Home

98/259/EG: Besluit van de Raad van 30 maart 1998 inzake de beginselen, prioriteiten, tussentijdse doelstellingen en voorwaarden van het partnerschap voor de toetreding met de Republiek Hongarije

98/259/EG: Besluit van de Raad van 30 maart 1998 inzake de beginselen, prioriteiten, tussentijdse doelstellingen en voorwaarden van het partnerschap voor de toetreding met de Republiek Hongarije

98/259/EG: Besluit van de Raad van 30 maart 1998 inzake de beginselen, prioriteiten, tussentijdse doelstellingen en voorwaarden van het partnerschap voor de toetreding met de Republiek Hongarije

Publicatieblad Nr. L 121 van 23/04/1998 blz. 0001 - 0005


BESLUIT VAN DE RAAD van 30 maart 1998 inzake de beginselen, prioriteiten, tussentijdse doelstellingen en voorwaarden van het partnerschap voor de toetreding met de Republiek Hongarije (98/259/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 622/98 van de Raad van 16 maart 1998 betreffende de hulp aan de kandidaat-lidstaten in het kader van de pretoetredingsstrategie, en inzonderheid de invoering van partnerschappen voor de toetreding (1), inzonderheid op artikel 2,

Gelet op het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de Europese Raad van Luxemburg heeft verklaard dat het partnerschap voor de toetreding een nieuw instrument is, dat de spil vormt van de versterkte pretoetredingsstrategie;

Overwegende dat Verordening (EG) nr. 622/98 bepaalt dat de Raad op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit neemt over de beginselen, prioriteiten, tussentijdse doelstellingen en voorwaarden van de onderscheiden partnerschappen voor de toetreding, zoals deze aan elke kandidaat-lidstaat worden voorgelegd, alsook over belangrijke wijzigingen die daarin naderhand worden aangebracht;

Overwegende dat voor de hulpverlening van de Gemeenschap moet worden voldaan aan een aantal essentiële voorwaarden, inzonderheid het nakomen van de in de Europa-overeenkomsten vervatte verbintenissen en het maken van vorderingen bij het voldoen aan de criteria van Kopenhagen; dat de Raad, wanneer een essentieel element ontbreekt, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, passende maatregelen kan nemen met betrekking tot de pretoetredingshulp;

Overwegende dat de Europese Raad van Luxemburg heeft besloten dat de uitvoering van het partnerschap voor de toetreding en de vorderingen bij het overnemen van het "acquis" zullen worden onderzocht in de instanties van de Europa-overeenkomst;

Overwegende dat de Commissie in haar advies een objectieve analyse heeft gegeven van de voorbereidingen van de Republiek Hongarije op het lidmaatschap en een aantal prioriteiten voor verdere werkzaamheden heeft vastgesteld;

Overwegende dat de Republiek Hongarije ter voorbereiding van het lidmaatschap een nationaal programma voor de overname van het "acquis" moet opstellen; dat dit programma een tijdschema moet bevatten voor de verwezenlijking van de in het partnerschap voor de toetreding opgenomen prioriteiten en tussentijdse doelstellingen,

BESLUIT:

Artikel 1

Overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 622/98 zijn de beginselen, prioriteiten, tussentijdse doelstellingen en voorwaarden van het partnerschap voor de toetreding met de Republiek Hongarije opgenomen in de bijlage bij dit besluit, die een integrerend deel van dit besluit vormt.

Artikel 2

De uitvoering van het partnerschap voor de toetreding wordt onderzocht in de instanties van de Europa-overeenkomst en door de passende instanties van de Raad waaraan de Commissie regelmatig verslag uitbrengt.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de derde dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te Brussel, 30 maart 1998.

Voor de Raad

De Voorzitter

M. BECKETT

(1) PB L 85 van 20.3.1998, blz. 1.

BIJLAGE

HONGARIJE

1. Doelstellingen

Het partnerschap voor toetreding heeft als doel in een alomvattend kader de prioritaire gebieden te omschrijven voor verdere werkzaamheden zoals die zijn vastgelegd in het advies van de Commissie inzake het verzoek van Hongarije om toetreding tot de Europese Unie, de beschikbare financiële middelen om Hongarije te helpen bij de tenuitvoerlegging van deze prioriteiten, en de aan deze bijstand verbonden voorwaarden. Het partnerschap voor toetreding biedt een kader voor een aantal beleidsinstrumenten die gebruikt zullen worden om de kandidaat-landen te helpen bij de voorbereidingen op het lidmaatschap. Hiertoe behoren onder andere het nationale programma voor overname van het acquis, dat door Hongarije moet worden vastgesteld, de gezamenlijke beoordeling van economische beleidsprioriteiten, het Pact tegen de georganiseerde misdaad en het parcours voor de interne markt. Deze instrumenten zijn alle verschillend van aard en zullen worden opgezet en aangewend volgens specifieke procedures. Zij vormen geen integrerend onderdeel van dit partnerschap, maar de erin opgenomen prioriteiten zijn met het partnerschap verenigbaar.

2. Beginselen

De belangrijkste prioriteiten voor de kandidaat-landen hebben betrekking op hun vermogen te voldoen aan de criteria van Kopenhagen, waarin is vastgelegd dat voor het lidmaatschap het volgende vereist is:

- het kandidaat-land heeft stabiele instellingen die de democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten, en het respect voor en de bescherming van minderheden garanderen;

- het kandidaat-land heeft een functionerende markteconomie, en kan het hoofd bieden aan de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Unie;

- het kandidaat-land is in staat de verplichtingen van het lidmaatschap aan te gaan, met inbegrip van de doelstellingen van de politieke, economische en monetaire unie.

Op de bijeenkomst in Madrid benadrukte de Europese Raad dat de kandidaat-landen hun administratieve structuren moeten aanpassen om na de toetreding een harmonieus functioneren van het beleid van de Gemeenschap te garanderen; in Luxemburg benadrukte de Europese Raad dat de opname van het acquis in de wetgeving noodzakelijk is, maar op zich niet afdoende; het acquis moet ook daadwerkelijk worden toegepast.

3. Prioriteiten en tussentijdse doelstellingen

De adviezen van de Commissie en de bestudering ervan door de Raad hebben duidelijk gemaakt dat op bepaalde terreinen nog aanzienlijke inspanningen van de kandidaat-landen vereist zijn bij de voorbereiding op de toetreding, en dat geen van deze landen op dit moment volledig aan alle criteria van Kopenhagen voldoet. Deze situatie vereist een definitie van tussenfasen in termen van prioriteiten, waarbij voor elke prioriteit exacte doelstellingen worden opgesteld in samenwerking met de betrokken landen; het bereiken van deze doelstellingen bepaalt het niveau van de toegekende steun, de vooruitgang in de lopende onderhandelingen met bepaalde landen, en de opening van onderhandelingen met de andere landen. De prioriteiten en tussentijdse doelstellingen zijn in twee groepen verdeeld: korte en middellange termijn. Met betrekking tot de in de categorie "korte termijn" opgenomen prioriteiten en tussentijdse doelstellingen wordt het realistisch geacht dat Hongarije ze eind 1998 kan verwezenlijken of er aanzienlijke vooruitgang mee kan hebben geboekt. Met het oog op het korte tijdsinterval en de benodigde administratieve capaciteit is het aantal prioriteiten voor de korte termijn beperkt gehouden. Van de onder "middellange termijn" opgenomen prioriteiten wordt aangenomen dat de verwezenlijking langer dan een jaar zal vergen, hoewel in de loop van 1998 met de werkzaamheden kan en moet worden begonnen.

Hongarije zal gevraagd worden een nationaal programma voor de overname eind maart van het acquis (national programme for the adoption of the acquis - NPAA) op te stellen, waarin zijn opgenomen een tijdschema voor het verwezenlijken van deze prioriteiten en tussentijdse doelstellingen en, indien mogelijk en relevant, de nodige personele en financiële middelen.

In het partnerschap voor toetreding zal worden opgenomen dat Hongarije alle in het advies genoemde zaken moet aanpakken. Ook zal erop worden gewezen dat de opname van het acquis in de wetgeving op zich niet voldoende is, en dat het acquis ook daadwerkelijk moet worden toegepast volgens de normen die binnen de Unie worden gehanteerd. Op alle onderstaande terreinen bestaat behoefte aan geloofwaardige en daadwerkelijke toepassing en handhaving van het acquis.

Aan de hand van de analyse van het advies van de Commissie en de bestudering ervan door de Raad zijn voor Hongarije de volgende prioriteiten op korte en middellange termijn en tussentijdse doelstellingen vastgesteld.

3.1. Korte termijn (1998)

Economische hervorming: evaluatie en modernisering van de economische beleidsprioriteiten voor de middellange termijn binnen het kader van de Europa-overeenkomst; verdere structurele hervormingen (vooral in de gezondheidszorg).

Versterking van institutionele en administratieve capaciteit: vooral op het gebied van veterinaire en fytosanitaire controles (met name controle aan de buitengrens), milieu, douanebeleid, interne financiële controle en regionale ontwikkeling.

Interne markt: onder andere certificering en standaardisering (verdere aanpassing wettelijke maatregelen en de sluiting van een Europese overeenkomst inzake conformiteitsbeoordeling), staatssteun (vaststelling wettelijk kader, definitie rol en bevoegdheden toezichthoudende autoriteit, handhaving) en grotere transparantie door betere inventarisatie van de steun. Handhaving wetgeving inzake intellectuele-eigendomsrechten, verdere aanpassing ondernemingsrecht. Volledige aanpassing en grotere transparantie van wetgeving overheidsopdrachten teneinde de nutssector volledig te bestrijken.

Justitie en binnenlandse zaken: tenuitvoerlegging van passende vluchtelingenwetgeving in overeenstemming met het Verdrag van Genève van 1951, ontwikkeling van effectief grensbeheer.

Milieu: verdere omzetting van de kaderwetgeving, het vaststellen van en beginnen met de uitvoering van uitvoerige harmonisatieprogramma's en uitvoeringsstrategieën die verband houden met individuele wetten. Planning en aanvang van de uitvoering van deze programma's en strategieën.

3.2. Middellange termijn

Politieke criteria: verder werken aan een betere integratie van de zigeuners.

Economische hervorming: verdere consolidering van de voorwaarden voor een sterke investeringsgroei door duurzame implementatie van een voorzichtig macro-economisch beleid en verdere structurele hervormingen.

Economisch beleid: regelmatige herziening van de gezamenlijke beoordeling van de economische beleidsprioriteiten, binnen het kader van de Europa-overeenkomst, gericht op het voldoen aan de criteria van Kopenhagen voor lidmaatschap van de Unie en het acquis op het gebied van economisch en monetair beleid (coördinatie van economisch beleid, het indienen van convergentieprogramma's, het vermijden van excessieve tekorten); hoewel van Hongarije niet wordt verwacht dat het de euro onmiddellijk na de toetreding overneemt, wordt een beleid verwacht dat is gericht op daadwerkelijke convergentie overeenkomstig de doelstellingen van de Unie inzake economische en sociale cohesie, en een nominale convergentie die verenigbaar is met het uiteindelijke doel van het overnemen van de euro.

Versterking van institutionele en administratieve capaciteit: oprichting antifraude-eenheid en auditbureau overheid; verbeterde werking van justitie, opleiding personeel justitie in Gemeenschapsrecht en de toepassing ervan, douane, versterking van de instellingen voor justitie en binnenlandse zaken (zorgen voor voldoende en goed opgeleid personeel, vooral politie, grenswachten, ministeries en rechtbanken), hervorming douane- en belastingdiensten zodat deze klaar zijn voor overname van het acquis, versterking van instanties voor voedselcontrole en van de nucleaire veiligheidsautoriteit.

Interne markt: onder andere verdere ontwikkeling organen voor standaardisering en conformiteitsbeoordeling, het instellen en in bedrijf stellen van een systeem voor markttoezicht, aanpassing technische wetgeving industrieproducten, aanpassing mededingingsrecht, vooral op het gebied van staatssteun, versterking van de autoriteiten die toezicht houden op mededinging en staatssteun, aanpassing liberalisering kapitaal, financiële diensten en audiovisueel beleid en consumentenbescherming, ontwikkeling bedrijfsleven met inbegrip van het midden- en kleinbedrijf (MKB), aanpassing aan het acquis op het gebied van telecommunicatie, consumentenbescherming en de interne energiemarkt.

Justitie en binnenlandse zaken: onder andere ontwikkeling van asielbeleid en asielprocedures, bestrijding georganiseerde misdaad (vooral witwassen van geld, drugs, mensenhandel), corruptie, afstemmen van visumbeleid op dat van de Unie en voltooiing van afstemming op internationale overeenkomsten en verduidelijking van toelatingsbepalingen voor immigranten, met name met het oog op de toepassing van het acquis van Schengen.

Landbouw: onder andere aanpassing landbouwacquis (onder andere veterinaire en fytosanitaire zaken, vooral controle aan de buitengrens, aandacht voor milieuaspecten van landbouw en biologische diversiteit). Vergroting van de capaciteit om het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) uit te voeren en te handhaven, vooral de fundamentele beheermechanismen en bestuurlijke structuren om toezicht te houden op de landbouwmarkten en de maatregelen voor structurele en plattelandsontwikkeling uit te voeren, het vaststellen en uitvoeren van de veterinaire en fytosanitaire voorschriften, het moderniseren van bepaalde voedselverwerkende bedrijven en test- en diagnosefaciliteiten, herstructurering van de agrovoedingssector.

Vervoer: verdere aanpassing aan het acquis vooral wat betreft het spoor- en wegvervoer (technische controles) en de noodzakelijke investeringen voor de vervoerinfrastructuur, vooral de uitbreiding van de trans-Europese netwerken.

Werkgelegenheid en sociale zaken: ontwikkeling van de gepaste arbeidsmarktstructuren en een gezamenlijke herziening van het werkgelegenheidsbeleid ter voorbereiding op deelname aan EU-coördinatie; aanpassing van arbeidswetgeving en wetgeving op het gebied van de gezondheid en veiligheid op het werk, en het opzetten van structuren voor de handhaving, met name vroegtijdige overname van de kaderrichtlijn inzake gezondheid en veiligheid op het werk; waarborgen van gelijke kansen voor mannen en vrouwen; verdere ontwikkeling van een actieve, autonome sociale dialoog; verdere ontwikkeling van sociale bescherming, stappen om de normen voor de volksgezondheid op EU-niveau te brengen.

Milieu: onder andere ontwikkeling van controlestructuren en capaciteiten voor toezicht en uitvoering, continue planning en tenuitvoerlegging van aanpassingsprogramma's die verband houden met specifieke wetten. Stedelijk afvalwater, waterbeheer, luchtvervuiling, en de geïntegreerde bestrijding van industriële vervuiling en risicobeheer verdienen bijzondere aandacht. Milieubeschermingseisen en de noodzaak van duurzame ontwikkeling moeten worden opgenomen in de definitie en de implementatie van nationaal en sectorieel beleid.

Regionaal beleid en cohesie: verdere versterking van de financiële instrumenten en de mechanismen voor toezicht en controle teneinde na toetreding deel te nemen aan de structuurprogramma's van de Unie.

4. Programmering

In de periode 1995-1997 is in het kader van Phare 282 miljoen ECU toegewezen. Onder voorbehoud van de goedkeuring van het Phare-budget voor de resterende periode, zal de Commissie de toewijzingen voor 1998 en 1999 bevestigen. Financiële voorstellen worden ingediend bij het Phare-beheerscomité, zoals bepaald in Verordening (EEG) nr. 3906/89. Voor alle investeringsprojecten zal systematisch gemeenschappelijke financiering door de kandidaat-landen worden vereist. Financiële bijstand na het jaar 2000 zal hulp voor de landbouw omvatten en een structureel instrument dat prioriteit zal geven aan soortgelijke maatregelen als die van het cohesiefonds.

5. Conditionaliteit

Aan de bijstand van de Gemeenschap zijn voor Hongarije voorwaarden verbonden in verband met het nakomen van de verbintenissen krachtens de Europa-overeenkomst, en verdere vooruitgang bij het voldoen aan de criteria van Kopenhagen en bij de tenuitvoerlegging van dit partnerschap voor toetreding. Het niet naleven van deze algemene voorwaarden kan leiden tot een besluit van de Raad inzake opschorting van financiële bijstand op basis van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 622/98.

6. Toezicht

Op de uitvoering van het partnerschap voor toetreding wordt toezicht gehouden in het kader van de Europa-overeenkomst. Dit neemt een aanvang in 1998, voor de Commissie haar eerste periodieke evaluatierapport over de voortgang van Hongarije bij de uitvoering van het partnerschap voor toetreding bij de Raad indient.

De relevante onderdelen van het partnerschap voor toetreding zullen in het desbetreffende subcomité worden besproken. Het Associatiecomité bespreekt de algemene ontwikkelingen, de vooruitgang en de problemen bij het verwezenlijken van de prioriteiten en de tussentijdse doelstellingen, en specifiekere zaken die door de subcomités worden doorverwezen. Het Associatiecomité brengt verslag uit aan de Associatieraad over de tenuitvoerlegging van het partnerschap voor toetreding.

Het Phare-beheerscomité zorgt ervoor dat financieringsbesluiten verenigbaar zijn met de partnerschappen voor toetreding.

Het partnerschap voor toetreding wordt zodanig gewijzigd dat het voldoet aan artikel 2 van Verordening (EG) nr. 622/98. De Commissie zal voor eind 1999, en daarna periodiek, voorstellen indienen om dit partnerschap te evalueren. De Raad zal daarover een formeel besluit nemen. Bij deze evaluaties wordt onder andere nagegaan of er behoefte is aan verdere specificatie van tussentijdse doelstellingen in het licht van de vooruitgang van Hongarije bij de verwezenlijking van de in dit partnerschap opgenomen doelstellingen.