97/634/EG: Besluit van de Commissie van 26 september 1997 tot aanvaardiging van verbintenissen die zijn aangeboden in het kader van de antidumping- en antisubsidieprocedures betreffende de invoer van gekweekte Atlantische zalm van oorsprong uit Noorwegen
97/634/EG: Besluit van de Commissie van 26 september 1997 tot aanvaardiging van verbintenissen die zijn aangeboden in het kader van de antidumping- en antisubsidieprocedures betreffende de invoer van gekweekte Atlantische zalm van oorsprong uit Noorwegen
BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 26 september 1997 tot aanvaardiging van verbintenissen die zijn aangeboden in het kader van de antidumping- en antisubsidieprocedures betreffende de invoer van gekweekte Atlantische zalm van oorsprong uit Noorwegen (97/634/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2331/96 (2), inzonderheid op artikel 8, lid 1,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3284/94 van de Raad van 22 december 1994 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (3), inzonderheid op artikel 10, lid 1,
Na overleg in het Raadgevend Comité,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Op 31 augustus 1996 heeft de Commissie door middel van een bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (4) de inleiding aangekondigd van een antisubsidieprocedure betreffende de invoer van gekweekte Atlantische zalm van oorsprong uit Noorwegen.
(2) Op 31 augustus 1996 heeft de Commissie tevens, door middel van een ander bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (5), de inleiding aangekondigd van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van gekweekte Atlantische zalm van oorsprong uit Noorwegen.
(3) Beide procedures werden ingeleid naar aanleiding van klachten die in juli 1996 door de Scottish Salmon Growers' Association Ltd (SSGA) en de Shetland Salmon Farmers' Association (SSFA) waren ingediend namens hun leden die een groot deel van de totale productie van gekweekte Atlantische zalm in de Gemeenschap vertegenwoordigen. Het bij de klacht gevoegde bewijsmateriaal betreffende de subsidiëring en de invoer met dumping van het betrokken product uit Noorwegen en de daaruit voortvloeiende aanmerkelijke schade werd voldoende geacht om tot de inleiding van een antidumping- en een antisubsidieprocedure over te gaan.
(4) De Commissie heeft alle gegevens die ze voor de vaststelling van de definitieve bevindingen nodig achtte, opgevraagd en gecontroleerd. Bij het onderzoek werd vastgesteld dat definitieve antidumpingrechten en compenserende rechten moesten worden ingesteld om een einde te maken aan de schadelijke gevolgen van dumping en subsidiëring. De conclusies inzake alle aspecten van deze onderzoeken zijn uiteengezet in Verordening (EG) nr. 1890/97 van de Raad (6) en Verordening (EG) nr. 1891/97 van de Raad (7).
(5) Na van de bevindingen van de Commissie in kennis te zijn gesteld, hebben het Koninkrijk Noorwegen en de in de artikel 1 genoemde Noorse exporteurs verbintenissen aangeboden overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 3284/94. De Noorse exporteurs hebben tevens verbintenissen aangeboden overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 384/96.
(6) In deze verbintenissen hebben de Noorse exporteurs, onder meer, aangeboden het onderzochte product niet beneden een bepaalde minimumprijs aan hun eerste onafhankelijke afnemer in de Gemeenschap te verkopen. Noorwegen heeft beloofd een aantal maatregelen te nemen die ertoe zullen bijdragen dat door subsidiëring geen verdere schade ontstaat. Met Noorwegen en de betrokken Noorse exporteurs is overeengekomen dat de verbintenissen op 1 juli 1997 in werking treden.
(7) De Commissie is van oordeel dat de schadelijke gevolgen van dumping en subsidiëring zullen ophouden indien de bovengenoemde verbintenissen worden nageleefd.
(8) Daar Noorwegen aangeboden heeft met de Commissie te zullen samenwerken bij het toezicht op de ontwikkeling van de uitvoer van gekweekte Atlantische zalm uit Noorwegen naar de Gemeenschap en daar de exporteurs die verbintenissen hebben aangeboden de Commissie regelmatig nauwkeurige gegevens zullen verstrekken over hun uitvoer naar de Gemeenschap, wordt geconcludeerd dat de Commissie in staat zal zijn erop toe te zien dat de verbintenissen worden nagekomen.
(9) Gezien het bovenstaande worden de verbintenissen die door Noorwegen en de hieronder vermelde Noorse exporteurs zijn aangeboden als aanvaardbaar beschouwd en kan het onderzoek ten aanzien van deze partijen worden afgesloten.
(10) Alle exporteurs en betrokken gelieerde importeurs zijn in kennis gesteld van de voornaamste feiten en overwegingen op grond waarvan de Commissie voornemens was de aanbeveling te doen het onderzoek af te sluiten zonder maatregelen te nemen ten aanzien van de partijen van wie verbintenissen zijn aanvaard en deze partijen hebben gelegenheid gehad over alle aspecten van het onderzoek op- en aanmerkingen te maken. Indien de Commissie redenen zou hebben om aan te nemen dat een verbintenis niet wordt nagekomen, kan op grond van artikel 8, lid 10, van Verordening (EG) nr. 384/96 en artikel 10, lid 10, van Verordening (EG) nr. 3284/94 een voorlopig antidumpingrecht, respectievelijk een voorlopig compenserend recht worden ingesteld. Indien aan de voorwaarden van artikel 8, lid 9, van Verordening (EG) nr. 384/96 en artikel 10, lid 9, van Verordening (EG) nr. 3284/94 is voldaan, kan een definitief antidumpingrecht, respectievelijk een definitief compenserend recht worden ingesteld.
(11) Het Raadgevend Comité werd geraadpleegd en heeft tegen de aanvaarding van de aangeboden verbintenissen geen bezwaar gemaakt.
(12) Na in kennis te zijn gesteld van de voornaamste feiten en overwegingen op grond waarvan de Commissie voornemens was de verbintenissen te aanvaarden, heeft de bedrijstak van de Gemeenschap er zijn bezorgdheid over uitgesproken dat deze verbintenissen niet werkelijk een einde zouden maken aan de geleden schade, gezien de ervaringen in het verleden met minimumprijzen.
(13) Deze verbintenissen bevatten strikte bepalingen inzake toezicht en worden voorts geschraagd door residuele rechten die ingesteld zullen worden indien de verbintenissen niet worden nagekomen. De Commissie is derhalve van oordeel dat de maatregelen toereikend zijn om aan de schadelijke gevolgen van dumping en subsidiëring een einde te maken,
BESLUIT:
Artikel 1
De verbintenissen die zijn aangeboden door het Koninkrijk Noorwegen en door de in de bijlage genoemde Noorse exporteurs in verband met de antisubsidieprocedure betreffende de invoer in de Gemeenschap van gekweekte Atlantische zalm van oorsprong uit Noorwegen worden aanvaard.
De verbintenissen die zijn aangeboden door de in de bijlage genoemde Noorse exporteurs in verband met de antidumpingprocedure betreffende de invoer in de Gemeenschap van gekweekte Atlantische zalm van oorsprong uit Noorwegen worden aanvaard.
Artikel 2
Het onderzoek in verband met de in artikel 1 genoemde antidumping- en antisubsidieprocedure worden hierbij afgesloten ten aanzien van de in dat artikel genoemde partijen.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Gedaan te Brussel, 26 september 1997.
Voor de Commissie
Hans VAN DEN BROEK
Lid van de Commissie
(1) PB L 56 van 6. 3. 1996, blz. 1.
(2) PB L 317 van 6. 12. 1996, blz. 1.
(3) PB L 349 van 31. 12. 1994, blz. 22.
(4) PB C 253 van 31. 8. 1996, blz. 20.
(5) PB C 253 van 31. 8. 1996, blz. 18.
(6) Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.
(7) Zie bladzijde 19 van dit Publicatieblad.
BIJLAGE
>RUIMTE VOOR DE TABEL>