Home

VERORDENING (EG) Nr. 996/95 VAN DE COMMISSIE van 3 mei 1995 houdende bijzondere voorschriften voor de vaststelling van de landbouwomrekeningskoersen

VERORDENING (EG) Nr. 996/95 VAN DE COMMISSIE van 3 mei 1995 houdende bijzondere voorschriften voor de vaststelling van de landbouwomrekeningskoersen

VERORDENING (EG) Nr. 996/95 VAN DE COMMISSIE van 3 mei 1995 houdende bijzondere voorschriften voor de vaststelling van de landbouwomrekeningskoersen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3813/92 van de Raad van 28 december 1992 betreffende de rekeneenheid en de omrekeningskoersen die in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid moeten worden toegepast (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 150/95 (2), en met name op artikel 1, onder b), artikel 3, lid 2, en artikel 12,

Overwegende dat het, gezien de monetaire situatie, nodig is gebleken om overeenkomstig artikel 4, lid 1 en lid 5, van Verordening (EEG) nr. 3813/92 voor de Belgische en de Luxemburgse frank met ingang van 24 februari 1995, en voor de Duitse mark, de Nederlandse gulden en de Oostenrijkse schilling met ingang van 16 maart 1995 een bevestigingsperiode in te stellen; dat, overeenkomstig artikel 2, lid 3, laatste alinea, van Verordening (EEG) nr. 1068/93 van de Commissie van 30 april 1993 houdende nadere voorschriften voor de vaststelling en de toepassing van de omrekeningskoersen in de landbouwsector (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 157/95 (4), deze bevestigingsperiodes van tien dagen zijn;

Overwegende dat de bevestigingsperiode die begonnen is op 26 maart 1995, in overeenstemming met artikel 1 van Verordening (EG) nr. 758/95 van de Commissie van 3 april 1995 houdende bijzondere voorschriften voor de vaststelling van de landbouwomrekeningskoersen (5), eindigt op 24 april 1995;

Overwegende dat het door de onrustige monetaire situatie op korte termijn niet mogelijk is een relatief stabiel niveau van de representatieve marktkoersen en dus ook van de landbouwomrekeningskoersen te bepalen, met name voor de Belgische en de Luxemburgse frank; dat, gezien die omstandigheden, de duur van een van de bevestigingsperiodes moet worden verlengd binnen de in artikel 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 3813/92 vastgestelde grens;

Overwegende dat echter, om langdurige belangrijke bilaterale afwijkingen te voorkomen, de gemiddelde negatieve monetaire afwijkingen om de tien dagen weggewerkt moeten worden;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van de betrokken comités van beheer,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 2, lid 3, laatste alinea, van Verordening (EEG) nr. 1068/93 eindigt de bevestigingsperiode die begint op 25 april 1995 op 24 mei 1995.

Artikel 2

De negatieve monetaire afwijkingen die zijn berekend ten opzichte van het gemiddelde van de wisselkoersen van de ecu van de tien voorgaande dagen worden door de Commissie op 5, 15 en 25 mei 1995 tot nul teruggebracht.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 3 mei 1995.

Voor de Commissie Franz FISCHLER Lid van de Commissie