98/728/EG: Beschikking van de Raad van 14 december 1998 betreffende een communautaire regeling inzake retributies in de sector diervoeding
98/728/EG: Beschikking van de Raad van 14 december 1998 betreffende een communautaire regeling inzake retributies in de sector diervoeding
BESCHIKKING VAN DE RAAD van 14 december 1998 betreffende een communautaire regeling inzake retributies in de sector diervoeding (98/728/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de diervoeding (1), inzonderheid op artikel 6, lid 2,
Gelet op Richtlijn 95/69/EG van de Raad van 22 december 1995 houdende vaststelling van de voorwaarden en bepalingen voor de erkenning en de registratie van bedrijven en tussenpersonen in de sector diervoeding en tot wijziging van de Richtlijnen 70/524/EEG, 74/63/EEG, 79/373/EEG en 82/471/EEG (2), inzonderheid op artikel 14,
Gezien het voorstel van de Commissie (3),
Overwegende dat in communautair verband moet worden bepaald dat voor bepaalde diensten in alle lidstaten een retributie moet worden geïnd;
Overwegende dat de retributies uitsluitend worden aangerekend voor het onderzoek van dossiers van gespecificeerde toevoegingsmiddelen; dat de betrokken groepen toevoegingsmiddelen in een lijst dienen te worden opgenomen;
Overwegende dat erop dient te worden toegezien dat de te innen retributies uitsluitend ter dekking dienen van de werkelijke lonen, sociale bijdragen en administratiekosten van de instantie die de diensten verleent; dat een uitputtende lijst dient te worden vastgesteld van de kosten die bij de berekening van de retributies in aanmerking dienen te worden genomen;
Overwegende dat de lidstaten in de gelegenheid dienen te worden gesteld het bedrag van de retributies op forfaitaire basis vast te stellen, zodat zij niet in elk geval afzonderlijk de werkelijk gemaakte kosten dienen te verantwoorden;
Overwegende dat de lidstaten aan de Commissie de nodige gegevens dienen mede te delen op basis waarvan zij indien nodig wijzigingen kan voorstellen; dat die wijzigingen dienen te worden vastgesteld volgens de bij deze beschikking vastgestelde procedure, waarbij in het kader van het Permanent Comité voor diervoeders een nauwe samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie tot stand dient te komen,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De lidstaten dragen er zorg voor dat voor de kosten die door de overeenkomstig artikel 4 en artikel 6, lid 1, van Richtlijn 70/524/EEG als rapporteur optredende lidstaat worden gemaakt, bij het onderzoek van de dossiers van de in bijlage A bij de onderhavige beschikking opgenomen toevoegingsmiddelen, een retributie wordt geïnd.
2. De lidstaten dragen er zorg voor dat voor de kosten die bij de erkenning van bepaalde bedrijven en tussenpersonen overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 95/69/EG worden gemaakt, een retributie wordt geïnd.
3. Bij de berekening van de in de leden 1 en 2 bedoelde retributies worden uitsluitend de in bijlage B vermelde kosten in aanmerking genomen.
Artikel 2
De bijlagen kunnen volgens de procedure van artikel 5 worden gewijzigd.
Artikel 3
Rechtstreekse of onrechtstreekse restitutie door de lidstaten van retributies in de zin van deze beschikking is verboden.
Toepassing van een forfaitair bedrag door een lidstaat wordt bij de evaluatie van individuele gevallen evenwel niet als een indirecte restitutie beschouwd.
Artikel 4
1. De lidstaten stellen verslagen op waarin wordt beschreven op welke wijze deze beschikking ten uitvoer wordt gelegd. Zij maken daarin met name melding van:
- het niveau van de retributies of van de forfaitaire bedragen die in elk geval van artikel 1, lid 1, of van artikel 1, lid 2, zijn aangerekend;
- de berekeningsmethode voor de retributies, met inachtneming van de in bijlage B opgesomde factoren.
De lidstaten dienen deze verslagen uiterlijk 14 december 2000 bij de Commissie in.
2. Op basis van de in lid 1 bedoelde verslagen stelt de Commissie uiterlijk 14 december 2002 een algemeen samenvattend verslag op over de toepassing van deze beschikking, en dient zij, indien nodig, voorstellen in voor verdere harmonisering van de retributieregelingen in de sector diervoeders.
Artikel 5
1. In de gevallen waarin de in dit artikel vastgestelde procedure dient te worden toegepast, wordt de Commissie bijgestaan door het Permanent Comité voor diervoeders, hierna "het comité" genoemd.
2. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij de stemming in het comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de lidstaten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.
3. a) De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het comité.
b) Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het comité of indien geen advies is uitgebracht, dient de Commissie onverwijld bij de Raad een voorstel in betreffende de te nemen maatregelen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.
Indien de Raad binnen een termijn van drie maanden na de indiening van het voorstel bij de Raad geen besluit heeft genomen, worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld, en zijn deze onmiddellijk van toepassing, tenzij de Raad zich met eenvoudige meerderheid tegen deze maatregelen heeft uitgesproken.
Artikel 6
Deze beschikking is van toepassing met ingang van 30 juni 2000.
Artikel 7
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 14 december 1998.
Voor de Raad
De Voorzitter
W. MOLTERER
(1) PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/92/EG (Zie bladzijde 49 van dit Publicatieblad).
(2) PB L 332 van 30.12.1995, blz. 15. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/92/EG (Zie bladzijde 49 van dit Publicatieblad).
(3) PB C 155 van 20. 5. 1998, blz. 29.
BIJLAGE A
Dossiers voor toevoegingsmiddelen waarvoor de vergunning wordt verleend aan de persoon die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen ervan overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG.
BIJLAGE B
Uitputtende lijst van kosten die in aanmerking moeten worden genomen bij de berekening van de retributies als bedoeld in artikel 1, leden 1 en 2:
Personeelskosten
- loonkosten, inclusief eventuele toelagen, pensioenbijdragen, verzekeringsbijdragen voor het personeel;
Administratieve kosten
- huisvesting, inclusief huur, verwarming, licht en water, meubilair, onderhoud, verzekeringen, rente, afschrijving;
- algemene kosten, waaronder kantooruitrusting, vaste kosten, verzendingskosten, drukkosten, telecommunicatie, opleiding, abonnementen op tijdschriften;
- reis- en aanverwante kosten;
Technische kosten
- aanverwante technische kosten (bijvoorbeeld laboratoriumkosten, bemonstering);
- advieskosten.