Verordening (EG) nr. 2638/95 van de Commissie van 13 november 1995 houdende afwijking van Verordening (EEG) nr. 3389/73 houdende vaststelling van de procedures en de voorwaarden bij verkoop van tabak die in het bezit is van de interventiebureaus

VERORDENING (EG) Nr. 2638/95 VAN DE COMMISSIE van 13 november 1995 houdende afwijking van Verordening (EEG) nr. 3389/73 houdende vaststelling van de procedures en de voorwaarden bij verkoop van tabak die in het bezit is van de interventiebureaus

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 727/70 van de Raad van 21 april 1970 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2075/92 (2), en met name op artikel 7, lid 4, en op artikel 15,

Overwegende dat het om redenen van administratieve aard dienstig is voor de inschrijving die is geopend bij Verordening (EG) nr. 1618/95 van de Commissie (3), de in artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3389/73 van de Commissie (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3477/93 (5), vermelde termijn te verlengen voor de vaststelling van de minimumprijs voor elke partij na het indienen van de biedingen of voor het nemen van het besluit om aan de inschrijving geen gevolg te geven; dat de inschrijvers de mogelijkheid moet worden geboden hun bod in te trekken;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte bepalingen, gelet op het doel dat ermee wordt nagestreefd, onmiddellijk in werking moeten treden; dat ze van toepassing moeten worden op de datum waarop de in artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3389/73 bedoelde termijn afloopt;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor ruwe tabak,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3389/73 wordt de termijn waarbinnen voor elke partij een minimumprijs moet worden vastgesteld of moet worden beslist dat aan de inschrijving geen gevolg wordt gegeven, voor Verordening (EG) nr. 1618/95 vastgesteld op 60 dagen.

Artikel 2

In afwijking van artikel 4, lid 4, van Verordening nr. 3389/73 kunnen de inschrijvers hun bod intrekken binnen vijf werkdagen na de datum van bekendmaking van deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 24 oktober 1995.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 13 november 1995.

Voor de Commissie Franz FISCHLER Lid van de Commissie