Verordening (EG) nr. 1153/95 van de Commissie van 22 mei 1995 betreffende een vrijwaringsmaatregel ten aanzien van de invoer van knoflook uit China
Verordening (EG) nr. 1153/95 van de Commissie van 22 mei 1995 betreffende een vrijwaringsmaatregel ten aanzien van de invoer van knoflook uit China
VERORDENING (EG) Nr. 1153/95 VAN DE COMMISSIE van 22 mei 1995 betreffende een vrijwaringsmaatregel ten aanzien van de invoer van knoflook uit China
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad van 18 mei 1972 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 997/95 van de Commissie (2), en met name op artikel 29, lid 2,
Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 2707/72 van de Raad (3) is vastgesteld hoe de vrijwaringsmaatregelen in de sector groenten en fruit worden toegepast;
Overwegende dat, op grond van Verordening (EEG) nr. 1859/93 van de Commissie van 12 juli 1993 houdende toepassing van invoercertificaten voor de invoer van knoflook uit derde landen (4), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1662/94 (5), uit derde landen in de Gemeenschap ingevoerde knoflook slechts in het vrije verkeer mag worden gebracht als een invoercertificaat wordt overgelegd;
Overwegende dat Spanje de Commissie op 19 mei 1995 heeft verzocht tegen de invoer van knoflook van oorsprong vrijwaringsmaatregelen te nemen;
Overwegende dat door de Commissie in 1993 is geconstateerd dat de invoer van knoflook van oorsprong uit China fors is toegenomen ten opzichte van de jaren daarvoor; dat gezien de prijs van deze produkten, verdere invoer de communautaire markt ernstig had kunnen verstoren, waardoor de doelstellingen van artikel 39 van het EG-Verdrag in gevaar zouden zijn gekomen en met name de telers in de Gemeenschap nadeel zou zijn toegebracht; dat de Commissie derhalve bij Verordening (EG) nr. 1213/94 van de Commissie (6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2815/94 (7), een vrijwaringsmaatregel heeft genomen waarbij voor het verkoopseizoen 1994/1995 maandelijks slechts voor een bepaalde maximumhoeveelheid invoercertificaten worden afgegeven voor knoflook van oorsprong uit China;
Overwegende dat voor knoflook van oorsprong uit China iedere maand weer invoercertificaten zijn aangevraagd voor aanzienlijk grotere hoeveelheden dan de bij Verordening (EG) nr. 1213/94 voor de betrokken maand zijn vastgesteld; dat bovendien vanwege het grote aantal aanvragen in de eerste dagen van elke maand het gehele verkoopseizoen lang slechts invoercertificaten zijn afgegeven voor hoeveelheden van over het algemeen minder dan 1 % van de in die periode aangevraagde hoeveelheden, terwijl later ingediende aanvragen zijn afgewezen; dat deze systematische overschrijding aantoont dat de speculatie in deze sector blijft voortduren en, tenzij vrijwaringsmaatregelen worden genomen, de communautaire markt voor knoflook door de massale invoer uit China ernstig zou worden verstoord; dat derhalve ten aanzien van knoflook van oorsprong uit China opnieuw een vrijwaringsmaatregel moet worden genomen;
Overwegende dat vanaf 1 juni 1995 tot en met 31 mei 1996 slechts voor een bepaalde hoeveelheid per tijdvak invoercertificaten mogen worden afgegeven en de afgifte moet worden geschorst zodra deze hoeveelheid is bereikt,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Voor de periode van 1 juni 1995 tot en met 31 mei 1996 worden voor knoflook (GN-code 0703 20 00) van oorsprong uit China invoercertificaten afgegeven voor ten hoogste 12 000 ton, met inachtneming bovendien van de voor elk van de in de bijlage vermelde tijdvakken aangegeven maximumhoeveelheid.
2. Voor elk tijdvak is de in lid 1 bedoelde maximumhoeveelheid gelijk aan de som van:
a) de in de bijlage vermelde hoeveelheid,
b) de van het voorgaande tijdvak resterende hoeveelheid waarvoor geen aanvragen zijn ingediend, en
c) de aan de Commissie gemelde niet-gebruikte hoeveelheden van eerder afgegeven certificaten.
3. Wanneer de Commissie, op basis van de haar door de Lid-Staten ter uitvoering van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 1859/93 medegedeelde gegevens, constateert dat de voor een tijdvak vastgestelde maximumhoeveelheid dreigt te worden overschreden, stelt zij voorwaarden vast voor de afgifte van certificaten.
4. Voor de in lid 1 bedoelde produkten mag een handelaar niet meer dan twee certificaataanvragen per tijdvak indienen met bovendien een tussentijd van ten minste vijf dagen. Geen van deze aanvragen mag betrekking hebben op meer dan 50 % van de in de bijlage voor het betrokken tijdvak vermelde hoeveelheid.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 1 juni 1995.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 22 mei 1995.
Voor de Commissie
Franz FISCHLER
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 118 van 20. 5. 1972, blz. 1.
(2) PB nr. L 101 van 4. 5. 1995, blz. 16.
(3) PB nr. L 291 van 28. 12. 1972, blz. 3.
(4) PB nr. L 170 van 13. 7. 1993, blz. 10.
(5) PB nr. L 176 van 9. 7. 1994, blz. 1.
(6) PB nr. L 133 van 28. 5. 1994, blz. 36.
(7) PB nr. L 298 van 19. 11. 1994, blz. 26.
BIJLAGE
>RUIMTE VOOR DE TABEL>