Richtlijn 98/40/EG van de Commissie van 8 juni 1998 houdende aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 74/346/EEG van de Raad betreffende de achteruitkijkspiegels van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (Voor de EER relevante tekst)
Richtlijn 98/40/EG van de Commissie van 8 juni 1998 houdende aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 74/346/EEG van de Raad betreffende de achteruitkijkspiegels van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (Voor de EER relevante tekst)
RICHTLIJN 98/40/EG VAN DE COMMISSIE van 8 juni 1998 houdende aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 74/346/EEG van de Raad betreffende de achteruitkijkspiegels van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 74/346/EEG van de Raad van 25 juni 1974 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de achteruitkijkspiegels van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/54/EG van het Europees Parlement en de Raad (2), inzonderheid op artikel 4,
Overwegende dat, gezien de toenemende gecompliceerdheid van de door trekkers verrichte taken, thans rekening moet worden gehouden met achteruitkijkspiegels die worden gebruikt om toezicht te houden op werktuigen en die niet zijn ontworpen om in het wegverkeer te worden gebruikt;
Overwegende dat het, ter verhoging van de veiligheid wenselijk is de voorwaarden voor het verstellen van de achteruitkijkspiegels door de bestuurder nader te omschrijven; dat Richtlijn 74/346/EEG derhalve moet worden gewijzigd;
Overwegende dat de bepalingen van deze richtlijn in overeenstemming zijn met het advies van het bij Richtlijn 74/150/EEG van de Raad (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/54/EG, ingestelde Comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Richtlijn 74/346/EEG wordt als volgt gewijzigd:
1. In punt 1.1 wordt de volgende zin toegevoegd: "Extra spiegels en extra achteruitkijkspiegels die zijn ontworpen om toezicht te houden op werktuigen tijdens het werk op het veld, behoeven niet noodzakelijk voor goedkeuring in aanmerking te komen, maar moeten overeenkomstig de montagevoorschriften van de punten 2.3.3 tot en met 2.3.5 zijn geplaatst.".
2. In punt 2.4.2 komt de eerste volzin als volgt te luiden:
"De bestuurder moet de buitenspiegel kunnen verstellen zonder de bestuurdersplaats te verlaten.".
Artikel 2
1. Met ingang van 1 mei 1999 mogen de lidstaten:
- voor een type trekker de EG-typegoedkeuring, de afgifte van het in artikel 10, lid 1, derde streepje, van Richtlijn 74/150/EEG bedoelde document of de nationale typegoedkeuring niet weigeren; noch
- het voor de eerste maal in het verkeer brengen van trekkers verbieden,
indien deze trekkers voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 74/346/EEG, als gewijzigd bij deze richtlijn.
2. Met ingang van 1 oktober 1999 mogen de lidstaten:
- niet langer het in artikel 10, lid 1, derde streepje, van Richtlijn 74/150/EEG bedoelde document afgeven voor een type trekker, indien dit niet voldoet aan de voorschriften van Richtlijn 74/346/EEG, als gewijzigd bij deze richtlijn;
- de nationale typegoedkeuring weigeren voor een type trekker, indien dit niet voldoet aan de voorschriften van Richtlijn 74/346/EEG, als gewijzigd bij deze richtlijn.
Artikel 3
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 april 1999 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee, die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 4
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Artikel 5
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 8 juni 1998.
Voor de Commissie
Martin BANGEMANN
Lid van de Commissie
(1) PB L 191 van 15. 7. 1974, blz. 1.
(2) PB L 277 van 10. 10. 1997, blz. 24.
(3) PB L 84 van 28. 3. 1974, blz. 10.