Verordening (EG) nr. 3053/95 van de Commissie van 20 december 1995 tot wijziging van de bijlagen I, II, III, V, VI, VII, VIII, IX en XI bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 van de Raad betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van bepaalde textielprodukten uit derde landen
Verordening (EG) nr. 3053/95 van de Commissie van 20 december 1995 tot wijziging van de bijlagen I, II, III, V, VI, VII, VIII, IX en XI bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 van de Raad betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van bepaalde textielprodukten uit derde landen
VERORDENING (EG) nr. 3053/95 VAN DE COMMISSIE van 20 december 1995 tot wijziging van de bijlagen I, II, III, V, VI, VII, VIII, IX en XI bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 van de Raad betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van bepaalde textielprodukten uit derde landen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 3030/93 van de Raad van 12 oktober 1993 betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van bepaalde textielprodukten uit derde landen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1616/95 (2), inzonderheid op artikel 19 juncto artikel 17,
Overwegende dat in de gecombineerde nomenclatuur een aantal wijzigingen is aangebracht die op 1 januari 1995 van toepassing zijn geworden;
Overwegende dat de Gemeenschap een protocol betreffende de handel in textielprodukten en kledingartikelen heeft gesloten met Estland;
Overwegende dat de Gemeenschap met de Volksrepubliek China een overeenkomst heeft gesloten betreffende de handel in bepaalde textielprodukten die niet onder de bestaande bilaterale overeenkomst met de Volksrepubliek China betreffende textielprodukten en kledingartikelen vallen (3);
Overwegende dat, ingevolge de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de naam van de Europese Economische Gemeenschap in Europese Gemeenschap gewijzigd is;
Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 1167/94 van de Commissie (4) nieuwe kwantitatieve beperkingen op de invoer van textielprodukten van de categorieën 28, 68 en 97 van oorsprong uit de Volksrepubliek China werden ingesteld;Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 810/95 van de Commissie (5) nieuwe kwantitatieve beperkingen op de invoer van textielprodukten van de categorieën 14, 17 en 29 van oorsprong uit de Volksrepubliek China werden ingesteld;
Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 507/95 van de Commissie (6) (categorie 23) en Verordening (EG) nr. 1629/94 van de Commissie (7) (categorie 33) nieuwe kwantitatieve beperkingen werden ingesteld op de invoer van textielprodukten van de categorieën 23 en 33 van oorsprong uit de Republiek Indonesië;
Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 405/95 van de Commissie (8) een nieuwe kwantitatieve beperking werd ingesteld op de invoer van textielprodukten van categorie 28 van oorsprong uit de Islamitische Republiek Pakistan;
Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 507/95 van de Commissie (9) nieuwe kwantitatieve beperkingen werden ingesteld op de invoer van textielprodukten van de categorieën 23 en 24 van oorsprong uit de Republiek India;
Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 1143/95 van de Commissie (10) nieuwe kwantitatieve beperkingen werden ingesteld op textielprodukten van oorsprong uit de Republiek India die worden ingevoerd na passieve veredeling in de Republiek India;
Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 1280/95 van de Commissie (11) nieuwe kwantitatieve beperkingen werden ingesteld op textielprodukten van oorsprong uit de Volksrepubliek China die worden ingevoerd na passieve veredeling in de Volksrepubliek China;
Overwegende dat de Raad bij Besluit 95/131/EG (12) heeft besloten tot voorlopige toepassing van de met bepaalde leverende landen gesloten overeenkomsten betreffende de aanpassing van de bestaande kwantitatieve beperkingen, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie;
Overwegende dat, ingevolge de inwerkingtreding van de Overeenkomst betreffende textielprodukten en kledingartikelen (13) van de Uruguay-Ronde, de tussen de Europese Gemeenschap en een aantal leden van de Wereldhandelsorganisatie overeengekomen kwantitatieve beperkingen en flexibiliteitsbepalingen dienen te worden gewijzigd;
Overwegende dat de regeling met de Republiek India betreffende de markttoegang in de opheffing van de kwantitatieve beperkingen op de invoer van bepaalde op handweefgetouwen vervaardigde produkten en produkten van de folkloristische industrie van oorsprong uit de Republiek India voorziet;
Overwegende dat, nu de Overeenkomst betreffende de Wereldhandelsorganisatie in werking is getreden, de namen kunnen worden vermeld van de landen die reeds lid zijn van de Wereldhandelsorganisatie;
Overwegende dat, gezien het voorgaande, het noodzakelijk is de bijlagen I, II, III, V, VI, VII, VIII, IX en XI bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 met ingang van 1 januari 1995 te wijzigen teneinde rekening te houden met de wijzigingen die van toepassing zijn op de invoer in de Gemeenschap van bepaalde textielprodukten van oorsprong uit bepaalde derde landen in de zin van artikel 19 van Verordening (EEG) nr. 3030/93;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité textielprodukten,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 wordt vervangen door bijlage I bij deze verordening.
Bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 wordt vervangen door bijlage II bij deze verordening.
Bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 wordt vervangen door bijlage III bij deze verordening.
Bijlage V bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 wordt vervangen door bijlage IV bij deze verordening.
Bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 wordt vervangen door bijlage V bij deze verordening.
Bijlage VIa en tabel A bij bijlage VIa van Verordening (EEG) nr. 3030/93 worden ingetrokken.
Bijlage VII bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 wordt vervangen door bijlage VI bij deze verordening.
Bijlage VIII bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 wordt vervangen door bijlage VII bij deze verordening.
Bijlage IX bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 wordt vervangen door bijlage VIII bij deze verordening.
Bijlage XI bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 wordt vervangen door bijlage IX bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1995.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 20 december 1995.
Voor de Commissie
Leon BRITTAN
Vice-Voorzitter
(1) PB nr. L 275 van 8. 11. 1993, blz. 1.
(2) PB nr. L 154 van 5. 7. 1995, blz. 3.
(3) PB nr. L 104 van 6. 5. 1995, blz. 1.
(4) PB nr. L 130 van 25. 5. 1994, blz. 18.
(5) PB nr. L 82 van 12. 4. 1995, blz. 2.
(6) PB nr. L 51 van 8. 3. 1995, blz. 2.
(7) PB nr. L 171 van 6. 7. 1994, blz. 17.
(8) PB nr. L 44 van 28. 2. 1995, blz. 8.
(9) PB nr. L 51 van 8. 3. 1995, blz. 2.
(10) PB nr. L 114 van 20. 5. 1995, blz. 16.
(11) PB nr. L 124 van 7. 6. 1995, blz. 27.
(12) PB nr. L 94 van 26. 4. 1995, blz. 1.
(13) PB nr. L 336 van 23. 12. 1994, blz. 50.
BIJLAGE I
"BIJLAGE I
LIJST VAN PRODUKTEN BEDOELD IN ARTIKEL 1 (1)1. Wegens het ontbreken van nauwkeurige gegevens over het materiaal waaruit de produkten van de categorieën 1 tot en met 114 zijn samengesteld, wordt ervan uitgegaan dat deze produkten uitsluitend zijn samengesteld uit wol of fijn haar, katoen, of synthetische of kunstmatige vezels (2).
2. Kleding welke niet herkenbaar is als heren- of jongenskleding of als dames- of meisjeskleding, wordt bij laatstgenoemde ingedeeld.
3. De term "babykleding" omvat kleding tot en met handelsmaat 86.
(1) Geldt alleen voor de categorieën 1 tot en met 114, behalve in het geval van Albanië, Armenië, Azerbeidzjan, Estland, Georgië, Kazachstan, Kirgizië, Letland, Litouwen, Moldavië, Mongolië, Tadzjikistan, Turkmenistan, Oekraïne, Oezbekistan, Viëtnam en Wit-Rusland waarvoor de categorieën 1 tot en met 161 gelden en voor Bulgarije, de Tsjechische Republiek, Hongarije, Polen, de Russische Federatie, Roemenië en de Republiek Slovenië, waarvoor de categorieën 1 tot en met 123 gelden.
In het geval van Bulgarije, de Tsjechische Republiek, Hongarije, Polen, Roemenië en de Republiek Slovenië, vallen de categorieën 115 tot en met 123 in groep III B.
(2) In het geval van Albanië, Armenië, Azerbeidzjan, Estland, Georgië, Kazachstan, Kirgizië, Letland, Litouwen, Moldavië, Mongolië, Tadzjikistan, Turkmenistan, Oekraïne, Oezbekistan, Wit-Rusland en Viëtnam, wordt aan de hand van de GN-codes bepaald welke produkten onder de respectieve categorieën vallen. Wanneer de GN-code wordt voorafgegaan door de vermelding "ex", wordt aan de hand van de GN-code en de overeenkomstige omschrijving bepaald welke produkten onder de respectieve categorieën vallen.
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
"
BIJLAGE I A
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
BIJLAGE I B
1. Deze bijlage omvat textielgrondstoffen (der categorieën 128 en 154), andere textielprodukten dan die van wol en fijn haar, katoen en synthetische of kunstmatige vezels, alsmede synthetische of kunstmatige vezels en filamenten en garens van de categorieën 124, 125 A, 125 B, 126, 127 A en 127 B.
2. Onverminderd de regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, worden de bewoordingen van de omschrijving van de goederen geacht slechts als aanwijzing te gelden, aangezien de produkten die door elke categorie worden gedekt, binnen deze bijlage door de GN-codes worden bepaald. Ingeval er "ex" voor een GN-code staat, worden de in elke categorie gedekte produkten bepaald door het bereik van de GN-code en door die van de overeenkomstige beschrijving.
3. Kledingstukken die niet als kleding voor heren of voor jongens, of als kleding voor dames of voor meisjes herkenbaar zijn, worden onder de laatstgenoemde groep ingedeeld.
4. Wanneer de uitdrukking "babykleertjes" wordt gebruikt, wordt dit geacht kleding tot en met handelsmaat 86 te omvatten.
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
BIJLAGE II
"BIJLAGE II
Lijst van exporterende landen bedoeld in artikel 1
Albanië
Argentinië
Armenië
Azerbeidzjan
Bangladesh
Brazilië
Bulgarije
China
Egypte
Estland
Filippijnen
Georgië
Hong-Kong
Hongarije
India
Indonesië
Kazachstan
Kirgizië
Letland
Litouwen
Macao
Maleisië
Malta
Marokko
Moldavië
Mongolië
Oekraïne
Oezbekistan
Pakistan
Peru
Polen
Roemenië
Russische Federatie
Singapore
Slovenië
Slowaakse Republiek
Sri Lanka
Tadzjikistan
Taiwan
Thailand
Tsjechische Republiek
Tunesië
Turkije
Turkmenistan
Vietnam
Wit-Rusland
Zuid-Korea"
BIJLAGE III
"BIJLAGE III
Procedures voor indeling, oorsprong, dubbele controle en toezicht bedoeld in de artikelen 1, 12 en 13
DEEL I
Indeling
Artikel 1
De indeling van de in artikel 1, lid 1, van deze verordening bedoelde textielprodukten geschiedt op grond van de gecombineerde nomenclatuur (GN).
Artikel 2
Op initiatief van de Commissie of van een Lid-Staat onderzoekt het Comité douanewetboek (Afdeling tarief- en statistieknomenclatuur), ingesteld bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (1), overeenkomstig het bepaalde in de vorengenoemde verordeningen onverwijld elk vraagstuk in verband met de indeling van de in artikel 1, lid 1, van de onderhavige verordening bedoelde produkten in de gecombineerde nomenclatuur (GN), zodat deze in de passende categorieën kunnen worden ingedeeld.
Artikel 3
De Commissie stelt de leverancierslanden in kennis van alle wijzigingen in de gecombineerde nomenclatuur (GN) zodra deze door de bevoegde instanties van de Gemeenschap zijn vastgesteld.
Artikel 4
De Commissie stelt de bevoegde instanties van de leverancierslanden in kennis van alle overeenkomstig de communautaire wetgeving genomen besluiten betreffende de indeling van onder deze verordening vallende produkten, binnen één maand nadat deze besluiten zijn genomen. Een dergelijke mededeling omvat:
a) een omschrijving van de betrokken produkten;
b) de betrokken categorie en code van de gecombineerde nomenclatuur (GN-code);
c) de redenen die tot het besluit hebben geleid.
Artikel 5
1. Houdt het indelingsbesluit een wijziging in van de indelingspraktijk of van de categorie van een onder deze verordening vallend produkt, dan zorgen de bevoegde instanties van de Lid-Staten ervoor dat dit besluit eerst 30 dagen nadat de Commissie hierover mededeling heeft gedaan in werking treedt.
2. Voor produkten die vóór de datum van toepassing van het besluit zijn verzonden, blijft de vroegere indelingspraktijk gelden, mits deze goederen binnen 60 dagen na die datum voor invoer worden aangeboden.
(1) PB nr. L 256 van 7. 9. 1987, blz. 1.
Artikel 6
Wanneer een overeenkomstig de in artikel 5 van deze bijlage bedoelde communautaire procedures genomen besluit betrekking heeft op een categorie produkten waarop een kwantitatief maximum van toepassing is, pleegt de Commissie onverwijld overleg, overeenkomstig de in artikel 16 omschreven procedure, teneinde tot overeenstemming te komen over de nodige aanpassing van de betrokken kwantitatieve maxima die in bijlage V zijn vermeld.
Artikel 7
1. Wanneer in de documenten die voor de invoer van onder deze verordening vallende produkten nodig zijn, een andere indeling is aangegeven dan die welke is vastgesteld door de bevoegde instanties van de Lid-Staat waarin zij worden ingevoerd, geldt voor de betrokken goederen voorlopig die invoerregeling die volgens de bepalingen van de overeenkomst op deze goederen van toepassing is op grond van de indeling die door genoemde instanties is vastgesteld, onverminderd enige andere bepaling ter zake.
2. De bevoegde instanties van de Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de in lid 1 bedoelde gevallen, en delen met name het volgende mee:
- de hoeveelheden van de betrokken produkten;
- de op de invoerdocumenten vermelde categorie en de door de bevoegde instanties gekozen categorie;
- indien een uitvoervergunning is afgegeven, het nummer van die vergunning en de erop vermelde categorie.
3. De bevoegde instanties van de Lid-Staten geven geen nieuwe invoervergunning af voor textielprodukten die onder de in bijlage V vermelde kwantitatieve maxima van de Gemeenschap vallen en die in een andere categorie zijn ingedeeld, alvorens de Commissie heeft bevestigd dat de in te voeren hoeveelheden overeenkomstig de procedure van artikel 12 van de verordening nog beschikbaar zijn.
4. De Commissie stelt de leverancierslanden in kennis van de in dit artikel bedoelde gevallen.
Artikel 8
In de in artikel 7 van deze bijlage bedoelde gevallen, alsmede in soortgelijke gevallen die door de bevoegde instanties van de leverancierslanden worden aangemeld, pleegt de Commissie zo nodig overleg met het betrokken leveranciersland of de betrokken leverancierslanden, overeenkomstig de in artikel 16 van de verordening omschreven procedure, teneinde tot overeenstemming te komen over de definitieve indeling van de produkten waarover het geschil is gerezen.
Artikel 9
In overleg met de bevoegde instanties van de Lid-Staat of Lid-Staten van invoer en van het leveranciersland of de leverancierslanden, kan de Commissie in de in artikel 8 bedoelde gevallen de definitieve indeling vaststellen van de produkten waarover het geschil is gerezen.
Artikel 10
Indien een geschil als bedoeld in artikel 7 niet kan worden geregeld overeenkomstig het bepaalde in artikel 9, dan neemt de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 2658/87 een besluit betreffende de indeling van de betrokken goederen in de gecombineerde nomenclatuur.
DEEL II
Dubbele controle
(voor het beheer van kwantitatieve maxima)
Artikel 11
1. De bevoegde instanties van de leverancierslanden geven uitvoervergunningen af voor alle zendingen textielprodukten waarop de in bijlage V vermelde kwantitatieve maxima van toepassing zijn, totdat deze maxima zijn bereikt.
2. Het origineel van de uitvoervergunning wordt met het oog op de afgifte van de in artikel 14 bedoelde invoervergunning door de importeur overgelegd.
Artikel 12
1. De uitvoervergunning voor produkten waarop een kwantitatief maximum van toepassing is, stemt overeen met het bij deze bijlage gevoegde model, waaraan een vertaling in een andere taal mag worden toegevoegd. Op de vergunning moet onder meer zijn vermeld dat de betrokken hoeveelheid is afgeboekt op het kwantitatieve maximum voor de betrokken produktcategorie.
2. In het geval van Hong-Kong stemt de uitvoervergunning overeen met het bij deze bijlage gevoegde model met de vermelding "Hong-Kong".
3. Een uitvoervergunning kan slechts op één van de in bijlage V vermelde categorieën produkten betrekking hebben.
Artikel 13
De uitvoer wordt afgeboekt op de kwantitatieve maxima die zijn vastgesteld voor het jaar waarin de produkten waarop de uitvoervergunning betrekking heeft in de zin van artikel 2, lid 3, van de verordening, zijn verzonden.
Artikel 14
1. Voor zover de Commissie overeenkomstig artikel 12 van de verordening heeft bevestigd dat de gevraagde hoeveelheid nog beschikbaar is binnen de grenzen van het betrokken kwantitatieve maximum, geven de instanties van elke Lid-Staat binnen vijf werkdagen na overlegging van het origineel van de uitvoervergunning door de importeur een daarmee overeenstemmende invoervergunning af. De uitvoervergunning moet uiterlijk op 31 maart van het jaar volgende op het jaar waarin de goederen waarop zij betrekking heeft, zijn verzonden, worden overgelegd.
2. De invoervergunningen zijn vanaf de datum van afgifte zes maanden geldig. Indien de importeur daartoe een naar behoren gemotiveerd verzoek indient, kunnen de bevoegde instanties van een Lid-Staat besluiten om de geldigheidsduur voor een periode van drie maanden te verlengen. Dergelijke verlengingen worden aan de Commissie meegedeeld. In uitzonderlijke omstandigheden kan de importeur om een tweede verlenging verzoeken. Op dergelijke uitzonderlijke verzoeken kan alleen worden ingegaan door middel van een besluit dat overeenkomstig de procedure van artikel 17 van de verordening wordt genomen.
3. Invoervergunningen die zijn gesteld op een formulier dat in overeenstemming is met het in aanhangsel 1 van deze bijlage opgenomen model zijn in het gehele douanegebied van de Europese Gemeenschap geldig.
4. De aangifte of de aanvraag voor een invoervergunning die door de importeur bij de in aanhangsel 2 van deze bijlage vermelde bevoegde instanties wordt ingediend, bevat:
a) de naam en het volledige adres van de importeur (met inbegrip van, in voorkomend geval, het telefoon- en faxnummer en het bij de bevoegde nationale instanties geregistreerde identificatienummer), en, indien de betrokkene BTW-plichtig is, het registratienummer van de BTW;
b) de naam en het volledige adres van de aangever;
c) de naam en het volledige adres van de exporteur;
d) het land van oorsprong en het land van verzending van de goederen;
e) een omschrijving van de goederen waarin is vermeld:
- de handelsbenaming,
- de omschrijving van de goederen en de code van de gecombineerde nomenclatuur (GN-code);
f) de categorie waarin de produkten zijn ingedeeld en de hoeveelheid, uitgedrukt in de eenheid die in bijlage V voor de produkten is vermeld;
g) de waarde van de goederen als vermeld in vak 12 van de uitvoervergunning;
h) in voorkomend geval, de data van betaling en levering en een afschrift van de vrachtbrief en het koopcontract;
i) de datum en het nummer van de uitvoervergunning;
j) de eventuele voor administratieve doeleinden gebruikte interne codes, zoals de Taric-code;
k) de datum en de handtekening van de importeur.
5. De importeurs zijn niet verplicht de gehele hoeveelheid waarop een invoervergunning betrekking heeft in één keer in te voeren.
Artikel 15
De geldigheid van de door de instanties van de Lid-Staten afgegeven invoervergunningen is, voor de daarin vermelde hoeveelheden, afhankelijk van de geldigheid van de door de bevoegde instanties van de leverancierslanden afgegeven uitvoervergunningen op grond waarvan deze invoervergunningen zijn afgegeven.
Artikel 16
Invoervergunningen of gelijkwaardige documenten worden door de bevoegde instanties van de Lid-Staten zonder onderscheid, overeenkomstig artikel 2, lid 2, aan importeurs in de Gemeenschap afgegeven, ongeacht de plaats van vestiging van de importeurs in de Gemeenschap en onverminderd de andere voorschriften ter zake.
Artikel 17
1. Stelt de Commissie vast dat een leveranciersland voor een bepaalde categorie produkten in een bepaald jaar waarin de overeenkomst van toepassing is uitvoervergunningen heeft afgegeven voor grotere hoeveelheden dan het maximum dat voor de categorie is vastgesteld, dan deelt zij de bevoegde instanties van de Lid-Staten onmiddellijk mee de verdere afgifte van invoervergunningen of invoerdocumenten te schorsen. In dit geval opent de Commissie onmiddellijk de in artikel 16 van de verordening omschreven bijzondere overlegprocedure.
2. De bevoegde instanties van de Lid-Staten weigeren de afgifte van een invoervergunning voor produkten van oorsprong uit een leveranciersland waarvoor geen uitvoervergunning is afgegeven overeenkomstig het bepaalde in deze bijlage.
DEEL III
Dubbele controle
(voor produkten die onder toezicht staan)
Artikel 18
1. De bevoegde instanties van de in tabel A vermelde leverancierslanden geven een uitvoervergunning of uitvoerdocument af voor alle zendingen textielprodukten die onder toezicht staan en waarvoor een dubbele controle is ingesteld.
2. In Turkije wordt het exportinformatiedocument voor textielprodukten afgegeven door de Turkse verenigingen van exporteurs van textielprodukten en kledingartikelen van Istanboel, Akdeniz (Cukurova), Ege (Izmir), Uludag (Bursa), Antalya en Guneydogu. In Egypte worden de uitvoervergunningen afgegeven en geviseerd door het Cotton Textile Consolidation Fund.
3. Het origineel van de uitvoervergunning wordt met het oog op de afgifte van de in artikel 14 bedoelde invoervergunning door de importeur overgelegd.
Artikel 19
1. De uitvoervergunning stemt overeen met het bij deze bijlage gevoegde model, waaraan een vertaling in een andere taal mag worden toegevoegd.
2. Voor Turkije, Egypte en Malta stemt de uitvoervergunning evenwel overeen met de bij deze bijlage gevoegde modellen.
3. Een uitvoervergunning kan slechts op één van de in tabel A vermelde categorieën produkten betrekking hebben.
Artikel 20
De uitvoer wordt geregistreerd voor het jaar waarin de produkten waarop de uitvoervergunning betrekking heeft, zijn verzonden.
Artikel 21
1. De instanties van de Lid-Staten geven binnen vijf werkdagen na overlegging van het origineel van de uitvoervergunning door de importeur een daarmee overeenstemmende invoervergunning af. De uitvoervergunning moet uiterlijk op 31 maart van het jaar volgende op het jaar waarin de goederen waarop zij betrekking heeft, zijn verzonden, worden overgelegd. Deze beperking in de tijd is niet van toepassing op produkten uit Egypte en Malta; voor produkten uit Turkije moet elke uitvoervergunning binnen drie maanden na afgifte aan de bevoegde instanties van de Lid-Staten worden overgelegd. Invoervergunningen die zijn gesteld op een formulier dat in overeenstemming is met het in aanhangsel 1 van deze bijlage opgenomen model zijn in het gehele douanegebied van de Europese Gemeenschap geldig.
2. De invoervergunningen zijn na afgifte zes maanden geldig. De geldigheidsduur ervan kan met drie maanden worden verlengd. Invoervergunningen voor produkten uit Turkije zijn twee maanden geldig. In buitengewone omstandigheden kan de geldigheidsduur ervan met een maand worden verlengd.
3. De aangifte of de aanvraag voor een invoervergunning die door de importeur bij de in aanhangsel 2 van deze bijlage vermelde bevoegde instanties wordt ingediend, bevat:
a) de naam en het volledige adres van de importeur (met inbegrip van, in voorkomend geval, het telefoon- en faxnummer en het bij de bevoegde nationale instanties geregistreerde identificatienummer), en, indien de betrokkene BTW-plichtig is, het registratienummer van de BTW;
b) de naam en het volledige adres van de aangever,
c) de naam en het volledige adres van de exporteur;
d) het land van oorsprong en het land van verzending van de goederen;
e) een omschrijving van de produkten met vermelding van:
- de handelsbenaming,
- de omschrijving van de goederen en de code van de gecombineerde nomenclatuur (GN-code);
f) de categorie waarin de goederen zijn ingedeeld en de hoeveelheid, uitgedrukt in de eenheid die voor de betrokken produkten in tabel A is vermeld;
g) de waarde van de produkten als vermeld in vak 12 van de uitvoervergunning;
h) in voorkomend geval, de data van betaling en levering en een afschrift van de vrachtbrief en het koopcontract;
i) de datum en het nummer van de uitvoervergunning;
j) de eventuele voor administratieve doeleinden gebruikte interne codes, zoals de Taric-code;
k) de datum en de handtekening van de importeur.
4. De importeurs zijn niet verplicht de gehele hoeveelheid waarop een invoervergunning betrekking heeft in één keer in te voeren.
Artikel 22
De geldigheid van de door de instanties van de Lid-Staten afgegeven invoervergunningen is afhankelijk van de geldigheid van de door de bevoegde instanties van de leverancierslanden afgegeven uitvoervergunningen op grond waarvan deze invoervergunningen zijn afgegeven.
Artikel 23
Invoervergunningen worden door de bevoegde instanties van de Lid-Staten zonder onderscheid aan importeurs in de Gemeenschap afgegeven, ongeacht hun plaats van vestiging in de Gemeenschap en onverminderd de andere voorschriften ter zake.
Artikel 24
De bevoegde instanties van de Lid-Staten weigeren de afgifte van een invoervergunning voor in tabel A vermelde produkten van oorsprong uit een leveranciersland waarvoor geen uitvoersvergunning is afgegeven overeenkomstig het bepaalde in deze bijlage.
DEEL IV
Enkelvoudige controle
(voor produkten die onder toezicht staan)
Artikel 25
1. Op textielprodukten uit de in tabel B vermelde leverancierslanden is een enkelvoudige controle vooraf van toepassing.
2. De in lid 1 bedoelde produkten kunnen eerst in het vrije verkeer worden gebracht nadat hiervoor een document van toezicht is overgelegd.
3. De bevoegde instanties van de Lid-Staten geven binnen vijf werkdagen na indiening van een daartoe strekkend verzoek van de importeur een document van toezicht af.
4. Controledocumenten die worden gesteld op een formulier dat in overeenstemming is met het in aanhangsel 1 van deze bijlage opgenomen model, zijn in het gehele douanegebied van de Europese Gemeenschap geldig.
Artikel 26
De aangifte of de aanvraag voor het controledocument die door de importeur bij de in aanhangsel 2 van deze bijlage vermelde bevoegde instanties wordt ingediend, bevat:
a) de naam en het volledige adres van de importeur (met inbegrip van, in voorkomend geval, het telefoon- en faxnummer en het bij de bevoegde nationale instanties registreerde identificatienummer), en, indien de betrokkene BTW-plichtig is, het registratienummer van de BTW;
a) de naam en het volledige adres van de aangever;
c) de naam en het volledige adres van de exporteur;
d) het land van oorsprong en het land van verzending van de goederen;
e) een omschrijving van de goederen met vermelding van:
- de handelsbenaming,
- de omschrijving van de goederen en de code van de gecombineerde nomenclatuur (GN-code);
f) de categorie waarin de goederen zijn ingedeeld en de hoeveelheid uitgedrukt in de eenheid die voor de betrokken produkten in tabel B is vermeld;
g) de waarde van de goederen;
h) de eventuele voor administratieve doeleinden gebruikte interne codes, zoals de Taric-code;
i) de datum en de handtekening van de importeur,
en gaat vergezeld van een gecertificeerd afschrift van de vrachtbrief, de kredietbrief, het contract of een ander handelsdocument waaruit duidelijk blijkt dat de goederen voor uitvoer bestemd zijn.
DEEL V
Toezicht a posteriori
Artikel 27
Op textielprodukten uit de in de tabellen C en D vermelde leverancierslanden is een systeem van a posteriori statistisch toezicht van toepassing. Na het in het vrije verkeer brengen van de produkten, delen de bevoegde instanties van de Lid-Staten de Commissie maandelijks en uiterlijk één maand na het einde van maand mee welke hoeveelheden in de loop van die maand zijn ingevoerd, met vermelding van de GN-code en met gebruik van de in die code gehanteerde eenheden en, waar van toepassing, extra eenheden. De invoer zal worden uitgesplitst volgens de geldende statistische methoden.
DEEL VI
Gemeenschappelijke bepalingen
Artikel 28
1. De in de artikelen 11 en 19 bedoelde uitvoervergunning en het certificaat van oorsprong mogen in verscheidene exemplaren worden opgesteld, indien op de extra exemplaren duidelijk is aangegeven dat het om kopieën gaat. Zij worden in het Engels, Frans of Spaans opgesteld.
2. Indien de hierboven bedoelde documenten met de hand worden opgesteld, moet dit met inkt en in blokletters gebeuren.
3. Het formaat van de uitvoervergunningen of gelijkwaardige documenten en van de certificaten van oorsprong is 210 × 297 mm. Het te gebruiken papier is wit, houtvrij, zo gelijmd dat het goed te beschrijven is (1) en met een gewicht van ten minste 25 g/m². Elk deel heeft een geguillocheerde ondergrond waardoor vervalsingen met mechanische of chemische middelen zichtbaar worden (2) (3).
4. Slechts het origineel wordt door de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap met het oog op de invoer van de produkten als geldig erkend overeenkomstig het bepaalde in de verordening.
5. De uitvoervergunning of het gelijkwaardige document en het certificaat van oorsprong zijn voorzien van een al dan niet gedrukt volgnummer, aan de hand waarvan deze documenten geïdentificeerd kunnen worden (4).
6. Dit nummer is als volgt samengesteld (5):
- twee letters om het land van uitvoer als volgt aan te geven:
- Albanië = AL
- Argentinië = AR
- Armenië = AM
- Azerbeidzjan = AZ
- Bangladesh = BD
- Brazilië = BR
- Bulgarije = BG
- China = CN
- Egypte = EG
- Estland = EE
- Filippijnen = PH
- Georgië = GE
- Hong-Kong = HK
- Hongarije = HU
- India = IN
- Indonesië = ID
- Kazachstan = KZ
- Kirgizië = KG
- Letland = LV
- Litouwen = LT
- Macao = MO
- Maleisië = MY
- Malta = MT
- Moldavië = MD
- Mongolië = MN
- Oekraïne = UA
- Oezbekistan = UZ
- Pakistan = PK
- Peru = PE
- Polen = PL
- Roemenië = RO
- Russische Federatie = RU
- Singapore = SG
- Slovenië = SI
- Slowaakse Republiek = SK
- Sri Lanka = LK
- Tadzjikistan = TJ
- Taiwan = TW
- Thailand = TH
- Tsjechische Republiek = CZ
- Turkije = TR
- Turkmenistan = TM
- Uruguay = UY
- Viëtnam = VN
- Wit-Rusland = BY
- Zuid-Korea = KR;(1) (2) Dit is voor Hong-Kong niet verplicht.
(3) Dit is voor Turkije, Malta en Egypte niet verplicht.
(4) Voor Hong-Kong is dit slechts voor de uitvoeringvergunning verplicht.
(5) Deze bepaling treedt voor Peru, Turkije, Egypte en Malta op een latere datum in werking.- twee letters om de beoogde Lid-Staat van bestemming als volgt aan te geven:
- AT = Oostenrijk
- BL = Benelux
- DE = Duitsland
- DK = Denemarken
- EL = Griekenland
- ES = Spanje
- FI = Finland
- FR = Frankrijk
- GB = Verenigd Koninkrijk
- IE = Ierland
- IT = Italië
- PT = Portugal
- SE = Zweden;
- een cijfer dat het contingentjaar of, in geval van de in tabel A van deze bijlage vermelde produkten, het jaar van registratie aangeeft, overeenkomend met het laatste cijfer van het betrokken jaar, bij voorbeeld "5" voor 1995. In het geval van produkten van oorsprong uit de Volksrepubliek China, als opgenomen in aanhangsel C bij bijlage V, staat nummer "1" voor het jaar 1995, "2" voor het jaar 1996 en "3" voor het jaar 1997;
- een getal van twee cijfers om de instantie in het land van uitvoer aan te geven die het document heeft afgegeven;
- een uit vijf cijfers bestaand volgnummer (uit de reeks van 00001 tot en met 99999) dat aan de Lid-Staat van bestemming wordt toegekend.
Artikel 29
De uitvoervergunning en het certificaat van oorsprong mogen worden afgegeven na verzending van de produkten waarop zij betrekking hebben. In een dergelijk geval wordt daarop "issued retrospectively", "délivré a posteriori" of "expedido con posterioridad" vermeld.
Artikel 30
In geval van diefstal, verlies of vernietiging van een uitvoervergunning, een invoervergunning of een certificaat van oorsprong, kan de exporteur de bevoegde instantie die het document heeft afgegeven, om een duplicaat verzoeken dat wordt opgesteld aan de hand van de uitvoerdocumenten die hij in zijn bezit heeft. Op het aldus afgegeven duplicaat van de vergunning of het certificaat wordt de vermelding "duplicata" of "duplicate" of "duplicado" vermeld.
Op het duplicaat wordt de datum van de oorspronkelijke vergunning of het oorspronkelijke certificaat vermeld.
DEEL VII
Communautaire invoervergunning - Gemeenschappelijk formulier
Artikel 31
1. De formulieren die door de in aanhangsel 2 van deze bijlage genoemde bevoegde instanties van de Lid-Staten worden gebruikt voor de afgifte van de in de artikelen 14, lid 1, 21, lid 1, en 25, lid 3, bedoelde invoervergunningen en controledocumenten, dienen in overeenstemming te zijn met het model van de invoervergunning dat in aanhangsel 1 van deze bijlage is opgenomen.
2. De invoervergunningen en de uittreksels worden opgesteld in twee exemplaren, waarvan het ene, dat het nummer 1 draagt en van de vermelding "Exemplaar voor de vergunninghouder" voorzien is, de aangever ter hand wordt gesteld, terwijl het andere, dat het nummer 2 draagt en van de vermelding "Exemplaar voor de instantie van afgifte" voorzien is, wordt bewaard door de instantie die de vergunning heeft afgegeven.
3. De formulieren worden gedrukt op wit houtvrij papier, zodanig gelijmd dat het goed te beschrijven is, met een gewicht van 55 tot 65 gram per vierkante meter. Het formaat van de formulieren is 210 × 297 mm en de regelafstand 4,24 mm (een zesde duim); de indeling van de formulieren moet strikt in acht worden genomen. Beide zijden van het exemplaar nummer 1, dat de eigenlijke vergunning vormt, zijn bovendien voorzien van een rode geguillocheerde onderdruk die elke vervalsing met mechanische of chemische middelen zichtbaar maakt.
4. De Lid-Staten dragen zorg voor het drukken van de formulieren. Deze kunnen eveneens worden gedrukt voor drukkerijen die daartoe zijn erkend door de Lid-Staat waar zij gevestigd zijn. In dit geval dient op elk formulier een verwijzing naar deze erkenning voor te komen. Voorts worden op elk formulier de naam en het adres van de drukker vermeld of een teken aan de hand waarvan deze kan worden geïdentificeerd.
5. Bij de afgifte worden de invoervergunningen of uittreksels door de bevoegde autoriteiten van de betrokken Lid-Staat van een afgiftenummer voorzien. Het nummer van de invoervergunning wordt de Commissie langs elektronische weg via het in artikel 12 bedoelde geïntegreerde netwerk medegedeeld.
6. De vergunningen en de uittreksels worden gesteld in de officiële taal of in een van de officiële talen van de Lid-Staat van afgifte.
7. In vak 10 vermelden de bevoegde instanties de betrokken categorie van de textielprodukten.
8. De documenten worden door de met de afgifte en de afboeking belaste instanties afgestempeld. Het stempel van de instanties van afgifte kan evenwel worden vervangen door een droogstempel, in combinatie met letters en cijfers die door perforatie van de vergunning worden verkregen of daarop worden gedrukt. De toegewezen hoeveelheid wordt door de instantie van afgifte op zodanige wijze vermeld dat geen vervalsing mogelijk is en geen cijfers of tekens kunnen worden toegevoegd (bij voorbeeld 1 000 ecu).
9. De ommezijde van de exemplaren nummer 1 en 2 is voorzien van een vak waarin de hoeveelheden kunnen worden vermeld, hetzij door de douane-instanties bij het vervullen van de invoerformaliteiten, hetzij door de bevoegde administratieve instanties bij de afgifte van een uittreksel.
Wanneer de voor de afboekingen op een vergunning of uittreksel bestemde ruimte ontoereikend is, kunnen de bevoegde instanties daaraan een of meer verlengstroken bevestigen met dezelfde vakken als op de ommezijde van de exemplaren nummer 1 en 2 van de vergunning of het uittreksel voorkomen. De instanties die de afboeking verrichten, brengen hun stempelafdruk op zodanige wijze aan dat deze zich voor de helft op de vergunning of het uittreksel en voor de helft op de verlengstrook bevindt. Wanneer meer dan een verlengstrook wordt gebruikt, wordt elke verlengstrook en de daaraan voorafgaande verlengstrook op dezelfde wijze afgestempeld.
10. De door de instanties van een Lid-Staat afgegeven invoervergunningen en uittreksels of aangebrachte vermeldingen en visa hebben in alle Lid-Staten dezelfde rechtsgevolgen als de documenten die worden afgegeven en de vermeldingen en visa die worden aangebracht door de instanties van deze Lid-Staten.
11. Indien nodig kunnen de bevoegde instanties van de betrokken Lid-Staten een vertaling van de op vergunningen of uittreksels aangebrachte vermeldingen in hun officiële taal of in een van hun officiële talen verlangen.
DEEL VIII
Overgangsbepalingen
Artikel 32
1. In afwijking van het bepaalde in artikel 31 kunnen de bevoegde instanties van de Lid-Staten, gedurende een overgangsperiode die uiterlijk op 31 december 1995 eindigt, en op voorwaarde dat de aanvrager bij het indienen van zijn aanvraag niet om de afgifte van een overeenkomstig het in aanhangsel 1 opgenomen model opgestelde communautaire invoervergunning heeft verzocht, worden gemachtigd voor de afgifte van invoervergunningen of controledocumenten en uittreksels daaruit, hun eigen nationale formulieren te gebruiken in plaats van de in artikel 31 bedoelde formulieren.
2. Op deze formulieren dienen de gegevens van de vakken 1 tot en met 13 van het in aanhangsel 1 opgenomen model van de communautaire invoervergunning voor te komen. Zij zijn enkel geldig op het grondgebied van de Lid-Staat die ze heeft afgegeven.
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Model van het in artikel 28 van deze bijlage bedoelde certificaat van oorsprong
>REFERENTIE NAAR EEN FILM>
Model van het in artikel 28 van deze bijlage bedoelde certificaat van oorsprong voor Hong-Kong
>BEGIN VAN DE GRAFIEK>
>EIND VAN DE GRAFIEK>
Model van het in artikel 28 van deze bijlage bedoelde certificaat van oorsprong voor Hong-Kong
>BEGIN VAN DE GRAFIEK>
>EIND VAN DE GRAFIEK>
Model van de in artikel 12, lid 1, van deze bijlage bedoelde uitvoervergunning
>REFERENTIE NAAR EEN FILM>
Model van de in artikel 12, lid 2, van deze bijlage bedoelde uitvoervergunning voor Hong-Kong
>BEGIN VAN DE GRAFIEK>
>EIND VAN DE GRAFIEK>
Model van de in artikel 19, lid 1, van deze bijlage bedoelde uitvoervergunning
>REFERENTIE NAAR EEN FILM>
Model van de in artikel 19, lid 2, van deze bijlage bedoelde uitvoervergunning voor Turkije
>BEGIN VAN DE GRAFIEK>
>EIND VAN DE GRAFIEK>
Model van de in artikel 19, lid 2, van deze bijlage bedoelde uitvoervergunning voor Egypte en Malta
>REFERENTIE NAAR EEN FILM>
Aanhangsel 1 van bijlage III
>BEGIN VAN DE GRAFIEK>
>EIND VAN DE GRAFIEK>
>BEGIN VAN DE GRAFIEK>
>EIND VAN DE GRAFIEK>
Aanhangsel 2 van bijlage III
Lista de las autoridades nacionales competentes
Liste des autorités nationales compétentes
List of the national competent authorities
Liste der zuständigen Behörden der Mitgliedstaaten
Elenco delle competenti autorità nazionali
Ðßíáêáò ôùí áñìüäéùí åèíéêþí áñ÷þí
Lista das autoridades nacionais competentes
Lijst van bevoegde nationale instanties
Liste over kompetente nationale myndigheder
Lista över nationella behöriga myndigheter
Luettelo toimivaltaisista kansallisista viranomaisista
1. Belgique/België
Ministère des affaires économiques/Ministerie van Economische Zaken
Office central des contingents et licences/Centrale Dienst voor Contingenten en Vergunningen
Rue J.A. De Motstraat 24-26
B-1040 Bruxelles/Brussel
Tél./Tel.: (32-2) 233 61 11
Télécopieur/Fax: (32-2) 230 83 22
2. Danmark
Erhvervsfremme Styrelsen
Søndergade 25
DK-8600 Silkeborg
Tlf.: (45) 87 20 40 60
Fax: (45) 87 20 40 77
3. Deutschland
Bundesamt für Wirtschaft
Frankfurter Str. 29-31
D-65760 Eschborn
Tel.: (49-6196) 4 04-0
Fax: (49-6196) 94 22 60
4. ÅëëÜäá
Õðïõñãåßï ÅèíéêÞò Ïéêïíïìßáò
ÃåíéêÞ Ãñáììáôåßá Äéåèíþí Ïéêïíïìéêþí Ó÷Ýóåùí
ÃåíéêÞ Äéåýèõíóç Åîùôåñéêþí Ïéêïíïìéêþí êáé Åìðïñéêþí Ó÷Ýóåùí
Ä/íóç Äéáäéêáóéþí Åîùôåñéêïý Åìðïñßïõ
Ìçôñïðüëåùò 1
GR-10557 ÁèÞíá
Ôçë.: (301) 323 04 18, 322 84 93
ÔÝëåöáî: (301) 323 43 93
5. España
Ministerio de Comercio y Turismo
Dirección General de Comercio Exterior
Paeso de la Castellana n° 162
E-28071 Madrid
Tel.: (34-1) 349 38 17; 349 37 48
Telefax: (34-1) 563 18 23; 349 38 31
6. France
Ministère de l'industrie, des postes et télécommunications et du commerce extérieur
Services des Biens de Consommation (SERBCO)
Mission Textile - Importations
3/5 rue Barbet de Jouy
F-75353 Paris 07 SP
Tél.: (33-1) 43 19 36 36
Fax: (33-1) 43 19 36 74
Télex: 204 472 SERBCO
7. Ireland
Department of Tourism and Trade
Single Market Unit (Room 315)
Kildare Street
IRL-Dublin 2
Tel.: (353-1) 662 14 44
Fax: (353-1) 676 61 54
8. Italia
Ministero del Commercio con l'Estero
Direzione Generale delle Importazioni e delle Esportazioni
Viale America 341
I-00144 Roma
Tel.: (39-6) 59 931
Fax: (39-6) 59 93 26 31 - 59 93 22 35
Telex: 610083-610471 - 614478
9. Luxembourg
Ministère des affaires étrangères
Office des licences
Boîte postale 113
L-2011 Luxembourg
Tél.: (352) 22 61 62
Télécopieur: (352) 46 61 38
10. Nederland
Centrale Dienst voor In- en Uitvoer
Engelse Kamp 2
Postbus 30003
NL-9700 RD Groningen
Tel.: (3150) 52 39 111
Fax: (3150) 52 60 698
11. Portugal
Ministério do Comércio e Turismo
Direcção-Geral do Comércio
Avenida da República 79
P-1000 Lisboa
Tel.: (351-1) 793 03 93; 793 30 02
Telecópiadora: (351-1) 793 22 10; 796 37 23
Telex: 13418
12. United Kingdom
Department of Trade and Industry
Import Licensing Branch
Queensway House
West Precinct
Billingham
United Kingdom Cleveland TS23 2NF
Tel.: (44-1642) 36 43 33; 36 43 34
Fax: (44-1642) 53 35 57
Telex: 58608
13. Österreich
Bundesministerium für wirtschaftliche Angelegenheiten
Gruppe II A
Landstrasser Hauptstr. 55/57
A-1030 Wien
Tel.: (43-1) 771 02 362; 771 02 361
Fax: (43-1) 715 83 47
14. Sweden
National Board of Trade (Kommerskollegium)
Box 1209
S-11182 Stockholm
Tel.: (468) 791 05 00
Fax: (468) 20 03 24
15. Suomi
Tullihallitus
PL 512
FIN-00101 Helsinki
Tel.: (358-0) 61 41/61 42 648
Fax: (358-0) 61 42 764".
BIJLAGE IV
"BIJLAGE V
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
"
BIJLAGE V
"BIJLAGE VI
bedoeld in artikel 3
Produkten van de huisindustrie en folkloristische produkten
1. De in artikel 3 bedoelde uitzondering voor produkten van de huisindustrie geldt alleen voor de volgende produkten:
a) weefsels verkregen op met de hand of met de voet bediende weefgetouwen, van een soort die in het leveranciersland traditioneel door thuiswerkers wordt vervaardigd;
b) kledingstukken en andere textielartikelen van een soort die in het leveranciersland traditioneel door thuiswerkers met de hand wordt vervaardigd van de hierboven omschreven weefsels en die uitsluitend met de hand worden genaaid zonder gebruikmaking van machines. In het geval van Pakistan geldt de uitzondering voor produkten van de huisindustrie die met de hand worden vervaardigd van de onder a) omschreven produkten. In het geval van India geldt de uitzondering voor produkten die van de onder a) omschreven produkten door thuiswerkers met de hand worden vervaardigd;
c) traditionele, met de hand vervaardigde folkloristische produkten van het leveranciersland als vermeld in een bijlage bij de betrokken bilaterale overeenkomst of regeling;
d) voor Bangladesh, Indonesie, Maleisië, Sri Lanka en Thailand: traditionele, met de hand vervaardigde batik en textielartikelen die, met de hand of met behulp van een met de hand of voet bediende naaimachine, van batik zijn vervaardigd. Batik is wit of ongebleekt weefsel waarop volgens een traditioneel procédé kleuren of kleurschakeringen zijn aangebracht. Dit procédé wordt in drie fasen uitgevoerd:
i) het met de hand aanbrengen van was op het weefsel,
ii) het kleuren of schilderen (volgens de in de huisindustrie gebruikelijke methode of met de hand),
iii) het verwijderen van de was door het weefsel te koken.
Deze drie bewerkingen worden herhaald voor iedere kleur of kleurschakering die op het weefsel wordt aangebracht.
2. De uitzondering geldt alleen voor produkten die vergezeld gaan van een door de bevoegde autoriteiten van het leveranciersland afgegeven certificaat dat overeenstemt met het model dat bij deze bijlage is gevoegd.
Voor produkten uit Turkije dient het exportinformatiedocument evenwel overeen te stemmen met het model dat bij deze bijlage is gevoegd.
Voor produkten uit Bangladesh, Indonesië, Sri Lanka of Thailand moet in vak 11 van het certificaat het volgende zijn vermeld:
"d) traditional handicraft batik fabrics and textile articles made from such batik fabrics"
en
"d) tissus artisanaux traditionnels "batik" et articles textiles fabriqués à partir de tels tissus "batik".
Voor produkten uit India luidt de titel van het certificaat als volgt:
"Certificate in regard to handloom fabrics, products of the cottage industry and traditional folklore products, issued in conformity with and under the conditions regulating trade in textile products with the European Community",
"Certificat relatif aux tissus tissés sur métier à main et aux produits faits avec ces tissus de fabrication artisanale et aux produits relevant du folklore traditionnel délivré en conformité avec et sous les conditions régissant les échanges de produits textiles avec la Communauté européenne";
en punt b) in vak 11 luidt als volgt:
"b) hand-made cottage industry products made of the fabrics described under a)"
en
"b) produits de fabrication artisanale faits à la main avec les tissus décrits sous a)".
Voor produkten uit Turkije moet het exportinformatiedocument op duidelijke wijze van het stempel "Folklore" zijn voorzien. Voor produkten uit Hongarije moeten de certificaten die betrekking hebben op de in punt 1, onder c), bedoelde produkten op duidelijke wijze van het stempel "Folklore" zijn voorzien. Bij verschil van mening tussen de Gemeenschap en Hongarije over de aard van deze produkten wordt binnen één maand overleg gepleegd om voor dit probleem een oplossing te vinden.
Op het certificaat en het exportinformatiedocument zijn de redenen van de vrijstelling vermeld.
3. Mocht de invoer van een onder deze bijlage vallend produkt in zulke hoeveelheden plaatsvinden dat daardoor in de Gemeenschap problemen dreigen te ontstaan, dan wordt zo spoedig mogelijk overleg met de leverancierslanden gepleegd om voor dit probleem, door het invoeren van een kwantitatief maximum of het instellen van toezicht, een oplossing te vinden, overeenkomstig de artikelen 10 en 13 van de verordening.
Het bepaalde in deel VI van bijlage III is van overeenkomstige toepassing op de in punt 1 van deze bijlage bedoelde produkten."
>BEGIN VAN DE GRAFIEK>
>EIND VAN DE GRAFIEK>
Model van het in punt 2, tweede alinea, van bijlage VI bedoelde exportinformatiedocument voor Turkije
>BEGIN VAN DE GRAFIEK>
>EIND VAN DE GRAFIEK>
BIJLAGE VI
"BIJLAGE VII
bedoeld in artikel 5
Passieve veredeling
Artikel 1
De in artikel 2 van de verordening bedoelde kwantitatieve maxima zijn niet van toepassing op de textielprodukten die in kolom 2 van de bij deze bijlage gevoegde tabel zijn vermeld en die overeenkomstig de communautaire wetgeving inzake economische passieve veredeling weer in de Gemeenschap worden ingevoerd, wanneer op deze textielprodukten de bijzondere, in kolom 4 van deze tabel vermelde, kwantitatieve maxima van toepassing zijn en zij weer worden ingevoerd na veredeling in het daarnaast in kolom 1 vermelde derde land.
Artikel 2
Bijzondere kwantitatieve maxima kunnen worden ingevoerd voor de wederinvoer van produkten waarop deze bijlage niet van toepassing is, overeenkomstig de in artikel 17 van de verordening omschreven procedure, mits op deze produkten de in artikel 2 van de verordening bedoelde kwantitatieve maxima van toepassing zijn.
Artikel 3
1. Overboeking tussen categorieën, vervroegde benutting of overdracht van gedeelten van bijzondere kwantitatieve maxima naar het volgende jaar kunnen worden toegestaan overeenkomstig de in artikel 17 van de verordening omschreven procedure.
2. Overboekingen kunnen automatisch binnen de volgende grenzen worden verricht:
- wanneer tussen categorieën niet meer wordt overgeboekt dan 20 % van het kwantitatieve maximum waarnaar wordt overgeboekt; voor uit Bulgarije, Hongarije, Polen, Roemenië, de Slowaakse Republiek en de Tsjechische Republiek wederingevoerde produkten kan evenwel tot 25 % worden overgeboekt;
- wanneer de overdracht van een bijzonder kwantitatief maximum naar een volgend jaar niet meer bedraagt dan 10,5 % van het kwantitatieve maximum dat voor het jaar van werkelijke benutting is vastgesteld; voor uit Bulgarije, Hongarije, Polen, Roemenië, de Slowaakse Republiek en de Tsjechische Republiek wederingevoerde produkten kan evenwel tot 13,5 % worden overgeboekt;
- wanneer de vervroegde benutting van een bijzonder kwantitatief maximumdebiet meer bedraagt dan 7,5 % van het kwantitatieve maximum dat voor het jaar van werkelijke benutting is vastgesteld.
3. Wanneer aan extra invoer behoefte bestaat, kunnen de bijzondere kwantitatieve maxima worden aangepast overeenkomstig de in artikel 17 van de verordening omschreven procedure.
4. De Commissie stelt het betrokken derde land of de betrokken derde landen in kennis van de maatregelen die op grond van bovenstaande bepalingen zijn genomen.
Artikel 4
1. Met het oog op de toepassing van artikel 1 stellen de bevoegde instanties de Lid-Staten, voordat zij een voorafgaande vergunning afgeven overeenkomstig de communautaire wetgeving inzake economische passieve veredeling, de Commissie in kennis van de hoeveelheden vermeld in de door hen ontvangen aanvragen voor vergunningen. De Commissie geeft kennis van haar bevestiging dat de gevraagde hoeveelheid beschikbaar is voor wederinvoer binnen de respectieve communautaire maxima overeenkomstig de ter zake geldende communautaire voorschriften inzake economische passieve veredeling.
2. De in de kennisgevingen aan de Commissie opgenomen aanvragen zijn geldig indien daarin voor elk geval duidelijk worden aangegeven:
a) het derde land waarin de goederen veredeld zullen worden;
b) de categorie van de betrokken produkten;
c) de weder in te voeren hoeveelheid;
d) de Lid-Staat waarin de wederingevoerde goederen in het vrije verkeer zullen worden gebracht;
e) of de aanvraag is ingediend door
i) een eerdere begunstigde wiens aanvraag betrekking heeft op de hoeveelheden die zijn gereserveerd overeenkomstig artikel 3, lid 4, of overeenkomstig het bepaalde in de vijfde alinea van artikel 3, lid 5, van Verordening (EG) nr. 3036/94 van de Raad (1), of
ii) een aanvrager als bedoeld in de derde alinea van artikel 3, lid 4, of artikel 3, lid 5, van die verordening.
3. In de regel moeten de in de voorgaande leden bedoelde kennisgevingen langs elektronische weg via het hiervoor opgezette geïntegreerde netwerk worden toegestuurd, tenzij om dwingende redenen tijdelijk gebruik moet worden gemaakt van andere communicatiemiddelen.
4. Voor zover mogelijk bevestigt de Commissie voor elke betrokken categorie produkten en voor elk betrokken derde land aan de bevoegde instanties de volledige hoeveelheid vermeld in de aanvragen waarvan kennis is gegeven. Door Lid-Staten toegezonden kennisgevingen waarvoor geen bevestiging kan worden gegeven omdat de gevraagde hoeveelheden niet meer beschikbaar zijn binnen het kwantitatieve maximum van de Gemeenschap, worden door de Commissie in chronologische volgorde van ontvangst geregistreerd en in dezelfde volgorde bevestigd zodra nieuwe hoeveelheden beschikbaar komen ingevolge de toepassing van de flexibiliteit waarin artikel 3 voorziet.
5. Zodra een bevoegde instantie ervan in kennis wordt gesteld dat een hoeveelheid tijdens de geldigheidsduur van de invoervergunning niet is gebruikt, deelt zij dit onmiddellijk aan de Commissie mede. Dergelijke ongebruikte hoeveelheden worden automatisch opnieuw toegevoegd aan de hoeveelheden van communautaire kwantitatieve maxima die niet zijn gereserveerd overeenkomstig de eerste alinea van artikel 3, lid 4, of de vijfde alinea van artikel 3, lid 5, van Verordening (EG) nr. 3036/94.
De hoeveelheden waarvan afstand is gedaan overeenkomstig de derde alinea van artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 3036/94 worden automatisch toegevoegd aan de hoeveelheden binnen de communautaire quota die niet zijn gereserveerd overeenkomstig de eerste alinea van artikel 3, lid 4, of de vijfde alinea van artikel 3, lid 5, van de genoemde verordening.
De in de voorgaande alinea's genoemde hoeveelheden worden de Commissie ter kennis gebracht overeenkomstig het bepaalde in lid 3.
(1) PB nr. L 322 van 15. 12. 1994, blz. 1.
Artikel 5
Voor alle produkten waarop deze bijlage van toepassing is, wordt het certificaat van oorsprong afgegeven door de bevoegde overheidsinstantie in het betrokken leveranciersland overeenkomstig de communautaire wetgeving en het bepaalde in bijlage III.
Artikel 6
De bevoegde instanties van de Lid-Staten doen de Commissie de namen en adressen toekomen van de instanties die bevoegd zijn de in artikel 4 bedoelde voorafgaande vergunningen af te geven, alsmede de afdrukken van de stempels die deze instanties gebruiken.
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Kwantitatieve maxima van de Gemeenschap voor wederinvoer in het kader van het passieve-veredelingsverkeer
voor de jaren 1995 tot en met 1997
(De volledige omschrijving van de goederen is in bijlage I b opgenomen)
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
"
BIJLAGE VII
"BIJLAGE VIII
bedoeld in artikel 7
Bepalingen inzake flexibiliteit
De bijgaande tabel vermeldt voor elk van de in kolom 1 opgenomen leverancierslanden de maximumhoeveelheden die na voorafgaande kennisgeving aan de Commissie tussen de overeenkomstige kwantitatieve maxima van bijlage V mogen worden overgeboekt met inachtneming van de onderstaande bepalingen:
- vervroegde benutting van het voor het volgende contingentjaar voor de betrokken categorie vastgestelde kwantitatieve maximum wordt toegestaan tot het in kolom 2 vermelde percentage van het kwantitatieve maximum voor het lopende jaar; de betrokken hoeveelheden worden in mindering gebracht op de overeenkomstige kwantitatieve maxima voor het volgende jaar;
- overdracht van de in een gegeven jaar niet benutte hoeveelheden naar het overeenkomstige kwantitatieve maximum voor het volgende jaar wordt toegestaan tot het in kolom 3 vermelde percentage van het kwantitatieve maximum voor het jaar van daadwerkelijke benutting;
- overboeking van categorie 1 naar de categorieën 2 en 3 wordt toegestaan tot de in kolom 4 vermelde percentages van het kwantitatieve maximum waarnaar wordt overgeboekt;
- overboeking tussen de categorieën 2 en 3 wordt toegestaan tot de percentages van het in kolom 5 vermelde kwantitatieve maximum waarnaar wordt overgeboekt;
- overboeking tussen de categorieën 4, 5, 6, 7 en 8 wordt toegestaan tot de in kolom 6 vermelde percentages van het kwantitatieve maximum waarnaar wordt overgeboekt;
- overboeking vanuit een categorie van groep I, II of III naar een categorie van groep II of III (en in voorkomend geval groep IV) wordt toegestaan tot de in kolom 7 vermelde percentages van het kwantitatieve maximum waarnaar wordt overgeboekt.
De gecumuleerde toepassing van bovenstaande flexibiliteitsbepalingen mag er niet toe leiden dat een kwantitatief maximum van de Gemeenschap voor een bepaald jaar wordt verhoogd met meer dan het in kolom 8 vermelde percentage.
De equivalentietabel die op bovengenoemde overboekingen van toepassing is staat in bijlage I.
Aanvullende voorwaarden, mogelijkheden voor overboekingen en opmerkingen staan in kolom 9 van de tabel.
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
"
BIJLAGE VIII
"BIJLAGE IX
bedoeld in artikel 10
Vrijwaringsclausules; drempels voor mandonttrekking
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
"
BIJLAGE IX
"BIJLAGE XI
Leden van de Wereldhandelsorganisatie
Antigua en Barbuda
Argentinië
Australië
Bahrein
Bangladesh
Barbados
Belize
Botswana
Brazilië
Brunei-Darussalam
Burkina Faso
Canada
Centraalafrikaanse Republiek
Chili
Colombia
Costa Rica
Cuba
Djibouti
Dominica
Dominicaanse Republiek
Egypte
El Salvador
Filippijnen
Gabon
Ghana
Guinee-Bissau
Guyana
Honduras
Hong-Kong
Hongarije
IJsland
India
Indonesië
Israël
Ivoorkust
Jamaica
Japan
Kenia
Koeweit
Korea
Lesotho
Macao
Malawi
Maldiven
Maleisië
Mali
Malta
Marokko
Mauretanië
Mauritius
Mexico
Myanmar
Namibië
Nieuw-Zeeland
Nigeria
Noorwegen
Oeganda
Pakistan
Paraguay
Peru
Polen
Roemenië
Senegal
Singapore
St.-Lucia
St.-Vincent en de Grenadinen
Slowaakse Republiek
Sri Lanka
Suriname
Swaziland
Tanzania
Thailand
Togo
Trinidad en Tobago
Tsjechische Republiek
Tunesië
Turkije
Uruguay
Venezuela
Verenigde Staten
Zambia
Zimbabwe
Zuid-Afrika
Zuid-Korea
Zwitserland"