Home

Verordening (EG) nr. 2154/96 van de Commissie van 11 november 1996 tot vaststelling van bepaalde overgangsmaatregelen in verband met de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst inzake de landbouw in het kader van de Uruguay-Ronde

Verordening (EG) nr. 2154/96 van de Commissie van 11 november 1996 tot vaststelling van bepaalde overgangsmaatregelen in verband met de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst inzake de landbouw in het kader van de Uruguay-Ronde

VERORDENING (EG) Nr. 2154/96 VAN DE COMMISSIE van 11 november 1996 tot vaststelling van bepaalde overgangsmaatregelen in verband met de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst inzake de landbouw in het kader van de Uruguay-Ronde

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 923/96 van de Commissie (2), en met name artikel 13 daarvan, alsmede op de overeenkomstige bepalingen van de andere verordeningen tot instelling van een gemeenschappelijke marktordening voor landbouwprodukten,

Overwegende dat in artikel 20, lid 3, onder b), tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 3665/87 van de Commissie van 27 november 1987 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwprodukten (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1384/95 (4), ten aanzien van de gedifferentieerde restituties is bepaald dat ingeval de in het uitvoercertificaat vermelde bestemming niet in acht is genomen en de restitutie voor de werkelijke bestemming lager is dan die voor de in het certificaat vermelde bestemming, de restitutie voor de werkelijke bestemming moet worden verminderd met 20 % van het verschil tussen laatstgenoemde restitutie en de restitutie voor de in het certificaat vermelde bestemming; dat deze bepaling geldt voor uitvoeraangiften die zijn aanvaard op of na 1 juli 1995; dat deze vermindering is ingevoerd om ervoor te zorgen dat de maximumhoeveelheden en -bedragen in acht worden genomen die zijn vastgesteld in de Overeenkomst inzake de landbouw die is gesloten in het kader van de Uruguay-Ronde;

Overwegende dat, om een onderbreking van het handelsverkeer te voorkomen en te zorgen voor een harmonische overgang tussen de vóór 1 juli 1995 bestaande regeling en de nieuwe GATT-regeling, in Verordening (EG) nr. 974/95 van de Commissie (5) is bepaald dat vóór 1 juli 1995 uitvoercertificaten kunnen worden afgegeven die na die datum mogen worden gebruikt; dat deze certificaten niet behoeven te worden meegerekend voor de nieuwe GATT-regeling; dat daarom uitdrukkelijk moet worden bepaald dat de vermindering met 20 % niet van toepassing is op laatstbedoelde certificaten, en wel met ingang van 1 juli 1995;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van alle betrokken comités van beheer,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Op een daartoe strekkend verzoek van de betrokkene, dat uiterlijk één jaar na de datum van bekendmaking van deze verordening wordt ingediend, wordt de in artikel 20, lid 3, onder b), tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 3665/87 vastgestelde vermindering met 20 % niet toegepast voor uitvoer op grond van uitvoercertificaten die zijn afgegeven in het kader van Verordening (EG) nr. 974/95.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1995.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 11 november 1996.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 181 van 1. 7. 1992, blz. 21.

(2) PB nr. L 126 van 24. 5. 1996, blz. 37.

(3) PB nr. L 351 van 14. 12. 1987, blz. 1.

(4) PB nr. L 134 van 20. 6. 1995, blz. 14.

(5) PB nr. L 97 van 29. 4. 1995, blz. 66.