Home

VERORDENING (EG) Nr. 757/95 VAN DE COMMISSIE van 3 april 1995 tot vaststelling van de hoeveelheden bevroren rundvlees voor verwerking die in het tweede kwartaal van 1995 op bijzondere voorwaarden mogen worden ingevoerd

VERORDENING (EG) Nr. 757/95 VAN DE COMMISSIE van 3 april 1995 tot vaststelling van de hoeveelheden bevroren rundvlees voor verwerking die in het tweede kwartaal van 1995 op bijzondere voorwaarden mogen worden ingevoerd

VERORDENING (EG) Nr. 757/95 VAN DE COMMISSIE van 3 april 1995 tot vaststelling van de hoeveelheden bevroren rundvlees voor verwerking die in het tweede kwartaal van 1995 op bijzondere voorwaarden mogen worden ingevoerd

Publicatieblad Nr. L 075 van 04/04/1995 blz. 0010 - 0010


VERORDENING (EG) Nr. 757/95 VAN DE COMMISSIE van 3 april 1995 tot vaststelling van de hoeveelheden bevroren rundvlees voor verwerking die in het tweede kwartaal van 1995 op bijzondere voorwaarden mogen worden ingevoerd

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 424/95 (2), en met name op artikel 14, lid 4, onder a) en c),

Gelet op Verordening (EG) nr. 3290/94 van de Raad van 22 december 1994 inzake de aanpassingen en de overgangsmaatregelen in de landbouwsector voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomsten in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde (3), en met name op artikel 3,

Overwegende dat de Raad in het kader van de bijzondere regeling voor de invoer van voor verwerking bestemd bevroren rundvlees voor het tijdvak van 1 januari tot en met 30 juni 1995 een op ramingen berustende balans heeft opgesteld van 25 000 ton, verdeeld in twee hoeveelheden van 12 500 ton en 12 500 ton, naar gelang van de te verkrijgen produkten;

Overwegende dat krachtens artikel 14, lid 4, onder a), van Verordening (EEG) nr. 805/68 voor ieder kwartaal de in te voeren hoeveelheden moeten worden vastgesteld, alsmede het percentage waarmee de heffing wordt verminderd bij invoer van het in artikel 14, lid 1, onder b), van die verordening bedoelde vlees;

Overwegende dat de op grond van deze verordening afgegeven invoercertificaten tot einde juli 1995 lopen; dat de variabele invoerheffingen na 30 juni 1995 echter niet meer worden toegepast; dat voor de invoer na die datum derhalve de nodige voorschriften moeten worden vastgesteld;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het tweede kwartaal van 1995 worden de maximumhoeveelheden als bedoeld in artikel 14, lid 4, onder a), van Verordening (EEG) nr. 805/68 als volgt vastgesteld:

- 6 250 ton vlees, uitgedrukt in vlees met been, voor het in artikel 14, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 805/68 bedoelde vlees,

- 6 250 ton vlees, uitgedrukt in vlees met been, voor het in artikel 14, lid , onder b), van die verordening bedoelde vlees.

Artikel 2

Bij invoer van het in artikel 1, tweede streepje, bedoelde vlees:

- vóór 1 juli 1995, wordt de op de dag van invoer geldende heffing toegepast, verminderd met 55 %;

- op of na 1 juli 1995, wordt naast het ad valorem-recht van 20 %, een recht toegepast dat gelijk is aan de op 30 juni 1995 geldende heffing, verminderd met 55 %.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf 1 april 1995.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 3 april 1995.

Voor de Commissie Franz FISCHLER Lid van de Commissie