Verordening (EG) nr. 1373/96 van de Commissie van 16 juli 1996 betreffende de voorlopige aanpassing van de in de Verordeningen (EEG) nr. 2942/73, (EEG) nr. 999/90 en (EEG) nr. 862/91 opgenomen speciale regelingen voor de invoer van rijst, met het oog op de tenuitvoerlegging van de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde gesloten landbouwovereenkomst
Verordening (EG) nr. 1373/96 van de Commissie van 16 juli 1996 betreffende de voorlopige aanpassing van de in de Verordeningen (EEG) nr. 2942/73, (EEG) nr. 999/90 en (EEG) nr. 862/91 opgenomen speciale regelingen voor de invoer van rijst, met het oog op de tenuitvoerlegging van de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde gesloten landbouwovereenkomst
Verordening (EG) nr. 1373/96 van de Commissie van 16 juli 1996 betreffende de voorlopige aanpassing van de in de Verordeningen (EEG) nr. 2942/73, (EEG) nr. 999/90 en (EEG) nr. 862/91 opgenomen speciale regelingen voor de invoer van rijst, met het oog op de tenuitvoerlegging van de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde gesloten landbouwovereenkomst
Publicatieblad Nr. L 178 van 17/07/1996 blz. 0005 - 0007
VERORDENING (EG) Nr. 1373/96 VAN DE COMMISSIE van 16 juli 1996 betreffende de voorlopige aanpassing van de in de Verordeningen (EEG) nr. 2942/73, (EEG) nr. 999/90 en (EEG) nr. 862/91 opgenomen speciale regelingen voor de invoer van rijst, met het oog op de tenuitvoerlegging van de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde gesloten landbouwovereenkomst
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3290/94 van de Raad van 22 december 1994 inzake de aanpassingen en de overgangsmaatregelen in de landbouwsector voor de tenuitvoerlegging van de Overeenkomsten in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde (1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1193/96 (2), en met name op artikel 3, lid 1,
Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 1250/77 van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de invoer van rijst uit de Arabische Republiek Egypte (3), Verordening (EEG) nr. 715/90 van de Raad van 5 maart 1990 inzake de regeling voor landbouwprodukten en bepaalde door verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen, van oorsprong uit de ACS-Staten of uit de landen en gebieden overzee (LGO) (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 619/96 van de Commissie (5), en Verordening (EEG) nr. 3491/90 van de Raad van 26 november 1990 betreffende de invoer van rijst van oorsprong uit Bangladesh (6), voorziet in een korting op de heffing bij invoer in de Gemeenschap van rijst van oorsprong uit bepaalde landen voor bepaalde maximumhoeveelheden, op voorwaarde dat deze landen een uitvoerbelasting heffen;
Overwegende dat in de Verordeningen (EEG) nr. 2942/73 (7) en (EEG) nr. 999/90 (8), beide laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2123/95 (9), en (EEG) nr. 862/91 (10), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2123/95, van de Commissie de uitvoeringsbepalingen van de genoemde speciale regelingen vervat zijn;
Overwegende dat de Gemeenschap zich er op grond van de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde gesloten landbouwovereenkomst toe heeft verbonden de variabele heffingen te tariferen en met ingang van 1 juli 1995 te vervangen door douanerechten; dat deze vervanging de speciale regelingen onuitvoerbaar dreigt te maken en dat dus in afwachting dat met de betrokken landen nieuwe overeenkomsten worden gesloten, voorlopig de bovengenoemde verordeningen moeten worden aangepast, zonder te raken aan de essentie van de regelingen;
Overwegende dat in dit verband het begrip "heffing" moet worden vervangen door "douanerecht" en dat de aan derde landen toegekende verlagingen met ingang van 1 juli op de douanerechten moeten worden toegepast; dat bovendien, ter vrijwaring van de belangen van de uitvoerende landen, de concessie inzake de verlaging van het element ter bescherming van de industrie moet worden vervangen door een forfaitaire verlaging van het invoerrecht;
Overwegende dat voor de invoer van gedopte rijst van GN-code 1006 20 en van volwitte rijst van GN-code 1006 30 de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief moeten gelden die van toepassing zijn op het tijdstip dat is vermeld in artikel 67 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (11);
Overwegende dat de regelingen waarvoor de inning van de uitvoerbelasting voorwaarde voor de toepassing is, slechts goed kunnen werken als het invoerrecht vooraf is vastgesteld; dat het derhalve dienstig is de mogelijkheid te handhaven om als invoerrecht vooraf het bedrag vast te stellen dat geldt op de dag van indiening van de invoercertificaataanvraag;
Overwegende dat het dienstig is het bedrag van de zekerheid dat is vastgesteld in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1162/95 van de Commissie (12), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1029/96 (13), te verhogen voor transacties met vaststelling vooraf van het invoerrecht;
Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 2123/95 voor de periode tot en met 30 juni 1996 overgangsmaatregelen zijn vastgesteld om de aanpassing van voornoemde speciale invoerregelingen te vergemakkelijken;
Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 1193/96 van de Raad de periode waarin overgangsmaatregelen kunnen worden genomen, is verlengd tot en met 30 juni 1997; dat het dienstig is de bij Verordening (EG) nr. 2123/95 vastgestelde voorlopige maatregelen te verlengen tot en met 30 juni 1997;
Overwegende evenwel dat Verordening (EEG) nr. 3877/86 van de Raad (14), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3130/91 (15), betreffende de invoer van langkorrelige, aromatische Basmati-rijst van toepassing blijft tot en met 30 juni 1996; dat voor deze regeling derhalve geen overgangsmaatregelen hoeven te worden vastgesteld;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor rijst,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EEG) nr. 2942/73 wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 1 wordt vervangen door:
"Artikel 1
Het bedrag waarmee de overeenkomstig artikel 12, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1418/76 van de Raad (*) vastgestelde douanerechten worden verminderd overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1250/77 van de Raad (**), wordt vastgesteld uiterlijk de tiende dag van de maand vóór het kwartaal waarin dit bedrag zal worden toegepast.
De in voornoemd artikel bedoelde referentieperiode is het kwartaal dat voorafgaat aan de maand waarin de vaststelling plaatsvindt.
(*) PB nr. L 166 van 25. 6. 1976, blz. 1.
(**) PB nr. L 146 van 14. 6. 1977, blz. 9.".
2. In artikel 3, lid 2, wordt "heffing" vervangen door "douanerecht".
Artikel 2
Verordening (EEG) nr. 999/90 wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 1 wordt vervangen door:
"Artikel 1
De bedragen van de in artikel 12, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 715/90 bedoelde douanerechten worden om de twee weken door de Commissie vastgesteld aan de hand van de volgende criteria:
- het invoerrecht voor padie van de GN-codes 1006 10 21 tot en met 1006 10 98 is gelijk aan het in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde douanerecht, verminderd met 50 % en met 4,34 ecu;
- het invoerrecht voor gedopte rijst van GN-code 1006 20 is gelijk aan het op grond van artikel 12, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1418/76 vastgestelde douanerecht, verminderd met 50 % en met 4,34 ecu;
- het invoerrecht voor volwitte rijst van GN-code 1006 30 is gelijk aan het op grond van artikel 12, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1418/76 vastgestelde douanerecht, verminderd met 16,78 ecu, vervolgens met 50 % en met 6,52 ecu;
- het invoerrecht voor breukrijst van GN-code 1006 40 00 is gelijk aan het in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde douanerecht, verminderd met 50 % en met 3,62 ecu.".
2. In artikel 3 wordt lid 2 vervangen door:
"2. Het certificaat verplicht tot invoer uit het vermelde land van oorsprong. Het invoerrecht is het op de dag van indiening van de certificaataanvraag geldende recht. Het bedrag van dit recht wordt aangepast naargelang van het verschil tussen de interventieaankoopprijs in de maand van de certificaataanvraag en die in de maand van het in het vrije verkeer brengen, welk verschil in voorkomend geval wordt verhoogd met:
- 80 % voor gedopte Indica-rijst,
- 163 % voor volwitte Indica-rijst,
- 88 % voor gedopte Japonica-rijst,
- 167 % voor volwitte Japonica-rijst.
Wat onder Indica- en Japonica-rijst moet worden verstaan is bepaald in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1573/95 van de Commissie (*).
(*) PB nr. L 150 van 1. 7. 1995, blz. 53.".
3. In de leden 1, 2 en 3 van artikel 2 en de leden 1, 3 en 4 van artikel 3 wordt "heffing" telkens vervangen door "douanerecht".
Artikel 3
Verordening (EEG) nr. 862/91 wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 1 wordt vervangen door:
"Artikel 1
De bedragen van de in artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3491/90 bedoelde douanerechten worden elke week door de Commissie vastgesteld aan de hand van de volgende criteria:
- het invoerrecht voor padie van de GN-codes 1006 10, met uitzondering van GN-code 1006 10 10, is gelijk aan het in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde douanerecht, verminderd met 50 % en met 4,34 ecu;
- het invoerrecht voor gedopte rijst van GN-code 1006 20 is gelijk aan het op grond van artikel 12, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1418/76 vastgestelde douanerecht, verminderd met 50 % en met 4,34 ecu;
- het invoerrecht voor volwitte rijst van GN-code 1006 30 is gelijk aan het op grond van artikel 12, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1418/76 vastgestelde douanerecht, verminderd met 16,78 ecu, vervolgens met 50 % en 6,52 ecu.".
2. In artikel 4 wordt lid 2 vervangen door:
"2. Het invoercertificaat dat wordt afgegeven voor een hoeveelheid die niet groter is dan die welke is vermeld in het in artikel 2 bedoelde certificaat van oorsprong, verplicht tot invoer uit Bangladesh. Het invoerrecht is het op de dag van indiening van de certificaataanvraag geldende recht. Het bedrag van dit recht wordt aangepast naargelang van het verschil tussen de interventieaankoopprijs in de maand van de certificaataanvraag en die in de maand van het in het vrije verkeer brengen, welk verschil in voorkomend geval wordt verhoogd met:
- 80 % voor gedopte Indica-rijst,
- 163 % voor volwitte Indica-rijst,
- 88 % voor gedopte Japonica-rijst,
- 167 % voor volwitte Japonica-rijst.
Wat onder Indica- en Japonica-rijst moet worden verstaan is bepaald in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1573/95 van de Commissie (*).
(*) PB nr. L 150 van 1. 7. 1995, blz. 53.".
3. In de leden 1, 3 en 4 van artikel 4 wordt "heffing" telkens vervangen door "douanerecht".
Artikel 4
In afwijking van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1162/95 bedraagt de zekerheid voor uit hoofde van de Verordeningen (EEG) nr. 2942/73, (EEG) nr. 999/90 en (EEG) nr. 862/91 afgegeven certificaten 28 ecu/ton.
Artikel 5
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing van 1 juli 1996 tot en met 30 juni 1997.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 16 juli 1996.
Voor de Commissie
Franz FISCHLER
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 349 van 31. 12. 1994, blz. 105.
(2) PB nr. L 161 van 26. 6. 1996, blz. 1.
(3) PB nr. L 146 van 14. 6. 1977, blz. 9.
(4) PB nr. L 84 van 30. 3. 1990, blz. 85.
(5) PB nr. L 89 van 10. 4. 1996, blz. 1.
(6) PB nr. L 337 van 4. 12. 1990, blz. 1.
(7) PB nr. L 302 van 31. 10. 1973, blz. 1.
(8) PB nr. L 101 van 21. 4. 1990, blz. 20.
(9) PB nr. L 212 van 7. 9. 1995, blz. 8.
(10) PB nr. L 88 van 9. 4. 1991, blz. 7.
(11) PB nr. L 302 van 19. 10. 1992, blz. 16.
(12) PB nr. L 117 van 24. 5. 1995, blz. 2.
(13) PB nr. L 137 van 8. 6. 1996, blz. 1.
(14) PB nr. L 361 van 20. 12. 1986, blz. 1.
(15) PB nr. L 297 van 29. 10. 1991, blz. 1.