Verordening (EG) nr. 2386/95 van de Commissie van 11 oktober 1995 waarbij Oostenrijk gemachtigd wordt in bepaalde gebieden de maatregelen als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1442/88 van de Raad inzake de toekenning van premies voor definitieve stopzetting van de wijnbouw op wijnbouwareaal in de wijnoogstjaren 1988/1989 tot en met 1995/1996 niet toe te passen
Verordening (EG) nr. 2386/95 van de Commissie van 11 oktober 1995 waarbij Oostenrijk gemachtigd wordt in bepaalde gebieden de maatregelen als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1442/88 van de Raad inzake de toekenning van premies voor definitieve stopzetting van de wijnbouw op wijnbouwareaal in de wijnoogstjaren 1988/1989 tot en met 1995/1996 niet toe te passen
Verordening (EG) nr. 2386/95 van de Commissie van 11 oktober 1995 waarbij Oostenrijk gemachtigd wordt in bepaalde gebieden de maatregelen als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1442/88 van de Raad inzake de toekenning van premies voor definitieve stopzetting van de wijnbouw op wijnbouwareaal in de wijnoogstjaren 1988/1989 tot en met 1995/1996 niet toe te passen
Publicatieblad Nr. L 244 van 12/10/1995 blz. 0049 - 0049
VERORDENING (EG) Nr. 2386/95 VAN DE COMMISSIE van 11 oktober 1995 waarbij Oostenrijk gemachtigd wordt in bepaalde gebieden de maatregelen als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1442/88 van de Raad inzake de toekenning van premies voor definitieve stopzetting van de wijnbouw op wijnbouwareaal in de wijnoogstjaren 1988/1989 tot en met 1995/1996 niet toe te passen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op de Akte van Toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 1442/88 van de Raad van 24 mei 1988 inzake de toekenning van premies voor definitieve stopzetting van de wijnbouw op wijnbouwareaal in de wijnoogstjaren 1988/1989 tot en met 1995/1996 (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1548/95 (2), en met name op artikel 12, lid 1,
Overwegende dat Oostenrijk een met redenen omkleed verzoek heeft ingediend om alle wijngaarden op hellingen met een steilte van minstens 26 %, in de Bezirke Oberwart, Guessing en Jennersdorf en in het bepaalde gebied "Wenen" uit te zonderen van de werkingssfeer van Verordening (EEG) nr. 1442/88; dat deze wijngaarden in gebieden liggen waar kwaliteitswijn geproduceerd wordt met typische kenmerken die eigen zijn aan Oostenrijkse wijnen; dat deze wijngaarden een wezenlijk onderdeel van het landschap in de betrokken gebieden vormen; dat voor de wijnbouw op deze hellingen bijzondere steun- en stimuleringsmaatregelen in het raam van het nationale kwaliteitsbeleid zijn vastgesteld; dat aan deze oppervlakten geen andere bestemming kan worden gegeven; dat het betrokken wijnbouwpotentieel minder dan 10 % van het wijnbouwpotentieel van het land uitmaakt;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor wijn,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Op grond van artikel 12, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1442/88 wordt Oostenrijk gemachtigd de in die verordening bedoelde maatregelen inzake definitieve stopzetting van de wijnbouw niet toe te passen voor alle wijngaarden:
- op hellingen met een steilte van minstens 26 %,
- in de Bezirke Oberwart, Guessing en Jennersdorf, en - in het bepaalde gebied "Wenen".
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 11 oktober 1995.
Voor de Commissie Franz FISCHLER Lid van de Commissie