Home

Verordening (EG) nr. 93/96 van de Commissie van 23 januari 1996 waarbij de kwantitatieve maxima voor de invoer van bepaalde categorieën textielprodukten van oorsprong uit de Volksrepubliek China worden verminderd met de hoeveelheden die in strijd met de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Volksrepubliek China betreffende de handel in textielprodukten in de Gemeenschap werden ingevoerd

Verordening (EG) nr. 93/96 van de Commissie van 23 januari 1996 waarbij de kwantitatieve maxima voor de invoer van bepaalde categorieën textielprodukten van oorsprong uit de Volksrepubliek China worden verminderd met de hoeveelheden die in strijd met de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Volksrepubliek China betreffende de handel in textielprodukten in de Gemeenschap werden ingevoerd

VERORDENING (EG) Nr. 93/96 VAN DE COMMISSIE van 23 januari 1996 waarbij de kwantitatieve maxima voor de invoer van bepaalde categorieën textielprodukten van oorsprong uit de Volksrepubliek China worden verminderd met de hoeveelheden die in strijd met de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Volksrepubliek China betreffende de handel in textielprodukten in de Gemeenschap werden ingevoerd

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3030/93 van de Raad van 12 oktober 1993 betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van bepaalde textielprodukten uit derde landen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1616/95 (2) van de Commissie, inzonderheid op artikel 15, juncto artikel 17,

Overwegende dat een onderzoek overeenkomstig de in bijlage IV bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 vastgestelde procedures de Commissie tot de conclusie heeft gebracht dat bepaalde textielprodukten van de categorieën 4, 6, 7, 8 en 78 in de Gemeenschap werden ingevoerd in strijd met de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 3030/93;

Overwegende dat uit verdere controles, die in samenwerking met de autoriteiten van derde landen werden uitgevoerd, is gebleken dat de betrokken produkten fysiek afkomstig zijn uit het grondgebied van de Volksrepubliek China en met valse verklaringen van oorsprong of zonder als van oorsprong uit China te zijn aangegeven in de Europese Gemeenschap werden ingevoerd;

Overwegende dat met de Volksrepubliek China herhaaldelijk overleg heeft plaatsgevonden om de situatie op te helderen en, aan de hand van de door de Commissie overgelegde bewijsstukken, de werkelijke oorsprong van de betrokken produkten vast te stellen en tot overeenstemming te komen over de aanpassing van de kwantitatieve maxima waaraan de uitvoer naar de Gemeenschap van produkten van oorsprong uit de Volksrepubliek China onderworpen is;

Overwegende dat de Chinese autoriteiten tijdens dit overleg noch het feit dat de betrokken produkten afkomstig waren uit het grondgebied van de Volksrepubliek China, noch de conclusie van de Europese Gemeenschap dat zij bijgevolg van Chinese oorsprong waren, hebben betwist;

Overwegende dat in de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Volksrepubliek China betreffende de handel in textielprodukten die op 9 december 1988 werd geparafeerd, laatstelijk gewijzigd bij de op 14 december 1995 geparafeerde overeenkomst, inzonderheid artikel 7 daarvan, is bepaald dat de uitvoer naar de Europese Gemeenschap van produkten van oorsprong uit de Volksrepubliek China moet worden afgeboekt op de kwantitatieve maxima die zijn vastgesteld voor het jaar waarin de goederen worden verzonden, en vergezeld moet gaan van een door de bevoegde autoriteiten van de Volksrepubliek China afgegeven uitvoervergunning die bij overlegging aan de bevoegde autoriteiten van de Europese Gemeenschap de houder automatisch recht geeft op een vergunning tot invoer in de Gemeenschap voor de hoeveelheid waarvoor de uitvoervergunning werd afgegeven, indien na controle blijkt dat het overeengekomen kwantitatieve maximum nog niet is bereikt;

Overwegende dat de bovengenoemde elementen voldoende grondslag bieden voor de conclusie dat de betrokken produkten die met valse verklaringen van oorsprong werden ingevoerd of zonder de vermelding dat zij van oorsprong waren uit China, van oorsprong zijn uit de Volksrepubliek China; dat deze produkten in de Gemeenschap op de markt werden gebracht zonder te zijn afgeboekt op de kwantitatieve maxima die in het kader van de bilaterale overeenkomst werden vastgesteld en dat zij bijgevolg in strijd met de overeenkomst in de Europese Gemeenschap zijn ingevoerd;

Overwegende dat de Europese Gemeenschap in dergelijke omstandigheden, wanneer duidelijk het bewijs is geleverd dat de overeenkomst werd geschonden, krachtens de bilaterale overeenkomst en Verordening (EEG) nr. 3030/93 gemachtigd is op het vastgestelde kwantitatieve maximum een hoeveelheid in mindering te brengen die gelijk is aan de in strijd met de overeenkomst ingevoerde hoeveelheid, indien binnen een bepaalde termijn geen bevredigende oplossing werd gevonden;

Overwegende dat de Commissie de Volksrepubliek China op 3 november 1995 overeenkomstig het bepaalde in artikel 7, lid 3, van de overeenkomst formeel heeft verzocht de nodige maatregelen te nemen om de aanpassing van de kwantitatieve maxima voor het contingentjaar 1995, het jaar waarin de Europese Gemeenschap haar verzoek om overleg had ingediend, te doen plaatsvinden;

Overwegende dat de Europese Gemeenschap en de Volksrepubliek China overeenstemming hebben bereikt over de methode voor het aanpassen van de kwantitatieve maxima en dat dit als een bevredigende oplossing in de zin van artikel 15 van Verordening (EEG) nr. 3030/93 wordt beschouwd;

Overwegende dat het dienstig is de overeengekomen methode toe te passen en de overeengekomen hoeveelheden van de betrokken kwantitatieve maxima af te boeken;

Overwegende dat de aanpassing van de kwantitatieve maxima voor de categorieën 4, 6, 7, 8 en 78 geen beletsel mag vormen voor de invoer in de Europese Gemeenschap van produkten die vóór de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening uit de Volksrepubliek China werden verzonden;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 ingestelde Comité textielprodukten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage bij deze verordening vermelde hoeveelheden worden in mindering gebracht op de overeenkomstige kwantitatieve maxima voor de invoer van produkten van de categorieën 4, 6, 7, 8 en 78 van oorsprong uit de Volksrepubliek China, zoals deze voor het jaar 1995 in bijlage V bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 zijn vastgesteld.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde aanpassing van de kwantitatieve maxima die van toepassing zijn op produkten van de categorieën 4, 6, 7, 8 en 78 van oorsprong uit de Volksrepubliek China, vormt geen belemmering voor de invoer van produkten van deze categorieën die vóór de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening uit de Volksrepubliek China naar de Europese Gemeenschap werden verzonden.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 23 januari 1996.

Voor de Commissie

Leon BRITTAN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 275 van 8. 11. 1993, blz. 1.

(2) PB nr. L 154 van 5. 7. 1995, blz. 3.

BIJLAGE

Aanpassing van de kwantitatieve maxima van de Gemeenschap die in 1995 van toepassing zijn op de invoer van textielprodukten van de categorieën 4, 6, 7, 8 en 78 van oorsprong uit de Volksrepubliek China

>RUIMTE VOOR DE TABEL>