Home

Verordening (EG) nr. 2433/97 van de Commissie van 8 december 1997 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1102/89 ter vaststelling van een aantal uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1101/89 van de Raad inzake de structurele sanering van de binnenvaart

Verordening (EG) nr. 2433/97 van de Commissie van 8 december 1997 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1102/89 ter vaststelling van een aantal uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1101/89 van de Raad inzake de structurele sanering van de binnenvaart

Verordening (EG) nr. 2433/97 van de Commissie van 8 december 1997 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1102/89 ter vaststelling van een aantal uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1101/89 van de Raad inzake de structurele sanering van de binnenvaart

Publicatieblad Nr. L 337 van 09/12/1997 blz. 0010 - 0011


VERORDENING (EG) Nr. 2433/97 VAN DE COMMISSIE van 8 december 1997 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1102/89 ter vaststelling van een aantal uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1101/89 van de Raad inzake de structurele sanering van de binnenvaart

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1101/89 van de Raad van 27 april 1989 betreffende de structurele sanering van de binnenvaart (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2310/96 van de Commissie (2), inzonderheid op de artikelen 4 bis en 6 en artikel 10, lid 3,

Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 1101/89, als gewijzigd, in de mogelijkheid voorziet de vlootcapaciteit in de binnenvaart te beperken door op communautair niveau gecoördineerde sloopacties te organiseren voor de jaren 1996, 1997 en 1998, teneinde de vlootcapaciteit met ongeveer 15 % te verminderen;

Overwegende dat de Commissie krachtens Verordening (EEG) nr. 1102/89 van de Commissie van 27 april 1989 ter vaststelling van een aantal uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1101/89 inzake de structurele sanering van de binnenvaart (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 241/97 (4), de regels voor de uitvoering van die sloopacties vaststelt;

Overwegende dat de financiële bijdrage die de betrokken lidstaten aan de sloopfondsen moeten betalen voor de sloopactie voor het jaar 1998, die gericht is op een vermindering van de scheepsruimte met ongeveer 5 %, in totaal op 64 miljoen ECU wordt geraamd, en dat deze bijdrage wordt berekend naar evenredigheid van de grootte van de actieve vloot van iedere betrokken lidstaat, als bepaald in Verordening (EG) nr. 2254/96 van de Raad (5);

Overwegende dat voor het jaar 1998 de financiële bijdrage van de betrokken lidstaten en die van de bedrijfstak moeten worden verdeeld tussen drogeladingschepen, duwboten en tankschepen;

Overwegende dat het wenselijk is in 1998 de bedragen van de sloopuitkeringen van het jaar 1997 te handhaven aangezien zij hun doeltreffendheid hebben bewezen; dat het eveneens is aangewezen de marge van het uitkeringspercentage te verhogen van 80 tot 120 % van de vastgestelde maximumwaarden die per 1 januari 1998 van toepassing zijn, teneinde de aantrekkelijkheid van de sloopactie te vergroten voor de grootste boten die voor overcapaciteit zorgen en bepaalde binnenschippers de gelegenheid te geven tegen aanvaardbare financiële voorwaarden uit het beroep te stappen vóór de volledige liberalisatie van de markt op 1 januari 2000;

Overwegende dat, om de van juni tot juli 1998 lopende sloopactie voor 1998 mogelijk te maken, de indiening van nieuwe aanvragen in de zin van artikel 6, lid 6, onder a), opgeschort moet blijven teneinde te voorkomen dat een vaartuig op een driemaandelijkse wachtlijst wordt geplaatst en tegelijkertijd onder de procedure van de sloopactie voor 1998 valt; dat derhalve het driemaandelijkse mechanisme voor indiening van aanvragen voor sloopuitkeringen bij de sloopfondsen, als bedoeld in artikel 6, lid 6, onder b), van Verordening (EEG) nr. 1102/89, als gewijzigd, eveneens opgeschort moet blijven;

Overwegende dat de effecten op de begroting voor de betrokken lidstaten alsmede de noodzaak om door middel van nationale uitvoeringsmaatregelen reeds aan het begin van 1998 de procedure aan te vangen, dwingende argumenten vormen voor de onmiddellijke inwerkingtreding van deze verordening;

Overwegende dat de lidstaten en de bij artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 1102/89 ingestelde "Groep deskundigen - Structurele sanering van de binnenvaart" zijn geraadpleegd over de voorgestelde wijzigingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 1102/89 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan artikel 1 wordt het volgende lid 7 toegevoegd:

"7. Onverminderd de bepalingen van de leden 1 tot en met 6 en gezien de noodzaak de capaciteit van hun binnenvaartvloot in 1998 met circa 5 % te verminderen, stellen de betrokken lidstaten met ingang van 1 januari 1998 ten laste van hun nationale begroting de nodige middelen, namelijk een bedrag van 49 miljoen ECU, ter beschikking van de sloopfondsen voor de sloop van de in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 1101/89 bedoelde vaartuigen, ter aanvulling van de in lid 4 bedoelde financiële middelen. Voor de verwezenlijking van deze doelstelling wordt voor 1998 een totaalbudget van 64 miljoen ECU noodzakelijk geacht, waarvan 40 miljoen ECU (*) bestemd is voor de sloop van drogeladingschepen en duwboten en 24 miljoen ECU (*) voor de sloop van tankschepen. De financiële bijdrage van de betrokken lidstaten voor 1998 wordt berekend naar evenredigheid van de capaciteit van hun actieve vloot, uitgedrukt in tonnage-equivalent, en de bedragen van de verschillende nationale bijdragen zijn:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(*) Indicatief bedrag op heden, waarbij het saldo van de actie 1997 wordt opgeteld."

2. In artikel 5, lid 1, tweede alinea, wordt "1997" vervangen door "1998".

3. Artikel 9, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:

De woorden "de in artikel 2 vermelde datum" worden vervangen door "de dag van verschijning van het eerste Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen in 1998 waarin het door het Europees Monetair Instituut op zijn verrichtingen in ECU toegepaste rentepercentage voor de maand januari bekend wordt gemaakt.".

Artikel 2

Voor het jaar 1998 wordt artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 1102/89 vervangen door de volgende tekst:

"Artikel 6

1. De scheepseigenaren die een aanvraag voor een sloopuitkering indienen, doen deze aanvraag tussen 1 juni en 31 juli 1998 toekomen aan de autoriteiten van het fonds waaronder het schip ressorteert. Met later ontvangen aanvragen wordt geen rekening gehouden. Een door de autoriteiten van het fonds ontvangen aanvraag voor een sloopuitkering kan niet worden ingetrokken of gewijzigd.

2. De aanvrager van een sloopuitkering vermeldt in zijn aanvraag het percentage, binnen een marge van 80 tot 120 % van de in artikel 5 bedoelde maximumbedragen, dat hij als uitkering voor het slopen van zijn schip wenst te ontvangen. Dit percentage wordt hierna "uitkeringspercentage" genoemd.

3. Regelmatig ingediende aanvragen voor sloopuitkeringen ten belope van 80 % van de in artikel 5, de leden 1 en 2, bedoelde bedragen worden, binnen de grenzen van de budgettaire middelen van de verschillende in artikel 1, lid 7, bedoelde rekeningen, beschouwd als door het fonds aanvaard. De autoriteiten van het fonds bevestigen de aanvragers binnen twee maanden na ontvangst van de aanvraag dat deze is geaccepteerd.

De autoriteiten van het fonds verstrekken de Commissie vóór 1 september een lijst van de ontvangen aanvragen voor sloopuitkeringen ten belope van 80 % van de genoemde bedragen en een lijst van de ontvangen aanvragen voor sloopuitkeringen ten belope van meer dan 80 %. De Commissie ziet erop toe dat deze aanvragen de in artikel 1, lid 7, bedoelde budgettaire middelen niet overschrijden en houdt de autoriteiten van het fonds van de stand van zaken op de hoogte.

4. De autoriteiten van het fonds delen de aanvrager van een sloopuitkering ten belope van meer dan 80 % van de in artikel 5, de leden 1 en 2, bedoelde bedragen vóór 1 oktober 1998 schriftelijk mee of zijn aanvraag geaccepteerd dan wel geweigerd is.".

Artikel 3

Voor het jaar 1998 wordt artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 1102/89 als volgt gewijzigd:

- In lid 1 wordt de datum "1 december 1990" vervangen door "1 april 1997". De laatste zin wordt geschrapt.

- In lid 4 wordt de datum "1 december 1992" vervangen door "1 december 2000".

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 december 1997.

Voor de Commissie

Neil KINNOCK

Lid van de Commissie

(1) PB L 116 van 28. 4. 1989, blz. 25.

(2) PB L 313 van 3. 12. 1996, blz. 8.

(3) PB L 116 van 28. 4. 1989, blz. 30.

(4) PB L 40 van 11. 2. 1997, blz. 11.

(5) PB L 304 van 27. 11. 1996, blz. 1.