96/514/EGKS: Beschikking van de Commissie van 20 maart 1996 tot goedkeuring van steunmaatregelen van het Verenigd Koninkrijk ten behoeve van de kolenindustrie (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)
96/514/EGKS: Beschikking van de Commissie van 20 maart 1996 tot goedkeuring van steunmaatregelen van het Verenigd Koninkrijk ten behoeve van de kolenindustrie (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 20 maart 1996 tot goedkeuring van steunmaatregelen van het Verenigd Koninkrijk ten behoeve van de kolenindustrie (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek) (96/514/EGKS)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal,
Gelet op Beschikking nr. 3632/93/EGKS van de Commissie van 28 december 1993 tot vaststelling van een communautaire regeling voor de steunmaatregelen van de Lid-Staten ten behoeve van de kolenindustrie (1),
Overwegende hetgeen volgt:
I
Bij brief van 7 november 1995 heeft het Verenigd Koninkrijk de Commissie overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS in kennis gesteld van de steunmaatregelen die het voornemens is in het begrotingsjaar 1996/1997 ten behoeve van de kolenindustrie te nemen. Bij brief van 25 januari 1996 heeft het Verenigd Koninkrijk tevens de aanvullende gegevens verstrekt waarom de Commissie had verzocht.
Overeenkomstig Beschikking nr. 3632/93/EGKS dient de Commissie zich uit te spreken over de volgende voor het begrotingsjaar 1996/1997 aangemelde financiële maatregelen:
- een betaling van 37 miljoen £ sterling voor uitzonderlijke sociale uitkeringen die als gevolg van het herstructureringsproces noodzakelijk zijn geworden;
- een betaling van 115 miljoen £ sterling voor bijdragen aan pensioenregelingen;
- een betaling van 90 miljoen £ sterling voor de levering van deputaatkolen, rookvrije brandstof of in bepaalde gevallen een in de plaats daarvan tredende betaling aan voormalige werknemers van de British Coal Corporation en de hun ten laste komende personen, hetgeen in feite erop neerkomt dat opnieuw een bedrag wordt goedgekeurd waarvoor aanvankelijk op grond van Beschikking 90/634/EGKS van de Commissie (2) een bedrag van 2 000 miljoen £ sterling was uitgetrokken, dat was komen te vervallen toen de onderneming werd geprivatiseerd;
- een betaling van 35 miljoen £ sterling als compensatie voor arbeidsongevallen en schade aan de gezondheid;
- een betaling van 95 miljoen £ sterling ter dekking van milieuschade veroorzaakt door mijnactiviteiten vóór de privatisering;
- een betaling van 6 miljoen £ sterling ter dekking van de kosten als gevolg van restactiviteiten vóór de ontbinding van de British Coal Corporation als gevolg van privatisering.
De financiële maatregelen die het Verenigd Koninkrijk voor de kolenindustrie beoogt te treffen, vallen binnen de werkingssfeer van artikel 1, lid 1, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS. De Commissie moet zich derhalve krachtens artikel 9, lid 4, van de beschikking uitspreken over de vraag of deze maatregelen voldoen aan de in de beschikking uiteengezette doelstellingen en criteria en verenigbaar zijn met de goede werking van de gemeenschappelijke markt.
II
Bij Beschikking 94/574/EGKS (3) keurde de Commissie de modernisering, rationalisering en herstructurering van de kolenindustrie goed volgens het daartoe door de Regering van het Verenigd Koninkrijk bij brief van 30 maart 1994 ingediende plan, in overeenstemming met de algemene en specifieke doelstellingen welke in Beschikking nr. 3632/93/EGKS uiteen zijn gezet.
Met het voorgelegde plan wordt in de eerste plaats beoogd de kolenindustrie van het Verenigd Koninkrijk op de wereldmarkt volledig concurrerend te maken en de British Coal Corporation te privatiseren. Om die doelstelling te verwezenlijken, diende de industrie de herstructurering welke tot de sluiting van een groot aantal produktie-eenheden heeft geleid, versneld door te voeren.
Op 5 juli 1994 werd de Coal Industry Act van 1994 door de Kroon bekrachtigd ("royal assent"). De wet bood een nieuw wettelijk kader voor de Britse steenkoolindustrie, dat het mogelijk moest maken om de mijnbouwactiviteiten van het overheidsbedrijf, dat bekend staat onder de naam "British Coal Corporation", volledig te privatiseren, waarbij deze voorziet in de oprichting van een openbaar lichaam, de Coal Authority, dat de rechten krijgt op niet-ontgonnen steenkool en op steenkoolmijnen in het Verenigd Koninkrijk die tot dan toe eigendom van de British Coal Corporation waren.
Op 14 april 1994 schreef de Regering van het Verenigd Koninkrijk een aanbesteding uit waarbij een aantal maatschappijen kon worden gekocht die als opvolger zouden fungeren en waaraan alle kolenmijnactiviteiten van de British Coal Corporation zouden worden overgedragen, alsmede een aantal mijnen die op dat moment "in de motteballen waren gelegd". De verkoop van deze ondernemingen waaraan de kolenmijnactiviteiten waren overgedragen, aan drie maatschappijen uit de particuliere sector (Mining (Scotland) Limited, RJB Mining plc en Celtic Energy Limited), werd op 31 december 1994 afgerond. Verder werden er ondernemingen verkocht die twee in de motteballen gelegde mijnen bezaten, en wel één aan Goitre Tower Anthracite Limited op 22 december 1994 en een ander aan Coal Investments plc op 24 april 1995.
De kolenindustrie in het Verenigd Koninkrijk bestaat thans uitsluitend uit particuliere ondernemingen die voor geen enkele periode na 31 maart 1995 uit hoofde van de artikelen 3, 4, 6 en 7 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS steun ontvingen.
Steun ter dekking van lasten uit het verleden (artikel 5 van de beschikking), die onder deze mededeling vallen, wordt uitsluitend betaald of rechtstreeks aan vroegere werknemers van de British Coal Corporation of aan de pensioenfondsen voor de kolenindustrie of aan de instanties uit de overheidssector, met name de Coal Authority en de British Coal Corporation, en uitsluitend ten aanzien van lasten uit het verleden die dateren uit de periode die aan de privatisering voorafging.
III
De steun ter dekking van de uitzonderlijke sociale uitkeringen die voortvloeien uit de herstructurering en de sluiting van de mijnen van de British Coal Corporation, stelt de onderneming en de Regering in staat te voldoen aan de verplichtingen om vergoedingen te betalen aan werknemers die zijn afgevloeid of naar andere mijnen zijn overgeplaatst als gevolg van de herstructurering, rationalisering en modernisering van de kolenindustrie in het Verenigd Koninkrijk. De Regering van het Verenigd Koninkrijk is voornemens om in het begrotingsjaar 1996/1997 37 miljoen £ sterling te betalen. Deze financiële maatregelen hebben betrekking op verplichtingen die noodzakelijkerwijs uit de herstructurering, rationalisering en modernisering van de kolenindustrie in het Verenigd Koninkrijk voortvloeien en kunnen derhalve niet worden beschouwd als maatregelen die verband houden met de lopende produktie (lasten uit het verleden).
Overeenkomstig artikel 5 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS kan deze steunmaatregel, die betrekking heeft op de in de bijlage van voornoemde beschikking uitdrukkelijk bedoelde kostencategorieën, namelijk op lasten voor de betaling van de sociale uitkeringen die het gevolg zijn van de pensionering van werknemers vooraleer deze de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt, op andere uitzonderlijke uitgaven voor werknemers de ingevolge herstructureringen en rationaliseringen hun baan hebben verloren en op de uitbetaling van pensioenen en schadeloosstellingen buiten het wettelijke systeem aan werknemers die ingevolge herstructureringen en rationaliseringen hun baan verliezen en aan hen die vóór de herstructureringen daarop recht hadden, worden beschouwd als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt op voorwaarde dat het steunbedrag de kosten niet overschrijdt.
IV
De steun voor bijdragen aan pensioenregelingen en andere pensioenvoorzieningen voor werknemers van de British Coal Corporation heeft betrekking op de verplichtingen van de onderneming inzake de pensioenen van ongeveer 600 000 aangeslotenen, voor de periode waarin zij bij de British Coal Corporation in dienst waren. Ter dekking van deze bijdragen is de Regering van het Verenigd Koninkrijk van plan om in het begrotingsjaar 1996/1997 een bedrag van 115 miljoen £ sterling te betalen. Deze financiële maatregelen hebben betrekking op verplichtingen die noodzakelijk uit de herstructurering, rationalisering en modernisering van de kolenindustrie in het Verenigd Koninkrijk voortvloeien en kunnen derhalve niet worden beschouwd als maatregelen die verband houden met de lopende produktie (lasten uit het verleden). De verantwoordelijkheid voor de pensioenen van de werknemers van de British Coal Corporation die bleven werken voor de ondernemingen die na de privatisering werden opgericht voor de periode na de privatisering, wordt gedragen door afzonderlijke pensioenregelingen voor de gehele industrie, die volledig door de nieuwe ondernemingen van de nodige fondsen worden voorzien.
Overeenkomstig artikel 5 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS kan deze steunmaatregel, die betrekking heeft op in de bijlage van voornoemde beschikking uitdrukkelijk genoemde kostencategorieën, namelijk op lasten voor de betaling van de sociale uitkeringen die het gevolg zijn van de pensionering van werknemers vooraleer deze de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt en op de uitbetaling van pensioenen en schadeloosstellingen buiten het wettelijke systeem aan werknemers die ingevolge herstructureringen en rationaliseringen hun baan verloren en aan hen die vóór de herstructureringen daarop recht hadden, worden beschouwd als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt op voorwaarde dat het steunbedrag de kosten niet overschrijdt.
V
De steun voor de gratis levering van steenkool of rookvrije brandstof of in bepaalde gevallen een in de plaats daarvan tredende betaling aan voormalige mijnwerkers of aan de personen te hunnen laste stelt de British Coal Corporation in staat verplichtingen na te komen die uit overeenkomsten met de mijnwerkersvakbonden voortvloeien. Sinds de privatisering hebben de ondernemingen die na de privatisering zijn opgericht, de verplichting op zich genomen om aan mijnwerkers van de British Coal Corporation die naar hen zijn overgegaan, brandstof te leveren. Ter dekking van de verplichtingen om brandstof te leveren aan voormalige mijnwerkers van de British Coal Corporation die zijn gepensioneerd of werkloos zijn geworden of de personen te hunnen laste, is de Regering van het Verenigd Koninkrijk voornemens om in het begrotingsjaar 1996/1997 een bedrag van 90 miljoen £ sterling uit te keren. Deze steunmaatregel werd aanvankelijk gedekt door een voorziening van 2 000 miljoen £ sterling, waartoe een machtiging was gegeven op grond van Beschikking nr. 90/634/EGKS. De voorziening die binnen de British Coal Corporation werd opgezet, werd ter gelegenheid van de privatisering aan de regering overgedragen en kwam bijgevolg te vervallen, hetgeen leidde tot de noodzaak om de verschillende steunbedragen voor de begrotingsjaren na de privatisering opnieuw goed te keuren.
Dank zij deze financiële maatregelen kan worden voldaan aan de leveringsverplichtingen aan werknemers die tijdens het herstructurerings-, rationaliserings- en moderniseringsproces in de Britse kolenindustrie zijn gepensioneerd of afgevloeid, dan wel aan de personen te hunnen laste; zij kunnen derhalve niet worden beschouwd als maatregelen die verband houden met de lopende produktie (lasten uit het verleden).
Overeenkomstig artikel 5 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS kan deze steunmaatregel, die betrekking heeft op een in de bijlage van voornoemde beschikking uitdrukkelijk genoemde kostencategorie, namelijk op gratis kolenleveringen aan werknemers die hun baan hebben verloren ingevolge herstructurering en rationalisering, worden beschouwd als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt op voorwaarde dat het steunbedrag de kosten niet overschrijdt.
VI
De steun die nodig is om compensatie te kunnen verlenen voor arbeidsongevallen en schade aan de gezondheid van voormalige werknemers van de British Coal Corporation stelt de onderneming in staat haar verplichtingen na te komen om aan deze werknemers voor arbeidsongevallen en schade aan de gezondheid die zij tijdens hun dienstverband bij die onderneming vóór de privatisering opliepen, compensatie te betalen. Voor ongevallen die na die datum hebben plaatsgevonden, moeten de ondernemingen die na de privatisering zijn opgericht, de volledige verantwoordelijkheid op zich nemen. Om voormalige werknemers van de British Coal Corporation te compenseren voor arbeidsongevallen en schade aan de gezondheid gedurende het dienstverband vóór de privatisering, is de Regering van het Verenigd Koninkrijk voornemens om in het begrotingsjaar 1996/1997 een bedrag van 35 miljoen £ sterling te betalen.
Aangezien de begunstigden van deze financiële maatregelen werknemers zijn die werkloos zijn geworden, met pensioen zijn gegaan of naar de particuliere ondernemingen zijn overgegaan, is deze steunmaatregel derhalve bestemd om de kosten te dekken die een gevolg zijn van de modernisering, rationalisering of herstructurering van de kolenindustrie en houdt deze geen verband met de lopende produktie.
Overeenkomstig artikel 5 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS kan deze steunmaatregel, die betrekking heeft op een in de bijlage van voornoemde beschikking uitdrukkelijk genoemde kostencategorie, namelijk op overblijvende lasten voor de dekking van de regeling voor de ziekteverzekering van ex-mijnwerkers, als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt worden beschouwd op voorwaarde dat het steunbedrag deze kosten niet overschrijdt.
VII
De steun die het Verenigd Koninkrijk voornemens is aan de Coal Authority toe te kennen en/of op overgangsbasis aan het resterende deel van de British Coal Corporation dient ter dekking van verplichtingen in verband met de milieu- en de materiële schade als gevolg van ondergrondse produktiewerkzaamheden in de periode vóór de privatisering van de British Coal Corporation. Een deel van deze verplichtingen houdt verband met bovengrondse schade als gevolg van verzakkingen. De andere verplichtingen vloeien voort uit de sanering van verlaten mijnschachten en stortplaatsen en het afvoeren van methaan en het oppompen van water uit oude mijnen. De opvolgers van de British Coal Corporation zijn verantwoordelijk voor verplichtingen in verband met de exploitatie van de aan hen overgedragen steenkoollagen of mijnen, aangezien dit één van de gebieden is waarbinnen de ondernemingen op grond van de exploitatievergunningen aansprakelijk kunnen worden gesteld.
Ter dekking van de kosten veroorzaakt door mijnbouwactiviteiten vóór de privatisering is de Regering van het Verenigd Koninkrijk voornemens in het begrotingsjaar 1996/1997 een bedrag van 95 miljoen £ sterling te betalen.
Deze steunmaatregel dient derhalve ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de modernisering, rationalisering en herstructurering van de kolenindustrie en die geen verband houden met de lopende produktie (lasten uit het verleden). Overeenkomstig artikel 5 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS kan deze steunmaatregel, die betrekking heeft op in de bijlage van voornoemde beschikking uitdrukkelijk bedoelde kostencategorieën, namelijk op bijkomende beveiligingswerken die fundamenteel het gevolg zijn van herstructureringen, op schade aan mijnen voor zover deze is toe te schrijven aan vroeger geëxploiteerde ontginningsgebieden, en op bijkomende lasten als gevolg van bijdragen aan organismen die belast zijn met de watervoorziening en de lozing van afvalwater, als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt worden beschouwd op voorwaarde dat het steunbedrag deze kosten niet overschrijdt.
VIII
De steun ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de overblijvende activiteiten van de British Coal Corporation in de periode tussen de privatisering en de opheffing van de onderneming, heeft betrekking op bepaalde overblijvende activiteiten die geen verband houden met de lopende produktie, zoals het beheer en het van de hand doen van de resterende onroerende goederen en passiva in de periode tot december 1997, de privatisering van de resterende dochterondernemingen, met name de belastingen op de inkomsten uit de verkoop van deze dochterondernemingen, de verplichtingen om bepaalde aan de gang zijnde onderzoekprogramma's te voltooien, de verantwoordelijkheden van de British Coal Corporation met betrekking tot bepaalde wettelijke acties die tegen haar zijn ondernomen (andere dan acties voor het verkrijgen van compensatie voor arbeidsongevallen of schade aan de gezondheid) en ten slotte de kosten voor de Coal Authority voor activiteiten in verband met het in stand houden van de toegang tot kolenreserves nadat de mijnactiviteiten zijn stopgezet.
De Regering van het Verenigd Koninkrijk is voornemens in het begrotingsjaar 1996/1997 een bedrag van 6 miljoen £ sterling te betalen ter dekking van de kosten van deze overblijvende activiteiten.
Deze financiële maatregelen hebben betrekking op verplichtingen die noodzakelijk uit de herstructurering, rationalisering en modernisering van de kolenindustrie in het Verenigd Koninkrijk voortvloeien en kunnen derhalve niet worden beschouwd als maatregelen die verband houden met de lopende produktie (lasten uit het verleden).
Overeenkomstig artikel 5 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS kan deze steunmaatregel, die betrekking heeft op in de bijlage van voornoemde beschikking uitdrukkelijk bedoelde kostencategorieën, namelijk op overblijvende lasten die voortvloeien uit fiscale, wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen en op kosten in verband met het handhaven van de toegang tot kolenreserves nadat de mijnactiviteiten zijn stopgezet, worden beschouwd als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt op voorwaarde dat het steunbedrag de kosten niet overschrijdt.
IX
Met inachtneming van het bij de Coal Industry Act van 1994 vastgestelde wettelijke en bestuursrechtelijke raamwerk voor de kolenindustrie in het Verenigd Koninkrijk, ziet de Regering van het Verenigd Koninkrijk erop toe dat de uit hoofde van de onderhavige beschikking verleende steun niet tot discriminatie tussen producenten, afnemers of gebruikers op de communautaire steenkoolmarkt leidt.
In het licht van het voorafgaande en op grond van de door het Verenigd Koninkrijk verstrekte gegevens zijn de in deze beschikking genoemde steunmaatregelen in overeenstemming met de bepalingen van de artikelen 2 tot en met 9 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS en met de goede werking van de gemeenschappelijke markt,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Het Verenigd Koninkrijk krijgt toestemming om in het begrotingsjaar 1996/1997 voor een totaalbedrag van 378 miljoen £ sterling de volgende steunmaatregelen te nemen:
- een betaling van 37 miljoen £ sterling voor de British Coal Corporation of de overheidsinstantie die deze heeft opgevolgd, ter dekking van uitzonderlijke sociale uitkeringen aan mijnwerkers die werkloos zijn geworden als gevolg van de herstructurering, rationalisering en modernisering van de kolenindustrie in het Verenigd Koninkrijk;
- een betaling van 115 miljoen £ sterling voor bijdragen aan pensioenregelingen ten behoeve van voormalige werknemers van de British Coal Corporation en de personen te hunnen laste;
- een betaling van 90 miljoen £ sterling voor de levering van steenkool of rookvrije brandstof of, in bepaalde gevallen, voor een in de plaats daarvan tredende betaling aan voormalige werknemers van de British Coal Corporation en de personen te hunnen laste;
- een betaling van 35 miljoen £ sterling ter compensatie van arbeidsongevallen en schade aan de gezondheid van voormalige werknemers van de British Coal Corporation en de personen te hunnen laste;
- een betaling van 95 miljoen £ sterling ter dekking van milieuschade veroorzaakt door de mijnbouwactiviteiten vóór de privatisering;
- een betaling van 6 miljoen £ sterling ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de overblijvende activiteiten van de British Coal Corporation.
Artikel 2
Het Verenigd Koninkrijk deelt uiterlijk per 30 september 1997 mee welk bedrag in het begrotingsjaar 1996/1997 aan de in artikel 1 genoemde begunstigden werkelijk is betaald en vermeldt alle wijzigingen die zich in vergelijking met de oorspronkelijk opgegeven bedragen hebben voorgedaan.
Artikel 3
Het Verenigd Koninkrijk zorgt ervoor dat in het geval van te hoog geschatte of niet-gedane uitgaven voor de verschillende, door deze beschikking bestreken steunmaatregelen terugbetaling geschiedt.
Artikel 4
Deze beschikking is gericht tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.
Gedaan te Brussel, 20 maart 1996.
Voor de Commissie
Christos PAPOUTSIS
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 329 van 30. 12. 1993, blz. 12.
(2) PB nr. L 346 van 11. 12. 1990, blz. 22.
(3) PB nr. L 220 van 25. 8. 1994, blz. 12.