Home

97/248/EG: Beschikking van de Commissie van 25 maart 1997 waarbij in beginsel wordt erkend dat het dossier dat is ingediend voor een grondig onderzoek met het oog op de eventuele opneming van Pseudomonas chlororaphis in bijlage I van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, volledig is (Voor de EER relevante tekst)

97/248/EG: Beschikking van de Commissie van 25 maart 1997 waarbij in beginsel wordt erkend dat het dossier dat is ingediend voor een grondig onderzoek met het oog op de eventuele opneming van Pseudomonas chlororaphis in bijlage I van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, volledig is (Voor de EER relevante tekst)

97/248/EG: Beschikking van de Commissie van 25 maart 1997 waarbij in beginsel wordt erkend dat het dossier dat is ingediend voor een grondig onderzoek met het oog op de eventuele opneming van Pseudomonas chlororaphis in bijlage I van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, volledig is (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 098 van 15/04/1997 blz. 0015 - 0016


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 25 maart 1997 waarbij in beginsel wordt erkend dat het dossier dat is ingediend voor een grondig onderzoek met het oog op de eventuele opneming van Pseudomonas chlororaphis in bijlage I van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, volledig is (Voor de EER relevante tekst) (97/248/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/68/EG van de Commissie (2), en met name op artikel 6, lid 3,

Overwegende dat Richtlijn 91/414/EEG voorziet in de opstelling van een communautaire lijst van toegelaten werkzame stoffen in bestrijdingsmiddelen;

Overwegende dat Svenska Lantmännen op 15 december 1994 bij de Zweedse autoriteiten een dossier heeft ingediend met het oog op de opneming van Pseudomonas chlororaphis in bijlage I bij de genoemde richtlijn;

Overwegende dat de Zweedse autoriteiten de Commissie de resultaten hebben medegedeeld van een eerste onderzoek naar de volledigheid van het dossier ten aanzien van de gegevens en informatie die zijn voorgeschreven in bijlage II en, voor ten minste één gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, in bijlage III bij genoemde richtlijn; dat bovengenoemd bedrijf het dossier vervolgens overeenkomstig artikel 6, lid 2, van die richtlijn heeft doen toekomen aan de Commissie en aan de andere lidstaten;

Overwegende dat het dossier aan het Permanent Plantenziektekundig Comité is voorgelegd in de vergadering van de Werkgroep Wetgeving van dit Comité op 20 maart 1996;

Overwegende dat krachtens artikel 6, lid 3, van Richtlijn 91/414/EEG op het niveau van de Gemeenschap dient te worden bevestigd dat het dossier moet worden geacht in beginsel te voldoen aan de in bijlage II vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie en, voor ten minste één gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, aan de in bijlage III bij die richtlijn vervatte desbetreffende voorschriften;

Overwegende dat deze bevestiging nodig is om het grondige onderzoek van het dossier te kunnen uitvoeren en om het voor de lidstaten mogelijk te maken gewasbeschermingsmiddelen met deze werkzame stof voorlopig toe te laten met inachtneming van de in artikel 8, lid 1, van Richtlijn 91/414/EEG gestelde voorwaarden, en met name de voorwaarde dat de werkzame stof en het gewasbeschermingsmiddel moeten worden onderworpen aan een grondige beoordeling in het licht van de voorschriften van die richtlijn;

Overwegende dat dit niet uitsluit dat het bedrijf kan worden gevraagd verdere gegevens of informatie te verstrekken indien dat tijdens het grondige onderzoek nodig blijkt om een besluit te kunnen nemen;

Overwegende dat Zweden het dossier verder grondig zal onderzoeken en de conclusies van zijn onderzoek - vergezeld van eventuele aanbevelingen met betrekking tot de vraag of de betrokken werkzame stof al dan niet in bijlage I van Richtlijn 91/414/EEG moet worden opgenomen, en welke voorwaarden eventueel aan die opneming moeten worden verbonden - zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen één jaar een verslag aan de Commissie zal mededelen; dat na ontvangst van dit verslag het grondige onderzoek zal worden voortgezet met de deskundige inbreng van alle lidstaten in het kader van het Permanent plantenziektekundig Comité;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Het dossier dat Svenska Lantmännen bij de Commissie en de lidstaten heeft ingediend met het oog op de opneming van Pseudomonas chlororaphis als werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG en dat op 20 maart 1996 is voorgelegd aan het Permanent Plantenziektekundig Comité, wordt geacht in beginsel te voldoen aan de in bijlage II bij die richtlijn vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie en, voor een gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, aan de in bijlage III bij genoemde richtlijn vervatte desbetreffende voorschriften.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 25 maart 1997.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 230 van 19. 8. 1991, blz. 1.

(2) PB nr. L 277 van 30. 10. 1996, blz. 25.