98/617/EG: Beschikking van de Commissie van 21 oktober 1998 waarbij Italië geen toestemming wordt verleend om vrijstelling van accijns te weigeren voor bepaalde producten die zijn vrijgesteld van accijns uit hoofde van Richtlijn 92/83/EEG van de Raad betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken (kennisgeving geschied onder nummer C(1998) 3154) (Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)
98/617/EG: Beschikking van de Commissie van 21 oktober 1998 waarbij Italië geen toestemming wordt verleend om vrijstelling van accijns te weigeren voor bepaalde producten die zijn vrijgesteld van accijns uit hoofde van Richtlijn 92/83/EEG van de Raad betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken (kennisgeving geschied onder nummer C(1998) 3154) (Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)
98/617/EG: Beschikking van de Commissie van 21 oktober 1998 waarbij Italië geen toestemming wordt verleend om vrijstelling van accijns te weigeren voor bepaalde producten die zijn vrijgesteld van accijns uit hoofde van Richtlijn 92/83/EEG van de Raad betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken (kennisgeving geschied onder nummer C(1998) 3154) (Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)
Publicatieblad Nr. L 295 van 04/11/1998 blz. 0043 - 0045
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 21 oktober 1998 waarbij Italië geen toestemming wordt verleend om vrijstelling van accijns te weigeren voor bepaalde producten die zijn vrijgesteld van accijns uit hoofde van Richtlijn 92/83/EEG van de Raad betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken (kennisgeving geschied onder nummer C(1998) 3154) (Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek) (98/617/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 92/83/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken, inzonderheid op artikel 27, lid 5 (1),
Gelet op de aanmelding van Italië bij de Commissie, die zij heeft voorgelegd aan de andere lidstaten;
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Bij schrijven van 4 juli 1997 heeft Italië de Commissie in kennis gesteld van de volgende nationale voorwaarden voor de vrijstelling van accijns van bepaalde, uit Italië of uit andere lidstaten afkomstige producten die vallen onder artikel 27, lid l, onder b), van Richtlijn 92/83/EEG:
- parfum en cosmetica: de voorwaarde dat zij geen afvalalcohol bevatten;
- voor bepaalde producten voor huishoudelijk gebruik: (vloeibare reinigings- en wasmiddelen (voor de reiniging van kleding, vaatwerk en harde oppervlakken) van GN-code 3402, zelfglanzende vloeibare schoensmeer van GN-code 3405, deodorantia voor vertrekken in vloeibare vorm, aërosol- of sprayvorm van GN-code 3307, insecticiden in aërosol- en sprayvorm van GN-code 3808): de voorwaarde dat het alcoholgehalte maximaal 40 % vol. bedraagt.
(2) In de aanmelding wordt verklaard dat de voorwaarden voor het verlenen van een vrijstelling bedoeld zijn om te voorkomen dat met opzet op onrechtmatige wijze geproduceerde goederen ten onrechte profiteren van de regeling betreffende gedenatureerde alcohol of de procedures betreffende het verkeer en de opslag van bepaalde categorieën goederen. Als voorbeeld werd genoemd een licht gedenatureerd cosmeticaproduct dat op de markt werd gebracht als parfum. Dit product was op grond van artikel 27, lid 1, onder b), vrijgesteld van accijns maar voldeed niet aan de eisen om te worden beschouwd als parfum en werd in werkelijkheid gebruikt als volledig gedenatureerde alcohol, vrijgesteld uit hoofde van artikel 27, lid 1, onder a).
(3) In de aanmelding werd de Commissie verzocht de andere lidstaten overeenkomstig artikel 27, lid 5, van Richtlijn 92/83/EEG van de kennisgeving op de hoogte te brengen met het oog op een besluit ten aanzien van de maatregel van Italië overeenkomstig artikel 24 van Richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 betreffende het voorhanden hebben van accijnsproducten, het verkeer daarvan en de controles daarop (2), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/99/EG (3).
(4) De Commissie was van mening dat de aanmelding onvoldoende informatie bevatte voor de opstelling van een beschikking voor het verlenen van toestemming voor de maatregel van Italië. De Italiaanse autoriteiten werd derhalve verzocht om in aanwezigheid van het Accijnscomité de redenen voor hun verzoek nader uiteen te zetten.
(5) Op een bijeenkomst van dit comité, die plaatshad op 8 oktober 1997, gaf de Italiaanse delegatie een algemene beschrijving van het standpunt van Italië zoals uiteengezet in de oorspronkelijke aanmelding. Na een uitvoerige discussie concludeerde de vertegenwoordiger van de Commissie dat hij nog altijd niet over voldoende informatie beschikte om een voorstel te formuleren en dat het voor het comité niet mogelijk was een beslissing te nemen. De Italiaanse delegatie werd verzocht nadere informatie te verstrekken over de risico's van de betrokken accijnsrechten, met name over de vraag of de betrokken goederen werden gebruikt voor belastbare handelingen.
(6) Bij schrijven van 10 november 1997 verklaarden de Italiaanse autoriteiten:
- dat hun maatregel ingegeven werd door het toegenomen risico voor de inkomsten uit producten die niet voldoen aan nationale voorwaarden;
- dat de richtlijn voorziet in een veel striktere controle voor producten in de zin van artikel 27, lid 1, onder a), dan voor producten in de zin van artikel 27, lid 1, onder b);
- dat zich een geval had voorgedaan waarbij een licht gedenatureerd product dat afgewerkte alcohol bevatte en dat als cosmetisch product (waarvoor normaal gesproken geen afgewerkte alcohol wordt gebruikt), vrijgesteld uit hoofde van artikel 27, lid 1, onder b), in het verkeer werd gebracht, vervolgens werd gebruikt voor reinigingsdoeleinden; het betrokken product werd dus in de plaats gesteld van volledig gedenatureerde alcohol overeenkomstig artikel 27, lid 1, onder a), en genoot aldus op onrechtmatige wijze van een gunstigere regeling;
- dat een dergelijk geval zowel de inkomsten als de eerlijke concurrentie in gevaar brengt;
- dat om dezelfde redenen voor producten voor huishoudelijke doeleinden die zijn vrijgesteld uit hoofde van artikel 27, lid 1, onder b), de voorwaarde is vastgesteld dat het alcoholpercentage ten hoogste 40 % vol. mag bedragen terwijl dit percentage voor dergelijke producten normaal gesproken niet wordt overschreden, en dat hierover geen klachten zijn gekomen.
(7) Na een volgende bijeenkomst van het Accijnscomité op 1 december 1997, waarop de Italiaanse delegatie geen steun kreeg voor haar standpunt, concludeerde de vertegenwoordiger van de Commissie dat het voor het opstellen van een beschikking nog altijd noodzakelijk was dat de Italiaanse autoriteiten voldoende informatie zouden verstrekken over de producten en moesten besluiten of zij wensten dat de procedure van artikel 27, lid 5, beëindigd zou worden.
(8) Bij schrijven van 20 februari 1998 legden de Italiaanse autoriteiten uit dat in het door hen in hun briefwisseling aangehaalde geval uit een andere lidstaat verworven parfum geproduceerd bleek te zijn met gedenatureerde alcohol, hetgeen conform de Italiaanse voorschriften inzake gedenatureerde producten was, maar dat niet werd voldaan aan de vereiste van zuiverheid. Italië wenste bevestiging dat een lidstaat in een dergelijk geval de vrijstelling mag weigeren zonder de verplichting de procedure van artikel 27, lid 5, te volgen.
(9) Italië wees erop dat in het geval van een bevestigend antwoord de procedure van artikel 27, lid 5, noodzakelijk bleef voor producten die zijn gedenatureerd overeenkomstig de voorschriften van de lidstaat van oorsprong maar die niet voldoen aan de Italiaanse voorwaarde betreffende afvalalcohol. Tot op dat moment had een dergelijk geval zich nog niet voorgedaan.
(10) Het doel van Richtlijn 92/83/EEG is de vaststelling, op het gebied van de belastingheffing op alcohol, van voorwaarden voor de verwezenlijking en de goede werking van de interne markt. In artikel 27, lid 1, van de richtlijn is bepaald welke alcoholhoudende producten in de gehele Gemeenschap zijn vrijgesteld van accijns. Met uitzondering van "volledig gedenatureerde" alcohol, vrijgesteld uit hoofde van artikel 27, lid 1, onder a), waarvoor bijzondere bepalingen van toepassing zijn, berust het stelsel op het beginsel van wederzijdse aanvaarding; zodra een product dat valt onder artikel 27, lid 1, onder b), in een lidstaat is vrijgesteld, geldt dat in de gehele Gemeenschap vrij verkeer ervan is toegestaan. Het doel van artikel 27, lid 5, van genoemde richtlijn is lidstaten in staat te stellen onmiddellijk in te grijpen om hun inkomsten veilig te stellen ingeval de werking van de algemene regels leidt tot daadwerkelijke belastingontwijking, -ontduiking of fraude.
(11) Ten aanzien van de redenen die Italië heeft aangevoerd voor het weigeren van een vrijstelling voor cosmetische producten (parfum) die onzuivere alcohol bevatten, kan het gebruik van goedkope, onzuivere alcohol voor het vervaardigen van goederen die vallen onder artikel 27, lid 1, onder b), niet worden beschouwd als een oorzaak van belastingontwijking, -ontduiking of fraude. Hiervoor zijn twee redenen: ten eerste brengt onzuivere alcohol minder gevaar voor onjuist gebruik met zich; ten tweede is artikel 27, lid l, onder b), ongeacht of cosmetische producten vervaardigd met onzuivere alcohol goedkoper zijn, geenszins beperkt tot dure artikelen, aangezien de uiteenlopende producten die onder dit artikel vallen zeer sterk in prijs verschillen. Daar komt nog bij dat de richtlijn geen enkele bepaling bevat op grond waarvan producten die uit hoofde van artikel 27, lid 1, onder b), zijn vrijgesteld (en niet zijn bestemd voor menselijke consumptie), zuivere alcohol moeten bevatten.
(12) Aangezien artikel 27, lid 1, onder b), voorts niet uitsluitend, en zelfs niet hoofdzakelijk, betrekking heeft op cosmetische producten, maar ook op, onder andere, producten voor reinigingsdoeleinden, kan de aanwending van als cosmetisch omschreven producten voor reinigingsdoeleinden niet van invloed zijn op hun classificatie uit hoofde van artikel 27, lid 1, onder b), en niet worden beschouwd als belastingontwijking, -ontduiking of fraude. Dit is met name onmiskenbaar het geval wanneer wordt bedacht dat het in sommige lidstaten niet ongebruikelijk is dat reukwaters en verwante producten worden gebruikt voor niet-cosmetische doeleinden zoals reiniging. Het feit dat de "volledig gedenatureerde" alcohol van artikel 27, lid l, onder a), ook voor dergelijke doeleinden kan worden gebruikt, is niet relevant.
(13) Voorgaande overwegingen zijn eveneens van toepassing op het specifieke geval dat Italië heeft aangevoerd van goederen die bij aankomst ter bestemming worden aangemerkt als gedenatureerd overeenkomstig de Italiaanse voorschriften maar die niet voldoen aan de vereiste van zuiverheid. Daar komt bij:
i) dat het verkeer uit hoofde van artikel 27, lid 1, onder b), geheel vrij van formaliteiten dient te zijn en geen aanvullende aangifte mag worden verlangd;
ii) dat het volstaat dat aan de vereisten van een willekeurige lidstaat is voldaan;
iii) dat de methodes voor het denatureren van producten in de zin van artikel 27, lid 1, onder b), niet op communautair niveau zijn vastgelegd en derhalve het feit dat de goederen zijn vrijgegeven - voor vrij verkeer in de hele Gemeenschap - in de lidstaat van oorsprong betekent dat aan de voorwaarden van die lidstaat is voldaan.
(14) De voorgaande overwegingen zijn eveneens van toepassing op het geval van parfums die zijn vrijgesteld uit hoofde van artikel 27, lid 1, onder b), en gedenatureerd overeenkomstig de voorschriften van andere lidstaten, maar die niet voldoen aan de Italiaanse voorwaarde dat zij moeten zijn afgeleid van zuivere alcohol. Bovendien heeft Italië verklaard dat dergelijke gevallen niet zijn geconstateerd.
(15) Vergelijkbare overwegingen zijn van toepassing op de weigering van Italië om vrijstelling van accijns te verlenen voor bepaalde producten voor huishoudelijk gebruik en waarvoor Italië volstaan heeft met de vermelding dat zij de vrijstelling weigert om dezelfde redenen als die met betrekking tot cosmetische producten, dat geen klachten zijn ontvangen en dat het gewone handelsverkeer geen nadelige gevolgen ondervindt van de voorwaarde voor een vrijstelling.
(16) Tot slot heeft Italië niet aangetoond dat producten waarvoor zij de vrijstelling wenst te weigeren daadwerkelijk hebben geleid tot belastingontwijking, -ontduiking of fraude. Evenmin zijn er lidstaten - waarvan het merendeel veel hogere accijnstarieven kent dan Italië - die problemen hebben gemeld met belastingontwijking, -ontduiking of fraude ten gevolge van de vrijstelling van deze producten.
(17) De maatregelen van deze beschikking zijn in overeenstemming met het advies van het Accijnscomité,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Italië wordt hierbij geen toestemming verleend voor het weigeren van vrijstelling van accijns voor de in zijn schrijven van 4 juli 1997 aangemelde producten.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de Italiaanse Republiek.
Gedaan te Brussel, 21 oktober 1998.
Voor de Commissie
Mario MONTI
Lid van de Commissie
(1) PB L 316 van 31. 10. 1992, blz. 21.
(2) PB L 76 van 25. 2. 1992, blz. 1.
(3) PB L 8 van 11. 1. 1997, blz. 12.