Verordening (EG) Nr. 55/98 van de Raad van 19 december 1997 houdende verdeling over de lidstaten van de vangstquota voor 1998 voor vaartuigen die in de wateren van Letland vissen
Verordening (EG) Nr. 55/98 van de Raad van 19 december 1997 houdende verdeling over de lidstaten van de vangstquota voor 1998 voor vaartuigen die in de wateren van Letland vissen
VERORDENING (EG) Nr. 55/98 VAN DE RAAD van 19 december 1997 houdende verdeling over de lidstaten van de vangstquota voor 1998 voor vaartuigen die in de wateren van Letland vissen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
gelet op Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur (1), en met name op artikel 8, lid 4,
gezien het voorstel van de Commissie,
overwegende dat de Gemeenschap en Letland overeenkomstig de procedure die is vastgesteld in de Overeenkomst inzake de visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Letland (2), en inzonderheid in de artikelen 3 en 6, overleg hebben gepleegd over de wederzijdse visserijrechten in 1998 en over het beheer van de gemeenschappelijke levende rijkdommen;
overwegende dat de delegaties bij dit overleg zijn overeengekomen hun onderscheiden autoriteiten aan te bevelen voor 1998 bepaalde vangstquota vast te stellen voor vaartuigen van de andere partij;
overwegende dat de nodige maatregelen dienen te worden getroffen om voor 1998 gevolg te geven aan de uitkomsten van het overleg met Letland;
overwegende dat voor een doeltreffend beheer van de vangstmogelijkheden in de wateren van Letland de beschikbare hoeveelheden overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 3760/92 moeten worden verdeeld in quota per lidstaat;
overwegende dat voor de onder deze verordening vallende visserijactiviteiten de controlemaatregelen gelden die zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (3);
overwegende dat geen overeenkomst werd bereikt met Letland betreffende aanvullende voorwaarden voor het meerjarenbeheer van de TAC's en quota, op grond van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 847/96 (4);
overwegende dat deze verordening om dwingende redenen van algemeen belang van toepassing zal zijn met ingang van 1 januari 1998,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Van 1 januari tot en met 31 december 1998 mogen vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, in wateren onder visserij-jurisdictie van Letland, ten hoogste de in de bijlage vermelde hoeveelheden vangen.
Artikel 2
De in artikel 4 van de Overeenkomst inzake de visserij tussen de Europese Gemeenschap en Letland bedoelde financiële vergoeding wordt voor de in artikel 1 vermelde periode vastgesteld op 430.300 ecu, te betalen op een door Letland aan te wijzen rekening.
Artikel 3
Het bepaalde in de artikelen 2, 3 en 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing op de in de bijlage vermelde bestanden.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1998.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 december 1997.
Voor de Raad
De Voorzitter
F. BODEN
(1) PB L 389 van 31. 12. 1992, blz. 1. Verordening gewijzigd bij de Akte van toetreding van 1994.
(2) PB L 332 van 20. 12. 1996, blz. 2.
(3) PB L 261 van 20. 10. 1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2205/97 (PB L 304 van 7. 11. 1997, blz. 1).
(4) PB L 115 van 9. 5. 1996, blz. 3.
BIJLAGE
Verdeling van de vangstquota voor de Gemeenschap in de Letlandse wateren voor 1998
>RUIMTE VOOR DE TABEL>