Home

Verordening (EG) nr. 29/94 van de Commissie van 7 januari 1994 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3886/92 ten aanzien van de toekenning van rechten op de zoogkoeienpremie aan producenten op de Canarische eilanden

Verordening (EG) nr. 29/94 van de Commissie van 7 januari 1994 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3886/92 ten aanzien van de toekenning van rechten op de zoogkoeienpremie aan producenten op de Canarische eilanden

Verordening (EG) nr. 29/94 van de Commissie van 7 januari 1994 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3886/92 ten aanzien van de toekenning van rechten op de zoogkoeienpremie aan producenten op de Canarische eilanden

Publicatieblad Nr. L 006 van 08/01/1994 blz. 0012 - 0012
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 55 blz. 0214
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 55 blz. 0214


VERORDENING (EG) Nr. 29/94 VAN DE COMMISSIE van 7 januari 1994 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3886/92 ten aanzien van de toekenning van rechten op de zoogkoeienpremie aan producenten op de Canarische eilanden

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3611/93 (2), en met name op artikel 4d, lid 8, en artikel 4f, lid 4,

Overwegende dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid, en met name de premieregeling voor zoogkoeien, eerst sedert 1 juli 1992 op de Canarische eilanden van toepassing is; dat in artikel 38, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 3886/92 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3484/93 (4), is bepaald dat het maximumaantal rechten op de zoogkoeienpremie per producent op de Canarische eilanden wordt vastgesteld uitgaande van het voor het kalenderjaar 1992 toegekende aantal premies; dat sommige producenten hun premieaanvraag voor 1992 niet hebben ingediend; dat het, om de gevolgen van deze situatie te verhelpen, wenselijk is aan producenten die de premie voor het eerst in 1993 hebben aangevraagd, voor zover zij kunnen bewijzen dat zij in 1992 op de Canarische eilanden zoogkoeien hebben gehouden, premierechten toe te kennen, doch niet meer dan het in artikel 38, lid 4, onder a), van Verordening (EEG) nr. 3886/92 vastgestelde regionale maximumaantal;

Overwegende dat, om te voorkomen dat de bijzondere situatie van de Canarische eilanden aanleiding geeft tot een ongelijke behandeling van de op die eilanden gevestigde producenten, dient te worden bepaald dat deze verordening met ingang van 1 januari 1993 van toepassing is;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan artikel 38, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 3886/92 wordt de volgende alinea toegevoegd:

"In het kalenderjaar 1993, en voor zover op grond van de eerste alinea rechten voor een kleiner aantal zoogkoeienpremies dan het regionale maximumaantal zijn toegekend, kunnen rechten voor een aantal premies dat gelijk is aan het verschil tussen deze twee cijfers, worden toegekend aan producenten die de premie pas voor het eerst voor het kalenderjaar 1993 hebben aangevraagd, maar ten genoegen van de bevoegde autoriteiten kunnen aantonen dat zij in 1992 op de Canarische eilanden zoogkoeien hebben gehouden. Binnen de perken van het genoemde verschil wordt voor elke producent een maximumaantal premies vastgesteld, rekening houdend met het aantal in aanmerking komende dieren waarvoor voor het kalenderjaar 1993 een premie is aangevraagd en met de in artikel 4d, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 805/68 bedoelde correctie-elementen.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1993.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 7 januari 1994.

Voor de Commissie

René STEICHEN

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 24.

(2) PB nr. L 328 van 29. 12. 1993, blz. 7.

(3) PB nr. L 391 van 31. 12. 1992, blz. 20.

(4) PB nr. L 317 van 18. 12. 1993, blz. 47.