Home

Verordening (EG) nr. 1926/96 van de Raad van 7 oktober 1996 houdende vaststelling, in verband met de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde gesloten Overeenkomst inzake de landbouw, van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwprodukten en van een autonome overgangsregeling tot aanpassing van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Overeenkomsten met Estland, Letland en Litouwen betreffende vrijhandel en met handel verband houdende zaken

Verordening (EG) nr. 1926/96 van de Raad van 7 oktober 1996 houdende vaststelling, in verband met de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde gesloten Overeenkomst inzake de landbouw, van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwprodukten en van een autonome overgangsregeling tot aanpassing van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Overeenkomsten met Estland, Letland en Litouwen betreffende vrijhandel en met handel verband houdende zaken

Verordening (EG) nr. 1926/96 van de Raad van 7 oktober 1996 houdende vaststelling, in verband met de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde gesloten Overeenkomst inzake de landbouw, van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwprodukten en van een autonome overgangsregeling tot aanpassing van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Overeenkomsten met Estland, Letland en Litouwen betreffende vrijhandel en met handel verband houdende zaken

Publicatieblad Nr. L 254 van 08/10/1996 blz. 0001 - 0021


VERORDENING (EG) Nr. 1926/96 VAN DE RAAD van 7 oktober 1996 houdende vaststelling, in verband met de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde gesloten Overeenkomst inzake de landbouw, van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwprodukten en van een autonome overgangsregeling tot aanpassing van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Overeenkomsten met Estland, Letland en Litouwen betreffende vrijhandel en met handel verband houdende zaken

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de Overeenkomsten betreffende vrijhandel en met handel verband houdende zaken tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en, respectievelijk, de Republiek Estland (1), de Republiek Letland (2) en de Republiek Litouwen (3), anderzijds, voorzien in concessies voor bepaalde landbouwprodukten van oorsprong uit deze landen; dat deze concessies verlagingen van de variabele heffingen in het kader van de tariefcontingenten en verlagingen van de douanerechten omvatten;

Overwegende dat de Gemeenschap zich er krachtens de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde gesloten Overeenkomst inzake de landbouw (4) toe heeft verbonden om met ingang van 1 juli 1995 alle variabele landbouwheffingen en de overige niet-tarifaire belemmeringen te tariferen en door vaste douanerechten te vervangen;

Overwegende dat de vervanging van de variabele heffingen en andere belemmeringen door douanerechten invloed heeft op de krachtens de Vrijhandelsovereenkomsten verleende concessies en de aan Estland, Letland en Litouwen toegekende preferentiële toegang tot de communautaire markt zou kunnen verminderen;

Overwegende dat, overeenkomstig de op 27 juni 1996 vastgestelde richtsnoeren ten aanzien van landbouwprodukten, thans met de betrokken landen wordt onderhandeld met het oog op de sluiting van aanvullende protocollen bij de Overeenkomst betreffende vrijhandel en met handel verband houdende zaken; dat de "tijdelijke" aanvullende protocollen uitsluitend de handelsaspecten van de aanvullende protocollen zullen betreffen; dat deze tijdelijke aanvullende protocollen evenwel, doordat er te weinig tijd is, niet op 1 juli 1996 in werking hebben kunnen treden;

Overwegende dat derhalve, bij wijze van autonome overgangsregeling, de bij de Overeenkomsten betreffende vrijhandel en met handel verband houdende zaken vastgestelde landbouwconcessies moeten worden gewijzigd; dat de betrokken wijziging op 1 juli 1996 van toepassing moet worden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Deze verordening voorziet, bij wijze van autonome overgangsmaatregel, in de opening van tariefcontingenten en de aanpassing van concessies voor bepaalde landbouwprodukten die zijn vastgesteld in de Overeenkomsten betreffende vrijhandel en met handel verband houdende zaken met de Republiek Estland, de Republiek Letland en de Republiek Litouwen.

Artikel 2

1. De regeling die geldt bij invoer in de Gemeenschap van bepaalde landbouwprodukten van oorsprong uit Estland, die is opgenomen in de bijlagen I a, I b en I c van deze verordening vervangt de invoerregeling die is opgenomen in de bijlagen III, IV en V bij de Overeenkomst betreffende vrijhandel en met handel verband houdende zaken tussen de Europese Gemeenschappen, enerzijds, en Estland, anderzijds.

2. Op de datum van inwerkingtreding van het tijdelijk aanvullend protocol tot aanpassing van de in lid 1 bedoelde Overeenkomst, komen de in dat protocol vastgestelde concessies in de plaats van de in de bijlagen I a, I b en I c bij deze verordening bedoelde concessies.

3. Voor produkten van oorsprong uit Estland kan de Commissie het specifieke bedrag dat geldt binnen het in het kader van de GATT geopende contingent van 169 000 stuks levende runderen verlagen tot 399 ecu/ton.

Artikel 3

1. De regeling die geldt bij invoer in de Gemeenschap van bepaalde landbouwprodukten van oorsprong uit Letland, die is opgenomen in de bijlagen II a, II b en II c bij deze verordening vervangt de invoerregeling die is opgenomen in de bijlagen VII, VIII en IX bij de Overeenkomst betreffende vrijhandel en met handel verband houdende zaken tussen de Europese Gemeenschappen, enerzijds, en Letland, anderzijds.

2. Op de datum van inwerkingtreding van het tijdelijk aanvullend protocol tot aanpassing van de in lid 1 bedoelde Overeenkomst, komen de in dat protocol vastgestelde concessies in de plaats van de in de bijlagen II a, II b en II c bij deze verordening bedoelde concessies.

3. Voor produkten van oorsprong uit Letland kan de Commissie het specifieke bedrag dat geldt binnen het in het kader van de GATT geopende contingent van 169 000 stuks levende runderen, verlagen tot 399 ecu/ton.

Artikel 4

1. De regeling die geldt bij invoer in de Gemeenschap van bepaalde landbouwprodukten van oorsprong uit Litouwen, die is opgenomen in de bijlagen III a en III b bij deze verordening vervangt de invoerregeling die is opgenomen in de bijlagen IX, X en XI bij de Overeenkomst betreffende vrijhandel en met handel verband houdende zaken tussen de Europese Gemeenschappen, enerzijds, en Litouwen, anderzijds.

2. Op de datum van inwerkingtreding van het tijdelijk aanvullend protocol tot aanpassing van de in lid 1 bedoelde Overeenkomst, komen de in dat protocol vastgestelde concessies in de plaats van de in de bijlagen III a en III b bij deze verordening bedoelde concessies.

3. Voor produkten van oorsprong uit Litouwen kan de Commissie het specifieke bedrag dat geldt binnen het in het kader van de GATT geopende contingent van 169 000 stuks levende runderen, verlagen tot 399 ecu/ton.

Artikel 5

De bepalingen ter uitvoering van deze verordening worden door de Commissie vastgesteld volgens:

- de procedure van artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 (5) of van de overeenkomstige bepalingen van de andere verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening der markten, of

- de procedure van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 2178/95 (6).

Artikel 6

De concessies die in de bijlagen bij deze verordening zijn aangegeven in de vorm van tariefcontingenten met een volgnummer, vervangen die welke zijn opgenomen in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2382/95 van de Commissie (7) en in bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 2178/95.

Artikel 7

Het protocol inzake het begrip "produkt van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking, dat aan de betrokken Overeenkomsten tussen de Gemeenschap en elk van de Baltische republieken is gehecht, is van toepassing op de bij deze verordening vastgestelde maatregelen.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1996.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 7 oktober 1996.

Voor de Raad

De Voorzitter

P. RABBITTE

(1) PB nr. L 373 van 31. 12. 1994, blz. 1.

(2) PB nr. L 374 van 31. 12. 1994, blz. 1.

(3) PB nr. L 375 van 31. 12. 1994, blz. 1.

(4) PB nr. L 336 van 23. 12. 1994, blz. 22.

(5) PB nr. L 181 van 1. 7. 1992, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 923/96 (PB nr. L 126 van 24. 5. 1996, blz. 37).

(6) PB nr. L 223 van 20. 9. 1995, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 921/96 (PB nr. L 126 van 24. 5. 1996, blz. 1).

(7) PB nr. L 244 van 12. 10. 1995, blz. 44.

BIJLAGE Ia

ESTLAND

Voor de invoer in de Gemeenschap van de volgende produkten van oorsprong uit Estland gelden onderstaande concessies: (MFN = recht voor landen waarvoor de meestbegunstigingsclausule geldt)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE Ib

ESTLAND

Voor de invoer in de Gemeenschap van de volgende produkten van oorsprong uit Estland gelden onderstaande concessies: (MFN = recht voor landen waarvoor de meestbegunstigingsclausule geldt)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bijlage bij de bijlagen Ia en Ib

Minimuminvoerprijsregeling voor bepaalde soorten zacht fruit bestemd voor verwerking

1. Elk verkoopseizoen worden voor de volgende produkten minimuminvoerprijzen vastgesteld:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De minimuminvoerprijzen worden door de Gemeenschap, in overleg met Estland, vastgesteld, rekening houdend met de ontwikkeling van de prijzen, de ingevoerde hoeveelheden en de markt in de Gemeenschap.

2. Ten aanzien van de inachtneming van de minimuminvoerprijzen, gelden de volgende eisen:

- in elke driemaandelijkse periode van het verkoopseizoen mag de gemiddelde waarde per eenheid van elk in punt 1 vermeld produkt dat in de Gemeenschap wordt ingevoerd, niet lager zijn dan de minimuminvoerprijs voor dat produkt;

- in elke periode van twee weken mag de gemiddelde waarde per eenheid van elk in punt 1 vermeld produkt, dat in de Gemeenschap wordt ingevoerd, niet lager zijn dan 90 % van de minimuminvoerprijs voor dat produkt, voor zover de in de betrokken periode ingevoerde hoeveelheden niet minder dan 4 % van de normale jaarlijkse invoer uitmaken.

3. Als aan een van deze eisen niet wordt voldaan, kan de Gemeenschap maatregelen vaststellen om te garanderen dat de minimuminvoerprijs in acht wordt genomen voor elke zending van het betrokken produkt die uit Estland wordt ingevoerd.

BIJLAGE Ic

ESTLAND

Voor de invoer in de Gemeenschap van de volgende produkten van oorsprong uit Estland gelden onderstaande concessies (MFN = recht voor landen waarvoor de meestbegunstigingsclausule geldt):

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE IIa

LETLAND

Voor de invoer in de Gemeenschap van de volgende produkten van oorsprong uit Letland gelden onderstaande concessies: (MFN = recht voor landen waarvoor de meestbegunstigingsclausule geldt)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE IIb

LETLAND

Voor de invoer in de Gemeenschap van de volgende produkten van oorsprong uit Letland gelden onderstaande concessies (MFN = recht voor landen waarvoor de meestbegunstigingsclausule geldt):

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bijlage bij bijlage IIb

Minimuminvoerprijsregeling voor bepaalde soorten zacht fruit bestemd voor verwerking

1. Elk verkoopseizoen worden voor de volgende produkten minimuminvoerprijzen vastgesteld:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De minimuminvoerprijzen worden door de Gemeenschap, in overleg met Letland, vastgesteld, rekening houdend met de ontwikkeling van de prijzen, de ingevoerde hoeveelheden en de markt in de Gemeenschap.

2. Ten aanzien van de inachtneming van de minimuminvoerprijzen, gelden de volgende eisen:

- in elke driemaandelijkse periode van het verkoopseizoen mag de gemiddelde waarde per eenheid van elk in punt 1 vermeld produkt dat in de Gemeenschap wordt ingevoerd, niet lager zijn dan de minimuminvoerprijs voor dat produkt;

- in elke periode van twee weken mag de gemiddelde waarde per eenheid van elk in punt 1 vermeld produkt, dat in de Gemeenschap wordt ingevoerd, niet lager zijn dan 90 % van de minimuminvoerprijs voor dat produkt, voor zover de in de betrokken periode ingevoerde hoeveelheden niet minder dan 4 % van de normale jaarlijkse invoer uitmaken.

3. Als aan een van deze eisen niet wordt voldaan, kan de Gemeenschap maatregelen vaststellen om te garanderen dat de minimuminvoerprijs in acht wordt genomen voor elke zending van het betrokken produkt die uit Letland wordt ingevoerd.

BIJLAGE IIc

LETLAND

Voor de invoer in de Gemeenschap van de volgende produkten van oorsprong uit Letland gelden onderstaande concessies (MFN = recht voor landen waarvoor de meestbegunstigingsclausule geldt):

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE IIIa

LITOUWEN

Voor de invoer in de Gemeenschap van de volgende produkten van oorsprong uit Litouwen gelden onderstaande concessies: (MFN = recht voor landen waarvoor de meestbegunstigingsclausule geldt)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bijlage bij bijlage IIIa

Minimuminvoerprijsregeling voor bepaalde soorten zacht fruit bestemd voor verwerking

1. Elk verkoopseizoen worden voor de volgende produkten minimuminvoerprijzen vastgesteld:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De minimuminvoerprijzen worden door de Gemeenschap, in overleg met Litouwen, vastgesteld, rekening houdend met de ontwikkeling van de prijzen, de ingevoerde hoeveelheden en de markt in de Gemeenschap.

2. Ten aanzien van de inachtneming van de minimuminvoerprijzen, gelden de volgende eisen:

- in elke driemaandelijkse periode van het verkoopseizoen mag de gemiddelde waarde per eenheid van elk in punt 1 vermeld produkt dat in de Gemeenschap wordt ingevoerd, niet lager zijn dan de minimuminvoerprijs voor dat produkt;

- in elke periode van twee weken mag de gemiddelde waarde per eenheid van elk in punt 1 vermeld produkt, dat in de Gemeenschap wordt ingevoerd, niet lager zijn dan 90 % van de minimuminvoerprijs voor dat produkt, voor zover de in de betrokken periode ingevoerde hoeveelheden niet minder dan 4 % van de normale jaarlijkse invoer uitmaken.

3. Als aan een van deze eisen niet wordt voldaan, kan de Gemeenschap maatregelen vaststellen om te garanderen dat de minimuminvoerprijs in acht wordt genomen voor elke zending van het betrokken produkt die uit Litouwen wordt ingevoerd.

BIJLAGE IIIb

LITOUWEN

Voor de invoer in de Gemeenschap van de volgende produkten van oorsprong uit Litouwen gelden onderstaande concessies (MFN = recht voor landen waarvoor de meestbegunstigingsclausule geldt):

>RUIMTE VOOR DE TABEL>