Home

Richtlijn 97/71/EG van de Commissie van 15 december 1997 houdende wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op respectievelijk granen, levensmiddelen van dierlijke oorsprong en bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit (Voor de EER relevante tekst)

Richtlijn 97/71/EG van de Commissie van 15 december 1997 houdende wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op respectievelijk granen, levensmiddelen van dierlijke oorsprong en bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit (Voor de EER relevante tekst)

RICHTLIJN 97/71/EG VAN DE COMMISSIE van 15 december 1997 houdende wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op respectievelijk granen, levensmiddelen van dierlijke oorsprong en bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit (Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 86/362/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op granen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/41/EG (2), en met name op artikel 10,

Gelet op Richtlijn 86/363/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op levensmiddelen van dierlijke oorsprong (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/41/EG, en met name op artikel 10,

Gelet op Richtlijn 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit (4), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/41/EG, en met name op artikel 10,

Overwegende dat bijlage II bij de Richtlijnen 86/362/EEG en 86/363/EEG is gewijzigd bij de Richtlijnen 93/57/EEG (5), 94/29/EG (6), 95/39/EG (7) en 96/33/EG (8) van de Raad met het oog op vaststelling van maximumgehalten aan residuen voor bepaalde lijsten van bestrijdingsmiddelen; dat evenwel op bepaalde plaatsen de maximumgehalten zijn opengelaten als de beschikbare gegevens ontoereikend waren om ze vast te stellen en dat de betrokken partijen de gelegenheid hebben gekregen de ontbrekende gegevens binnen een vastgestelde termijn te leveren; dat, indien de maximumgehalten niet zijn vastgesteld tegen de data die zijn vermeld in de voetnoten bij de lijsten die bij de Richtlijnen 93/57/EEG, 94/29/EG, 95/39/EG en 96/33/EG zijn toegevoegd aan bijlage II bij de Richtlijnen 86/362/EEG en 86/363/EEG, de corresponderende ondergrens van de analytische bepaling geldt;

Overwegende dat bijlage II bij Richtlijn 90/642/EEG is gewijzigd bij de Richtlijnen 93/58/EEG (9), 94/30/EG (10), 95/38/EG (11) en 96/32/EG (12) van de Raad om maximumgehalten vast te stellen voor bepaalde lijsten van bestrijdingsmiddelen; dat evenwel de maximumgehalten zijn opengelaten als de beschikbare gegevens ontoereikend waren om ze vast te stellen en dat de betrokken partijen de gelegenheid hebben gekregen de ontbrekende gegevens binnen een vastgestelde termijn te leveren; dat, indien de maximumgehalten niet zijn vastgesteld tegen de data die zijn vermeld in de voetnoten bij de lijsten die bij de Richtlijnen 93/58/EEG, 94/30/EG, 95/38/EG en 96/32/EG zijn toegevoegd aan bijlage II bij Richtlijn 90/642/EEG, de corresponderende ondergrens van de analytische bepaling geldt;

Overwegende dat de lidstaten nationale maximumgehalten voor bestrijdingsmiddelen kunnen vaststellen voor gevallen waarin geen maximumgehalten zijn vastgesteld bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG; dat de lidstaten deze nationale maximumgehalten moeten vaststellen op een niveau dat in overeenstemming is met hun nationale toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stof bevatten, en uitgaande van gegevens die toereikend zijn om te garanderen dat de consumenten niet worden blootgesteld aan onaanvaardbaar hoge gehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen;

Overwegende dat voor door de lidstaten vastsgestelde nationale maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen die tot gevolg hebben dat de afzet van producten van oorsprong uit andere lidstaten wordt verboden of beperkt, de bemiddelingsprocedure van artikel 5 bis van de Richtlijnen 86/362/EEG en 86/363/EEG en van artikel 5 ter van Richtlijn 90/642/EEG kan worden ingeleid, waarbij uitzonderingsbepalingen worden toegepast, onder meer, zo mogelijk, vaststelling van een tijdelijk maximumgehalte aan residuen;

Overwegende dat, voor granen en producten van plantaardige oorsprong, de maximumgehalten aan residuen corresponderen met de minimumhoeveelheden bestrijdingsmiddel waarmee een adequate bescherming van de gewassen kan worden bereikt, op zodanige wijze toegepast dat de hoeveelheid residu zo gering mogelijk is en toxicologisch aanvaardbaar, vooral wat de geraamde opname via de voeding betreft; dat, voor voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong, de maximumgehalten aan residuen corresponderen met het verbruik van granen en producten van plantaardige oorsprong die zijn behandeld met bestrijdingsmiddelen welke resulteren in residuen in de dieren en de dierlijke producten, waarbij in voorkomend geval ook rekening moet worden gehouden met de directe gevolgen van het gebruik van diergeneesmiddelen;

Overwegende dat de belanghebbende partijen voor de in de lijsten bij de Richtlijnen 93/57/EEG en 93/58/EEG opgenomen bestrijdingsmiddelen verbintenissen zijn aangegaan om de ontbrekende gegevens te leveren; dat de ingediende gegevens door de Commissie en de autoriteiten van de lidstaten worden onderzocht met het oog op het opstellen van het nodige ontwerp tot wijziging van de richtlijnen van de Commissie; dat de termijn voor het invullen van de in de Richtlijnen 93/57/EEG en 93/58/EEG nog ontbrekende gegevens moet worden verlengd tot 31 oktober 1998, om de noodzakelijke werkzaamheden en het overleg te kunnen afronden;

Overwegende dat alle werkzame stoffen in gewasbeschermingsmiddelen die twee jaar na de datum van kennisgeving van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (13) reeds op de markt waren, opnieuw moeten worden onderzocht in het kader van de nieuwe evaluaties van bestaande werkzame stoffen volgens het in artikel 8, lid 2, van genoemde richtlijn opgenomen werkprogramma; dat het eerste stadium van het onderzoek van deze werkzame stoffen en van de gewasbeschermingsmiddelen die deze stoffen bevatten nog niet is beëindigd; dat wordt verwacht dat deze onderzoeken en de daaruit voortvloeiende besluiten significante gevolgen zullen hebben voor de toegestane toepassingsvormen en derhalve ook voor de maximumgehalten aan residuen die voor deze bestrijdingsmiddelen moeten worden vastgesteld; dat daarom de in de Richtlijnen 94/29/EG, 94/30/EG, 96/32/EG en 96/33/EG vermelde termijnen waarop wat de ontbrekende maximumgehalten betreft de corresponderende ondergrenzen van de analytische bepaling van toepassing worden, moeten worden verlengd tot 1 juli 2000, als door de Raad bepaald in de Richtlijnen 95/38/EG en 95/39/EG, opdat rekening kan worden gehouden met de consequenties van de beschikbare nieuwe evaluatie van de toelatingen voor de betrokken bestrijdingsmiddelen; dat de Commissie, wanneer de resultaten van de nieuwe evaluaties beschikbaar komen, de voor deze bestrijdingsmiddelen vastgestelde maximumgehalten moet wijzigen en voor bepaalde bestrijdingsmiddelen de maximumgehalten moet vaststellen of wijzigen vóór 1 juli 2000, als de nodige toereikende gegevens en studies beschikbaar zijn en geëvalueerd; dat uiterlijk op 31 maart 1998 een werkprogramma moet worden opgesteld dat aan de belanghebbende partijen zal worden meegedeeld en waarin de termijnen worden vastgesteld waarbinnen de betrokken gegevens en studies door de belanghebbende partijen aan de Commissie en de lidstaten moeten worden verstrekt;

Overwegende dat de in deze richtlijn vervatte maatregelen in overeenstemming zijn het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage II bij Richtlijn 86/362/EEG:

1. wordt de datum "1 januari 1998" in de voetnoten (a), (b) en (c) bij de lijst van residuen van bestrijdingsmiddelen, als vastgesteld bij Richtlijn 93/57/EEG, vervangen door "31 oktober 1998";

2. wordt de datum "30 juni 1999" in de voetnoten (a), (b) en (c) bij de lijst van residuen van bestrijdingsmiddelen, als vastgesteld bij Richtlijn 94/29/EG, vervangen door "uiterlijk op 1 juli 2000";

3. wordt de datum "30 april 2000" in de voetnoten (a) en (b) bij de lijst van residuen van bestrijdingsmiddelen, als vastgesteld bij Richtlijn 96/33/EG, vervangen door "uiterlijk op 1 juli 2000".

Artikel 2

In bijlage II bij Richtlijn 86/363/EEG:

1. wordt de datum "1 januari 1998" in voetnoot (a) bij de lijst van residuen van bestrijdingsmiddelen, als vastgesteld bij Richtlijn 93/57/EEG, vervangen door "31 oktober 1998";

2. wordt de datum "30 juni 1999" in voetnoot (a) bij de lijst van residuen van bestrijdingsmiddelen, als vastgesteld bij Richtlijn 94/29/EG, vervangen door "uiterlijk op 1 juli 2000";

3. wordt de datum "30 april 2000" in de voetnoten (a) en (b) bij de lijst van residuen van bestrijdingsmiddelen, als vastgesteld bij Richtlijn 96/33/EG, vervangen door "uiterlijk op 1 juli 2000".

Artikel 3

In bijlage II bij Richtlijn 90/642/EEG:

1. wordt de datum "1 januari 1998" in de voetnoten (a), (b), (c) en (d) bij de lijst van residuen van bestrijdingsmiddelen, als vastgesteld bij Richtlijn 93/58/EEG, vervangen door "31 oktober 1998";

2. wordt de datum "30 juni 1999" in de voetnoten (a), (b) en (c) bij de lijst van residuen van bestrijdingsmiddelen, als vastgesteld bij Richtlijn 94/30/EG, vervangen door "uiterlijk op 1 juli 2000".

3. wordt de datum "30 april 2000" in de voetnoten (a), (b), (c) en (d) bij de lijst van residuen van bestrijdingsmiddelen, als vastgesteld bij Richtlijn 96/32/EG, vervangen door "uiterlijk op 1 juli 2000.".

Artikel 4

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 1997 aan deze richtlijn te voldoen.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 15 december 1997.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 221 van 7. 8. 1986, blz. 37.

(2) PB L 184 van 12. 7. 1997, blz. 33.

(3) PB L 221 van 7. 8. 1986, blz. 43.

(4) PB L 350 van 14. 12. 1990, blz. 71.

(5) PB L 211 van 23. 8. 1993, blz. 1.

(6) PB L 189 van 23. 7. 1994, blz. 67.

(7) PB L 197 van 22. 8. 1995, blz. 29.

(8) PB L 144 van 18. 6. 1996, blz. 35.

(9) PB L 211 van 23. 8. 1993, blz. 6.

(10) PB L 189 van 23. 7. 1994, blz. 70.

(11) PB L 197 van 22. 8. 1995, blz. 14.

(12) PB L 144 van 18. 6. 1996, blz. 12.

(13) PB L 230 van 19. 8. 1991, blz. 1.