Home

96/177/EG: Beschikking van de Commissie van 19 juli 1995 waarbij een concentratie onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt en de werking van de EER- Overeenkomst wordt verklaard (Zaak nr. IV/M.490 - Nordic Satellite Distribution) (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek) (Voor de EER relevante tekst)

96/177/EG: Beschikking van de Commissie van 19 juli 1995 waarbij een concentratie onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt en de werking van de EER- Overeenkomst wordt verklaard (Zaak nr. IV/M.490 - Nordic Satellite Distribution) (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek) (Voor de EER relevante tekst)

96/177/EG: Beschikking van de Commissie van 19 juli 1995 waarbij een concentratie onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt en de werking van de EER- Overeenkomst wordt verklaard (Zaak nr. IV/M.490 - Nordic Satellite Distribution) (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek) (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 053 van 02/03/1996 blz. 0020 - 0040


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 19 juli 1995 waarbij een concentratie onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt en de werking van de EER-Overeenkomst wordt verklaard (Zaak nr. IV/M.490 - Nordic Satellite Distribution) (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek) (Voor de EER relevante tekst) (96/177/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2367/90 (2), inzonderheid op artikel 8, lid 3,

Gelet op artikel 57 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte,

Gezien het besluit van de Commissie van 24 maart 1995 om in de onderhavige zaak een procedure in te leiden,

Na de betrokken ondernemingen in de gelegenheid te hebben gesteld hun standpunt ten aanzien van de door de Commissie aangevoerde bezwaren kenbaar te maken,

Na raadpleging van het Adviescomité voor concentraties (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De onderhavige procedure betreft het voornemen van Norsk Telekom AS (NT), Tele Danmark A/S (TD) en Industriförvaltnings AB Kinnevik (Kinnevik) een gemeenschappelijke onderneming op te richten onder de naam Nordic Satellite Distribution (NSD).

(2) Bij beschikking van 13 maart 1995 gelastte de Commissie de schorsing van de concentratie in haar geheel, op grond van de artikelen 7, lid 2, en 18, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4064/89 (hierna de "concentratieverordening" genoemd), totdat zij een definitieve beschikking heeft vastgesteld.

(3) Bij beschikking van 24 maart 1995 concludeerde de Commissie dat er ernstige twijfel bestond over de verenigbaarheid van de aangemelde concentratie met de gemeenschappelijke markt. De Commissie heeft derhalve in deze zaak overeenkomstig artikel 6, lid 1, van de concentratieverordening de procedure ingeleid.

I. DE PARTIJEN

(4) NT, TD en Kinnevik hebben de gemeenschappelijke onderneming Nordic Satellite Distribution (NSD) opgericht voor de verrichting van satellietdoorgiftediensten en diensten voor de distributie van televisieprogramma's via kabelnetten of rechtstreekse uitzendingen in Noord-Europa (Denemarken, Zweden, Noorwegen en Finland).

(5) NT is een Noorse onderneming die onder zeggenschap staat van Telenor AS, die op haar beurt eigendom is van de Noorse Staat. Telenor AS is de belangrijkste aanbieder van telefoondiensten in Noorwegen en bezit en/of verhuurt transpondercapaciteit op de satellieten Thor, Intelsat en TV-Sat, gesitueerd op 1 graad westerlengte. Via Telenor Avidi AS is NT eigenaar van een groot kabelnet in Noorwegen. Tenslotte levert NT ook televisiedistributiediensten aan de rechtstreeks ontvangende markt (rechtstreeks-naar-huis markt, RNH-markt) in Noorwegen, Zweden, Finland en, via haar dochteronderneming Telenor CTV, in Denemarken.

(6) TD is de Deense telecommunicatie-exploitant en is voor 51 % eigendom van de Deense Staat. Zij heeft een concessie waarbij haar het uitsluitende recht werd verleend om in Denemarken openbare spraaktelefoniediensten en andere daarmee verband houdende diensten te leveren, en om de infrastructuur van het Deense openbare telecommunicatienet aan te leggen en te exploiteren. TD bezit een nationaal breedbanddistributienet, Hybrid Network, dat thans wordt gebruikt voor het doorgeven van radio- en televisiesignalen naar lokale distributienetten. TD bezit ook kabelmaatschappijen die televisiekanalen distribueren aan haar eigen en aan andere lokale netten.

(7) Kinnevik is een Zweeds particulier concern dat in hoofdzaak bedrijvig is op het vlak van bosbouw, landbouw, verpakkingsmateriaal, televisie en media, en telecommunicatie. In deze laatste bedrijfstakken bezit of controleert Kinnevik ondernemingen in de noordse landen die hoofdzakelijk op de volgende gebieden werkzaam zijn:

- de uitzending per satelliet (naar rechtstreekse ontvangers en kabelabonnees) van de televisieprogramma's van commerciële zenders (TV 3, TV G, TV 6, Z-TV) en betaal-TV-stations (TV 1000, Film Max en TV 1000 Cinema);

- distributie van satelliettelevisie (via haar dochterondernemingen Viasat Sweden, Viasat Norway en Viasat Denmark);

- voorwaardelijke-toegangssystemen;

- radio-omroep.

Bovendien heeft Kinnevik een deelneming van 23 % in de commerciële televisiezender TV 4 (een Zweedse zender) en [ . . . ] (4).

Tenslotte heeft Kinnevik een deelneming van 37,4 % in Kabelvision AB, een kabeltelevisie-exploitant in Zweden.

II. DE VOORGENOMEN OPERATIE

(8) De voorgenomen operatie omvat de oprichting door NT, TD en Kinnevik van een gemeenschappelijke onderneming, Nordic Satellite Distribution AS (NSD), die transpondercapaciteit zal leveren en zal zorgen voor het doorgeven en de distributie van programma's van satelliettelevisiezenders naar de noordse markt.

(9) NSD heeft tot doel een aantrekkelijke satellietpositie te verwerven voor het doorgeven van televisiesignalen naar de noordse landen.

(10) NSD zal satelliettelevisie-uitzendingen leveren aan kabeltelevisie-exploitanten en aan rechtstreeks ontvangende huishoudens.

(11) Het is de bedoeling dat de distributie door NSD van satelliettelevisie-uitzendingen aan rechtstreekse ontvangers en kabelmaatschappijen zal geschieden via de distributiebedrijven Viasat en Telenor CTV van de moederondernemingen en via de kabelmaatschappijen van deze laatste.

III. COMMUNAUTAIRE/EER DIMENSIE

(12) NT, TD en Kinnevik hebben over de gehele wereld een totale omzet van 5,260 miljard ecu. De omzet van TD en Kinnevik in de gehele Gemeenschap bedraagt meer dan 250 miljoen ecu, waarvan niet meer dan twee derde in één en dezelfde Lid-Staat wordt behaald. Bijgevolg heeft de operatie een communautaire dimensie.

(13) Aangezien de samengestelde omzet van de betrokken ondernemingen op het grondgebied van de EVA-Staten meer dan 25 % van hun totale omzet in de EER, uitmaakt, vormt de operatie terzelfdertijd ook een geval van samenwerking overeenkomstig artikel 58 en protocol 24 van de EER-Overeenkomst.

IV. STRUCTUUR EN TECHNOLOGIE VAN DE BEDRIJFSTAK

(14) De aanbieder van televisie-uitzendingen wordt een omroep genoemd, ongeacht of het gaat om een openbare omroep, een commerciële omroep of een (mini)betaal-TV-zender.

(15) Wanneer de uitzendingen vanuit de studio via de satelliet worden doorgegeven, worden de TV-signalen naar een opstraalstation gezonden. Het opstralen is het proces waarbij een TV-signaal van een grondstation naar een satelliet wordt gestuurd. De TV-signalen kunnen worden doorgezonden in al dan niet versleutelde vorm.

(16) Vanaf het opstraalstation worden de TV-signalen naar de satelliet gestuurd die ze doorzendt. Satellieten die voor televisie worden gebruikt, worden in een geostationaire baan geplaatst en kunnen daarom een vaste straal op een bepaald grondgebied richten. Elke satelliet is uitgerust met verschillende transponders; dit zijn toestellen op een satelliet die voor het ontvangen en doorzenden van TV-signalen worden gebruikt. Het geografisch gebied waarbinnen de door een transponder doorgezonden TV-signalen door rechtstreekse ontvangers met standaardontvangstapparatuur kunnen worden ontvangen, wordt bedekkingsgebied genoemd. Met de huidige (analoge) technologie zal elke transponder in de regel één televisiezender kunnen doorzenden. De invoering van digitale technologie zal naar verwachting de capaciteit van elke transponder vijf tot tien keer vergroten.

(17) Het TV-signaal wordt ontvangen door een schotelantenne op aarde. Ontvangers kunnen zijn 1. rechtstreeks ontvangende huishoudens met (gewoonlijk) kleine schotels; 2. kabelmaatschappijen met een of meer veel grotere schotels; of 3. "SMATV"-exploitanten (5).

(18) Voor de exploitatie van betaal-TV is een speciale technische infrastructuur vereist. Deze technische infrastructuur wordt een voorwaardelijke-toegangssysteem genoemd en moet verzekeren dat enkel toegelaten kijkers, dat wil zeggen de abonnees van versleutelde zender(s), deze zender(s) kunnen ontvangen. Betaaltelevisie is steeds versleuteld. In de noordse regio zijn alle via satelliet doorgestuurde programma's versleuteld, in tegenstelling tot andere gebieden van Europa. Wanneer versleuteling plaatsvindt wordt een gegevensstroom met het televisiesignaal meegezonden om te worden verwerkt door het voorwaardelijke-toegangssysteem. Een voorwaardelijke-toegangssysteem omvat in hoofdzaak 1. een aanpasser voor ontsleuteling (decoderingstoestel), 2. een abonneebeheerssysteem (hierna ook "ABS" genoemd), 3. een abonneetoelatingssysteem (hierna ook "ATS" genoemd) en 4. een versleutelingssysteem.

(19) Voor de ontvangst van versleutelde TV-signalen hebben de klanten een decoderingstoestel nodig dat is uitgerust met een ontsleutelingsinrichting en een veiligheidsprocessor. Het decoderingstoestel ontsleutelt het televisiebeeld, dat bij de doorzending van het TV-signaal wordt versleuteld.

(20) Het voorwaardelijke-toegangssysteem vereist dat samen met het TV-signaal een gegevensstroom wordt doorgezonden die informatie bevat over de programma's of programmapakketten waarop een abonnement is genomen, en over het recht van de abonnees om de programma's te ontvangen. Wanneer van een open versleutelingssysteem (zie hierna) gebruik wordt gemaakt, wordt een "persoonlijke" chipkaart ter beschikking van de kijker gesteld, die in het decoderingstoestel wordt geplaatst om de gegevensstroom af te tasten om na te gaan of de kenmerkende gegevens van de kaart daarin voorkomen. Wanneer de chipkaart zijn "unieke sleutel" terugvindt, wordt het TV-signaal door het decoderingstoestel ontsleuteld en naar het TV-toestel doorgestuurd.

(21) Het voorwaardelijke-toegangssysteem is gebaseerd op het gebruik van een versleutelingssysteem, waarin de boodschappen zijn versleuteld. Omroepen moeten met een leverancier een overeenkomst sluiten waarbij hun het recht wordt verleend televisieprogramma's met een bepaald versleutelingssysteem te versleutelen en te decoderen. Dit geldt echter niet voor de kabelmaatschappijen, daar zij hun eigen versleutelingssysteem kunnen ontwikkelen en gebruiken. Een versleutelingssysteem kan gesloten of open zijn.

(22) Een gesloten systeem betekent dat enkel de zenders die met de eigenaar van het systeem een overeenkomst hebben gesloten met dit systeem mogen versleutelen. Bij een dergelijke overeenkomst krijgt een particuliere exploitant gewoonlijk het recht het abonneebeheerssysteem te beheren, waardoor wordt verhinderd dat andere exploitanten het systeem gebruiken. Bij het gebruik van een gesloten systeem moet de klant een speciaal decoderingstoestel kopen of huren om met dit systeem versleutelde televisieprogramma's te ontvangen. Dit betekent dat gezinnen een bijkomend decoderingstoestel moeten kopen of huren ingeval zij met een ander systeem versleutelde televisieprogramma's wensen te ontvangen.

(23) Een open systeem betekent dat decoderingstoestellen van vele aanbieders beschikbaar zijn en dat de klanten met hetzelfde decoderingstoestel televisieprogramma's met verschillende open systemen kunnen ontvangen door gebruik te maken van verschillende chipkaarten. In de regel kan elke omroep tegen een geringe vergoeding van de eigenaar het recht verkrijgen een dergelijk open systeem te gebruiken.

(24) Vrijwel alle Europese versleutelingssystemen zijn gesloten, bij voorbeeld Videocrypt (gebruikt door BSkyB en Adult Channel in het VK en door Multichoice in meer dan 30 Europese landen, waaronder de noordse landen) en Syster/Nagravision (gebruikt door Canal+ in Frankrijk en in Spanje, Premiere in Duitsland en Oostenrijk en Teleclub in Zwitserland). In de noordse landen worden echter gewoonlijk open systemen gebruikt.

(25) Naast de decoderingstoestellen en de toegang tot een versleutelingssysteem zijn ook een abonneebeheersysteem (ABS) en een abonneetoelatingssysteem (ATS) nodig. ABS is het computersysteem dat het abonneebestand beheert (de facturering en de verzameling van abonnementen, het beantwoorden van telefoons, statistieken, enz.). ATS is programmatuur waarmee de toelating van individuele abonnees tot betaal-TV-kanalen wordt gegeven of ingetrokken. Voor een betaal-TV-zender is de zeggenschap over het ABS, dat vitale informatie over de klanten bevat, van bijzonder belang. Aangenomen mag worden, dat exploitanten er zeer afkerig van zijn om hun abonneebeheerssysteem door een concurrent te laten overnemen.

(26) Doorzichtige doorgifte betekent dat de versleuteling gebeurt wanneer het signaal wordt doorgezonden en dat de ontsleuteling plaatsvindt bij de kijker. Thans ontvangen de rechtstreeks ontvangende huishoudingen doorzichtige doorgifte. Dit is niet het geval voor kijkers die verbonden zijn met kabeltelevisienetten. Kabeltelevisienetten omvatten gewoonlijk verschillende afzonderlijke deelnetten, en voor elk deelnet is er een kopstation waar de ontvangst plaatsvindt. Nu hebben de kabelmaatschappijen nog een decoderingstoestel nodig voor elk kopstation en voor elke televisiezender. Met doorzichtige doorgifte ontvangen de bij een kabelnet aangesloten kijkers het signaal rechtstreeks van de satelliet, waardoor de kabelmaatschappijen zich een coderings- en decoderingssysteem in elk kopstation kunnen besparen.

V. CONCENTRATIE

GEZAMENLIJKE ZEGGENSCHAP

(27) NT, TD en Kinnevik zullen elk voor 33,3 % eigenaar zijn van NSD. In haar raad van bestuur zetelen vier bestuurders; elke partij stelt één bestuurder aan en wordt in onderling overleg een vierde, onafhankelijke bestuurder aangewezen, die de raad zal voorzitten.

(28) Volgens artikel 5.2 van de Aandeelhoudersovereenkomst van NSD is voor besluiten van de raad van bestuur de instemming van de meerderheid van de bestuurders vereist, met uitzondering van een aantal aangelegenheden waarvoor eenstemmigheid is vereist. Deze aangelegenheden zijn:

(. . .).

(29) De voorzitter van de raad van bestuur treedt op als (. . .).

(30) Uit het voorafgaande kan worden geconcludeerd dat haar drie moederondernemingen gezamenlijk zeggenschap over NSD hebben.

EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMING DIE ALLE FUNCTIES VERVULT

(31) NSD zal voornamelijk de volgende taken hebben:

- de onderhandeling over en de sluiting van overeenkomsten met programmaleveranciers (omroepen) voor de distributie van televisiezenders via satelliet;

- de vestiging van een leidende satellietpositie (door de partijen een noordse "Hot Bird" genoemd) voor de noordse markt door de verhuur van satellietcapaciteit in de positie 1 graad westerlengte en 5 graden oosterlengte;

- de ontwikkeling van een programmastrategie die gebaseerd is op een nieuw, aan de noordse landen aangepast pakket van televisiezenders;

- de distributie via de satelliet distribueren van dit pakket aan de kabeltelevisie, de SMATV-systemen en de RNH-markten in de noordse landen; dit omvat het aanbieden van abonneebeheerssystemen, de verdeling van chipkaarten en de exploitatie van abonneetoelatingssystemen;

- de bevordering en tenuitvoerlegging van een digitale doorgiftenorm en een gemeenschappelijk noords versleutelingssysteem voor kabeltelevisie, SMATV en RNH-televisie;

- de ontwikkeling van nieuwe produkten en diensten in verband met de activiteiten van de onderneming; (. . . aanduiding van de diensten die niet door NSD zullen worden verricht).

(32) NSD is opgericht voor onbepaalde duur. Zij zal beschikken over alle nodige activa en personeel voor de uitvoering van haar bedrijfsactiviteiten op duurzame basis.

(33) Wanneer NSD haar werkzaamheden zal aanvangen, zal NSD zelf de contracterende partij zijn voor alle nieuwe contracten die niet met de omroepen zullen worden gesloten. Alle overeenkomsten van Viasat en Telenor CTV met omroepen zullen naar NSD worden overgebracht, mits deze omroepen hiermee instemmen.

(34) NSD zal aan de omroepen satelliettranspondercapaciteit verschaffen en satellietnetdiensten leveren die van Telenor en andere onafhankelijke satellietexploitanten worden ondergehuurd. De Thor-satelliet op 1 graad westerlengte is eigendom van en wordt geëxploiteerd door Telenor en deze heeft een aantal transponders op de Intelsat-satelliet in dezelfde positie gereserveerd. Voorts controleert Telenor alle transponders op de satelliet TV-Sat die zich ook op 1 graad westerlengte bevindt.

(35) Volgens de samenwerkingsovereenkomst tussen Telenor en NSD hebben deze ondernemingen een wederzijds voorkeurrecht voor de huur en levering van satelliettranspondercapaciteit voor de transmissie van televisieprogramma's (. . .). Dit betekent dat NSD een voorkeurrecht heeft:

- voor de huur van satelliettranspondercapaciteit en satellietnetdiensten van Telenor;

- voor de levering van satellietcapaciteit en satellietnetdiensten aan derden die in de noordse landen wensen uit te zenden en waarmee Telenor aanvankelijk contacten had gelegd.

(36) Telenor heeft een voorkeurrecht voor de levering aan NSD of haar filialen van alle transpondercapaciteit en satellietnetdiensten die zij nodig zouden kunnen hebben. Bij overcapaciteit in de door NSD verhuurde satellietnetdiensten heeft Telenor het recht deze capaciteit te gebruiken (. . .).

(37) Bovendien hebben Kinnevik en TD huurovereenkomsten met de Zweedse satellietexploitant Nordiska Satellitaktiebolaget (NSAB) gesloten voor de huur van [ . . . ] transponders die zich op 5 graden oosterlengte bevinden. Op deze positie bezit NSAB de satelliet Sirius en de satelliet Tele-X, elk met vijf transponders. (. . . details over de huurovereenkomsten van transponders en de bijzondere rechten van Kinnevik en TD ten aanzien van NSAB satellieten op 5 graden oosterlengte).

(38) NSD zal een geïntegreerde satelliettransmissiedienst aanbieden aan programmaleveranciers. Het feit dat NSD satelliettranspondercapaciteit en netdiensten van Telenor of TD/Kinnevik zal onderhuren, doet geen afbreuk aan de vaststelling dat zij op dit niveau alle functies vervult, aangezien NSD voor een lange tijd zeggenschap over het gebruik van transpondercapaciteit zal hebben. Huurcontracten voor satelliettranspondercapaciteit worden gewoonlijk gesloten voor een lange periode (zeven tot tien jaar), die normaal samenvalt met de levensduur van de satelliet zelf. Bijgevolg zal NSD haar eigen commerciële strategie kunnen ontwikkelen op een duurzame basis.

(39) NSD zal een nieuw pakket van televisiezenders ontwikkelen die wat programmasamenstelling en talen betreft speciaal aan het noordse publiek zijn aangepast.

(40) Wat de hierboven beschreven rechtstreekse distributie van TV-zenders betreft, boden voor de oprichting van NSD zowel NT als Kinnevik in de noordse landen televisiedistributiediensten aan. NSD zal nu aan de Viasat-ondernemingen het exclusieve recht verlenen de televisiezenders van NSD te distribueren aan de rechtstreeks ontvangende huishoudens en de SMATV-huishoudens in Denemarken en de rechtstreeks ontvangende SMATV- en kabeltelevisie-huishoudens in Zweden. Viasat-Zweden zal volledig eigendom van Kinnevik blijven, maar Viasat Denemarken blijft voor respectievelijk 51 % en 49 % eigendom van Kinnevik en TD. TD heeft een voorwaardelijke optie voor de verwerving van een bijkomende (. . .) % van het aandelenkapitaal van Viasat Denemarken in 1998.

(41) In Noorwegen zal NSD voorlopig twee vertegenwoordigers hebben: Viasat Noorwegen (volledig eigendom van Kinnevik) en Telenor CTV. Er wordt voorzien (. . .).

(42) Als exclusieve distributeurs van NSD zullen de Viasat-ondernemingen:

- het recht en de plicht hebben de door NSD verschafte TV-zenders te distribueren;

- de mogelijkheid hebben andere TV-zenders te distribueren, afhankelijk van de goedkeuring van NSD. De einige beperking (. . .).

(43) De prijs die de abonnees voor de individuele zenders in het pakket van NSD moeten betalen zal worden vastgelegd door (. . .). Overeenkomstig de programmastrategie van NSD zullen de distributeurs van NSD elk jaar per zender of zenderpakket een marketingbegroting opstellen waarin de tussen NSD en de omroep gesloten overeenkomsten zijn weergegeven. Deze programmabegrotingen zullen aan NSD worden voorgelegd, die ze goedkeurt. Alle afwijkingen ervan zullen door NSD worden goedgekeurd.

(44) Uit het feit dat, zoals boven vermeld, de overeenkomsten van Viasat en Telenor CTV met de omroepen zullen worden overgebracht naar NSD wanneer deze haar werkzaamheden aanvangt, en dat NSD zelf zal onderhandelen over alle nieuwe overeenkomsten en deze ook zal sluiten, blijkt, dat NSD alle verantwoordelijkheden inzake distributie op zich zal nemen. Ofschoon de Viasat-ondernemingen en Telenor CIV geen eigendom van NSD zullen zijn (uitgezonderd Viasat Finland), zullen zij de strategische beslissingen van NSD inzake distributie uitvoeren op basis van de door NSD goedgekeurde (. . .) en begroting.

(45) NSD stelt haar abonneetoelatingssysteem (ATS) ter beschikking en controleert dit. Viasat en Telenor CTV behouden het abonneebeheersysteem (ABS) en zullen daarom chipkaarten aan de klanten ter beschikking stellen en het beheer van abonnementen en betalingen uitvoeren, maar zij betalen maandelijks een klein bedrag per chipkaart voor de door NSD verleende ATS-diensten. NSD is ook voornemens een nieuw ATS te ontwikkelen voor digitale diensten (. . .).

(46) Wat de kabeldistributie betreft, zullen de kabelexploitanten van NT en van TD tot vertegenwoordigers van NSD worden benoemd voor de aankoop en verkoop van TV-zenders op de kabeltelevisiemarkt en een deel van de SMATV-markt. Dit houdt in dat:

- de kabelexploitanten van NT en TD het recht en de plicht hebben de door NSD verschafte satelliet-TV-kanalen binnen hun respectieve geografische gebieden te verkopen, maar NSD het recht heeft zenders te verkopen aan andere kabel- of antenne-exploitanten binnen hetzelfde gebied;

- de twee kabelexploitanten, afhankelijk van voorafgaande goedkeuring door NSD, de TV-zenders kunnen distribueren die NSD niet kan leveren;

- NSD (. . .).

(47) Op dezelfde wijze als met Viasat is overeengekomen, zullen de overenkomsten tussen de kabelexploitanten van NT en TD en de omroepen vanaf de aanvang van NSD's werkzaamheden, naar NSD worden overgebracht mits de omroepen hiermee instemmen. NSD zal derhalve de volle verantwoordelijkheid dragen voor de levering van satelliet-TV-zenders aan de kabelnetten die eigendom zijn van de partijen.

(48) Hoewel NSD economisch gezien relatief klein zal zijn, daar zij in het eerste jaar slechts ongeveer (. . .) werknemers zal hebben en na twee of drie jaar ongeveer (. . .) en zij activa zal bezitten voor een bedrag van ongeveer (. . .) miljoen ecu, kan uit het voorafgaande worden geconcludeerd dat NSD over alle nodige middelen zal beschikken om alle functies te vervullen die normaal worden vervuld door ondernemingen die op dezelfde markt werken. Derhalve is zij een gemeenschappelijke onderneming die alle functies van een zelfstandige economische eenheid vervult.

SAMENWERKINGSASPECTEN

(49) De moedermaatschappijen van NSD zijn thans vooral op distributieniveau concurrenten, aangezien NT in het RNH-markt-segment in Noorwegen, Denemarken en Zweden via Telenor CTV concurreert met de Viasat-bedrijven van Kinnevik en er in bepaalde streken concurrentie bestaat tussen Viasat en de kabelexploitanten van TD en NT.

(50) Op de markt voor RNH-distributie (. . .) zal Viasat (. . .) de exclusieve distributeur worden van NSD's zenderpakket voor deze landen. Terzelfdertijd verhindert de overdracht van alle distributiecontracten aan NSD en haar exclusieve recht om over nieuwe contracten te onderhandelen, dat de moedermaatschappijen zelf distributiediensten aan de RNH-markt leveren en dat zij een distributiestrategie ontwikkelen om hun individuele belangen te behartigen.

(51) De kabelmaatschappijen van partijen en Viasat blijven op dezelfde gebieden werken, maar zij zullen optreden als vertegenwoordigers van NSD en zullen in de regel hetzelfde pakket van satelliet-TV-zenders aanbieden. Wat het RNH-markt-segment betreft worden de moedermaatschappijen door de overdracht aan NSD van de contracten van de kabelmaatschappijen en van het onderhandelingsrecht verhinderd om zelf die diensten aan te bieden.

(52) Ook thans bestaat er concurrentie tussen NT en TD in een economisch gezien zeer marginale markt, namelijk die van diensten voor opstraalverbindingen van televisie naar satelliet (zie punt 56). Thans bieden beide moedermaatschappijen deze diensten vanuit hun respectieve landen aan, maar uit de economische onbeduidendheid van deze markt blijkt duidelijk, dat de operatie noch tot doel noch tot gevolg heeft de activiteiten van deze twee moedermaatschappijen met betrekking tot opstraaldiensten te coördineren.

(53) Ten slotte is het niet waarschijnlijk, dat de activiteiten van de moedermaatschappijen van NSD in stroomopwaartse of stroomafwaartse markten tot coördinatie van hun concurrentiegedrag zullen leiden. NT concurreert als satellietexploitant niet met TD of Kinnevik. Kinnevik zal haar betaal-TV-zenders en haar commerciële zenders via NSD uitzenden, maar geen van de andere partijen zijn omroepen.

(54) De hierboven beschreven feiten leiden tot de conclusie, dat de oprichting van NSD noch beoogt noch tot gevolg heeft dat het concurrentiegedrag van de ondernemingen, die onafhankelijk blijven, wordt geconcludeerd. Derhalve kan worden geconcludeerd dat de onderhavige operatie een concentratie is in de zin van artikel 3 van de concentratieverordening.

VI. RELEVANTE PRODUKTMARKTEN

(55) De voorgenomen operatie betreft de volgende drie produktmarkten: i) het verlenen van satelliettelevisie-transpondercapaciteit en verwante diensten aan omroepen; ii) de distributie van betaaltelevisie en andere versleutelde televisiezenders rechtstreeks ontvangende huishoudens; iii) de exploitatie van kabeltelevisienetten (zie punt 165).

i) Het verlenen van satelliettelevisie-transpondercapaciteit en verwante diensten aan omroepen

(56) Een aantal ondernemingen houden zich bezig met het verlenen van satelliettranspondercapaciteit. Deze ondernemingen - satellietexploitanten - lanceren en exploiteren satellieten en verhuren transponders aan omroepen voor de doorgifte van televisiesignalen. Volgens de partijen zijn omstreeks 250 transponders beschikbaar voor het doorzenden van televisiesignalen naar Europa (omzet ongeveer 625 miljoen ecu). De belangrijkste satelliettelevisie-uitzendingen in de noordse landen worden op het ogenblik doorgegeven door Astra, Thor, Intelsat 702 en Sirius. Deze transponders worden gewoonlijk verhuurd aan omroepen die door middel van licentieovereenkomsten hun televisiezenders aanbieden aan de distributeurs van kabeltelevisie en rechtstreekse ontvangers.

(57) De distributie van televisiesignalen via de satelliet (transponders) is een andere markt dan die van de televisiedistributie via verbindingen op aarde, aangezien er tussen de beide distributiemethoden zowel in technisch als financieel opzicht aanzienlijke verschillen bestaan (zie Beschikking IV/M.469 - MSG Media Service). De oprichting van NSD zal een reorganisatie van de bestaande transpondercapaciteit tot gevolg hebben en zal niet tot een vergroting van de voor noordse kijkers geschikte satelliettranspondercapaciteit leiden.

ii) De distributie van betaaltelevisie en andere versleutelde televisiezenders via de satelliet naar rechtstreeks ontvangende huishoudens

(58) Op deze markt (hierna de "RNH-markt" genoemd) brengt de distributeur van betaaltelevisie en andere versleutelde zenders, zenders of een zenderpakket op de markt en verkoopt deze aan rechtstreeks ontvangende huishoudens waarbij hij hen van de noodzakelijke chipkaart voorziet. In de noordse regio verkopen de meeste distributeurs van rechtstreeks ontvangen zenders de zenders in pakketten, waarbij sommige pakketten tot 25 zenders van allerlei soort bevatten. Gewoonlijk biedt de distributeur een "basispakket" aan, dat zowel gemengd gefinancierde betaaltelevisie als uit reclame-opbrengsten gefinancierde televisiezenders bevat.

Bovendien heeft de klant de mogelijkheid andere televisiezenders aan het pakket toe te voegen. In de noordse landen zijn een aantal betaaltelevisiezenders en andere versleutelde zenders in de handel.

(59) Er zijn in de noordse landen thans drie grote distributeurs: Multichoice (een distributieonderneming die eigendom is van FilmNet) en de distributieondernemingen Kinnevik en NT. De bedoeling is dat de RNH-distributie van uitzendingen door NSD uitsluitend via de moedermaatschappijen plaatsvinden (zie de punten 40 tot en met 42).

(60) De RNH-markt heeft een groot groeipotentieel. Vergeleken bij de doorgifte via kabelnetten vormt de rechtstreekse ontvangst een kleiner marktsegment (zie punt 62). (. . .) zijn er circa 720 000 rechtstreeks ontvangende huishoudens in de noordse landen (Zweden heeft circa 360 000 RNH-huishoudens, Denemarken 170 000, Noorwegen 160 000 en Finland ongeveer 30 000). De partijen ramen evenwel dat de RNH-markt in deze landen aan het eind van 1998 (. . .) miljoen huishoudens zal omvatten.

iii) De exploitatie van kabeltelevisienetten

(61) De kabelmaatschappijen bieden de huishoudens die op hun netten zijn aangesloten, de volgende diensten: onderhoud van het net, verkoop en marketing van televisiezenders. Bovendien richten de Kabelmaatschappijen zich op de SMATV-huishoudens om ook aan dit marktsegment televisiezenders te verkopen. Huishoudens die toegang tot betaaltelevisie wensen huren gewoonlijk een decoderingstoestel van de kabelmaatschappij. Kabelmaatschappijen hebben evenwel meestal hun eigen abonneebeheersystemen en abonneetoelatingssystemen die op hun eigen versleutelingssysteem zijn gebaseerd, en verkopen deze diensten aan omroepen die betaaltelevisie of andere versleutelde uitzendingen via het net willen doorgeven.

(62) Vanuit het oogpunt van de kijker zijn er aanzienlijke verschillen tussen de mogelijke doorgifteroutes - via de ether, rechtstreeks via de satelliet en via de kabel - zowel wat de technische vereisten betreft als in financieel opzicht. Terwijl de kijker voor ethertransmissie en satelliettelevisie slechts op eigen kosten een antenne of schotelantenne behoeft te installeren, moet voor kabeltelevisie een kabelnet worden onderhouden, dat door de kijker wordt gefinancierd door middel van kabelabonnementsgeld (zie IV/M.469 - MSG/Media Service). Zoals is uiteengezet, zijn thans ongeveer 4,3 miljoen van de 10 miljoen noordse huishoudens op kabeltelevisienetten aangesloten en zijn ongeveer 0,7 miljoen huishoudens op SMATV aangesloten, waarvan sommige het signaal van de kabelmaatschappijen ontvangen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(63) De kabeltelevisie is momenteel de voornaamste doorgifteroute voor televisiedistributie per satelliet in de noordse landen. De kabeltelevisiemarkt heeft evenwel een verzadigingspunt bereikt en vertoont nog slechts een langzame groei; verwacht wordt dat niet meer dan 50 à 60 % van de tien miljoen TV-huishoudens in de noordse landen in de nabije toekomst op een kabelnet zullen zijn aangesloten, voornamelijk wegens met het terrein samenhangende moeilijkheden en de spreiding van de bevolking over een groot geografisch gebied waarvan bekabeling oneconomisch zou zijn. Aangevoerd kan worden dat er een zekere mate van concurrentie tussen de kabeltelevisiemarkt en de RNH-markt bestaat. Voor een groot aantal thans niet op de kabel aangesloten huishoudens in de noordse landen is in de nabije toekomst evenwel geen keuze mogelijk tussen doorgifte via de kabel of rechtstreekse ontvangst.

Een ander element dat de keuze voor een huishouden kan beperken is het feit dat de aankoop van een schotelantenne om esthetische redenen wordt verboden door de huiseigenaar of door de eigenaarsvereniging in het geval van een appartementsgebouw. Tenslotte is een huishouden dat reeds op het kabelnet is aangesloten of over een satellietontvanger beschikt gewoonlijk niet bereid nog in een andere vorm van doorgifte te investeren ("lock-in"-effect). Om de bovengenoemde redenen lijkt de exploitatie van kabelnetten een onafhankelijke relevante markt.

(64) De noordse kabeltelevisiemarkt bestaat uit een aantal kabelnetten van verschillende omvang die op hun beurt uit meer afzonderlijke deelnetten bestaan. Aan de verschillende kopstations heeft de kabelmaatschappij gewoonlijk satellietschotels die op alle relevante satellieten zijn gericht.

VII. DE RELEVANTE GEOGRAFISCHE MARKT

i) Het verlenen van satelliettelevisie-transpondercapaciteit en verwante diensten aan omroepen

(65) Een omroep die naar een specifiek gebied wil uitzenden heeft een transponder met een "bedekkingsgebied" nodig (het geografische gebied waar de televisiesignalen die via een satelliet worden uitgezonden, door rechtstreeks ontvangende huishoudens met standaardontvangstapparatuur kunnen worden ontvangen) die het relevante geografische gebied bestrijkt.

(66) Het is voor de noordse huishoudens technisch mogelijk signalen van alle Europese satellieten te ontvangen. De kwaliteit van de ontvangst hangt af van de omvang van de ontvangende schotel en van de sterkte van het transpondersignaal. Economische en esthetische overwegingen zullen evenwel de omvang van de meest gebruikte schotels beperken en de noordse rechtstreeks ontvangende huishoudens zullen in de regel slechts over ontvangstapparatuur beschikken die signalen van bepaalde satellietposities kan ontvangen. Voor kabelmaatschappijen is de situatie volkomen anders daar zij, aangezien zij niet aan dezelfde economische en esthetische beperkingen zijn onderworpen als de rechtstreeks ontvangende huishoudens, signalen kunnen ontvangen uit bijna alle Europese satellietposities.

(67) Wat de doorgifte naar rechtstreeks ontvangende huishoudens betreft, kan het geografisch bereik van transponders worden afgebakend door de omvang van de schotel in aanmerking te nemen die nodig is om goede signalen van de desbetreffende transponders te ontvangen. Overeenkomstig de technische informatie (. . .) heeft de Société Européenne des Satellites (SES), die eigenaar is van de Astra-satellieten, haar voornaamste markten nader aangeduid als gebieden waar signalen kunnen worden ontvangen door schotels met een maximale diameter van 60 cm. Op basis van een schotel van 60 cm doorsnede zijn de noordse satellieten (Intelsat 702/PHor/TV-Sat en Sirius/Tele-X), de Astra-satellieten en de Eutelsat-satellieten voor noordse kijkers van belang.

(68) De transponders op de noordse satellieten hebben een bedekkingsgebied dat alle noordse kijkers met een schotel van 60 cm in staat stelt de signalen van deze transponders te ontvangen. Astra en Eutelsat zijn ook van belang voor de noordse regio, aangezien rechtstreeks ontvangende kijkers in heel Denemarken en in het zuiden van Noorwegen en Zweden met een schotel van 60 cm de signalen van een aantal transponders van deze satellieten kunnen ontvangen. Astra kan in Finland met een schotel van 60 cm niet worden ontvangen.

(69) Vanuit technisch oogpunt zouden de transponders op Astra en Eutelsat voor een omroep die zich alleen op Denemarken wil richten, even belangrijk zijn als de noordse transponders. Een omroep evenwel die alle noordse landen wil bereiken zal transponders die slechts een gedeelte van de noordse markt dekken, niet als een aantrekkelijk alternatief beschouwen. Voor een dergelijke omroep zal er een onvolmaakte vervanging zijn tussen de transponders van NSD en de transponders op Astra en Eutelsat. Dit wordt nog bevestigd door informatie (. . .) volgens welke er vóór de vaststelling van de posities van de noordse satellieten, geen transpondercapaciteit was met een voor de noordse landen ideaal bedekkingsgebied.

(70) Verder zij erop gewezen, dat Astra en Eutelsat, vergeleken met de noordse satellieten, internationale ondernemingen zijn die zich op Midden-Europa richten. Uit informatie (. . .) blijkt dat de kosten voor de huur van een transponder op Astra of Eutelsat (. . .) hoger zullen zijn dan die voor de huur van een noordse satelliettransponder. Indien NSD een aanzienlijk prijsverschil handhaaft zullen de transponders op Astra of Eutelsat geen alternatief zijn voor een omroep die een concurrerende positie in de noordse regio ambieert.

(71) In deze zaak zijn evenwel technische kwesties met betrekking tot de bedekkingsgebieden, de omvang van schotelantennes en de prijzen van transponders niet doorslaggevend voor de afbakening van de relevante geografische markt, omdat de voorgenomen operatie de toegang voor aanbieders van voor noordse kijkers geschikte transpondercapaciteit dermate zal bemoeilijken, dat de operatie als zodanig zal leiden tot de totstandkoming van een afzonderlijke noordse markt. Zoals in de beoordeling wordt uiteengezet, zal NSD, door haar zeggenschap over de transpondercapaciteit en haar banden met Kinnevik als belangrijke omroep en distributeur van noordse zenders, en door haar betrekkingen met TD en NT als belangrijke kabelmaatschappijen, kunnen beletten dat andere satellietexploitanten transponders verhuren aan omroepen die zich op noordse kijkers willen richten.

ii) Distributie van betaaltelevisie en andere versleutelde televisiezenders via satelliet naar rechtstreeks ontvangende huishoudens

(72) Rechtstreeks-naar-huis-distributie is een kleinhandelsactiviteit waarbij rechtstreeks plaatselijk contact met de kijker bestaat; FilmNet, Kinnevik en NT exploiteren nationale ondernemingen die deze diensten aanbieden. De marketing van de diensten geschiedt op nationaal niveau. Bovendien zal de operatie als zodanig de noordse regio afsluiten voor nieuwe distributie-ondernemingen, daar het voor een potentiële betreder van de markt in feite onmogelijk zal zijn een chipkaart met een aantrekkelijk programmapakket te vervaardigen (zie punten 138 tot en met 141). De markt zal waarschijnlijk nationaal zijn, maar of de markt nu als nationaal of noords wordt gedefinieerd, dit zal de beoordeling niet veranderen; deze vraag kan derhalve onbeantwoord blijven.

iii) Exploitatie van kabeltelevisienetten

(73) Concurrentie tussen exploitanten om aansluitingen te verwerven vindt op nationaal niveau plaats op het gebied van de marketing. Dit lijkt met name te gelden voor Denemarken. Kabelmaatschappijen worden in verschillende landen met uiteenlopende marktvoorwaarden geconfronteerd wat geografie, marketing en wetgeving betreft. De exploitatie van kabeltelevisienetten is derhalve een nationale markt.

VIII. DE BEOORDELING

(74) De voorgenomen operatie heeft in hoofdzaak betrekking op de volgende afzonderlijke markten:

A. Het aanbod van satelliettelevisie-transpondercapaciteit en verwante diensten aan omroepen.

B. De exploitatie van kabeltelevisienetten.

C. De distributie van betaaltelevisie en andere versleutelde televisiezenders per satelliet naar rechtstreeks ontvangende huishoudens.

De operatie zal de betrokken markten hetzij horizontaal hetzij via de totstandgekomen verticale verbindingen beïnvloeden. NSD zal na de operatie zeggenschap hebben over een geïntegreerde infrastructuur voor het aanbod van televisiediensten aan de noordse regio, en tevens het recht hebben om een aantal van de belangrijkste televisiezenders in het gebied door te geven.

In de beoordeling wordt allereerst aandacht besteed aan de gevolgen van de operatie voor de markt van transpondercapaciteit (deel A). Vervolgens worden de gevolgen van de operatie voor de markten voor kabeltelevisie (deel B) en de distributie van betaaltelevisie en andere versleutelde zenders per satelliet naar rechtstreeks ontvangende huishoudens behandeld (deel C). In deel D worden vraagstukken besproken met betrekking tot de economische en technische vooruitgang, in deel E zijn de door de partijen voorgestelde verbintenissen weergegeven. De conclusies van de Commissie worden in deel F uiteengezet.

A. HET AANBOD VAN SATELLIETTELEVISIETRANSPONDERCAPACITEIT EN VERWANTE DIENSTEN AAN OMROEPEN

A.1. Marktstructuur en capaciteit

a) De voor de noordse "Hot Bird" beschikbare transpondercapaciteit

(75) Er zijn thans vijf satellieten in de positie 1 graad westerlengte en 5 graden oosterlengte. Dit zijn:

- Thor met vijf transponders (. . . aantal door NSD te gebruiken transponders . . .);

- Intelsat met tien transponders (. . . aantal door NSD te gebruiken transponders . . .);

- TV-Sat met vijf transponders (. . . aantal door NSD te gebruiken transponders . . . );

- Sirius, eigendom van de Zweedse openbare onderneming NSAB, met vijf transponders (. . . aantal door NSD te gebruiken transponders . . . );

- Tele-X, eigendom van NSAB, met vijf transponders (aantal door NSD te gebruiken transponders . . . ).

Telenor bezit en exploiteert de satelliet Thor, die op 1 graad westerlengte is gesitueerd. Verder heeft Telenor de satelliet TV-Sat van het Duitse Telekom gehuurd en heeft zij bovendien alle transponders op de satelliet Intelsat gereserveerd; beide satellieten zijn eveneens gesitueerd op 1 graad westerlengte. Tegelijkertijd hebben Kinnevik en TD een overeenkomst met de Zweedse satellietexploitant NSAB gesloten voor de huur van vier transponders op de satelliet Sirius en twee transponders op de satelliet Tele-X, beide gesitueerd op 5 graden oosterlengte. De bedoeling is, dat deze overeenkomst vóór de aanvangsdatum van de operatie op NSD wordt overgedragen.

(76) NSD en haar moedermaatschappijen zullen rechtstreeks of onrechtstreeks zeggenschap hebben over het grootste deel van de voor de noordse "Hot Bird" beschikbare capaciteit. Van de in totaal 30 transponders in de positie 1 graad westerlengte en 5 graden oosterlengte zal NSD er onmiddellijk 19 huren.

b) Concurrentie van Astra en Eutelsat

(77) De partijen beweren dat de satellieten Astra en, in mindere mate, Eutelsat feitelijke concurrenten zijn van de noordse satellieten, omdat rechtstreeks ontvangende huishoudens in het zuiden van de noordse landen met standaardapparatuur signalen van sommige transponders van Eutelsat en Astra kunnen ontvangen. Volgens de partijen worden thans meer dan 50 transponders op Astra en Eutelsat gebruikt voor kanalen die zich richten op of van belang zijn voor huishoudens in de noordse regio.

(78) Het is juist, dat thans omstreeks 70 % van de rechtstreeks ontvangende huishoudens in de noordse landen hun schotelantennes op Astra hebben gericht. Bovendien hebben vrijwel alle noordse kabelnetten schotelantennes op Astra en Eutelsat gericht. Bedacht moet evenwel worden, dat alle zenders op Astra en Eutelsat, behalve de vier zenders van Kinnevik en een betaaltelevisiezender die van Astra naar noordse kijkers wordt doorgegeven, in een vreemde taal uitzenden en gericht zijn op andere, niet-noordse landen. Van enkele van deze zenders kan worden gezegd dat zij belangwekkend zijn voor noordse huishoudens, bij voorbeeld Eurosport en MTV Europe, en het is niet uitgesloten dat andere zenders in bepaalde regio's populair zijn (bij voorbeeld programma's in het Duits in het zuiden van Denemarken). Toch zijn nationale zenders verreweg het populairst. De nationale taal is voor de kijker het doorslaggevende element bij de keuze van een zender en voor efficiënte televisiereclame dient het bedrijfsleven van nationale zenders gebruik te maken.

(79) Bovendien richten Astra en Eutelsat zich op Midden-Europa. Zij hebben tot op heden geen bijzondere belangstelling voor de noordse regio aan de dag gelegd en de bedekkingsgebieden van deze satellieten omvatten niet de gehele noordse regio. De bedekkingsgebieden van de satellieten waarover NSD zeggenschap heeft omvatten daarentegen met name de noordse kijkers. Daarom zullen omroepen die transponders van NSD gebruiken een voordelige positie verwerven ten opzichte van concurrenten die geen toegang tot deze transponders hebben. Hoe dan ook zullen Astra en Eutelsat geen belangrijke concurrenten voor de "Hot Bird" van NSD zijn als aanbieders van transponders aan omroepen die zich op noordse kijkers willen richten. De redenen hiervoor zijn:

i) Het belang van de televisiezenders van Kinnevik

Via Kinnevik als omroep zal NSD in staat zijn op exclusieve basis een aantal zeer populaire televisiezenders aan te bieden. Als gevolg hiervan zullen de meeste rechtstreeks ontvangende kijkers in de noordse landen hun schotels op NSD-satellieten richten.

ii) De band met Kinnevik als grote distributieonderneming

Het zal voor omroepen die zich op de noordse RNH-markt richten van vitaal belang zijn om toegang te verkrijgen tot het pakket satelliettelevisiezenders van Viasat, wegens de zuigkracht van de populaire zenders van Kinnevik die daar worden aangeboden. Door de operatie zal Viasat de enige verspreider van deze van de NSD-satellieten afkomstige zenders zijn. Het zal daarom voor omroepen van groot gewicht zijn zowel toegang tot de NSD-satellieten te hebben als aan het distributiepakket van Viasat deel te nemen.

iii) De band met de moedermaatschappijen als grote kabelmaatschappijen

Gezien de band van NSD met TD en NT als grote kabelmaatschappijen moet een omroep rekening houden met de mogelijkheid dat hij geen toegang zal krijgen tot een groot gedeelte van de noordse kabelnetten wanneer hij via Astra of Eutelsat uitzendt.

iv) Het prijsverschil

[ . . . ].

v) Geen capaciteit op Astra en Eutelsat

De transpondercapaciteit op Astra en Eutelsat is momenteel volledig bezet.

i) Het belang van de televisiezenders van Kinnevik

(80) De betrekkingen tussen Kinnevik als omroep en NSD als aanbieder van transponderdiensten zullen de partijen goed van pas komen bij de oprichting van een noordse "Hot Bird". NSD zal een pakket van omstreeks (15-30) programma's aanbieden, met inbegrip van de programma's van TV3 van Kinnevik. Deze programma's spelen een belangrijke rol bij de totstandbrenging van de noordse "Hot Bird". Bij de oprichting (TV3 Zweden in 1989 en vervolgens TV3 Denemarken en TV3 Noorwegen in 1991) werden deze programma's via Astra uitgezonden. De TV3-zenders werden in deze landen bijzonder populair. Volgens de partijen kan TV3 door ongeveer 50 % van alle huishoudens in Zweden, Noorwegen en Denemarken worden ontvangen. Uit informatie van kabelmaatschappijen blijkt dat meer dan 70 % van hun kijkers regelmatig naar TV3 kijken en dat deze zender tot de vier populairste zenders in elk land behoort. De kabelmaatschappijen gaven meestal aan, dat TV3 de belangrijkste zender is die zij doorgeven, afgezien van de nationale op aarde doorgegeven zenders. In dit verband moet worden bedacht dat noordse kijkers de nationale zenders kunnen ontvangen zonder een schotelantenne te hoeven aan te schaffen of zich op het kabelnet te laten aan te sluiten. Daarom is de enige reden voor een huishouden om een schotelantenne te kopen of kabeltelevisie te nemen de toegang tot extra zenders, waarvan TV3 de belangrijkste is.

(81) Daarnaast zullen de partijen binnenkort in staat zijn aantrekkelijke televisiezenders aan het pakket toe te voegen. Kinnevik bezit twee andere zenders (TV6, TVG, Z-TV) die eveneens uitsluitend via NSD-transponders zullen worden doorgegeven.

(82) Waarschijnlijk zal Astra na de operatie geen grote aanbieder van televisieprogramma's via de satelliet op de noordse markt meer zijn. Thans worden vijf transponders op Astra voor noordse televisiezenders gebruikt; vanaf Eutelsat wordt geen enkele noordse zender doorgegeven. Vier van de vijf noordse transponders op Astra worden gehuurd door Kinnevik en gebruikt voor haar zenders TV3 Denemarken, TV3 Zweden, TV3 Noorwegen en TV1000. Als gevolg van de operatie (. . .).

(83) Die vier transponders van Kinnevik op Astra (. . .).

(84) Verder zal NSD ook de populairste televisiezenders van Astra in een vreemde taal in de noordse landen aanbieden: Eurosport, Discovery, Children's Channel, CNN Int., MTV Europe. (. . .) zullen, in een aantrekkelijker noordse versie, in het pakket van NSD worden opgenomen. (. . .) overwegen ook andere internationale zenders een noordse versie van hun programma's uit te zenden door middel van ondertiteling of nasynchronisatie. Het is zeer waarschijnlijk dat ook deze programma's via NSD-satellieten zullen worden doorgegeven. NT heeft exclusieve rechten inzake de distributie van (. . .) in de noordse regio. Ongetwijfeld zullen deze rechten op NSD worden overgedragen, en het is waarschijnlijk dat NSD exclusieve rechten voor andere populaire zenders zal kunnen verwerven.

(85) Gezien het bovenstaande heeft het er alle schijn van dat omroepen de doorgifte van de noordse zenders via Astra zullen staken en dat Astra niet veel populaire zenders in vreemde talen aan noordse kijkers zal kunnen aanbieden die zij niet via de noordse satellieten kunnen ontvangen, sommige zelfs in een noordse versie.

(86) De positie van NSD zal waarschijnlijk nog verder worden verstrekt doordat de nationale omroepen in Denemarken voornemens zijn satellietzenders op te richten als aanvulling op de op aarde gedistribueerde zenders. NSD lijkt de enige realistische distributiemogelijkheid voor deze ondernemingen. Verder zal de opneming van deze ondernemingen in NSD de samenwerking van mogelijk sterke omroepen met potentiële concurrenten van NSD die satelliettelevisie willen uitzenden naar de noordse regio, verhinderen.

(87) De partijen ontkennen de sterke positie van de zenders van Kinnevik niet. Integendeel, zij beschouwen deze zenders als een doorslaggevend element in de operatie. Uit door de partijen verstrekte informatie blijkt dat zij de verwachting van de Commissie delen dat, na en als gevolg van de operatie, de meeste schotelantennes in het gebied gericht zullen zijn op 1 graad westerlengte of 5 graden oosterlengte.

(88) De erkenning van de partijen dat de meeste schotelantennes in het gebied (waarvan 70 % thans op Astra is gericht) zich op de noordse satellieten zullen oriënteren zodra TV3 van Astra naar deze satellieten wordt verplaatst, lijkt de conclusie te rechtvaardigen dat TV3 voor de meeste noordse rechtstreeks ontvangende huishoudens verreweg de belangrijkste via de satelliet doorgegeven zender is en lijkt tevens de eerdergenoemde "zuigkracht" van de Kinnevik-zenders te bevestigen.

(89) De partijen stellen dat de door Astra en Eutelsat doorgegeven TV-zenders aantrekkelijk zullen blijven voor noordse rechtstreeks ontvangende huishoudens en wijzen erop dat het mogelijk is signalen van meer dan één satellietpositie te ontvangen wanneer bepaalde apparatuur wordt gebruikt. Deze apparatuur omvat gemotoriseerde schotelantennes en vaste schotelantennes met hulpapparatuur. Wanneer zij dit wensen, kunnen de kijkers ook een extra vaste schotel aanschaffen.

(90) Het lijkt evenwel duidelijk dat er een aantal problemen met deze apparatuur zijn. De grote omvang van de schotelantennes die voor hulpapparatuur nodig is brengen esthetische en plaatsingsproblemen mee. Verder zijn zij kostbaar. De hoge kosten van gemotoriseerde schotelantennes en tweede schotels pleiten eveneens tegen deze oplossingen. (. . .) hebben een prijsverschil in de verhouding 2: 1 genoemd tussen hulp- en standaardapparatuur. Gemotoriseerde schotels zijn nog duurder, en de kosten voor de aanschaf van twee standaardschotels behoeven geen betoog.

Bovendien lijkt het, zelfs wanneer dergelijke oplossingen goedkoop zouden zijn en gemakkelijk in een huishouden zouden kunnen worden geïntegreerd, niet waarschijnlijk dat een consument die met standaardapparatuur (15-30) kanalen van NSD kan ontvangen geld zal willen uitgeven voor andere apparatuur om nog meer zenders via Astra of Eutelsat te kunnen ontvangen.

(91) Het is derhalve duidelijk dat als gevolg van de operatie heel weinig noordse rechtstreeks ontvangende huishoudens hun schotels op Astra, Eutelsat of andere satellieten zullen richten en dat derhalve omroepen met noordse kijkers als doelgroep deze satellieten niet als alternatief voor NSD zullen beschouwen.

ii) De band met Kinnevik als grote distributieonderneming

(92) Een omroep die via Astra of Eutelsat uitzendt, zal van het pakket satelliettelevisiezenders van NSD worden uitgesloten. In de noordse landen worden satelliettelevisiezenders aangeboden in pakketten; dank zij de transactie zal NSD zeer aantrekkelijke pakketten kunnen aanbieden. Uitsluiting van de zenderpakketten van NSD brengt een omroep in een zeer nadelige positie ten opzichte van NSD-omroepen. Het is zeer onwaarschijnlijk dat dergelijke omroepen in staat zouden zijn nieuwe pakketten te ontwikkelen die kunnen concurreren met het zenderpakket van NSD. Een andere optie is toetreding tot de zenderpakketten van FilmNet. In vergelijking met het gebodene van de NSD-pakketten (dat wil zeggen de Kinnevik-zenders met inbegrip van TV3, de noordse versies van andere zenders, zie punten 80 tot en met 84 hiervoor), zal het FilmNet-pakket (zie punt 135) voor een omroep echter geen aantrekkelijke keuze zijn. Bovendien ondermijnt de transactie de positie van FilmNet als belangrijk deelnemer op deze markt (zie punt 143).

iii) De band met de moedermaatschappijen als grote kabelmaatschappijen

(93) Een omroep die uitzendt via Astra of Eutelsat dient er rekening mee te houden dat hij wordt uitgesloten van een aanzienlijk deel van de noordse kijkers met een aansluiting op het kabelnet. Momenteel bereiken de partijen ongeveer (20-30 %) van de circa vijf miljoen huishoudens met een aansluiting op een kabeltelevisienet of een SMATV-net in de noordse landen. Met de invoering van de digitale technologie zal NSD echter een veel groter aandeel van het kabeltelevisienet in de noordse landen in handen krijgen, omdat zij de zeggenschap krijgt over de toegang tot de noordse kabeltelevisienetten (zie punt 131).

iv) Het prijsverschil

(94) Alles wijst erop, dat NSD aan omroepen transponders te huur zal aanbieden tegen lagere prijzen dan Astra en Eutelsat. Dit is voornamelijk toe te schrijven aan het verschil in het aantal huishoudens dat wordt bestreken door het noordse bedekkingsgebied van NSD en de Middeneuropese bedekkingsgebieden van Astra en Eutelsat. Dit verschaft omroepen die zich op noordse kijkers richten een prijsvoordeel op de NSD-satellieten in vergelijking met omroepen die geen toegang hebben tot de NSD-satellieten. Daarbij komt, dat een omroep die via Astra of Eutelsat uitzendt slechts ongeveer 70 % van de potentiële noordse rechtstreekse ontvangers kan bereiken, terwijl concurrenten via de NSD-satellieten alle noordse huishoudens kunnen bereiken met standaard ontvangstapparatuur. Alleen al om deze redenen zullen de meeste omroepen die zich richten op noordse kijkers, transponders op Astra en Eutelsat niet als bruikbare alternatieven voor de NSD-transponders beschouwen.

v) Geen capaciteit op Astra en Eutelsat

(95) Alle transpondercapaciteit op Astra en Eutelsat is in gebruik, terwijl de markt voor TV-transpondercapaciteit zich thans kenmerkt door een toenemende vraag en een schaars aanbod. Voorts heeft Kinnevik, die op dit moment vier op de noordse regio gerichte Astra-transponders huurt (. . .).

c) Potentiële concurrentie van toekomstige capaciteit

(96) De partijen verwachten dat de huidige situatie, waarin een tekort aan transponders heerst, zal veranderen wegens een flinke toename van het aantal transponders in de nabije toekomst.

i) Astra/Eutelsat

(97) De partijen hebben aangevoerd, dat Astra voornemens is in 1995 een nieuwe satelliet te lanceren waardoor haar transpondercapaciteit van 65 tot 82 zal toenemen, alsmede in 1996 een tweede nieuwe satelliet die de transpondercapaciteit op 102 zal brengen. Andere satellietexploitanten met een Europees bereik, bij voorbeeld Eutelsat, zullen eveneens in de nabije toekomst nieuwe satellieten lanceren en daarmee de totale transpondercapaciteit vergroten.

(98) Astra, Eutelsat en andere satellietexploitanten zijn voornemens en zullen de transpondercapaciteit in de komende jaren te vergroten door de lancering van nieuwe satellieten. Volgens de thans bij de Commissie bekende informatie zullen er voor de noordse omroepen echter in ieder geval de komende drie tot vier jaar geen transponders beschikbaar komen. Zelfs wanneer er wel transponders voor het noordse gebied beschikbaar zouden zijn, zouden deze niet volstaan om een pakket samen te stellen dat op commerciële basis met dat van NSD kan concurreren.

ii) NSAB

(99) De partijen hebben in een schrijven van 12 april 1995 verklaard dat de Zweedse satellietexploitant NSAB bekend heeft gemaakt voornemens te zijn een satelliet met 32 transponders te lanceren die medio 1997 operationeel moet worden. Deze 32 nieuwe transponders vallen echter onder (. . . de bijzondere rechten van Kinnevik en TD (zie ook punt 37) . . .). Deze overeenkomsten staan niet in rechtstreeks verband met en zijn niet noodzakelijk voor de operatie. Zij zijn dan ook geen bijkomend onderdeel van de operatie en dienen te worden getoetst aan artikel 85 van het Verdrag.

iii) Nieuwe marktdeelnemers die gebruik maken van nieuwe satellieten

(100) Het is onwaarschijnlijk dat nieuwe marktdeelnemers TV-satellieten zullen lanceren en exploiteren voor uitzendingen in de noordse regio. De partijen hebben verklaard dat de kosten van de bouw van een satelliet variëren van 40 tot 100 miljoen ecu. Hierbij komen nog de kosten voor de lancering, die kunnen oplopen van 20 tot 75 miljoen ecu, alsmede de verzekeringskosten van ongeveer 20 % van het verzekerde verlies (bestaande uit de bouw- en lanceringskosten). Over het algemeen liggen er vijf jaar tussen het moment dat wordt besloten een nieuwe satelliet te bouwen en het moment dat de satelliet kan beginnen met uitzenden.

iv) Nieuwe marktdeelnemers die gebruik maken van tweedehands satellieten

(101) De partijen stellen dat er een tweedehands markt bestaat voor operationele satellieten, hetgeen betekent dat potentiële exploitanten een operationele satelliet kunnen kopen of huren en deze in de door hen gewenste positie kunnen plaatsen. In verband hiermee wijzen de partijen erop, dat de satellieten die thans gesitueerd zijn op 1 graad westerlengte en 5 graden oosterlengte "tweedehands satellieten" zijn. Voorts hebben de partijen aangevoerd dat het mogelijk is een satelliet te kantelen zodat het gehele bedekkingsgebied wordt verplaatst.

(102) Volgens de bij de Commissie beschikbare informatie is het echter, ondanks de mogelijkheid de satelliet op een andere regio van de aarde te richten, onwaarschijnlijk dat op die wijze een optimaal bedekkingsgebied wordt verkregen, daar de satelliet oorspronkelijk niet werd ontworpen voor de nieuwe regio. Daarbij komt dat, zelfs wanneer een onafhankelijke satellietexploitant voor een dergelijke operatie zou kiezen, de satelliet zou concurreren met de "Hot Bird" van NSD, die beschikt over belangrijke concurrentievoordelen wegens het aanbod van (15-30) televisiezenders, waaronder verscheidene noordse zenders die niet voor andere satellietexploitanten dan NSD toegankelijk zijn.

(103) Gelet op het bovenstaande lijkt het onwaarschijnlijk dat het voor een nieuwe onderneming economisch haalbaar zou zijn tot de markt voor de verstrekking van transpondercapaciteit aan het noordse gebied toe te treden door gebruik te maken van tweedehands satellieten.

d) Digitalisering

(104) Door invoering van digitale technologie wordt de capaciteit van een satelliet vijf- tot tienmaal zo groot (. . .) dat digitalisering op commerciële basis in de komende één tot twee jaar zal plaatsvinden. Voor de overschakeling van analoge naar digitale technologie is het echter nodig dat het overgrote deel van de ontvangstapparatuur van de kabelnetten en de rechtstreeks ontvangende huishoudens wordt vervangen, waarmee aanzienlijke investeringen gemoeid zijn. De rechtstreeks ontvangende huishoudens dienen ten minste te investeren in een digitaal decoderingstoestel, waarvan de kosten tussen (. . .) ecu liggen. Alleen al daarom erkennen nagenoeg alle ondernemingen die de Commissie informatie hebben verschaft, dat het verscheidene jaren zal duren voordat de meerderheid van de noordse huishoudens die satelliettelevisie ontvangen, zullen investeren in de benodigde apparatuur. (. . .) is men het er in het algemeen over eens, dat de volledige overschakeling op de digitale technologie niet voor het einde van de eeuw een feit zal zijn, maar dat gedurende een redelijk lange periode analoge en digitale transmissie naast elkaar zullen blijven bestaan. In deze overgangsperiode zal dus zowel digitale als analoge doorgifte van televisiezenders plaatsvinden en zal de capaciteitsbehoefte groter zijn dan vóór de digitalisering.

(105) NSD verwerft voorts de controle over de transpondercapaciteit van de noordse satellieten; het is niet duidelijk waarom digitalisering het voor een potentiële nieuwe leverancier van transpondercapaciteit aantrekkelijker zou maken capaciteit voor het noordse gebied aan te bieden. Het ligt, gelet op het voorgaande, meer voor de hand te concluderen dat een potentiële leverancier van dergelijke capaciteit in de digitale omgeving geen transpondercapaciteit voor het noordse gebied zal aanbieden.

(106) De behoefte aan meer zenders voor gespecialiseerde betaal-TV, video-op-verzoek en dergelijke zou kunnen betekenen dat er een grote vraag naar digitale doorgiftecapaciteit ontstaat. Uit aan de Commissie verstrekte informatie blijkt dat de door digitalisering geschapen capaciteit gemakkelijk zou kunnen worden geabsorbeerd door de invoering van nieuwe, capaciteitsintensieve produkten zoals video-op-verzoek. Op basis daarvan moet worden verondersteld dat de toename van de transpondercapaciteit in het noordse gebied als gevolg van de invoering van de digitale technologie door NSD zelf zal worden geabsorbeerd.

A.2. Conclusie

(107) In haar mededeling van 10 juni 1994 over satellietcommunicatie, inzake de verstrekking van en de toegang tot capaciteit in het ruimtesegment, heeft de Commissie aangekondigd de mededingingsregels te zullen toepassen om alle nationale beperkingen op de toegang tot de ruimtesegmenten weg te nemen. Dit werd nogmaals bevestigd in de Mededeling van de Commissie aan het Europese Parlement en de Raad over de stand van zaken en de tenuitvoerlegging van Richtlijn 90/388/EEG betreffende de mededinging op de markten voor telecommunicatiediensten (COM(95) 113 def. van 4 april 1995). In het bijzonder heeft zij verklaard dat het niet de bedoeling is dat voormalige machtsposities van nationale telecommunicatie-exploitanten die voortvloeiden uit nationale wetgeving, direct of indirect worden vervangen door machtsposities van particuliere ondernemingen als gevolg van commerciële overeenkomsten.

(108) Als gevolg van de transactie verwerft NSD een machtspositie op de markt voor satelliettelevisie-transponderdiensten voor het noordse gebied. Telenor heeft thans zeggenschap over alle drie satellieten gesitueerd op 1 graad westerlengte, terwijl NSD op grond van overeenkomsten met NSAB (de Zweeds satellietexploitant) de zeggenschap over alle transpondercapaciteit op 5 graden oosterlengte verwerft.

(109) Door de zeggenschap over de transpondercapaciteit, de banden met Kinnevik als een belangrijk TV-station van noordse televisiezenders en distributeur van satelliettelevisiezenders naar rechtstreeks ontvangende huishoudens, alsmede de banden met de moedermaatschappijen als kabelmaatschappijen, kan NSD verhinderen dat andere satellietexploitanten aan omroepen transponders verhuren.

(110) Hoewel Astra en Eutelsat als concurrenten kunnen worden beschouwd, zullen zij geen transponders kunnen aanbieden aan omroepen die het noordse publiek wensen te bereiken. Van de vijf "noordse" transponders op de Astra heeft Kinnevik zeggenschap over vier; in dit verband dient te worden bedacht dat (. . .). Dit zal bijdragen tot een versterking van de machtspositie van NSD en toont aan dat de partijen de bedoeling hebben Astra van concurrentie uit te sluiten. Om deze redenen kan worden gesteld dat NSD op de korte termijn een machtspositie zal verwerven op de markt voor transponders die geschikt zijn voor het doorgeven van televisiesignalen aan noordse kijkers.

(111) Op de middellange tot lange termijn (1996 en daarna) is het zeer onwaarschijnlijk dat nieuwe satellietexploitanten, Astra of Eutelsat in staat zouden zijn de machtspositie van NSD te beconcurreren. In de komende twee tot drie jaar zal op Astra en Eutelsat of andere niet door NSD gecontroleerde satellieten onvoldoende capaciteit over zijn. Het zal nog langer duren voordat de digitalisering van invloed is op het aanbod van transpondercapaciteit. De extra capaciteit die dank zij de digitalisering beschikbaar komt zal waarschijnlijk door NSD worden geabsorbeerd. Voorts zal de concurrentie binnen NSD worden bepaald door NSD, daar zij kan bepalen welke ondernemingen via NSD zullen uitzenden. Het is daarom waarschijnlijk, dat NSD haar machtspositie op deze markt ook op de middellange tot lange termijn zal handhaven.

(112) De voorgaande conclusies worden verder versterkt door het bestaan van de (. . . bijzondere rechten) voor 5 graden oosterlengte, ook wanneer deze niet als een bijkomend onderdeel van de operatie moeten worden beschouwd en derhalve aan artikel 85 van het Verdrag moeten worden getoetst.

B. DE EXPLOITATIE VAN KABELTELEVISIENETTEN

B.1. Marktstructuur

(113) In het noordse gebied ontvangen ongeveer 4,2 miljoen van de 10 miljoen huishoudens kabeltelevisie. Het aantal kabeltelevisie-aansluitingen zal naar verwachting de komende jaren slechts geleidelijk toenemen, aangezien de meeste gebieden waarin het economisch haalbaar is om kabels te leggen, inmiddels zijn bekabeld. In vergelijking met andere Europese landen kenmerkt de noordse kabeltelevisiesector zich door fysiek kleinere eenheden, waarbij elk net over het algemeen relatief weinig aansluitingen telt. Enkele grote exploitanten met grote aantallen eenheden hebben echter zeggenschap over ongeveer 80 % van alle aansluitingen in het noordse gebied.

a) Denemarken

(114) Denemarken telt ongeveer 2,3 miljoen huishoudens, waarvan 1,05 miljoen zijn aangesloten op kabelnetten en 250 000 op SMATV-netten. TD Kabel-TV, eigendom van TD, exploiteert het grootste net en bedient ongeveer (600-700 000) huishoudens met een kabel- of SMATV-aansluiting (ongeveer 50 % van alle huishoudens met kabeltelevisie en SMATV aansluiting). De op één na grootste exploitant is Stofa A/S met ongeveer (100-150 000) huishoudens. Stofa valt onder de zeggenschap van Telia, de Zweedse telecommunicatie-exploitant. Naast deze twee exploitanten is een groot aantal antenneverenigingen op de markt werkzaam.

(115) tot op heden was het niet mogelijk de Deense kabeltelevisiemarkt te betreden met een volledig produktassortiment, daar TD het wettelijke monopolie had op de eigendom van commerciële kabeltelevisie-infrastructuur en op de kabeltransmissie van televisiesignalen over de gemeentegrenzen heen. Op grond van een parlementair besluit van april 1995 zal de Deense wetgeving inzake telecommunicatie- en kabeltelevisie-activiteiten echter in twee fasen worden geliberaliseerd: de eerste fase is voltooid op 1 juli 1995, de tweede ten laatste op 1 januari 1998. In de eerste fase wordt aan andere kabelmaatschappijen dan TD toegestaan kabelnetinfrastructuur in eigendom te hebben. Totdat de tweede fase ingaat, blijft TD echter het uitsluitende recht houden op de verstrekking van de infrastructuur voor het doorgeven van radio- en televisiesignalen, alsmede op de verrichting van andere telecommunicatiediensten over de gemeentegrenzen heen. Derden krijgen op huurlijnbasis het recht gebruik te maken van de infrastructuur van TD, maar blijven uitgesloten van de doorgifte over de gemeentegrenzen heen via hun eigen infrastructuur. Denemarken heeft 275 gemeenten, die gemiddeld 19 000 inwoners tellen.

(116) Dat andere ondernemingen dan TD ondanks de liberalisering uitgesloten blijven van het recht infrastructuur aan te bieden voor de doorgifte van signalen over de gemeentegrenzen heen, betekent dat aan concurrenten de schaalvoordelen waarvan TD profiteert, worden ontzegd. Voorts zal TD zich in een positie bevinden waarin zij kennis kan nemen van de strategische overwegingen van haar concurrenten, aangezien alle door de concurrenten aangeboden diensten een contractuele overeenkomst met TD vereisen voor het gebruik van haar infrastructuur. Daartegenover kan TD diensten aanbieden, zonder dat zij behoeft te onderhandelen over de voorwaarden voor het gebruik van de infrastructuur van een andere onderneming.

(117) Het wettelijke monopolie van TD heeft ertoe geleid, dat zij een zeer sterke positie op de Deense kabeltelevisiemarkt heeft verworven. De tenuitvoerlegging van de eerste liberaliseringsfase betekent een gedeeltelijke afschaffing van de uitsluitende rechten van TD, maar zij zal niettemin nog steeds een vorm van wettelijke bescherming genieten, waardoor zij haar positie zal kunnen handhaven of zelfs versterken. Ofschoon de wetgeving naar verwacht zal veranderen, is toetreding tot de markt door nieuwe marktdeelnemers onwaarschijnlijk wegens de grote investeringen die nodig zijn voor de opbouw van een kabelnet en de reeds bestaande machtspositie van TD. De voorgestelde concentratie leidt tot een versterking van de machtspositie van TD (zie B.2-3 hierna).

(118) De Deense particuliere kabelmaatschappij Stofa A/S heeft bij de Commissie een klacht ingediend betreffende de Deense wetgeving inzake kabeltelevisie. De Commissie heeft de Deense Regering verzocht te reageren (6) op de door Stofa aan de orde gestelde problemen. De Commissie heeft de Deense autoriteiten verzocht om intrekking van de huidige bepalingen die het particuliere ondernemingen verbieden kabeltelevisienetten in eigendom te hebben en ervoor te zorgen dat het andere ondernemingen dan TD wordt toegestaan signalen door te geven over de Deense gemeentegrenzen heen.

b) Noorwegen

(119) Noorwegen telt ongeveer 1,9 miljoen huishoudens waarvan 565 000 met een kabelaansluiting en 120 000 met een SMATV-aansluiting. Drie grote kabelmaatschappijen bestrijken ongeveer 70 % van de huishoudens met een kabelaansluiting. Telenor Avidi, eigendom van NT, is met 190 000 aansluitingen de grootste kabelmaatschappij (ongeveer 30 % van het totaal aantal aansluitingen). Janco Kabel-TV AS, eigendom van Helsinki Media SA, heeft ongeveer 22 % van alle aansluitingen in handen, de resterende 20 % wordt bediend door Norkabel AS. Norkabel is eigendom van TCI en andere ondernemingen.

(120) In Noorwegen is voor het doorgeven van satelliettelevisieprogramma's via kabelnetten geen bijzondere vergunning vereist. Kabelmaatschappijen zijn wettelijk verplicht de nationale televisiestations NRK en TV2 door te geven. In de Noorse wetgeving is verder bepaald dat overeenkomsten betreffende de doorgifte van satellietprogramma's een clausule dienen te omvatten op grond waarvan Noorse kabelnetten onder gelijke voorwaarden tot de overeenkomst mogen toetreden.

(121) Hoewel NT marktleider is, hebben de drie concurrenten op de Noorse markt voor kabeltelevisie een ongeveer even sterke positie en heeft NT thans waarschijnlijk geen machtspositie. Volgens de Noorse mededingingsautoriteiten wordt de rechtstreekse concurrentie tussen kabelmaatschappijen voor een belangrijk deel mogelijk gemaakt doordat ongeveer twee derde van alle aangesloten huishoudens de mogelijkheid hebben om voor een alternatieve kabelmaatschappij te kiezen. Verwacht wordt, dat de Noorse kabeltelevisiemarkt met 2 à 3 % per jaar zal groeien en dat de penetratie zal toenemen tot 40 à 50 % van het totale aantal huishoudens.

c) Zweden

(122) Zweden telt ongeveer 3,9 miljoen huishoudens waarvan zo'n 1,9 miljoen met een kabelaansluiting en zo'n 600 000 met een SMATV-aansluiting. Svenska Kabel-TV AB, eigendom van Telia AB (onder zeggenschap van de Zweedse Staat), is met 1,2 miljoen aansluitingen de belangrijkste maatschappij (ongeveer 50 % van alle aansluitingen). (. . .) Kinnevik heeft een belang van 37,4 % in de op één na grootste kabelmaatschappij Kabelvision AB (waarvan het meerderheidsbelang in handen is van (. . .), die ongeveer 300 000 abonnees (ongeveer 18 % van het totaal) heeft. Twee andere ondernemingen, Stjern-TV AB en Sweden-On-Line AB, hebben ongeveer 150 000 abonnees. In 1992 werd de wet op de kabeltelevisie aangenomen, waarbij alle belangrijke wettelijke belemmeringen voor toegang tot de markt werden weggenomen.

(123) Kinnevik heeft een belang van 37,4 % in Kabelvision en (. . .). In 1993 stopte Kabelvision met de doorgifte van de betaaltelevisiezenders van FilmNet; pas na ingrijpen van de Zweede mededingingsautoriteiten begon Kabelvision in 1994 weer met de doorgifte van FilmNet. Het is op basis hiervan redelijk, te stellen dat Kinnevik een belangrijke invloed heeft op het commerciële beleid van Kabelvision. Alleen al het feit dat potentiële concurrenten rekening moeten houden met de mogelijkheid dat Kinnevik de commerciële strategie van Kabelvision beïnvloedt, volstaat om de gedragingen van de concurrenten te beïnvloeden.

d) Finland

(124) Finland telt ongeveer 1,9 miljoen huishoudens waarvan ongeveer 780 000 met een kabelaansluiting en 100 000 met een SMATV-aansluiting. De grootste kabelmaatschappij is Helsinki Television OY, eigendom van Helsinki Media, met ongeveer 190 000 aangesloten huishoudens (ongeveer 20 % van alle aansluitingen). De op één na grootste exploitant is Telecom Kabel-TV OY, eigendom van de openbare telecommuncatie-exploitant, met ongeveer 120 000 aansluitingen. Vier kleinere ondernemingen hebben marktaandelen van 4 à 6 %, de rest (ongeveer 40 % van alle aansluitingen) is in handen van een groot aantal kleine ondernemingen.

(125) De partijen bij de transactie zijn niet actief op de Finse markt voor kabeltelevisie. (. . .).

B.2. Invloed van NSD op de kabeltelevisiemarkt

(126) De door de Commissie ondervraagde kabelmaatschappijen hebben verklaard dat zij om redenen van concurrentie het NSD-programmapakket moeten doorgeven in ten minste Denemarken, Noorwegen en Zweden. Wegens de machtspositie van NSD op de transpondermarkt verschaft dit haar een sterke positie ten opzichte van de kabelmaatschappijen, aangezien deze maatschappijen over de toegang tot de televisiezenders van NSD zullen moeten onderhandelen met NSD zelf in plaats van rechtstreeks met de omroepen, zoals nu nog het geval is. De oprichting van NSD zou dan ook een belangrijke verandering van de onderhandelingspositie van de kabelmaatschappijen tot gevolg hebben.

(127) De partijen hebben aangevoerd dat de oprichting van NSD onafhankelijke kabelmaatschappijen niet zou verhinderen, rechtstreeks met Kinnevik te onderhandelen over TV3 en andere zenders van Kinnevik indien zij niet met NSD wensen te onderhandelen. Hoewel de NSD-overeenkomsten dit inderdaad niet beletten, moet ervan worden uitgegaan dat het in het belang van de partijen is de Kinnevik-zenders als onderdeel van een NSD-pakket aan te bieden. Voorts zouden onafhankelijke omroepen met NSD moeten onderhandelen over de zenders waarvoor NSD waarschijnlijk uitsluitende rechten zal verkrijgen (. . . vermelding van de zenders. . .), alsmede waarschijnlijk andere zenders aangezien NSD ernaar streeft dergelijke uitsluitende rechten te verkrijgen. Het lijkt er dan ook op, dat voor de meeste kabelmaatschappijen rechtstreekse onderhandelingen met NSD over de doorgifte van het NSD-pakket de meest realistische keuze vormt. Een kabelmaatschappij zou in beginsel de programma's ook via Astra kunnen ontvangen, of van andere satellieten die niet onder de zeggenschap van NSD vallen, in welk geval zij rechtstreeks met de omroepen zouden onderhandelen. Via Astra en andere satellieten zullen echter alleen programma's in andere dan de noordse talen beschikbaar zijn.

(128) De onafhankelijke kabelmaatschappijen in Denemarken, Noorwegen en Zweden zouden voorts over de prijzen en andere voorwaarden moeten onderhandelen met een concurrent (dit is tevens het geval als de kabelmaatschappijen rechtstreeks met Kinnevik onderhandelen, aangezien Kinnevik een onderdeel is van NSD). Dit geldt ook voor de gebieden waar de huishoudens kunnen kiezen tussen een kabelaansluiting of de aanschaf van een particuliere schotelantenne, omdat NSD eveneens de zeggenschap over de markt van rechtstreekse ontvangers verwerft. NSD komt op die manier in een positie waarin zij kan discrimineren met prijzen of aan onafhankelijke kabelmaatschappijen voorwaarden kan opleggen en zo de kabelmaatschappijen die eigendom zijn van de moedermaatschappijen of haar rechtstreekse ontvangers kan bevoordelen.

(129) Verscheidene onafhankelijke kabelmaatschappijen die de Commissie informatie hebben verstrekt hebben blijk gegeven van grote bezorgdheid over mogelijke discriminatie door NSD om haar eigen belangen te bevoordelen. Zelfs bij gebreke van discriminatie zou NSD nog in staat zijn aan haar positie op de kabeltelevisiemarkten voordeel te ontlenen, wegens haar machtspositie op de transpondermarkt.

(130) De partijen hebben verklaard voornemens te zijn in de digitale omgeving gezamenlijk een coderingssysteem en kopstation voor de noordse regio (. . .) in te voeren. NSD krijgt de zeggenschap over het versleutelingssysteem en het kopstation, en is voornemens (. . . verscheidene diensten. . .) aan te bieden. Een dergelijke oplossing (doorzichtige doorgifte) zou tal van kabelmaatschappijen economische voordelen bieden, omdat daardoor de coderings- en decoderingssystemen in de afzonderlijke kopstations overbodig worden, waardoor de kosten aanmerkelijk dalen. Dit is met name van belang in gebieden met talrijke kleine kabeltelevisienetten, zoals in de noordse landen. Sommige onafhankelijke kabelmaatschappijen hebben honderden of meer kopstations en met de huidige technologie is in een kopstation voor elke zender een decoderingstoestel nodig. Vele kabelmaatschappijen zullen ongetwijfeld aarzelen het zelf voeren van een ABS te staken, daar dit een kritiek onderdeel van de meeste kabeltelevisie-operaties is en hen afhankelijk van NSD zou maken. Wegens de economische voordelen voor huishoudens met een kabelaansluiting en doordat de abonnees van de netten geen enkel verschil bemerken wanneer NSD doorzichtige doorgifte in combinatie met ABS en ATS verstrekt, zou het voor de kleinere kabelmaatschappijen echter moeilijk zijn een dergelijke oplossing te weigeren wanneer deze daadwerkelijk wordt aangeboden.

(131) Het is bijgevolg waarschijnlijk dat, wanneer NSD in de digitale omgeving een dergelijk systeem ontwikkelt en invoert, de meeste huishoudens met een kabelaansluiting in de noordse landen doorzichtige signalen zullen ontvangen via het gezamenlijke noordse coderingssysteem van NSD (. . .). Het is in dit stadium daarom moeilijk de economische aspecten en de gevolgen voor de mededinging van doorzichtige doorgifte te beoordelen. Te verwachten is echter dat NSD met een dergelijk systeem haar zeggenschap over de toegang van de omroepen tot de noordse kabelnetten nog zal versterken. Wanneer dit systeem daadwerkelijk tot stand komt, zou het zonder toegang tot het systeem van NSD voor een omroep bijzonder moeilijk zijn om toegang tot de kabelnetten te krijgen.

B.3. Conclusie

Denemarken

(132) TD beheert ongeveer 50 % van de kabelaansluitingen in Denemarken en heeft in verband met de aldaar geldende wettelijke regeling een machtspositie op de Deense markt. De oprichting van NSD zal tot een versterking van de machtspositie van TD leiden, omdat:

i) NSD in staat zal zijn bij het aanbod van zenders aan Deense kabelmaatschappijen te discrimineren ten gunste van TD;

ii) de positie van NSD als monopolist bij de levering van programma's zal meebrengen, dat de aan de kabelmaatschappijen aangeboden voorwaarden voor TD het gunstigst zullen zijn;

iii) de met TD concurrerende kabelmaatschappijen, met TD zullen moeten onderhandelen omdat deze partner is van NSD.

Het is niet waarschijnlijk dat in deze situatie na de eerste fase van liberalisering verandering zal komen, omdat TD wegens haar wettelijk monopolie uit het verleden nog steeds veel voordelen zal hebben ten opzichte van haar concurrenten.

Zweden, Noorwegen en Finland

(133) De partijen hebben zeggenschap over of beïnvloeden ongeveer 18 % en 30 % van de kabel- en SMATV-aansluitingen in respectievelijk Noorwegen en Zweden, echter niet in Finland. Gezien de machtspositie van NSD op de transpondermarkt zijn de onder i) tot en met iii) genoemde argumenten evenzeer van toepassing op de concurrentiesituatie van de met de partijen verbonden kabelmaatschappijen in Noorwegen en Zweden.

(134) Wegens de relatieve kracht van de concurrenten in Noorwegen en Zweden lijkt het echter onwaarschijnlijk dat de operatie leidt tot het ontstaan van machtsposities van de partijen in Noorwegen en Zweden.

C. DISTRIBUTIE VAN BETAALTELEVISIE PER SATELLIET EN ANDERE VERSLEUTELDE TELEVISIEZENDERS AAN RECHTSTREEKS ONTVANGENDE HUISHOUDENS

C.1. Marktstructuur

(135) Er zijn thans drie grote distributeurs op deze markt aanwezig: FilmNet (Multichoice), Telenor CTV en Viasat. Om concurrerend te zijn, moet een distributeur een televisiezender of pakket zenders op zijn chipkaart hebben die of dat een aanzienlijk aantal kijkers aantrekkelijk vindt. De drie ondernemingen gebruiken concurrerende chipkaarten met verschillende televisiezenders:

- de kaart van FilmNet bevat haar eigen betaaltelevisiezender FilmNet Plus, The Complete Movie Channel en BBC. In Denemarken omvat de kaart uitsluitend FilmNet Plus en/of FilmNet The Complete Movie Channel;

- Telenor CTV verkoopt de CTV-kaart, die MTV, Eurosport Nordic, Discovery, Children's Channel, CNN en FilmNet The Complete Movie Channel bevat. In Zweden (en gepland voor Denemarken) omvat de kaart ook FilmNet Plus;

- de Viasat-kaart omvat TV3 (TV3 Denemarken, TV3 Zweden of TV3 Noorwegen) en de eigen betaaltelevisiezenders TV 1000, Film Max en TV 1 000 Cinema.

Volgens (. . .) hebben Viasat, FilmNet en Telenor CTV in maart 1995 de volgende aantallen chipkaarten in de noordse landen verkocht:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(136) Gemeten in aantallen verkochte kaarten heeft Viasat als distributiemaatschappij een zeer sterke positie op deze markt. Volgens de overeenkomst tussen FilmNet en Telenor (zie onder) (. . .). Bedacht moet echter worden dat de chipkaarten van Viasat eveneens het CTV-pakket zal omvatten, alsmede de programma's van Kinnevik, die exclusief door Viasat worden verkocht. Op die basis kan worden geconcludeerd dat de operatie zal leiden tot een machtspositie van Viasat op deze markt (. . .).

(137) De overeenkomst tussen FilmNet en Telenor: FilmNet wordt thans uitgezonden via de Thor-satelliet. Dat FilmNet een transponder op de Thor-satelliet huurt en dat haar distributiemaatschappij Multichoice het CTV-pakket van Telenor distribueert, vloeit voort uit een in oktober 1992 met Telenor AS gesloten overeenkomst. FilmNet zag NSD als een bedreiging voor haar belangen als distributeur van betaaltelevisie in de noordse landen en heeft over de voorgenomen operatie bij de Commissie een klacht ingediend. Bovendien heeft Nethold (de eigenaar van FilmNet en Multichoice) een gerechtelijke procedure aangespannen tegen Telenor, omdat deze de genoemde overeenkomst zou hebben geschonden. In december 1994 legde de Noorse rechter Telenor het verbod op onder meer de overeenkomst met de Viasat-ondernemingen uit te voeren, volgens welke Viasat het CTV-pakket van Telenor zou kunnen verkopen. Deze uitspraak zou in de weg hebben gestaan aan de oprichting van NSD en noodzaakte de partijen ertoe over een schikking te onderhandelen met Nethold. In een overeenkomst tussen Nethold en Telenor van 29 maart 1995 (. . .).

C.2. Afsluiting van de markt voor de distributie van televisiezenders door de oprichting van NSD

(138) Door de oprichting van NSD zullen concurrenten van deze markt worden uitgesloten, omdat:

i) NSD door haar controle over de noordse transpondercapaciteit en haar banden met Kinnevik als zender de voornaamste aanbieder van televisiekanalen aan noordse kijkers zal worden;

ii) zoals eerder opgemerkt (zie de punten 126 tot en met 131), NSD in ruime mate de toegang tot de noordse kabelsector zal controleren door haar moeder/dochterrelaties met de kabelmaatschappijen.

Hierdoor zou er op de noordse markt zeer weinig ruimte voor een nieuwe distributieonderneming zijn. Het is dus onwaarschijnlijk dat een potentiële concurrent in staat zou zijn een distributiemaatschappij te vestigen die in het noordse gebied met NSD zou kunnen concurreren.

(139) De partijen stellen dat de NSD-overeenkomst een onafhankelijke zender toestaat een transponder van NSD te huren zonder distributie-overeenkomsten te moeten sluiten met de distributiemaatschappijen van de moederonderneming. Het zou een dergelijke zender vrij staan met andere distributeurs overeenkomsten te sluiten. Naar het oordeel van de partijen wordt het bestaan van een dergelijk beleidsvoornemen door de genoemde nieuwe overeenkomst met FilmNet bevestigd.

(140) Een dergelijke zender zou echter een overeenkomst moeten sluiten met NSD, waarin Kinnevik medezeggenschap heeft. Kinnevik zou derhalve de prijs en de voorwaarden van het huurcontract kunnen beïnvloeden en Viasat zou in staat zijn informatie over deze potentiële concurrent te verkrijgen.

(141) Bovendien is het hoogst onwaarschijnlijk dat NSD transponders aan zenders zou verhuren zonder de huurovereenkomst afhankelijk te stellen van een distributie-overeenkomst tussen deze zenders en de distributiemaatschappij van Kinnevik. Uit de informatie die de partijen hebben verstrekt, blijkt duidelijk dat de transponders van NSD in de allereerste plaats een middel vormen om een noords distributiesysteem voor satelliettelevisie te ontwikkelen. Het verhuren van transponders aan zenders die geen distributie-overeenkomst met NSD willen sluiten, zou indruisen tegen het doel van de operatie. Bovendien behoeft NSD in een periode van tekort aan transponders geen transponders aan dergelijke zenders te verhuren. De poging van de partijen om hun "open" verhuurbeleid te staven door te verwijzen naar de nieuwe overeenkomst met FilmNet is niet overtuigend: de overeenkomst met FilmNet is het resultaat van een schikking. Met een rechterlijke uitspraak in Noorwegen blokkeerde FilmNet bepaalde gedeelten van de NSD-operatie, waarna Telenor gedwongen was een schikking met FilmNet te bereiken. Voorafgaand aan deze rechterlijke uitspraak was het niet de bedoeling van de partijen een dergelijke schikking met FilmNet te treffen.

C.3. Conclusies

(142) Het feit dat potentiële nieuwe marktpartijen door deze operatie van toetreding tot deze markt worden uitgesloten, betekent dat de enige waarschijnlijke concurrenten op deze markt Viasat en FilmNet zullen zijn.

(143) De overeenkomst tussen FilmNet en Telenor stelt FilmNet in staat (. . .) en haar eigen chipkaart te blijven verkopen, en derhalve zeggenschap over de abonneetoelatings- en abonneebeheerssystemen te hebben. De overeenkomst stelt FilmNet derhalve kennelijk in staat een belangrijke partij te blijven op de markt voor distributie van televisiezenders aan rechtstreeks ontvangende huishoudens. Viasat zal haar positie op de distributiemarkt echter versterken door het aantrekkelijke zenderpakket dat zij op de markt zal brengen, waardoor de positie van FilmNet als belangrijke marktpartij zal worden ondergraven.

(144) Geconcludeerd kan derhalve worden dat Viasat ten gevolge van de operatie op deze markt een machtspositie zal verwerven.

D. ECONOMISCHE EN TECHNISCHE VOORUITGANG

(145) Volgens de partijen zal NSD tot economische en technische vooruitgang leiden. De oprichting van een "Noordse Hotbird" zal op korte tot middellange termijn een verbeterde distributie van satelliettelevisie in de noordse regio opleveren, en NSD zal volgens de partijen op lange termijn, na digitalisering, aanzienlijke kostenbesparingen voor de kabelmaatschappijen en SMATV-exploitanten mogelijk maken, ten voordele van de consument.

(146) De Commissie deelt deze redenering niet: de oprichting van NSD zal niet op korte of middellange termijn tot een verbeterde distributie van satelliettelevisie in de noordse regio leiden, daar NSD geen nieuwe transpondercapacitiet oplevert. Het aantal satellietzenders dat de noordse kijkers wordt aangeboden, zal op korte termijn door de operatie niet worden beïnvloed. De Commissie erkent dat een satellietexploitant in staat moet zijn zijn satellietpositie te bevorderen, maar hiertoe is verticale integratie volgens de Commissie niet noodzakelijk. De operatie zal waarschijnlijk eerder de wijze beïnvloeden waarop transpondercapaciteit aan de zenders wordt toegekend.

(147) Op lange termijn, wanneer de digitale technologie wordt ingevoerd, zullen de partijen NSD gebruiken om een geïntegreerde infrastructuur voor de distributie van satelliettelevisie en aanverwante diensten tot stand te brengen.

(148) Volgens de partijen is het de bedoeling in de digitale omgeving voor de rechtstreekse ontvangers - SMATV - en kabeltelevisiemarkten een gemeenschappelijk noords versleutelingssysteem (. . .) toe te passen. Dit betekent dat de afzonderlijke huishoudens slechts één decoderingstoestel nodig zullen hebben, ongeacht of zij de signalen via de kabel of via een schotelantenne ontvangen. Zulks houdt in, dat de abonneebeheers- en abonneetoelatingssystemen van de RNH, - SMATV - en kabeltelevisienetten kunnen worden geïntegreerd. Bovendien zouden de kabeltelevisienetten aanzienlijke kosten kunnen besparen, omdat het niet nodig is de signalen in elk kopstation te coderen en te decoderen. Volgens de partijen zou het systeem de onafhankelijke kabelmaatschappijen in staat stellen gebruik te maken van NSD als leverancier en tegelijkertijd hun eigen SMS-systemen te blijven hanteren. Bovendien zal het systeem de SMATV-netten betere mogelijkheden voor de ontvangst van betaaltelevisie bieden, waarbij zij hun eigen abonneebeheerssystemen kunnen toepassen, hetgeen thans in feite nog niet mogelijk is.

(149) Gezien de machtspositie van NSD als aanbieder van televisiezenders vanaf noordse transponders acht de Commissie het zeer waarschijnlijk dat de meeste rechtstreeks ontvangende huishoudens en onafhankelijke kabelmaatschappijen in de noordse landen gedwongen zullen zijn gebruik te maken van het versleutelingssysteem van NSD. TV-stations die zich willen richten op noordse kijkers zullen het NSD-systeem moeten huren. Wanneer de plannen derhalve worden uitgevoerd, zal het gemeenschappelijke noordse versleutelingssysteem van NSD het overheersende systeem in de noordse regio worden.

(150) De Commissie erkent de economische voordelen op lange termijn van een geïntegreerd systeem voor de doorgifte van satelliettelevisie. (. . .). Het is daarom onmogelijk te beoordelen in hoeverre de plannen van NSD voor een gemeenschappelijk noords versleutelingssysteem haar in staat zou stellen TV-stations ervan te weerhouden hun signalen uit te zenden naar de noordse kijkers. Een gesloten versleutelingssysteem zou de nieuwe infrastructuur sterk mededingingsbeperkend maken. Dit geldt ook voor een open systeem wanneer dit systeem gaat overheersen en derden geen toegang tot het systeem kunnen verkrijgen. (. . .).

(151) De Commissie is van mening dat een infrastructuur als door de partijen beschreven zeer efficiënt en voordelig voor de consumenten kan zijn. Deze structuur dient echter open en toegankelijk voor alle geïnteresseerde partijen te zijn. De Commissie vindt met name dat de deelname van een sterk televisiestation als Kinnevik in NSD betekent, dat er een groot risico is dat dit niet het geval zal zijn. Het is daarom waarschijnlijk dat de operatie zal leiden tot een geringere diversiteit van het aanbod voor noordse huishoudens in de toekomst. Bovendien is de verticaal geïntegreerde aard van de voorgenomen operatie naar de mening van de Commissie niet noodzakelijk om een dergelijke geïntegreerde infrastructuur tot stand te brengen.

(152) Derhalve kunnen de argumenten van de partijen met betrekking tot de technische en economische vooruitgang niet in aanmerking worden genomen omdat niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 2, lid 1, onder b), van de concentratieverordening.

E. DOOR DE PARTIJEN VOORGESTELDE VERBINTENISSEN

(153) Bij schrijven van 7 juli 1995 hebben de partijen voorgesteld een reeks verbintenissen aan te gaan teneinde de twijfel met betrekking tot de voorgestelde concentratie weg te nemen. De voorgestelde verbintenissen hebben betrekking op de volgende punten:

- Tele Danmark en Norsk Telekom zien af van alle rechten op zeggenschap over het gebruik van de Astra-transponders van Kinnevik;

- Tele Danmark en Kinnevik zien af van hun (bijzondere) rechten met betrekking tot de transponders op de Zweedse satellietpositie 5° oosterlengte;

- zij stellen met ingang van de datum waarop NSD wordt toegestaan twee van hun bestaande transponders tegen marktvoorwaarden ter beschikking van andere omroepen. (. . .). De andere transponder wordt van NSAB gehuurd en elke overeenkomst betreffende deze transponder is onderworpen aan goedkeuring van deze laatste. De verbintenis loopt af wanneer de transponders zes maanden na de datum waarop NSD wordt toegestaan niet aan derden zijn verhuurd;

- NSD krijgt de vrije beschikking over de eerste (. . .) transponders die overgaan op NSD op 1 graad westerlengte. De partijen zullen een procedure vaststellen via welke (. . .) van de (. . .) aanvullende NSD-transponders ter beschikking zullen worden gesteld van omroepen die losstaan van NSD. NSD verbindt zich ertoe ten hoogste 180 dagen en ten minste 60 dagen van te voren een bekendmaking te doen wanneer nieuwe capaciteit ter beschikking komt. Derden krijgen vervolgens de gelegenheid een bindende offerte voor de huur van de capaciteit in te dienen. NSD kan vrij beschikken over transponders die niet aan derden zijn verhuurd als onderdeel van de procedure;

- NSD verkrijgt geen exclusieve distributierechten voor (. . .) gespecificeerde noordse en internationale zenders. De verbintenis geldt slechts voor (. . .) jaar en uitsluitend voor analoge, niet voor digitale transmissie;

- indien Kinnevik haar zenders gratis aanbiedt aan een kabeltelevisie-exploitant in een bepaald land, zal zij de betrokken zenders op dezelfde wijze aan andere kabelexploitanten aanbieden, op voorwaarde dat deze exploitant bereid is tot vrije distributie van de zender. Ook wanneer Kinnevik een betaling invoert, zullen de zenders tegen niet-discriminerende voorwaarden worden aangeboden op voorwaarde dat de kabelexploitant bereid is tot vrije distributie van de zender. (. . .) Deze verbintenis wordt aangegaan voor een duur van (. . .) jaar;

- de partijen stemmen ermee in dat alle commerciële betrekkingen tussen NSD en haar aandeelhouders worden gebaseerd op marktvoorwaarden.

(154) De Commissie is van mening dat deze verbintenissen onvoldoende zijn om de voornoemde totstandkoming of versterking van machtposities te voorkomen. De eerstgenoemde verbintenissen hebben slechts op de korte termijn een beperkt effect op de beschikbaarheid van transponders voor derde partijen: van de eerste verbintenis betreffende het afzien door TD en NT van alle rechten op zeggenschap over het gebruik van de vier Astra-transponders van Kinnevik is onwaarschijnlijk dat deze een effect van belang zal hebben, daar Kinnevik vrij over deze transponders kan beschikken. De tweede verbintenis betreffende het afzien van hun (bijzondere) rechten op transponders op de Zweedse satellietpositie zal op de korte termijn geen effect hebben, daar de partijen de controle houden over (. . .) van in totaal tien transponders op deze positie. Daarbij komt, dat de verbintenis niet uitsluit dat NSD aanvullende transponders op de Zweedse positie huurt wanneer deze beschikbaar zouden komen. De (bijzondere) rechten zijn hoe dan ook geen bijkomend onderdeel van de operatie en vormen slechts een aanvullend element dat de conclusies van de Commissie verder versterkt (zie punt 112). De derde verbintenis betreffende het beschikbaar stellen van twee van de bestaande transponders aan andere omroepen zal slechts een beperkt korte-termijneffect sorteren. (. . .). Voorts worden de prijs en andere voorwaarden bepaald door NSD.

(155) De verbintenis dat NSD (. . .) van de (. . .) aanvullende beschikbare transponders ter beschikking zal stellen van omroepen die losstaan van NSD is niet aan een tijdslimiet gebonden en derhalve is onduidelijk wanneer de transponders ter beschikking zullen komen. Omdat NSD deze (. . .) transponders zelf zal distribueren zal het voorts zeer moeilijk zijn te controleren of de prijs en andere verhuurvoorwaarden eerlijk en niet-discriminerend zijn.

(156) De verbintenis dat NSD geen exclusieve distributierechten voor (. . .) satellietzenders verkrijgt is te beperkt. (. . .) van de (. . .) televisiekanalen zijn eigendom van Kinnevik en de (. . .) kanalen omvatten niet de drie meest populaire internationale televisiekanalen (. . .), waarvoor NT exclusieve rechten heeft. Bovendien wordt de verbintenis slechts voor (. . .) jaar aangegaan en betreft zij slechts analoge, niet digitale transmissie. (. . .). Voorts zou de naleving van de verbintenis moeilijk zijn af te dwingen.

(157) De verbintenis dat Kinnevik haar televisiezenders zal aanbieden aan kabeltelevisie-exploitanten is dubbelzinnig. De verbintenis omvat verscheidene voorwaarden en lijkt de kabelexploitant het recht te ontzeggen zijn eigen programmabeleid en marketingstrategie te kiezen of te handhaven. Ook de naleving van deze verbintenis zou moeilijk zijn af te dwingen.

(158) De naleving van laatstgenoemde verbintenis betreffende de instemming van de partijen om alle commerciële betrekkingen te baseren op marktvoorwaarden is zeer moeilijk af te dwingen.

(159) Alles te zamen zijn de voorgestelde verbintenissen niet voldoende om de eerder besproken problemen in verband met de concurrentie op te lossen. Ze zijn te beperkt in omvang, betreffen overwegend gedragingen en zouden zeer moeilijk zijn te controleren en af te dwingen.

(160) Het Adviescomité voor concentraties deelt de opvatting van de Commissie dat de door de partijen voorgestelde verbintenissen niet voldoende zijn om de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming verenigbaar met de gemeenschappelijke markt en de EER-Overeenkomst te maken. Dit standpunt wordt gedeeld door derden wie door de Commissie verzocht is hun mening over de door de partijen voorgestelde verbintenissen te geven.

F. CONCLUSIE

(161) Ten gevolge van de operatie zal NSD een machtspositie verwerven op de markt voor transponderdiensten voor satelliettelevisie, die geschikt zijn voor noordse kijkers.

(162) De machtspositie van NSD ten aanzien van transponders zal de machtspositie van TD op de kabeltelevisiemarkt in Denemarken versterken.

(163) Viasat zal als gevolg van de operatie een machtspositie verwerven op de markt voor distributie van betaaltelevisie en andere versleutelde zenders aan DTH-huishoudens.

(164) De verticale integratie van NSD betekent dat de posities van de partijen op de diverse markten elkaar versterken. Met name de posities van de partijen op de markten dichterbij de kijker (kabeltelevisienetten en distributie) versterken de machtspositie ten aanzien van transponders, omdat potentiële concurrenten hierdoor ervan worden weerhouden uit te zenden vanaf andere transponders in het noordse gebied.

(165) Afgezien van de drie in deze beschikking geanalyseerde markten heeft de Commissie vier andere sectoren (betaaltelevisie, andere commerciële zenders, opstraaldiensten en versleutelingssystemen) onderzocht waarin de partijen actief zijn. De Commissie heeft geconcludeerd, dat de partijen ten aanzien van deze activiteiten geen machtspositie zullen verwerven of versterken ten gevolge van de operatie,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De concentratie in de vorm van de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming zoals aangemeld door Norsk Telekom AS, TeleDanmark AS en Industriförvaltnings AB Kinnevik wordt hierbij onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt en de werking van de EER-Overeenkomst verklaard.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot:

1. Norsk Telekom AS,

Keysersgate 15,

N-0165 Oslo/Norway.

2. TeleDanmark A/S,

Kannikegade 16,

DK-8000 Aarhus C/Denmark.

3. Industriförvaltnings AB Kinnevik,

Skeppsbron 18,

S-10313 Stockholm/Sweden.

Gedaan te Brussel, 19 juli 1995.

Voor de Commissie

Karel VAN MIERT

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 395 van 30. 12. 1989, blz. 1.

(2) PB nr. L 257 van 21. 9. 1990, blz. 13.

(3) PB nr. C 63 van 2. 3. 1996, blz. 3.

(4) In de gepubliceerde versie van de beschikking werden ingevolge artikel 17, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4064/89 betreffende het niet-bekendmaken van zakengeheimen hierna bepaalde gegevens weggelaten.

(5) Het SMATV-segment omvat verschillende eenheden die TV-signalen ontvangen met behulp van een "satelliethoofdantenne" en vervolgens het signaal binnen een kleiner net doorgeven. Gewoonlijk hebben SMATV-exploitanten geen systeem voor de exploitatie van betaal-TV en, wanneer dit toch het geval is, gebeurt dit op basis van collectieve betaling door alle bewoners. De SMATV-exploitanten zullen slechts zelden rechtstreeks met de omroepen contracten sluiten, maar zij zijn gewoonlijk klanten van lokale kabelmaatschappijen.

(6) Brief van de Commissie aan de Deense Regering van 23 december 1994.