:

(wettelijke bepalingen, door middel waarvan Richtlijn 89/106/EEG geïmplementeerd is in de nationale wetgeving),

- de gemeenschappelijke procedurevoorschriften voor het aanvragen, voorbereiden en afgeven van Europese technische goedkeuringen

(reglementen, statuten, contractteksten en dergelijke van de betreffende goedkeuringsinstantie, voor zover van toepassing).

4. De kosten van de goedkeuringsprocedure worden vastgesteld op basis van:

(tarieflijsten, wettelijke bepalingen, of andere regelingen die het betreffende EOTA-lid hanteert (met een goede verwijzing).

(plaats en datum)

(geautoriseerde handtekening)

(1) PB nr. L 40 van 11. 2. 1989, blz. 12.

(2) Relevante EOTA-leden: instanties die door hun Lid-Staat aangewezen zijn om op het betreffende gebied werkzaam te zijn.

(3)() Aankruisen hetgeen van toepassing is.