96/458/EGKS: Beschikking van de Commissie van 30 april 1996 tot goedkeuring van de steunmaatregelen van Frankrijk ten behoeve van de kolenindustrie voor het jaar 1996 (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)
96/458/EGKS: Beschikking van de Commissie van 30 april 1996 tot goedkeuring van de steunmaatregelen van Frankrijk ten behoeve van de kolenindustrie voor het jaar 1996 (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 30 april 1996 tot goedkeuring van de steunmaatregelen van Frankrijk ten behoeve van de kolenindustrie voor het jaar 1996 (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek) (96/458/EGKS)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal,
Gelet op Beschikking nr. 3632/93/EGKS van de Commissie van 28 december 1993 tot vaststelling van een communautaire regeling voor de steunmaatregelen van de Lid-Staten ten behoeve van de kolenindustrie (1), inzonderheid op artikel 2, lid 1, en op artikel 9,
Gelet op Beschikking 95/465/EGKS van de Commissie (2), waarbij gunstig wordt beschikt op het plan voor buitenbedrijfstelling van de Franse kolenindustrie,
Overwegende hetgeen volgt:
I
Bij brief van 12 februari 1996 heeft Frankrijk de Commissie overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS in kennis gesteld van de steunmaatregelen die het voornemens is voor 1996 ten behoeve van de kolenindustrie te treffen.
Overeenkomstig Beschikking nr. 3632/93/EGKS neemt de Commissie een besluit over de volgende financiële maatregelen voor 1996:
- 569 miljoen Ffr. steun voor buitenbedrijfstelling ter dekking van de exploitatie-verliezen;
- 15 miljoen Ffr. steun voor onderzoek en ontwikkeling (O & O);
- 3 831 miljoen Ffr. steun ter dekking van buitengewone lasten.
De door Frankrijk voorgestelde financiële steunmaatregelen ten behoeve van de kolenindustrie voldoen aan artikel 1 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS en moeten door de Commissie overeenkomstig artikel 9 worden goedgekeurd; de Commissie neemt met name een besluit op grond van de in artikel 2 vermelde algemene doelstellingen en criteria en de bij de artikelen 4, 5 en 6 daarvan vastgestelde specifieke criteria. Bij haar beoordeling onderzoekt de Commissie overeenkomstig artikel 9, lid 6, van genoemde beschikking, of de maatregelen in overeenstemming zijn met de plannen voor buitenbedrijfstelling waarop door de Commissie gunstig is beschikt.
II
De 569 miljoen Ffr. die Frankrijk voornemens is op grond van artikel 4 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS aan de steenkoolindustrie toe te kennen, beoogt de exploitatieverliezen van de onderneming "Charbonnages de France" gedeeltelijk te compenseren. Die steun is onderdeel van het buitenbedrijfstellingsplan van de onderneming, die in 2005 haar bedrijf volledig zou moeten beëindigen. Gelet op de buitengewone sociale en regionale gevolgen die uit de buitenbedrijfstelling van de onderneming voortvloeien, besloot de Franse Regering in overeenstemming met de sociale partners de sluitingen te spreiden over de periode tot 2005. Overeenkomstig artikel 3, lid 1, van genoemde beschikking heeft de Commissie voor het kolenjaar 1996 nagegaan, of de aangemelde steun per ton voor elke produktie-eenheid niet meer bedraagt dan het verschil tussen de produktiekosten en de te verwachten inkomsten.
Overeenkomstig artikel 2, lid 1, tweede streepje, draagt die steun bij tot de oplossing van de sociale en regionale problemen die uit de gehele of gedeeltelijke buitenbedrijfstelling van produktie-eenheden voortvloeien.
Gelet op het bovenstaande en op basis van de door Frankrijk verstrekte gegevens is de voor 1996 voorziene steun verenigbaar met de doelstellingen van Beschikking nr. 3632/93/EGKS en met de goede werking van de gemeenschappelijke markt.
III
Het bedrag van 15 miljoen Ffr. dat Frankrijk voornemens is op grond van artikel 6 van de beschikking aan "Charbonnages de France" toe te kennen, dient om de inspanningen voor O & O van de onderneming te ondersteunen. De steun, minder dan 20 % van de totale uitgaven van de onderneming voor O & O, heeft wat de mijnbouw betreft voornamelijk betrekking op de verdere verbetering van het rendement van de winning, de verbetering van de veiligheid en de arbeidsomstandigheden (met name door onderzoek op het gebied van ergonomie, ventilatie en beveiliging tegen mijngas), de uitbreiding van de mogelijkheden van afstandsbediening, afstandsbewaking en datatransmissie, het milieu alsmede, wat steenkoolgebruik betreft, het gedrag van steenkool, de toepassingsmoglijkeden voor kolenas, de analyse van vervuilende gassen en de ontwikkeling van wervelbedverbranding.
Dank zij die steun, die wat de mijnbouw betreft tot een verbetering van de mijnbouwtechnologie en dus tot een verlaging van de produktiekosten bijdraagt, wordt een bepaalde mate van degressiviteit van de steunmaatregelen mogelijk gemaakt. Bij haar onderzoek van de steunmaatregelen heeft de Commissie zich ervan overtuigd dat de in het communautaire kader van de overheidssteun voor O & O vastgestelde regeling in acht is genomen.
Gelet op het bovenstaande en op basis van de door Frankrijk verstrekte gegevens is de voor 1996 voorziene steun verenigbaar met de doelstellingen van Beschikking nr. 3632/93/EGKS en met de goede werking van de gemeenschappelijke markt.
IV
De 3 831 miljoen Ffr. steun die Frankrijk voornemens is aan zijn steenkoolindustrie toe te kennen, dient ter dekking van buitengewone lasten die voortvloeien uit de modernisering, rationalisering en herstructurering van de kolenindustrie en die geen verband houden met de lopende produktie (lasten uit het verleden).
Overeenkomstig artikel 5 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS heeft deze steun betrekking op lasten die uitdrukkelijk in de bijlage bij de beschikking zijn bedoeld, namelijk:
- 516 miljoen Ffr. voor de betaling van de sociale uitkeringen die het gevolg zijn van de pensionering van werknemers vooraleer deze de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt;
- 155 miljoen Ffr. voor andere uitzonderlijke uitgaven voor werknemers die als gevolg van herstructureringen en rationaliseringen hun baan hebben verloren;
- 72 miljoen Ffr. voor de overblijvende lasten die uit fiscale, wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen voortvloeien;
- 189 miljoen Ffr. voor bijkomende werken die het gevolg zijn van herstructureringen;
- 22 miljoen Ffr. voor mijnschade die is toe te schrijven aan vroeger geëxploiteerde ontginningsgebieden;
- 35 miljoen Ffr. voor uitzonderlijke intrinsieke waardeverminderingen die het resultaat zijn van de herstructurering van de industrie;
- 2 842 miljoen Ffr. voor de lastenverhoging die resulteert uit de vermindering, wegens de herstructureringen, van het aantal contribuanten en dus van de bijdragen die, buiten het wettelijke systeem, voor dekking van de sociale lasten dienen.
Deze steun kan als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt worden beschouwd indien hij niet meer bedraagt dan de kosten. Na verificatie van de verstrekte gegevens stelt de Commissie vast dat aan deze voorwaarde is voldaan. Gelet op het bovenstaande en op basis van de door Frankrijk verstrekte gegevens is de voor 1996 voorziene steun verenigbaar met de doelstellingen van Beschikking nr. 3632/93/EGKS en met de goede werking van de gemeenschappelijke markt.
V
In gevolge artikel 3, lid 1, tweede streepje, en artikel 9, leden 2 en 3, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS moet de Commissie nagaan of de voor de lopende produktie toegestane steunmaatregelen uitsluitend aan de in de artikelen 4 en 6 van de beschikking vervatte doelstellingen beantwoorden. Daartoe moet zij in kennis worden gesteld van de bedragen en de wijze van verdeling van de betalingen,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Frankrijk wordt gemachtigd ten behoeve van zijn kolenindustrie voor 1996 de volgende maatregelen te nemen:
- 569 miljoen Ffr. steun voor buitenbedrijfstelling ter dekking van de exploitatieverliezen;
- 15 miljoen Ffr. steun voor onderzoek en ontwikkeling;
- 3 831 Ffr. miljoen steun ter dekking van buitengewone lasten.
Artikel 2
Frankrijk deelt de Commissie uiterlijk op 30 september 1997 mede welke steunbedragen op grond van deze beschikking voor 1996 daadwerkelijk zijn uitgekeerd.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de Franse Republiek.
Gedaan te Brussel, 30 april 1996.
Voor de Commissie
Christos PAPOUTSIS
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 329 van 30. 12. 1993, blz. 12.
(2) PB nr. L 267 van 9. 11. 1995, blz. 46.