Verordening (EG) nr. 3050/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op een aantal produkten welke bestemd zijn om te worden gebruikt voor de bouw, het onderhoud en de reparatie van luchtvaartuigen
Verordening (EG) nr. 3050/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op een aantal produkten welke bestemd zijn om te worden gebruikt voor de bouw, het onderhoud en de reparatie van luchtvaartuigen
Verordening (EG) nr. 3050/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op een aantal produkten welke bestemd zijn om te worden gebruikt voor de bouw, het onderhoud en de reparatie van luchtvaartuigen
Publicatieblad Nr. L 320 van 30/12/1995 blz. 0001 - 0013
VERORDENING (EG) Nr. 3050/95 VAN DE RAAD
van 22 december 1995
houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op een aantal produkten welke bestemd zijn om te worden gebruikt voor de bouw, het onderhoud en de reparatie van luchtvaartuigen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 28,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende dat de produktie van de in deze verordening bedoelde produkten in de Gemeenschap momenteel onvoldoende of nihil is en dat de producenten derhalve niet kunnen voldoen aan de behoeften van de verwerkende industrie van de Gemeenschap;
Overwegende dat het in het belang van de Gemeenschap is dat de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor deze goederen geheel worden geschorst;
Overwegende dat de Gemeenschap tot taak heeft om beslissingen te nemen betreffende schorsing van de autonome rechten;
Overwegende dat de verordeningen houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten voor luchtvaartuigen tijdens de laatste jaren niet meer substantieel gewijzigd zijn; dat daarom en omwille van een betere rationalisatie van het in werking stellen van deze maatregelen, het gewenst is om de geldigheidsduur van deze verordening niet te beperken en het aangewezen is om ingeval het nodig is wijzigingen aan de draagwijdte door Raadsverordeningen te laten gebeuren;
Overwegende dat de wijzigingen van de gecombineerde nomenclatuur en van de Taric-codes geen enkele wezenlijke aanpassing tot gevolg hebben; dat dient te worden bepaald dat de Commissie, met het oog op vereenvoudiging, na het advies van het Comité douanewetboek, de nodige amendementen en technische wijzigingen in de bijlagen bij de huidige verordening kan aanbrengen,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor de in de bijlage vermelde goederen worden geheel geschorst, voor zover het gaat om produkten die bestemd zijn om te worden gebruikt voor de bouw, het onderhoud en de reparatie van luchtvaartuigen met een leeggewicht van meer dan 2 000 kg. De controle op de bijzondere bestemming gebeurt, in overeenstemming met de artikelen 291 tot en met 304 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (1).
Artikel 2
De bepalingen die noodzakelijk zijn voor de toepassing van deze verordening en met name de technische wijzigingen en aanpassingen die nodig zijn ten gevolge van de wijzigingen van de gecombineerde nomenclatuur of van de Taric-codes, worden vastgesteld door de Commissie volgens de prodedure van artikel 3.
Artikel 3
1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité douanewetboek dat ingesteld is bij artikel 247 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (2).
2. De vertegenwoordiger van de Commissie dient bij het Comité een ontwerp van te nemen maatregelen in. Het Comité brengt zijn advies over dit ontwerp uit binnen een bepaalde termijn die door de voorzitter afhankelijk van de urgentie van de betrokken kwestie wordt vastgesteld. Het advies wordt uitgebracht met de meerderheid waarin is voorzien bij artikel 148, lid 2, van het Verdrag voor de goedkeuring van besluiten door de Raad op voorstel van de Commissie. Bij de stemmingen in het kader van het Comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten gewogen als bepaald in het bovenvermelde artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.
De Commissie keurt maatregelen goed welke onmiddellijk toepasbaar zijn. Indien deze maatregelen evenwel niet stroken met het advies van het Comité worden zij door de Commissie meteen aan de Raad medegedeeld. In dit geval schort de Commissie de toepassing van de door haar goedgekeurde maatregelen gedurende drie maanden op, te rekenen vanaf de datum van deze mededeling.
De Raad, die uitspraak doet met een gekwalificeerde meerderheid, kan binnen de in de vorige alinea vermelde termijn een ander besluit nemen.
3. Het Comité kan iedere kwestie in verband met de toepassing van deze verordening onderzoeken die door zijn voorzitter hetzij op zijn eigen initiatief hetzij op verzoek van een Lid-Staat wordt voorgelegd.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1996.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 22 december 1995.
Voor de Raad
De Voorzitter
L. ATIENZA SERNA
(1) PB nr. L 253 van 11. 10. 1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1762/95 (PB nr. L 171 van 21. 7. 1995, blz. 8).
(2) PB nr. L 302 van 19. 10. 1992, blz. 1. Verordening gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1994.
BIJLAGE
>RUIMTE VOOR DE TABEL>