94/179/Euratom: Besluit van de Raad van 21 maart 1994 tot wijziging van Besluit 77/270/Euratom ten einde de Commissie te machtigen tot het aangaan van Euratom- leningen om aldus een bijdrage te leveren aan de financiering van de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in bepaalde derde landen
94/179/Euratom: Besluit van de Raad van 21 maart 1994 tot wijziging van Besluit 77/270/Euratom ten einde de Commissie te machtigen tot het aangaan van Euratom- leningen om aldus een bijdrage te leveren aan de financiering van de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in bepaalde derde landen
BESLUIT VAN DE RAAD van 21 maart 1994 tot wijziging van Besluit 77/270/Euratom ten einde de Commissie te machtigen tot het aangaan van Euratom-leningen om aldus een bijdrage te leveren aan de financiering van de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in bepaalde derde landen (94/179/Euratom)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, inzonderheid op de artikelen 1, 2, 172 en 203,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europees Parlement (2),
Overwegende dat de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie is opgericht met het verlangen om de veiligheidsvoorwaarden te scheppen, waardoor de gevaren voor het leven en de gezondheid van de bevolking worden afgewend; dat de Lid-Staten andere landen in hun arbeid wensen te betrekken en wensen samen te werken met de internationale organisaties die zich toeleggen op de vreedzame ontwikkeling van de atoomenergie;
Overwegende dat de Gemeenschap en haar Lid-Staten hebben besloten in het kader van de groep G-24 een gezamenlijke inspanning te leveren ten einde acties te voeren die erop gericht zijn het hervormingsproces, dat in de landen van Centraal- en Oost-Europa en in de Gemeenschap van Onafhankelijke Staten (GOS) aan de gang is, te ondersteunen en overeenstemming hebben bereikt over economische steunmaatregelen voor deze landen; dat met het oog op een grotere doeltreffendheid van deze gezamenlijke inspanning moet worden overgegaan tot samenwerking met andere internationale instanties die hetzelfde doel nastreven ten einde aldus versnippering van de vereiste personele en financiële middelen te voorkomen;
Overwegende dat met betrekking tot de verbetering van de nucleaire veiligheid in Centraal- en Oost-Europa en in de GOS moet worden uitgegaan van een samenhangende strategische visie die een beleidsaanpak voor de lange termijn behelst en in het kader waarvan voor ieder de betrokken landen rekening wordt gehouden met de technologische factoren, de cultuur en gebruiken op het gebied van de veiligheid, alsook met de algemene energiebalans;
Overwegende dat de kerncentrales in sommige van deze landen onvoldoende veilig zijn en dat eventuele defecten ernstige gevolgen voor heel het continent kunnen hebben; dat deze landen min of meer gedwongen zijn de exploitatie van kernenergie voort te zetten;
Overwegende dat het vraagstuk van de nucleaire veiligheid opnieuw moet worden bekeken in het licht van de algemene energiebeleidskeuzen in Midden- en Oost-Europa, alsook in de GOS; gelet in dit verband op het rapport dat de Wereldbank, het Internationaal Energieagentschap en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling in juni 1993 samen hebben opgesteld;
Overwegende dat er bij alle landen die beschikken over kerninstallaties voor het opwekken van elektriciteit op moet worden aangedrongen dat zij de internationale conventies op het gebied van burgerlijke aansprakelijkheid ratificeren, of voorlopig gelijksoortige dwingende maatregelen vaststellen;
Overwegende dat de Gemeenschap moet zorgen voor de middelen die vereist zijn om tegemoet te komen aan de verwachtingen van de inwoners van de Lid-Staten op het gebied van veiligheid en kwaliteit van het milieu; dat, met name in bepaalde landen van Centraal- en Oost-Europa en bepaalde staten van de GOS acties noodzakelijk zijn met het oog op de aanpassing van bepaalde bestaande nucleaire installaties of, voor zover nodig, de ontmanteling van andere installaties waarvan de aanpassing technisch of economisch niet meer haalbaar is;
Overwegende dat de door de Gemeenschap in het kader van het Phare-programma en het Tacis-programma ondernomen acties ter verbetering van de veiligheid van nucleaire installaties onder meer onderzoeken omvatten die gericht zijn op de bestudering van de diverse zwakke punten en de aanbeveling van specifieke acties om acute problemen op te lossen; dat de technische bijstand zal leiden tot voorstellen voor programma's met het oog op de aanpassing van bepaalde nucleaire installaties die in werking of nog in aanbouw zijn en de stillegging en ontmanteling van andere installaties; dat de Gemeenschap er belang bij heeft dat deze aanpassingsacties tot een goed einde worden gebracht;
Overwegende dat de voor de aanpassing van de nucleaire installaties in bepaalde landen van Centraal- en Oost-Europa en bepaalde staten van de GOS vereiste investeringen van een dergelijke omvang zijn dat deze landen daartoe niet in staat zijn en dat dringend een oplossing moet worden gevonden voor de ontstane problemen;
Overwegende dat een belangrijk deel van de beschikbare financiële middelen moet worden vrijgemaakt; dat de werkingssfeer van Besluit 77/270/Euratom (3) waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen ten einde een bijdrage te leveren aan de financiering van kerncentrales, daartoe moet worden uitgebreid tot bepaalde begunstigde landen van het Phare-programma en bepaalde staten van de GOS, ten einde de veiligheid en de efficiëntie van de kerncentrales en de milieubescherming van deze landen te verbeteren;
Overwegende dat de hoofdsom van Euratom-leningen overeenkomstig Besluit 77/271/Euratom (4) 4 000 miljoen ecu niet te boven mag gaan en dat het bedrag van de verrichte transacties op 31 december 1991 2 876 miljoen ecu beliep en dat als gevolg van de vertraging in deze sector en de veranderde politieke attitude ten opzichte van kernenergie in bepaalde Lid-Staten, in de komende jaren voor kernenergieprojecten waarschijnlijk minder intensief een beroep zal worden gedaan op deze financieringsmogelijkheden;
Overwegende dat de begunstigde landen borg zullen staan voor de uit hoofde van dit besluit verleende leningen en dat, wanneer zulks nodig blijkt, eveneens andere eersterangsgaranties zullen worden overwogen;
Overwegende dat het vraagstuk van de financiering van de veiligheid onlosmakelijk verbonden is met een samenhangende strategie ten aanzien van energiekeuzes;
Overwegende dat op korte termijn maatregelen dienen te worden afgerond via de instelling van leningen op middellange en lange termijn, hetgeen aansluit bij een samenhangende strategie die met name voorziet in vervanging en ontmanteling van de minst veilige kerncentrales,
BESLUIT:
Enig artikel
Artikel 1 van Besluit 77/270/Euratom luidt als volgt:
"Artikel 1
De Commissie wordt gemachtigd, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom), binnen de grenzen van de door de Raad vastgestelde bedragen, leningen aan te gaan, waarvan het produkt, door middel van het verstrekken van leningen, wordt gebruikt voor de financiering, binnen de Gemeenschap, van investeringsprojecten op het gebied van de industriële produktie van nucleaire elektriciteit en de splijtstofcyclusbedrijven.
De Commissie wordt, binnen dezelfde grenzen, gemachtigd dergelijke leningen aan te gaan waarvan het produkt, door middel van het verstrekken van leningen, wordt gebruikt voor de financiering van projecten die erop gericht zijn de veiligheid en doelmatigheid van de kerncentrales in de derde landen die in de bijlage worden opgesomd, te verbeteren.
Om voor financiering in aanmerking te komen, moeten de projecten:
- hetzij betrekking hebben op kerncentrales of splijtstofcyclusinstallaties die in werking of nog in aanbouw zijn, hetzij gericht zijn op de ontmanteling van installaties waarvan de aanpassing technisch of economisch niet meer haalbaar is;
- op nationaal niveau volledig zijn goedgekeurd, met name door de op veiligheidsgebied verantwoordelijke instantie;
- door de Commissie vanuit technisch en economisch oogpunt zijn goedgekeurd.
De Commissie neemt slechts leningen op binnen de grenzen van de bij haar ingediende leningsaanvragen.
De transacties tot het aangaan van leningen en de overeenkomstige transacties tot het verstrekken van leningen luiden in dezelfde valuta, waarbij voor de aflossing van de hoofdsom dezelfde voorwaarden gelden als voor de betaling van de rente. De door de Gemeenschap gemaakte kosten bij het afsluiten en de uitvoering van de transacties komen voor rekening van de begunstigde ondernemingen.".
Gedaan te Brussel, 21 maart 1994.
Voor de Raad
De Voorzitter
Y. PAPANTONIOU
(1) PB nr. C 22 van 26. 1. 1993, blz. 11.
(2) PB nr. C 44 van 14. 2. 1994.
(3) PB nr. L 88 van 6. 4. 1977, blz. 9.
(4) PB nr. L 88 van 6. 4. 1977, blz. 11. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit 90/212/Euratom (PB nr. L 112 van 3. 5. 1990, blz. 26).
BIJLAGE
Lijst van in aanmerking komende landen - Republiek Bulgarije
- Republiek Hongarije
- Republiek Litouwen
- Roemenië
- Republiek Slovenië
- Tsjechische Republiek
- Slowaakse Republiek
- Russische Federatie
- Republiek Armenië
- Oekraïne