96/74/EG: Beschikking van de Commissie van 22 december 1995 betreffende het meerjarig oriëntatieprogramma voor de vissersvloot van Zweden voor de periode 1995-1996, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 3699/93 (Slechts de tekst in de Zweedse taal is authentiek)
96/74/EG: Beschikking van de Commissie van 22 december 1995 betreffende het meerjarig oriëntatieprogramma voor de vissersvloot van Zweden voor de periode 1995-1996, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 3699/93 (Slechts de tekst in de Zweedse taal is authentiek)
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 22 december 1995 betreffende het meerjarig oriëntatieprogramma voor de vissersvloot van Zweden voor de periode 1995-1996, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 3699/93 (Slechts de tekst in de Zweedse taal is authentiek) (96/74/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3699/93 van de Raad van 21 december 1993 tot vaststelling van de criteria en voorwaarden voor de structurele bijstand van de Gemeenschap in de sector visserij-aquacultuur en verwerking/afzet van de produkten daarvan (1), en met name op artikel 6, leden 5 en 6,
Overwegende dat de Raad, ter uitvoering van artikel 11 van zijn Verordening (EEG) nr. 3760/92 (2), Beschikking 95/577/EG (3) inzake de doelstellingen en de bepalingen voor de herstructurering van de visserijsector in Zweden en Finland, in de periode van 1 januari 1995 tot en met 31 december 1996, met het oog op een duurzaam evenwicht tussen de omvang van het visbestand en de mate van exploitatie heeft aangenomen;
Overwegende dat met een jaarlijkse toename van de visserijinspanning met 2 % in verband met de technische vooruitgang moet worden gerekend;
Overwegende dat om de doelstellingen van het programma te bereiken, een aanpak van alle parameters die de visserijsterfte bepalen, met name de capaciteit en de activiteit van de vloot, vereist kan zijn; dat de structuurmaatregelen evenwel hoofdzakelijk gericht moeten zijn op het elimineren van overtollige capaciteit;
Overwegende dat voor dit programma benodigde vlootgegevens worden verzameld volgens de procedures die zijn beschreven in Verordening (EG) nr. 109/94 van de Commissie (4);
Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor de visserij en de aquacultuur,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Het meerjarig oriëntatieprogramma voor de vissersvloot voor de periode 1995-1996 wordt hierbij goedgekeurd, met het voorbehoud dat ter zake de in deze beschikking vermelde beperkingen en voorwaarden gelden.
Artikel 2
Om te komen tot een duurzaam evenwicht tussen de omvang van de visbestanden en de visserijinspanning van de vissersvloot van de Gemeenschap, heeft Zweden zijn vissersvloot in segmenten opgedeeld, zoals is aangegeven in de bijlage. De vangstcapaciteit van deze segmenten moet worden verminderd met de volgende percentages:
- 8 % voor de segmenten met vaartuigen die op demersale bestanden vissen met de bodemtrawl of het bodemspannet;
- 6 % voor de segmenten waarin met de kor of met boomkorkotters op benthische bestanden (platvis) wordt gevist;
- 0 % voor de overige segmenten, hetgeen dus betekent dat de capaciteit niet mag toenemen.
Deze verminderingen moeten worden toegepast op de situatie van de vissersvloot op 1 januari 1995, zoals deze blijkt uit de gegevens die zijn verzameld overeenkomstig de procedures van Verordening (EG) nr. 109/94.
Artikel 3
1. De vermindering van de visserijinspanning mag de resultante zijn van het gecombineerde effect van capaciteitsverminderingen en een vermindering van activiteit.
2. De totale doelstelling van het programma, zijnde het totaal van de doelstellingen per segment, moet voor ten minste 55 % worden bereikt door middel van capaciteitsverminderingen.
3. Voor het overige mag de totale doelstelling worden bereikt door middel van maatregelen om de activiteit te verminderen, bij voorbeeld maatregelen tot beperking van het aantal zeedagen, voor zover deze maatregelen gebaseerd zijn op door de Commissie geaccepteerde permanente wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en door haar goedgekeurde technieken.
4. De einddoelstelling per segment en de tussentijdse en indicatieve doelstellingen per jaar worden bepaald overeenkomstig de punten 2 en 4 van de in de bijlage opgenomen aanvullende bepalingen.
Artikel 4
Uiterlijk op 31 maart van elk jaar, telkens voor het voorafgaande jaar dat eindigt op 31 december, deelt Zweden de Commissie voor elk in de bijlage gedefinieerd vlootsegment het aantal geregistreerde vaartuigen mee, alsmede de aan de vloot toegevoegde respectievelijk onttrokken tonnages en motorvermogens, een en ander overeenkomstig de bijzondere bepalingen van het programma, de visserijinspanning per homogene groep vaartuigen en de desbetreffende verschillen per jaar.
Deze gegevens moeten overeenstemmen met die welke worden medegedeeld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 109/94 betreffende het communautaire gegevensbestand van vissersvaartuigen.
Artikel 5
Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk Zweden.
Gedaan te Brussel, 22 december 1995.
Voor de Commissie
Emma BONINO
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 346 van 31. 12. 1993, blz. 1.
(2) PB nr. L 389 van 31. 12. 1992, blz. 1.
(3) PB nr. L 326 van 30. 12. 1995, blz. 66.
(4) PB nr. L 19 van 22. 1. 1994, blz. 5.
BIJLAGE
MEERJARIG ORIËNTATIEPROGRAMMA VOOR DE VISSERSVLOOT VAN ZWEDEN VOOR DE PERIODE 1995-1996
I. DOELSTELLINGENTABEL
(Bevindt zich aan het einde van de bijlage)
II. AANVULLENDE BEPALINGEN
1. Segmentering
Voor het opdelen van de vloot in segmenten wordt rekening gehouden met de verschillende bestanden waarop wordt gevist en de verschillende visgronden (kustzone, visserijzone van de Gemeenschap en internationale wateren, visserijzone van derde landen, Middellandse Zee, wateren van ultraperifere regio's van de Gemeenschap), de groepen doelsoorten (demersale, benthische (platvis) en pelagische bestanden) en de aard van het gebruikte vistuig.
Hiervan uitgaande worden segmenten afgebakend die homogene en volstrekt afgesloten compartimenten vormen, d. w. z. dat de vastgestelde doelstellingen voor elk apart segment aan het eind van het programma bereikt moeten zijn.
Identificatie van de segmenten
Voor elk segment van de vloot doet de Lid-Staat vóór 31 december 1994 een lijst van de betrokken vaartuigen en hun kenmerken aan de Commissie toekomen volgens de procedures die zijn beschreven in Verordening (EG) nr. 109/94 van de Commissie van 19 januari 1994 betreffende het communautaire gegevensbestand van vissersvaartuigen (1), waarbij met name rekening wordt gehouden met bijlage I daarvan en de daarin gedefinieerde categorieën van programma's.
Groepering van segmenten
Indien de Commissie daarmee instemt, kan de Lid-Staat verschillende segmenten van de vloot groeperen. In dit geval moet het verminderingspercentage worden toegepast dat geldt voor de meest kwetsbare van de visbestanden die door de groep worden bevist, welk percentage dan geldt voor het nieuwe segment dat aldus is gevormd.
Beheer van segmenten met polyvalente vaartuigen
Voor duidelijk omschreven visserijtakken kan de Lid-Staat de vloot van polyvalente vaartuigen die afwisselend op demersale, benthische of pelagische bestanden vissen, opdelen in subsegmenten. Elk subsegment wordt onderscheiden op basis van de som van de visserijinspanningen die eraan worden toegewezen, en wordt als zodanig vermeld in de doelstellingentabel die is opgenomen aan het einde van deze bijlage. De betrokken visserijinspanningen moeten worden beheerd volgens de procedures zoals bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 109/94.
2. Einddoelstelling per segment
De einddoelstelling per segment wordt vastgesteld in capaciteit (tonnage in brutotonnage (GT) en motovermogen in kilowatt (kW)) met als uitgangspunt de situatie op 1 januari 1995.
De doelstelling per segment wordt bepaald aan de hand van de volgende formule:
(In deze formule is (a) een segment waarvan de capaciteit in tonnage en motorvermogen per 1 januari 1995 bekend is en waarvoor een verminderingspercentage (y) geldt.)
Doelstelling segment (a) = (1 - y) × situatie op 1 januari 1995.
Bij de toepassing van de bovenstaande formule voor de bepaling van de einddoelstellingen in brutotonnage (GT) per segment wordt voor elk segment rekening gehouden met de brutotonnage ervan op 1 januari 1995 die is geraamd overeenkomstig het bepaalde in Beschikking 95/84/EG van de Commissie (2).
De GT van de vloot op 1 januari 1995 is de som van de aldus verkregen GT per segment.
De GT op 1 januari 1995 van de vaartuigen die sinds die datum definitief uit het nationale en het communautaire gegevensbestand van vissersvaartuigen zijn geschrapt en waarvoor de bij Beschikking 95/84/EG vastgestelde formules voor het opnieuw meten niet kunnen worden toegepast, wordt geraamd door toepassing van de verhouding GT/brt die is vastgesteld voor de bestaande vaartuigen van dezelfde lengteklasse die tot hetzelfde segment behoren.
3. Verdiscontering van verminderingen van de activiteit
Na afloop van het programma moet voor de Lid-Staten die deze bepaling toepassen de activiteit zijn gereduceerd tot het vooraf bepaalde niveau en met inachtneming van de geldende beperkingen, zodat de som van de tussentijdse activiteitsverminderingen per jaar ten minste gelijk is aan het resultaat van een lineaire vermindering van de activiteit van jaar tot jaar.
De hierdoor bereikte verminderingen van de visserijinspanning worden aan het einde van het programma opgeteld en op basis daarvan kunnen de doelstellingen worden aangepast met een percentage dat gelijk is aan het effect van de activiteitsverminderingen op de totale inspanning.
Niet-toepassing van deze maatregel mag niet impliceren dat de activiteit wordt opgevoerd.
4. Tussentijdse doelstellingen per jaar
Niet van toepassing.
5. Tenuitvoerlegging, follow-up
Opdat de maatregelen tot vermindering van de activiteit van de vaartuigen voor bepaalde segmenten van de vloot kunnen worden toegepast, moet de Commissie van de Lid-Staat de verzekering krijgen dat zij voor elk van de betrokken segmenten de beschikking krijgt over de volgende gegevens:
- gegevens inzake het activiteitspeil vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de maatregelen (referentiebasis 1994);
- garanties met betrekking tot het bestaan van doeltreffende instrumenten voor het beheer van de aantallen zeedagen en de mogelijkheden om een vergunningssysteem te beheren, met name voor polyvalente vaartuigen;
- gegevens aan de hand waarvan de in het kader van dit programma uitgevoerde maatregelen kunnen worden gevolgd overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 109/94 betreffende het communautaire gegevensbestand van vissersvaartuigen, en met name in de artikelen 4 en 5.
6. Herziening van het programma
Het programma kan op initiatief van de Commissie worden herzien om het in het licht van de ervaring bij te stellen of het aan te passen aan de vigerende nationale en communautaire voorschriften, dan wel om rekening te houden met nieuwe elementen die de uitvoering van het programma en het bereiken van de doelstellingen ten goede kunnen komen.
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
(1) PB nr. L 19 van 22. 1. 1994, blz. 5.
(2) PB nr. L 67 van 25. 3. 1995, blz. 33.