Home

Verordening (EG) nr. 1025/94 van de Commissie van 2 mei 1994 houdende toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2328/91 van de Raad met betrekking tot de indiening van de uitgavenramingen en bijstandsaanvragen

Verordening (EG) nr. 1025/94 van de Commissie van 2 mei 1994 houdende toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2328/91 van de Raad met betrekking tot de indiening van de uitgavenramingen en bijstandsaanvragen

Verordening (EG) nr. 1025/94 van de Commissie van 2 mei 1994 houdende toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2328/91 van de Raad met betrekking tot de indiening van de uitgavenramingen en bijstandsaanvragen

Publicatieblad Nr. L 112 van 03/05/1994 blz. 0027 - 0031
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 57 blz. 0050
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 57 blz. 0050


VERORDENING (EG) Nr. 1025/94 VAN DE COMMISSIE van 2 mei 1994 houdende toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2328/91 van de Raad met betrekking tot de indiening van de uitgavenramingen en bijstandsaanvragen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2328/91 van de Raad van 15 juli 1991 betreffende de verbetering van de doeltreffendheid van de landbouwstructuur (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3669/93 (2), en met name op artikel 31, lid 5,

Overwegende dat in artikel 31, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 2328/91 is bepaald dat de Lid-Staten jaarlijkse uitgavenramingen moeten indienen; dat deze ramingen betrekking hebben op de in lid 1 van genoemd artikel bedoelde uitgaven en vergezeld gaan van overeenkomstig lid 2 van genoemd artikel opgestelde bijstandsaanvragen; dat de uitgaven en aanvragen zo nodig kunnen worden bijgewerkt overeenkomstig lid 4, tweede alinea, van genoemd artikel; dat voor regio's die onder doelstelling 1 als omschreven in Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad (3), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2081/93 (4), vallen, de uitgavenramingen samen met de bijstandsaanvragen bij de Commissie moeten worden ingediend overeenkomstig artikel 31, lid 3, van eerstgenoemde verordening;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité landbouwstructuur en plattelandsontwikkeling,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Voor de regio's die niet onder doelstelling 1, bedoeld in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 2052/88, vallen, worden de bedragen van de uitgaven die uit hoofde van de in artikel 31, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2328/91 genoemde besluiten voor de bijstand in aanmerking komen, medegedeeld in de vorm van:

- de in bijlage I vervatte tabellen, wat de vóór 1994 gedane uitgaven betreft;

- de in bijlage II vervatte tabellen, wat de in de periode 1994-1999 gedane uitgaven betreft;

2. Voor de regio's die onder doelstelling 1 vallen, worden de in lid 1 bedoelde bedragen de Commissie vóór 1 mei 1994 medegedeeld, waarbij op zijn minst de uitsplitsing naar jaar en naar maatregel moet worden gevolgd, zoals deze in genoemd lid is aangegeven.

Artikel 2

1. Voor de regio's die niet onder doelstelling 1 vallen, bevatten de in artikel 31, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2328/91 bedoelde bijstandsaanvragen als in dat lid bedoelde informatie onder meer een lijst van de nationale regelingen waarvoor uit hoofde van de in lid 1 van genoemd artikel bedoelde besluiten bijstand van de Gemeenschap wordt gevraagd, alsmede cijfergegevens, die in de vorm van de in de bijlagen III en IV vervatte tabellen moeten worden medegedeeld.

2. Voor de regio's die onder doelstelling 1 vallen, wordt de Commissie alleen de in lid 1 bedoelde informatie toegezonden.

Artikel 3

De in artikel 31, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 2328/91 bedoelde bijwerkingen worden medegedeeld in de vorm van de in de bijlagen II, III en IV vervatte tabellen.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 2 mei 1994.

Voor de Commissie

René STEICHEN

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 218 van 6. 8. 1991, blz. 1.

(2) PB nr. L 338 van 31. 12. 1993, blz. 26.

(3) PB nr. L 185 van 15. 7. 1988, blz. 9.

(4) PB nr. L 193 van 31. 7. 1993, blz. 5.

BIJLAGE I

BIJLAGE II

BIJLAGE III

BIJLAGE IV