Home

96/126/EG: Beschikking van de Commissie van 22 november 1995 houdende goedkeuring van het enig programmeringsdocument voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap in de in Zweden onder doelstelling 2 vallende regio Blekinge (Slechts de tekst in de Zweedse taal is authentiek)

96/126/EG: Beschikking van de Commissie van 22 november 1995 houdende goedkeuring van het enig programmeringsdocument voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap in de in Zweden onder doelstelling 2 vallende regio Blekinge (Slechts de tekst in de Zweedse taal is authentiek)

96/126/EG: Beschikking van de Commissie van 22 november 1995 houdende goedkeuring van het enig programmeringsdocument voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap in de in Zweden onder doelstelling 2 vallende regio Blekinge (Slechts de tekst in de Zweedse taal is authentiek)

Publicatieblad Nr. L 033 van 10/02/1996 blz. 0042 - 0045


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 22 november 1995 houdende goedkeuring van het enig programmeringsdocument voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap in de in Zweden onder doelstelling 2 vallende regio Blekinge (Slechts de tekst in de Zweedse taal is authentiek) (96/126/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPENGelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden Structuurfondsen enerzijds en van de bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3193/94 (2), en met name op artikel 10, lid 1, laatste alinea,

Na raadpleging van het Raadgevend Comité voor de ontwikkeling en omschakeling van de regio's en van het Comité uit hoofde van artikel 124 van het Verdrag,

Overwegende dat de procedure voor de programmering van de structurele bijstandsverlening in het kader van doelstelling 2 is omschreven in artikel 9, leden 8 tot en met 10, van Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de Fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3193/94; dat evenwel, om de programmeringsprocedures te vereenvoudigen en te versnellen, in artikel 5, lid 2, laatste alinea, van Verordening (EEG) nr. 4253/88 is bepaald dat de Lid-Staten de inlichtingen die vereist zijn voor het plan voor regionale en sociale omschakeling zoals bedoeld in artikel 9, lid 8, van Verordening (EEG) nr. 2052/88, en de uit hoofde van artikel 14, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4253/88 vereiste inlichtingen kunnen samenvoegen in een enkel programmeringsdocument, en dat in artikel 10, lid 1, laatste alinea, van laatstgenoemde verordening is bepaald dat de Commissie in dat geval één enkele beschikking geeft die betrekking heeft op dit enig document en die zowel de in artikel 8, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 4253/88 bedoelde elementen als de in artikel 14, lid 3, laatste alinea, van die verordening bedoelde bijstandsverlening van de Fondsen omvat;

Overwegende dat de Commissie bij Beschikking 94/169/EG (4) een eerste lijst van onder doelstelling 2 vallende industriële gebieden met afnemende economische activiteit voor de periode van 1994 tot en met 1996 heeft vastgesteld; dat deze lijst werd uitgebreid door de Beschikking 95/189/EG van 10 mei 1995 (5) voor de onder doelstelling 2 vallende gebieden in Zweden;

Overwegende dat, op grond van artikel 9, lid 6, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 2052/88, de Commissie bij wijze van uitzondering kan ingaan op een verzoek van Oostenrijk, Finland of Zweden om de bijstand in het kader van doelstelling 2 voor de hele periode van 1995 tot en met 1999 te plannen en ten uitvoer te leggen; dat Zweden om toepassing van deze bepalingen heeft verzocht en dat derhalve de bijstand uit hoofde van doelstelling 2 in Zweden betrekking zal hebben op de periode van 1995 tot en met 1999;

Overwegende dat de Zweedse Regering op 16 juni 1995 bij de Commissie het enig programmeringsdocument zoals bedoeld in artikel 5, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4253/88 voor de regio Blekinge heeft ingediend; dat dit document de gegevens zoals bedoeld in artikel 9, lid 8, van Verordening (EEG) nr. 2052/88 en in artikel 14, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4253/88 bevat; dat de uitgaven in het kader van dit enig document vanaf genoemde datum voor bijstand in aanmerking komen;

Overwegende dat het door deze Lid-Staat ingediende enig programmeringsdocument de beschrijving bevat van de gekozen prioritaire zwaartepunten en de aanvragen om bijstand uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Europees Sociaal Fonds (ESF);

Overwegende dat de Commissie op grond van artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 4253/88, in het kader van het partnerschap, voor de coördinatie en de samenhang tussen de bijstand uit de Fondsen en die van de EIB en de andere financieringsinstrumenten, met inbegrip van die van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) en van de andere acties met structureel karakter, dient zorg te dragen;

Overwegende dat, overeenkomstig het bepaalde in artikel 8, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 4253/88, de EIB bij de opstelling van het enig programmeringsdocument betrokken is geweest; dat zij zich bereid heeft verklaard om overeenkomstig de voor haar geldende statutaire bepalingen tot de verwezenlijking van dit document bij te dragen; dat het echter niet mogelijk is, in dit stadium een nauwkeurige raming te geven van het bedrag der communautaire leningen dat zal bijdragen tot de financiering;

Overwegende dat in artikel 2, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 1866/90 van de Commissie van 2 juli 1990 tot regeling van het gebruik van de ecu bij de besteding van de middelen van de Structuurfondsen (6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2745/94 (7), is bepaald dat de in de beschikkingen van de Commissie tot goedkeuring van een enig programmeringsdocument vastgestelde communautaire bijstand voor de gehele periode en de jaarlijkse verdeling ervan in ecu moeten luiden, tegen de prijzen van het jaar waarin de beschikking is gegeven, en dat deze worden geïndexeerd; dat deze jaarlijkse verdeling verenigbaar moet zijn met de in bijlage III van Verordening (EEG) nr. 2052/88, zoals gewijzigd bij de Toetredingsakte (8), vastgestelde progressie van de vastleggingskredieten; dat de indexering met één enkel percentage per jaar gebeurt, namelijk het percentage dat jaarlijks op de begroting van de Gemeenschap wordt toegepast en voortvloeit uit de voorschriften voor de technische aanpassing van de financiële vooruitzichten;

Overwegende dat in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (9), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2083/93 (10), is bepaald voor welke acties een financiële bijdrage uit het EFRO kan worden verleend;

Overwegende dat in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (11), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2084/93 (12), is bepaald voor welke acties een financiële bijdrage uit het ESF kan worden verleend;

Overwegende dat het enig programmeringsdocument met instemming van de betrokken Lid-Staat in het kader van het in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2052/88 bedoelde partnerschap is vastgesteld;

Overwegende dat het enig programmeringsdocument aan de in artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 4253/88 gestelde voorwaarden voldoet en de in dat artikel voorgeschreven gegevens bevat;

Overwegende dat sommige van de in dit enig programmeringsdocument bedoelde maatregelen voorzien in de medefinanciering van bestaande steunregelingen, die ter kennis gegeven zijn aan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA als bestaande steun bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of die goedgekeurd zijn door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA of door de Commissie sinds 1 januari 1994, of van nieuwe of gewijzigde steunregelingen die nog niet door de Commissie zijn goedgekeurd; dat de bestaande steunregelingen desgevallend in overeenstemming zullen worden gebracht met het bepaalde voorzien in de artikelen 92 en 93 van het Verdrag, of zullen worden vervangen door andere goedgekeurde steunregelingen;

Overwegende dat deze bijstandsverlening voldoet aan de in artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 4253/88 gestelde voorwaarden en bijgevolg ten uitvoer wordt gelegd via een geïntegreerde benadering die een financiering door verscheidene Fondsen behelst;

Overwegende dat in artikel 1 van het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (13), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom, EGKS) nr. 2335/95 (14), is bepaald dat juridische verbintenissen die zijn aangegaan voor maatregelen waarvan de tenuitvoerlegging zich over meer dan één begrotingsjaar uitstrekt, een uiterste uitvoeringsdatum dienen te bevatten die bij het toekennen van steun tegenover de begunstigde in de juiste vorm moet worden aangegeven;

Overwegende dat artikel 20, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 4253/88, onder voorbehoud van de beschikbare begrotingsmiddelen, in één enkele betalingsverplichting voorziet indien de toegekende bijstand van de Gemeenschap niet meer dan 40 miljoen ecu voor de gehele programmeringsperiode bedraagt;

Overwegende dat aan alle andere voorwaarden voor de toekenning van bijstand uit het EFRO en het ESF is voldaan,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Het enig programmeringsdocument voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap in de in Zweden onder doelstelling 2 vallende regio Blekinge tijdens de periode van 16 juni 1995 tot en met 31 december 1999 wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Het enig programmeringsdocument behelst de volgende hoofdpunten:

a) de voor de gezamenlijke actie in aanmerking genomen prioritaire zwaartepunten, de gekwantificeerde specifieke doelstellingen en het verwachte effect ervan alsmede de samenhang ervan met het economische, sociale en regionale beleid in Zweden;

de prioritaire zwaartepunten zijn:

1. ondernemingsontwikkeling,

2. "kennis"-ontwikkeling in de industriële- en dienstensectoren,

3. ontwikkeling van de infrastructuur,

4. bevordering van het toerisme,

5. informatietechnologie,

6. technische bijstand;

b) de bijstand van de Structuurfondsen zoals aangegeven in artikel 4;

c) de nadere bepalingen voor de tenuitvoerlegging van het enig programmeringsdocument, die omvatten:

- de bepalingen inzake toezicht en evaluatie,

- de bepalingen betreffende de financiële uitvoering,

- de voorschriften met betrekking tot de inachtneming van het communautaire beleid op de onderscheiden terreinen;

d) de bepalingen inzake verificatie van de additionaliteit en een eerste evaluatie van de toepassing ervan;

e) de bepalingen volgens welke de milieu-instanties bij de uitvoering van het enig programmeringsdocument worden betrokken;

f) de beschikbaarstelling van de middelen voor de technische bijstand die nodig is voor de voorbereiding, de uitvoering of de aanpassing van de betrokken acties.

Artikel 3

Met het oog op indexering is de verdeling van de vastgestelde maximumbijstand van de Structuurfondsen over de betrokken jaren als volgt:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Artikel 4

De in het kader van dit enig programmeringsdocument toegekende bijstand van de Structuurfondsen bedraagt ten hoogste 15 miljoen ecu.

De voorwaarden waarop de financiële bijstand wordt toegekend, inclusief de financiële bijdrage van de Fondsen aan elk van de verschillende prioritaire zwaartepunten en maatregelen, zijn vermeld in het financieringsplan en in de nadere voorschriften voor de tenuitvoerlegging, die een integrerend deel van het enig programmeringsdocument uitmaken.

De behoeften aan nationale financiële middelen, namelijk ongeveer 33 miljoen ecu voor de openbare en 38 miljoen ecu voor de particuliere sector, kunnen gedeeltelijk worden gedekt door communautaire leningen met name van de EGKS en van de EIB.

Artikel 5

1. De totale beschikbare communautaire bijstand is als volgt over de Structuurfondsen verdeeld:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2. De betalingsverplichtingen worden voor het totale bedrag van communautaire bijstand op het moment van goedkeuring van het programma aangegaan.

Artikel 6

De verdeling van de bijstand over de Structuurfondsen en de toekenningsvoorwaarden voor deze bijstand kunnen later wijzigingen ondergaan naar gelang van de aanpassingen waartoe volgens de procedure van artikel 25, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 4253/88, met inachtneming van de beschikbare financiële middelen en de begrotingsvoorschriften, wordt besloten.

Artikel 7

1. Met deze beschikking wordt niet vooruitgelopen op het standpunt van de Commissie ten aanzien van de nieuwe of bestaande steunregelingen, al of niet ter kennis gegeven, ter uitvoering van de maatregelen vervat in het enig programmeringsdocument; krachtens de artikelen 92 en 93 van het Verdrag moeten de steunregelingen door de Commissie worden goedgekeurd, met uitzondering van die waarop de de-minimis-regeling zoals bedoeld in de communautaire kaderregeling inzake overheidssteun voor het midden- en kleinbedrijf (15) van toepassing is.

2. De communautaire bijstand wordt aan de bestaande steunregelingen verleend overeenkomstig artikel 172, lid 5, van de Toetredingsakte, onder voorbehoud van eventuele noodzakelijke aanpassingen of beperkingen om deze in overeenstemming te brengen met het Verdrag.

3. De toekenning van communautaire bijstand voor de nieuwe of gewijzigde steunregelingen wordt opgeschort tot de goedkeuring ervan door de Commissie.

Artikel 8

De communautaire bijstand heeft betrekking op de uitgaven in verband met de onder dit enig programmeringsdocument vallende werkzaamheden waarvoor uiterlijk op 31 december 1999 in de Lid-Staat juridisch verbindende maatregelen zijn genomen en de benodigde financiële middelen specifiek zijn vastgelegd. De uiterste datum waarop de uitgaven voor deze acties moeten zijn gedaan om in aanmerking te kunnen worden genomen, wordt vastgesteld op 31 december 2001.

Artikel 9

Het enig programmeringsdocument moet worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van het Gemeenschapsrecht, en met name overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 6, 30, 48, 52 en 59 van het Verdrag en in de communautaire richtlijnen betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten.

Artikel 10

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk Zweden.

Gedaan te Brussel, 22 november 1995.

Voor de Commissie

Monika WULF-MATHIES

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 374 van 31. 12. 1988, blz. 1.

(2) PB nr. L 337 van 24. 12. 1994, blz. 11.

(3) PB nr. L 185 van 15. 7. 1988, blz. 9.

(4) PB nr. L 81 van 24. 3. 1994, blz. 1.

(5) PB nr. L 123 van 3. 6. 1995, blz. 18.

(6) PB nr. L 170 van 3. 7. 1990, blz. 36.

(7) PB nr. L 290 van 11. 11. 1994, blz. 4.

(8) PB nr. L 1 van 1. 1. 1995, blz. 218.

(9) PB nr. L 374 van 31. 12. 1988, blz. 15.

(10) PB nr. L 193 van 31. 7. 1993, blz. 34.

(11) PB nr. L 374 van 31. 12. 1988, blz. 21.

(12) PB nr. L 193 van 31. 7. 1993, blz. 39.

(13) PB nr. L 356 van 31. 12. 1977, blz. 1.

(14) PB nr. L 240 van 7. 10. 1995, blz. 12.

(15) PB nr. C 213 van 19. 8. 1992, blz. 2.