94/342/EG: Beschikking van de Commissie van 31 mei 1994 inzake door de Lid-Staten uit te voeren voorlichtings- en publiciteitsacties met betrekking tot de bijstandsverlening uit de Structuurfondsen en het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV)
94/342/EG: Beschikking van de Commissie van 31 mei 1994 inzake door de Lid-Staten uit te voeren voorlichtings- en publiciteitsacties met betrekking tot de bijstandsverlening uit de Structuurfondsen en het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV)
94/342/EG: Beschikking van de Commissie van 31 mei 1994 inzake door de Lid-Staten uit te voeren voorlichtings- en publiciteitsacties met betrekking tot de bijstandsverlening uit de Structuurfondsen en het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV)
Publicatieblad Nr. L 152 van 18/06/1994 blz. 0039 - 0043
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 14 Deel 1 blz. 0200
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 14 Deel 1 blz. 0200
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 31 mei 1994 inzake door de Lid-Staten uit te voeren voorlichtings- en publiciteitsacties met betrekking tot de bijstandsverlening uit de Structuurfondsen en het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) (94/342/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de cooerdinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden Structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2082/93 (2), en met name op artikel 32, lid 2,
Overwegende dat in artikel 32, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 4253/88 is bepaald dat de instantie die voor de uitvoering van een door de Gemeenschap financieel gesteunde actie verantwoordelijk is, zorgt voor passende publiciteit teneinde potentiële begunstigden en de beroepsorganisaties van de door de actie geboden mogelijkheden bewust te maken en het publiek bewust te maken van de rol die door de Gemeenschap in verband met de actie wordt vervuld;
Overwegende dat in de tweede alinea van genoemd lid is bepaald dat de Lid-Staten de Commissie raadplegen en haar van de ter zake genomen initiatieven in kennis stellen;
Overwegende dat in de derde alinea van genoemd lid is bepaald dat de Commissie nadere bepalingen vaststelt inzake voorlichting en publiciteit over de bijstandsverlening uit de Fondsen en het FIOV;
Overwegende dat de Commissie de in de artikelen 27 tot en met 29 van Verordening (EEG) nr. 4253/88 bedoelde comités van de overwogen maatregelen in kennis heeft gesteld,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De nadere bepalingen inzake voorlichting en publiciteit over de bijstandsverlening uit de Structuurfondsen en het FIOV worden vastgesteld in de bijlage.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.
Gedaan te Brussel, 31 mei 1994.
Voor de Commissie
Bruce MILLAN
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 374 van 31. 12. 1988, blz. 1.
(2) PB nr. L 193 van 31. 7. 1993, blz. 20.
BIJLAGE
NADERE BEPALINGEN INZAKE VOORLICHTING EN PUBLICITEIT OVER DE BIJSTANDSVERLENING UIT DE STRUCTUURFONDSEN EN HET FIOV 1. Doel en toepassingsgebied
De voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen betreffende de bijstandsverlening uit de Structuurfondsen en het FIOV hebben tot doel de bekendheid met en de transparantie van de activiteiten van de Gemeenschap te vergroten en in alle Lid-Staten een homogeen beeld van de betrokken bijstandsverlening te geven. Zij gelden voor de acties waarbij het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, Afdeling Oriëntatie, of het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij is betrokken.
De hierna beschreven voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen hebben betrekking op de communautaire bestekken (CB's) en op de bijstandsverlening uit de Structuurfondsen en het FIOV in de vorm van met name de ondersteuning van operationele programma's, de medefinanciering van steunregelingen, de toekenning van globale subsidies of de ondersteuning van grote projecten.
2. Algemene beginselen
Voor de publiciteit ter plaatse dient zorg te worden gedragen door de nationale, regionale en lokale autoriteiten die bevoegd zijn voor de tenuitvoerlegging van de CB's, de communautaire initiatieven, de operationale programma's en de overige vormen van bijstandsverlening. Bij deze publiciteit moet worden samengewerkt met de diensten van de Commissie. Deze diensten moeten worden geïnformeerd over de maatregelen dit in dit verband worden genomen.
De bevoegde nationale en regionale autoriteiten dienen alle passende administratieve maatregelen voor een effectieve toepassing van deze bepalingen en voor de samenwerking met de diensten van de Commissie te nemen.
3. Voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen voor de CB's en de communautaire initiatieven en voor de operationele programma's en de overige vormen van bijstandsverlening
De voorlichting en publiciteit zijn het voorwerp van een coherent geheel van maatregelen die door de bevoegde nationale, regionale en lokale autoriteiten in samenwerking met de diensten van de Commissie voor de looptijd van het CB worden uitgewerkt en die niet alleen de operationele programma's, maar ook de overige vormen van bijstandsverlening betreffen.
De voor de voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen bedoelde bedragen worden in de op ramingen gebaseerde financieringsplannen voor de CB's, de operationele programma's en de overige vormen van bijstandsverlening opgenomen onder de post technische bijstand.
De toezichtcomités gaan na hoe deze maatregelen worden uitgevoerd en informeren de Commissie daarover.
Bij de tenuitvoerlegging van de CB's, de operationele programma's en de overige vormen van bijstandsverlening moet het bepaalde in de navolgende punten a), b) en c) in acht worden genomen:
a) De bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten publiceren de inhoud van de operationele programma's en van de overige vormen van bijstandsverlening in de meest geschikte vorm en maken daarbij melding van de betrokkenheid van de Structuurfondsen en, in voorkomend geval, het FIOV. Zij zorgen voor een passende verspreiding van de betrokken documenten en houden deze documenten ter beschikking van belangstellenden. Zij dragen zorg voor een op nationaal niveau homogene presentatie van het overeenkomstig punt 4 vervaardigde voorlichtings- en publiciteitsmateriaal.
b) Indien voor de communautaire bijstandsverlening een enkele beschikking in de zin van artikel 10, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 4253/88 wordt gegeven, moeten de bovenbedoelde maatregelen op analoge wijze worden toegepast.
c) De maatregelen op het gebied van voorlichting en publiciteit ter plaatse moeten uit de volgende elementen bestaan:
i) Met betrekking tot investeringen in infrastructuur van meer dan 500 000 ecu wat het FIOV betreft en van meer dan 1 miljoen ecu in alle andere gevallen:
- een informatiebord op de plaats waar de betrokken werkzaamheden aan de gang zijn;
- een permanente gedenkplaat bij infrastructuurvoorzieningen die toegankelijk zijn voor het grote publiek;
een en ander uit te voeren overeenkomstig het bepaalde in punt 6.
ii) Met betrekking tot produktieve investeringen, maatregelen voor de ontwikkeling van het eigen potentieel van de regio's en alle andere acties waarvoor de Gemeenschap financiële bijstand verleent:
- acties ter bevordering van de bewustwording bij de potentiële begunstigden en de publieke opinie;
- op de aanvragers van door de Gemeenschap medegefinancierde overheidssteun gerichte acties in de vorm van een vermelding van de communautaire herkomst van een deel van die steun op de formulieren die door deze aanvragers worden ingevuld.
iii) Met betrekking tot medegefinancierde maatregelen op het gebied van opleiding en werkgelegenheid:
- acties om potentiële begunstigden en de beroepsorganisaties van de door de maatregel geboden mogelijkheden bewust te maken;
- acties om de publieke opinie bewust te maken van de rol die door de Gemeenschap wordt vervuld wat de gefinancierde maatregelen op het gebied van beroepsopleiding, werkgelegenheid en ontwikkeling van het menselijke kapitaal betreft.
4. Bekendmaking van de communautaire bijstandsverlening bij het bedrijfsleven, andere potentiële begunstigden en de publieke opinie
4.1. Bedrijfsleven
Het bedrijfsleven moet zo nauw mogelijk worden betrokken bij de programma-onderdelen die het meest rechtstreeks van belang zijn voor de bedrijven.
De autoriteiten die bevoegd zijn voor de tenuitvoerlegging van de bijstandsverlening, dienen een passende regeling te treffen voor de verspreiding van voor de potentiële begunstigden (in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf) bestemde informatie, waarin onder meer de te vervullen administratieve formaliteiten moeten worden vermeld. Wanneer het om een globale subsidie gaat, moet deze informatie met name worden doorgegeven via de beherende instantie en via organisaties die representatief zijn voor het bedrijfsleven.
4.2. Andere potentiële begunstigden
De autoriteiten die bevoegd zijn voor de tenuitvoerlegging van de bijstandsverlening, dienen een passende regeling te treffen voor de verspreiding van de informatie die bestemd is voor de personen die profiteren of kunnen profiteren van een opleidingsactie, een werkgelegenheidsactie of een actie op het gebied van de ontwikkeling van het menselijke potentieel. Daartoe doen zij een beroep op de medewerking van de instellingen voor beroepsopleiding, de instellingen die zich bezighouden met werkgelegenheid, de ondernemingen en groeperingen van ondernemingen, de onderwijscentra en de niet-gouvernementele organisaties.
Formulieren
Op de van nationale, regionale en lokale autoriteiten afkomstige formulieren die de bekendmaking, de aanvraag of de toekenning van bijstand betreffen en die voor eindbegunstigden of gegadigden zijn bestemd, moet melding worden gemaakt van de medefinanciering door de Gemeenschap en van het betrokken financieringsinstrument of de betrokken financieringsinstrumenten (een of meer Structuurfondsen en/of het FIOV). In de kennisgeving van de bijstand aan de begunstigden moet worden vermeld welk bedrag of percentage van de bijstand afkomstig is van het betrokken instrument. Indien het nationale of regionale embleem op deze documenten voorkomt, moet het vergezeld gaan van het Europese embleem, dat even groot moet zijn.
4.3. Publieke opinie
Media
De bevoegde autoriteiten informeren de media op de meest passende wijze over de structurele bijstandsverlening die door de Gemeenschap wordt medegefinancierd. In die informatie moet in redelijke mate aandacht worden besteed aan de bijdrage van de Gemeenschap.
Daartoe worden acties ondernomen om met name de regionale media (schrijvende pers, radio en televisie) te informeren over de bijstandsverlening (nadat deze door de Commissie is goedgekeurd) en over de belangrijke fasen in de tenuitvoerlegging daarvan. Bij een en ander moet op passende wijze worden samengewerkt met het Bureau van de Commissie in de betrokken Lid-Staat.
Ook wanneer wordt besloten om bij voorbeeld een persbericht of een publicitaire tekst als advertentie te laten plaatsen, zijn de in de bovenstaande twee alinea's genoemde beginselen van toepassing.
Informatieve evenementen
De organisatoren van informatieve evenementen (congressen, seminars, beurzen of tentoonstellingen) die verband houden met de tenuitvoerlegging van door een Structuurfonds of het FIOV medegefinancierde bijstandsverlening, dienen zich ertoe te verbinden de aandacht op de communautaire deelneming te vestigen. Al naar de omstandigheden kan het aanbeveling verdienen ervoor te zorgen dat in de vergaderzaal de Europese vlag aanwezig is en dat op de documenten het Europese embleem is aangebracht. Het Bureau van de Commissie in de Lid-Staat zal, voor zover nodig, zijn medewerking aan de voorbereiding en de uitvoering van deze evenementen verlenen.
Voorlichtingsmateriaal
Bij de samenstelling van publikaties (brochures en folders) over een programma of over een soortgelijke maatregel moet ervoor worden gezorgd dat op de omslag of de voorzijde worden afgedrukt: een duidelijke vermelding van de deelneming door de Gemeenschap, alsmede het Europese embleem indien op die plaats het nationale of regionale embleem is weergegeven.
Een eventueel woord vooraf moet, om de aandacht te vestigen op de communautaire deelneming, een gezamenlijke tekst zijn waaronder de handtekeningen staan van degene die in de Lid-Staat voor een en ander verantwoordelijk is en van het bevoegde lid of de betrokken directeur-generaal van de Commissie.
Ten behoeve van belangstellenden dienen in de publikaties de nodige gegevens over de verantwoordelijke instantie op nationaal of regionaal niveau te worden opgenomen.
De bovenstaande voorwaarden zijn van overeenkomstige toepassing op audiovisueel materiaal.
5. Werkzaamheden van de toezichtcomités
5.1. De toezichtcomités dragen zorg voor een passende voorlichting over hun werkzaamheden. Hiertoe informeren zij telkens wanneer zij dit nuttig achten de media over de voortgang van, al naar het geval, het programma of de programma's of het hele CB waarvoor zij verantwoordelijk zijn. De contacten met de pers behoren tot de taak van de voorzitter, die zich daarbij laat bijstaan door de vertegenwoordiger of vertegenwoordigers van de Commissie.
In samenwerking met de diensten van de Commissie en met het Bureau van de Commissie in de Lid-Staat dienen ook passende regelingen te worden getroffen bij belangrijke met een vergadering van het toezichtcomité samenhangende gebeurtenissen zoals een samenkomst op hoog niveau of een plechtige opening.
5.2. De vertegenwoordigers van de Commissie in het toezichtcomité zien er in overleg met de nationale en regionale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het operationele programma, op toe dat de vastgestelde publiciteitsvoorschriften, en met name die inzake borden en gedenkplaten, worden nageleefd.
De autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het programma, bezorgen het toezichtcomité informatie over de genomen publiciteitsmaatregelen en passende bewijsstukken zoals foto's. Het toezichtcomité verstrekt de Commissie alle informatie die deze nodig heeft voor de opstelling van het in artikel 31 van Verordening (EEG) nr. 4253/88 bedoelde jaarverslag.
De bovenbedoelde informatie moet het mogelijk maken te beoordelen of de bepalingen van deze beschikking in acht zijn genomen.
6. Bijzondere bepalingen met betrekking tot borden, gedenkplaten en aanplakbiljetten
Om op zichtbare wijze aan te geven dat er sprake is van medefinanciering door een van de Structuurfondsen of door het FIOV, dienen de Lid-Staten de navolgende voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen te nemen:
Borden
Overeenkomstig punt 3 moet een informatiebord worden opgericht op de plaats waar een infrastructuurproject wordt medegefinancierd dat meer kost dan het in punt 3, onder c) i), vermelde bedrag. Een deel van de oppervlakte van dat bord moet worden gebruikt om de aandacht te vestigen op de deelneming door de Gemeenschap.
De grootte van het bord moet in overeenstemming zijn met het belang van het project.
Het communautaire deel van het bord moet aan de volgende eisen voldoen:
- het moet ten minste 25 % van de totale oppervlakte van het bord beslaan;
- de vermeldingen in dit deel dienen te bestaan uit het genormaliseerde Europese embleem en de onderstaande tekst, een en ander in de volgende opmaak:
DIT PROJECT WORDT MEDEGEFINANCIERD DOOR DE EUROPESE GEMEENSCHAP Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (of het betrokken andere Fonds of het FIOV)
- de letters van de tekst waarmee melding wordt gemaakt van de communautaire bijstand, moeten even groot zijn als de letters die worden gebruikt voor de informatie over de bijdrage van de Lid-Staat.
Indien de bevoegde nationale of regionale autoriteiten afzien van het plaatsen van een bord om hun eigen aandeel in de financiering van een project onder de aandacht te brengen, moet door middel van een speciaal bord worden gewezen op de bijstand van de Gemeenschap. De bovenstaande voorschriften met betrekking tot het communautaire deel van de borden zijn in dit geval van overeenkomstige toepassing.
Het informatiebord wordt uiterlijk zes maanden na de beëindiging van de werkzaamheden verwijderd en telkens wanneer dit mogelijk is volgens de onderstaande aanwijzingen door een gedenkplaat vervangen.
Gedenkplaten
Bij alle gerealiseerde voorzieningen die toegankelijk zijn voor het grote publiek (congrescentra, luchthavens, spoorwegstations enz.), moet een permanente gedenkplaat worden aangebracht. Naast het Europese embleem moet op een dergelijke plaat een tekst voorkomen waarin de communautaire medefinanciering wordt genoemd onder verwijzing naar het betrokken financieringsinstrument of de betrokken financieringsinstrumenten (een of meer Structuurfondsen en/of het FIOV).
Aanplakbiljetten
Om de begunstigden en de publieke opinie bewust te maken van de rol die de Gemeenschap op het gebied van de ontwikkeling van het menselijke kapitaal, de beroepsopleiding en de werkgelegenheid vervult, moeten de bevoegde autoriteiten aanplakbiljetten over het Europees Sociaal Fonds en de ontwikkeling van het menselijke kapitaal aanbrengen met name bij de door dit Fonds ondersteunde arbeidsbureaus, belangrijke beroepsopleidingscentra en instellingen die met de praktische uitvoering van beroepsopleidings- en werkgelegenheidsacties zijn belast.
Indien een nationale, regionale of lokale autoriteit of een eindbegunstigde besluit een informatiebord op te richten, een gedenkplaat aan te brengen, een publikatie te doen verschijnen of welke andere voorlichtingsactie dan ook te ondernemen voor een project dat minder dan 1 miljoen ecu kost, moet ook de communautaire deelneming worden vermeld.
7. Slotbepalingen
Ook aanvullende maatregelen die door de nationale, regionale of lokale autoriteiten nuttig worden geacht, zijn toegestaan.
Deze autoriteiten informeren de Commissie over de genomen initiatieven, zodat de Commissie op passende wijze bij de uitvoering van de initiatieven kan worden betrokken.
Om de uitvoering van deze bepalingen te vergemakkelijken verleent de Commissie de nodige technische bijstand en stelt zij een praktische handleiding ter beschikking van de betrokken autoriteiten.