94/679/EG: Beschikking van de Commissie van 5 oktober 1994 inzake de bijdrage van de Gemeenschap, voor 1994, in de financiering van programma's ter bestrijding van voor planten en plantaardige produkten schadelijke organismen in de Franse overzeese departementen (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)
94/679/EG: Beschikking van de Commissie van 5 oktober 1994 inzake de bijdrage van de Gemeenschap, voor 1994, in de financiering van programma's ter bestrijding van voor planten en plantaardige produkten schadelijke organismen in de Franse overzeese departementen (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 5 oktober 1994 inzake de bijdrage van de Gemeenschap, voor 1994, in de financiering van programma's ter bestrijding van voor planten en plantaardige produkten schadelijke organismen in de Franse overzeese departementen (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek) (94/679/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 3763/91 van de Raad van 16 december 1991 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwprodukten ten behoeve van de Franse overzeese departementen (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3714/92 van de Commissie (2), en met name op artikel 11, lid 3, eerste alinea,
Overwegende dat bij Beschikking 93/522/EEG van de Commissie (3) is bepaald welke maatregelen in aanmerking komen voor financiering door de Gemeenschap in het kader van de programma's ter bestrijding van voor planten en plantaardige produkten schadelijke organismen in de Franse overzeese departementen, alsmede op de Azoren en op Madeira;
Overwegende dat de specifieke teeltomstandigheden in de Franse overzeese departementen een bijzondere aanpak vereisen; dat voor deze departementen in de sector plantaardige produkten, in het bijzonder op fytosanitair gebied, maatregelen dienen te worden vastgesteld, respectievelijk bestaande regelingen dienen te worden bijgestuurd;
Overwegende dat met het nemen van deze maatregelen of het bijsturen van de bestaande regelingen op fytosanitair gebied aanzienlijke kosten gemoeid zijn;
Overwegende dat de bevoegde Franse autoriteiten het programma met die maatregelen bij de Commissie hebben ingediend; dat in het programma met het oog op eventuele financiering van de uit te voeren maatregelen door de Gemeenschap met name het doel, de aard, de duur en de kosten ervan worden vermeld;
Overwegende dat de Gemeenschap een financiële bijdrage kan verlenen van ten hoogste 60 % van de subsidiabele uitgaven, maar dat maatregelen ter bescherming van de bananenteelt van financiering zijn uitgesloten;
Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Planteziektenkundig Comité,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage voor het door Frankrijk voor 1994 ingediende officiële programma ter bestrijding van voor planten en plantaardige produkten schadelijke organismen in de Franse overzeese departementen.
Artikel 2
Het officiële programma bestaat uit vier deelprogramma's:
1. een deelprogramma voor het departement Guadeloupe dat de volgende vijf maatregelen omvat:
- uitbreiding van de activiteiten van de "Fédération départementale des groupements de défense contre les ennemis des cultures (FDGDCEC)" (Departementale federatie van groeperingen voor de bestrijding van ziekten en plagen bij gewassen);
- bestrijding van antracnose bij yam;
- onderzoek in verband met de fruitvlieg;
- uitbreiding van een fytosanitair informatiesysteem ten behoeve van de landbouw;
- evaluatie van het fytosanitaire risico en quarantainevoorzieningen voor bloemen;
2. een deelprogramma voor het departement Frans Guyana dat de volgende vijf maatregelen omvat:
- uitbreiding van een fytosanitair informatiesysteem;
- uitbreiding van de activiteiten van de groeperingen voor de bestrijding van ziekten en plagen bij gewassen;
- uitbreiding van de analyse- en diagnosestructuur;
- uitgave van een gids voor gewasbeschermingsmiddelen die op de Antillen en in Guyana kunnen worden gebruikt;
- onderzoek in verband met de fruitvlieg en haalbaarheidsstudie over de uitroeiing van Dacus dorsalis;
3. een deelprogramma voor het departement Réunion dat de volgende drie maatregelen omvat:
- oprichting van een eenheid voor fytosanitaire analyse;
- vernieuwing van de middelen van de FDGDCEC;
- onderzoek inzake en bestrijding van de fruitvlieg;
4. een deelprogramma voor het departement Martinique dat de volgende vier maatregelen omvat:
- uitwerking van methoden om schadelijke organismen op te sporen;
- ontwikkeling van de geïntegreerde bestrijding voor tuinbouwgewassen;
- onderzoek in verband met de fruitvlieg;
- vernieuwing van de middelen van de gemeentelijke groeperingen ter bestrijding van plagen en ziekten bij gewassen.
Artikel 3
De Gemeenschap draagt voor ten hoogste 60 % bij in de uitgaven voor de in Beschikking 93/522/EEG vastgestelde subsidiabele maatregelen, voor zover de bijdrage voor 1994 niet uitgaat boven 1 000 000 ecu, op een totale uitgave van 1 666 700 ecu (exclusief BTW).
Het financieringsschema van het programma, waarin de kosten en de financiering daarvan zijn aangegeven, is opgenomen in bijlage I bij deze beschikking. Indien de voor 1994 door Frankrijk ingediende totale subsidiabele uitgaven lager zijn dan 1 666 700 ecu, wordt de bijdrage van de Gemeenschap verhoudingsgewijze verlaagd.
Door de Gemeenschap zal maximaal het in de eerste alinea vermelde bedrag worden vergoed; voor de omrekening van de ecu wordt de op 1 juli 1994 geldende boekhoudkoers toegepast (1 ecu = 6,591580 Ffr.).
Artikel 4
Aan Frankrijk wordt een voorschot van 400 000 ecu verstrekt, hetgeen overeenkomt met 40 % van de door de Gemeenschap verleende bijstand.
Artikel 5
De bijstand van de Gemeenschap betreft de uitgaven voor in het kader van dit programma uitgevoerde subsidiabele maatregelen waarvoor Frankrijk tussen 1 oktober en 31 december 1994 de betrokken financiële middelen heeft vastgelegd. De betalingen met betrekking tot deze maatregelen moeten uiterlijk op 30 september 1995 zijn verricht; indien zich een niet-gerechtvaardigde vertraging daarbij voordoet, vervalt het recht op bijstand van de Gemeenschap.
Artikel 6
De bepalingen voor de financiële uitvoering van het programma, de bepalingen die verband houden met de inachtneming van het beleid van de Gemeenschap op de verschillende terreinen en de bepalingen met betrekking tot de door Frankrijk te verstrekken gegevens zijn opgenomen in bijlage II.
Artikel 7
Overheidsopdrachten voor investeringen in het kader van het in deze beschikking bedoelde programma worden gegund overeenkomstig de communautaire regelgeving, en in het bijzonder de richtlijnen betreffende de cooerdinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken, alsmede overeenkomstig de artikelen 30, 52 en 59 van het Verdrag.
Artikel 8
Deze beschikking is gericht tot de Franse Republiek.
Gedaan te Brussel, 5 oktober 1994.
Voor de Commissie
René STEICHEN
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 356 van 24. 12. 1991, blz. 1.
(2) PB nr. L 378 van 23. 12. 1992, blz. 23.
(3) PB nr. L 251 van 8. 10. 1993, blz. 35.
BIJLAGE I
FINANCIERINGSSCHEMA 1994 "(in 1 000 ecu)""" ID="1">251,2> ID="2">167,5> ID="3">418,7"> ID="1">263,9> ID="2">176,0> ID="3">439,9"> ID="1">104,7> ID="2">69,8> ID="3">174,5"> ID="1">380,2> ID="2">253,4> ID="3">633,6"> ID="1">1 000,0> ID="2">666,7> ID="3">1 666,7">
BIJLAGE II
I. BEPALINGEN IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET PROGRAMMA A. Bepalingen voor de financiële uitvoering
1. Het ligt in de bedoeling van de Commissie om het programma uit te voeren in nauwe samenwerking met de voor het programma bevoegde autoriteiten die hieronder worden genoemd.
Betalingsverplichtingen en betalingen
2. Frankrijk garandeert dat alle overheidsinstanties of particuliere ondernemingen die betrokken zijn bij het beheer of de uitvoering van de maatregelen die de Commissie cofinanciert, een adequate boekhouding voeren, zodat de Gemeenschap en de nationale controleautoriteiten de uitgaven gemakkelijk kunnen controleren.
3. Voor het aangaan van de oorspronkelijke betalingsverplichting wordt uitgegaan van een indicatief financieringsschema; de kredieten worden vastgelegd voor één jaar.
4. De kredieten worden vastgelegd zodra het Permanent Planteziektenkundig Comité volgens de procedure van artikel 16 bis van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad (1) de bijstandsbeschikking heeft goedgekeurd.
5. Wanneer de kredieten zijn vastgelegd wordt een eerste voorschot van 40 % van de betalingsverplichting verstrekt.
6. Het saldo wordt in twee keer betaald (telkens 30 % van het vastgelegde bedrag). Het eerste deel van het saldo wordt betaald na indiening van een voortgangsrapport bij de Commissie en nadat de Commissie het heeft goedgekeurd. Het tweede en laatste deel van het saldo wordt betaald na indiening bij de Commissie van een volledig overzicht van de uitgaven en een eindverslag en nadat de Commissie dit eindverslag heeft goedgekeurd.
Voor de uitvoering van het programma verantwoordelijke autoriteiten
- Voor de centrale overheid
Ministère de l'agriculture et de la pêche
Direction générale de l'alimentation
Sous-direction de la protection des végétaux
175 rue du Chevaleret
F-75646 Paris Cedex 13
- Voor de lokale overheid
- Guadeloupe:
Ministère de l'agriculture et de la pêche
Direction de l'agriculture et de la forêt
Jardin Botanique
97109 Basse-Terre Cedex
- Martinique:
Ministère de l'agriculture et de la pêche
Direction de l'agriculture et de la forêt
Jardin Desclieux
Boîte postale 642
97262 Fort-de-France Cedex
- Frans Guyana:
Ministère de l'agriculture et de la pêche
Direction de l'agriculture et de la forêt
Cité Rebard
Route de Baduel
Boîte postale 746
97305 Cayenne Cedex
- Réunion:
Ministère de l'agriculture et de la pêche
Direction de l'agriculture et de la forêt
Parc de la Providence
97489 Saint-Denis
7. De bij de Commissie in te dienen uitgaven worden naar maatregel of deelprogramma uitgesplitst, zodat er een duidelijk verband kan worden gelegd tussen het indicatieve financieringsschema en de reële uitgaven. Een adequate gecomputeriseerde boekhouding van Frankrijk kan in dit verband worden geaccepteerd.
8. De door de Commissie in het kader van deze beschikking toegekende steun wordt betaald aan de door Frankrijk aangewezen instantie, die ook verantwoordelijk is voor de terugbetaling aan de Commissie van niet bestede bedragen.
9. De bedragen van de betalingsverplichtingen en de betalingen worden uitgedrukt in ecu.
De in de financieringsschema's vermelde bedragen en de communautaire steun worden uitgedrukt in ecu; voor de omrekening van de bedragen wordt de in deze beschikking vastgestelde omrekeningskoers toegepast. Het geld wordt gestort op rekeningnummer 47598 van:
Ministère du budget
Direction de la comptabilité publique
Agence comptable centrale du trésor
139 rue de Bercy
F-75572 Paris Cedex 12.
Financiële controle
10. Er kunnen controles worden verricht wanneer de Commissie of de Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen daarom vraagt. Frankrijk en de Commissie wisselen meteen alle relevante gegevens uit met betrekking tot de resultaten.
11. Na de laatste betaling voor de betrokken maatregel stelt de voor de uitvoering van de maatregel verantwoordelijke instantie nog gedurende drie jaar alle bewijsstukken betreffende de voor de maatregel verrichte uitgaven ter beschikking van de Commissie.
12. Wanneer Frankrijk een betalingsaanvraag indient, stelt het alle betrokken officiële controleverslagen ter beschikking van de Commissie.
Verlaging, schorsing en intrekking van de bijdrage
13. Frankrijk verklaart dat de communautaire middelen voor de aangegeven doeleinden worden gebruikt. Als blijkt dat de Gemeenschap voor een actie of een maatregel meer geld ter beschikking heeft gesteld dan nodig is, vordert de Commissie het teveel betaalde bedrag onmiddellijk terug. Bij betwisting onderzoekt de Commissie het geval grondig en vraagt met name aan Frankrijk of aan de door Frankrijk voor de uitvoering van de maatregel aangewezen instanties binnen twee maanden hun opmerkingen te doen toekomen.
14. Wanneer uit het onderzoek blijkt dat onrechtmatig wijzigingen zijn aangebracht in de aard van de actie of de maatregel, of de uitvoering daarvan, en daarvoor geen toestemming is gevraagd aan de Commissie, kan de Commissie de bijdrage voor de actie of maatregel verlagen of schorsen.
Terugvordering van onverschuldigde bedragen
15. Teruggevorderde bedragen worden aan de Commissie terugbetaald door de in punt 8 bedoelde instantie. Voor niet terugbetaalde bedragen worden moratoire interesten aangerekend. Indien de in punt 8 bedoelde instantie om de een of andere reden de onverschuldigde bedragen niet aan de Commissie terugbetaalt, betaalt Frankrijk deze terug.
Preventie en opsporing van onregelmatigheden
16. De partners houden zich aan een door Frankrijk opgestelde gedragscode, zodat elke onregelmatigheid met betrekking tot de bijstand wordt ontdekt. Frankrijk ziet er met name op toe dat:
- adequaat wordt opgetreden;
- bedragen die, op grond van een onregelmatigheid, ten onrechte zijn betaald, worden teruggevorderd;
- maatregelen worden genomen om onregelmatigheden te voorkomen.
B. Toezicht en evaluatie
I. Toezichtcomité
1. Oprichting
Los van de financiering van de maatregelen wordt een toezichtcomité opgericht dat bestaat uit vertegenwoordigers van Frankrijk en van de Commissie. Het comité moet regelmatig nagaan in hoeverre het programma is uitgevoerd en zo nodig voorstellen indienen om het op een aantal punten bij te sturen.
2. Uiterlijk drie maanden nadat het toezichtcomité is opgericht, stelt het een intern reglement vast.
3. Taken van het toezichtcomité
Het comité:
- is verantwoordelijk voor de goede afwikkeling van het operationeel programma, zodat de doelstellingen kunnen worden bereikt. Het comité is bevoegd wat de communautaire steun voor de maatregelen van het programma betreft. Het ziet er in het bijzonder op toe dat de communautaire regelgeving, ook de regels inzake de subsidiabiliteit van de maatregelen of projecten, worden nageleefd;
- gaat na of de projecten zijn geselecteerd volgens de criteria die zijn aangegeven in het operationeel programma;
- stelt de maatregelen voor die nodig zijn om de uitvoering van het programma te versnellen wanneer de periodieke uitkomsten op grond van de voor het toezicht gehanteerde indicatoren en de tussentijdse evaluaties een achterstand te zien geven;
- kan, met instemming van de vertegenwoordiger(s) van de Commissie, de financieringsschema's aanpassen; deze aanpassing mag betrekking hebben op ten hoogste 15 % van de communautaire bijdrage voor de volledige looptijd van een deelprogramma of een maatregel, of 20 % voor de jaarbijdrage, mits het totale bedrag dat door het programma is uitgetrokken, niet wordt overschreden;
- brengt advies uit over de aan de Commissie voorgestelde aanpassingen;
- brengt advies uit over de in het operationeel programma opgenomen projecten voor technische bijstand;
- brengt advies uit over het ontwerp van de jaarlijkse voortgangsrapporten;
- brengt regelmatig - ten minste twee keer per jaar - bij het Permanent Planteziektenkundig Comité verslag uit over de stand van de werkzaamheden en de uitgaven.
II. Toezicht op en evaluatie van het operationeel programma tijdens de uitvoering (continu toezicht en continue evaluatie)
1. De nationale instantie die het operationeel programma uitvoert, is ook verantwoordelijk voor het toezicht op en de evaluatie van het programma.
2. Onder continu toezicht wordt verstaan een informatiesysteem betreffende de voortgang van de werkzaamheden. Voor het continue toezicht wordt gebruik gemaakt van fysieke en financiële indicatoren die zodanig zijn gekozen dat kan worden nagegaan in hoeverre de uitgaven voor de afzonderlijke maatregelen beantwoorden aan de vooraf vastgestelde fysieke indicatoren die aangeven in welke mate de maatregel is uitgevoerd.
3. De continue evaluatie van een operationeel programma omvat een analyse van de resultaten waarbij wordt gekeken naar de feitelijke resultaten, uitgedrukt in cijfers, en de naleving van de juridische voorschriften en de procedureregels. Dit moet de garantie geven dat de maatregelen beantwoorden aan de doelstellingen van het programma.
Verslag over de uitvoering van operationele programma's en toetsing van operationele programma's
4. Frankrijk deelt uiterlijk drie maanden na de goedkeuring van het operationeel programma aan de Commissie de naam mee van de instantie die het jaarlijks verslag over de uitvoering van het programma moet opstellen en indienen. Uiterlijk drie maanden na de datum waarop deze instantie is aangewezen, doet zij aan de Commissie een voorstel toekomen voor een standaardverslag.
Het eindverslag bevat een balans van het gehele programma (mate waarin de fysieke en kwalitatieve doelstellingen zijn verwezenlijkt en gemaakte vooruitgang) en een evaluatie van de onmiddellijke economische resultaten op fytosanitair gebied op basis van de overeengekomen indicatoren.
Voor dit programma wordt dit eindverslag vóór 31 december 1995 door de bevoegde instantie bij de Commissie en het Permanent Planteziektenkundig Comité ingediend.
5. De Commissie kan in overleg met Frankrijk besluiten de evaluatie door een onafhankelijk bureau te laten verrichten. Dit bureau kan de in punt 3 omschreven continue evaluatie verrichten aan de hand van de gegevens van het continue toezicht. Het bureau kan naar aanleiding van moeilijkheden bij de uitvoering voorstellen indienen om de deelprogramma's en/of maatregelen op bepaalde punten aan te passen, de criteria aan de hand waarvan de projecten worden geselecteerd te wijzigen, enz. Op grond van de gegevens van het toezicht op het beheer kan het bureau advies verstrekken over de te nemen administratieve maatregelen.
C. Voorlichting
De voor de uitvoering van deze steunregeling verantwoordelijke instantie ziet erop toe dat aan deze actie voldoende bekendheid wordt gegeven.
Zij moet er met name voor zorgen dat:
- de potentiële begunstigden en de beroepsverenigingen zich bewust zijn van de mogelijkheden die via deze actie worden geboden;
- de mensen zich duidelijk bewust worden van de rol die de Gemeenschap bij deze actie speelt.
Frankrijk en de verantwoordelijke instantie raadplegen de Commissie over de initiatieven die zij op dit gebied willen nemen; zij doen dit eventueel via het toezichtcomité. Zij stellen de Commissie door middel van een jaarverslag of via het toezichtcomité geregeld in kennis van de acties die zij voeren op het gebied van de voorlichting.
Voor vertrouwelijke informatie geldt de nationale regelgeving ter zake.
II. INACHTNEMING VAN HET COMMUNAUTAIRE BELEID OP DE VERSCHILLENDE TERREINEN Het communautair beleid op de verschillende terreinen moet in acht worden genomen.
Bij de uitvoering van het operationeel programma moeten de voorschriften inzake de cooerdinatie van het communautaire beleid worden nageleefd. In dit verband moet door Frankrijk de volgende informatie worden verstrekt.
1. Plaatsen van overheidsopdrachten
De "vragenlijst overheidsopdrachten" (1) moet worden ingevuld voor de volgende overheidsopdrachten:
- overheidsopdrachten waarvan de waarde de in de richtlijnen "Leveringen" en "Werken" vastgestelde drempels overschrijdt en die door de aanbestedende dienst als bedoeld in de richtlijnen worden geplaatst en niet onder in deze richtlijnen genoemde uitzonderingen vallen;
- overheidsopdrachten waarvan de waarde beneden de drempel blijft, wanneer het percelen van een werk of van een levering van homogene goederen betreft waarvan de totale waarde de drempel overschrijdt. Onder "werk" wordt verstaan het resultaat van bouw- dan wel wegenbouwkundige werken in hun geheel, dat als zodanig volstaat om voor de gebruiker een economische en technische functie te vervullen.
De drempels zijn die welke gelden op de datum waarop deze beschikking wordt bekendgemaakt.
2. Milieubescherming
a) Algemene informatie
- Beschrijving van de belangrijkste milieuaspecten en -problemen in het betrokken gebied, met onder meer een beschrijving van de uit een oogpunt van milieubehoud belangrijke zones (kwetsbare zones).
- Algemene beschrijving van alle belangrijke positieve en negatieve effecten van het programma voor het milieu.
- Beschrijving van de maatregelen om aanzienlijke negatieve effecten te voorkomen, tot een minimum te beperken of te compenseren.
- Synthese van de uitkomsten van de gesprekken met de voor het milieu verantwoordelijke autoriteiten (advies van het Ministerie voor Milieuzaken of een overeenkomstige instantie) en van de hearings, als die er zijn geweest.
b) Beschrijving van de overwogen maatregelen
Voor maatregelen die een aanzienlijk negatief milieueffect kunnen sorteren:
- de procedures voor de evaluatie van de afzonderlijke projecten tijdens de uitvoering van het programma;
- de maatregelen die worden genomen om tijdens de uitvoering van het programma het effect op het milieu na te gaan, de uitkomsten te evalueren en negatieve effecten te voorkomen, tot een minimum te beperken of te compenseren.
(1) PB nr. L 26 van 31. 1. 1977, blz. 20.
(2) Mededeling C(88) 2510 van de Commissie aan de Lid-Staten betreffende het toezicht op de naleving van de voorschriften inzake overheidsopdrachten bij projecten en programma's die door de Structuurfondsen en financiële instrumenten worden gefinancierd (PB nr. C 22 van 28. 1. 1989, blz. 3).