Verordening (EG) Nr. 317/98 van de Commissie van 6 februari 1998 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1350/72 houdende uitvoeringsbepalingen voor de steunverlening aan hoptelers
Verordening (EG) Nr. 317/98 van de Commissie van 6 februari 1998 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1350/72 houdende uitvoeringsbepalingen voor de steunverlening aan hoptelers
VERORDENING (EG) Nr. 317/98 VAN DE COMMISSIE van 6 februari 1998 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1350/72 houdende uitvoeringsbepalingen voor de steunverlening aan hoptelers
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 1696/71 van de Raad van 26 juli 1971 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector hop (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1554/97 (2), en met name op artikel 13, lid 4,
Overwegende dat, ten gevolge van de wijziging van Verordening (EEG) nr. 1696/71, de steun wordt vastgesteld voor een periode van vijf jaar; dat daarvoor dus niet langer ieder jaar een verordening van de Raad wordt vastgesteld; dat de steun wordt betaald in het jaar van de oogst; dat bijgevolg de termijn voor de indiening van de steunaanvragen korter moet worden; dat de steun, evenals in het verleden, uitsluitend geldt voor hopbellen en niet voor hele van kwekerijen afkomstige planten; dat artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 1350/72 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2640/91 (4), derhalve moet worden gewijzigd;
Overwegende dat een doeltreffend systeem moet worden ingevoerd dat de garantie biedt dat de steunverlening gerechtvaardigd is en dat doublures bij de betaling uitsluit, voor welk systeem kan worden uitgegaan van het geïntegreerde beheers- en controlesysteem dat is vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad van 27 november 1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 820/97 (6), en Verordening (EEG) nr. 3887/92 van de Commissie van 23 december 1992 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2015/95 (8); dat artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 1350/72 derhalve moet worden aangepast;
Overwegende dat de in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 1350/72 vermelde uiterste datum voor de indiening van de mededeling van de lidstaten betreffende het beheer van de steun door de telersverenigingen, d.w.z. 31 maart, in het kader van de nieuwe gemeenschappelijke marktordening voor hop niet langer adequaat is; dat deze uiterste datum bijgevolg moet worden gewijzigd; dat sommige lidstaten een overgangsperiode verlangen om de administratieve controles ten uitvoer te leggen voor alle hoppercelen; dat het derhalve dienstig is voor de oogst 1998 in een afwijking te voorzien die inhoudt dat de controles steekproefsgewijze worden uitgevoerd; dat het belangrijk is dat de controles ter plaatse op een significant aantal aanvragen betrekking hebben;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor hop,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EEG) nr. 1350/72 wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 1, lid 1, wordt vervangen door:
"1. Uiterlijk op 31 mei van het oogstjaar moet iedere hopteler aangifte doen van de beplante oppervlakte.".
2. Artikel 2 wordt vervangen door:
"Artikel 2
1. De steunaanvraag wordt door de teler individueel of via de telersvereniging ingediend binnen een door de lidstaat vast te stellen termijn, doch uiterlijk op 31 oktober van het jaar van de oogst.
2. De steun wordt uitsluitend verleend voor arealen waarvoor, voor de betrokken oogst:
a) de in artikel 1, lid 3, onder a), bedoelde percelen een gelijkmatige plantdichtheid hadden van minstens:
- 1 500 planten per hectare bij dubbele bedrading of
- 2 000 planten per hectare bij enkele bedrading;
b) aangifte overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 heeft plaatsgevonden;
c) normale teelt- en oogstwerkzaamheden hebben plaatsgevonden; hierdoor zijn jonge hopplanten die hoofdzakelijk als kwekerijproduct zijn geteeld, uitgesloten.".
3. In artikel 3:
a) wordt lid 1 vervangen door:
"1. De steunaanvraag bevat voor de arealen waarvoor de steun wordt aangevraagd ten minste de in artikel 1, lid 2, bedoelde gegevens, en bovendien een verklaring dat de betrokken percelen zijn afgeoogst.";
b) wordt na lid 2 een als volgt luidend lid ingevoegd:
"3. De volgende artikelen van Verordening (EEG) nr. 3887/92 zijn van toepassing:
- artikel 6, lid 3, laatste alinea, voor gevallen waarin significante onregelmatigheden worden geconstateerd in een gebied of een deel van een gebied,
- artikel 8, lid 1, eerste alinea, voor gevallen waarin de areaalaangifte en/of de steunaanvraag te laat is ingediend,
- artikel 11 voor gevallen van overmacht,
- artikel 12 met betrekking tot het rapport inzake het controlebezoek,
- artikel 13 met betrekking tot de weigering van het bedrijfshoofd om een bezoek ter plaatse toe te staan,
- artikel 14 met betrekking tot ten onrechte betaalde bedragen.".
4. In artikel 4:
a) wordt lid 1 vervangen door:
"1. Elke lidstaat deelt de Commissie de naam en het adres van de overeenkomstig artikel 13, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 1696/71 aangewezen instanties mee, alsmede de door deze lidstaat voor de uitvoering van de steunregeling voor de hoptelers genomen maatregelen. De administratieve controles en de controles ter plaatse omvatten ook kruiscontroles met betrekking tot de gedeclareerde met hop beteelde percelen en een toetsing van de gegevens aan de in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad (*) bedoelde database, teneinde te voorkomen dat tweemaal steun wordt betaald voor dezelfde oogst. Voor de oogst 1998 mogen de lidstaten de kruiscontroles evenwel op basis van een steekproef verrichten. De na uitvoering van een risicoanalyse verrichte controles ter plaatse moeten betrekking hebben op een significante steekproef van de aangiften en de aanvragen, die ten minste 5 % van de areaalaangiften en de steunaanvragen moet bevatten.
(*) PB L 355 van 5. 12. 1992, blz. 1.";
b) wordt lid 2 vervangen door:
"2. Elke lidstaat deelt de Commissie jaarlijks voor de op zijn grondgebied gevestigde erkende producentengroeperingen alle gegevens mee betreffende het beheer van de hen toegekende steun door deze groeperingen en eventueel de juiste aard van de door deze groeperingen genomen maatregelen als bedoeld in artikel 7, lid 1, onder e), van Verordening (EEG) nr. 1696/71. Deze mededelingen moeten uiterlijk op 31 december van het jaar na dat van de betrokken oogst plaatsvinden.".
5. Het volgende artikel 4 bis wordt toegevoegd:
"Artikel 4 bis
1. Wanneer de effectief geconstateerde oppervlakte groter is dan de in de areaalaangifte gedeclareerde oppervlakte wordt de gedeclareerde oppervlakte in aanmerking genomen voor de berekening van het steunbedrag.
2. Wanneer wordt vastgesteld dat de gedeclareerde oppervlakte groter is dan de geconstateerde oppervlakte wordt het steunbedrag berekend op basis van de bij de controle effectief geconstateerde oppervlakte. Behalve in geval van overmacht wordt de effectief geconstateerde oppervlakte dan echter verminderd met tweemaal het geconstateerde verschil wanneer dat groter is dan 3 % of 2 ha en ten hoogste gelijk aan 20 % van de geconstateerde oppervlakte.
Ingeval het geconstateerde verschil groter is dan 20 % van de geconstateerde oppervlakte wordt voor het betrokken areaal geen aan de oppervlakte gebonden steun toegekend.
Wanneer er echter sprake in van een aan opzet of ernstig verzuim te wijten valse verklaring:
- wordt het betrokken bedrijfshoofd voor de betrokken oogst uitgesloten van steun
en
- in geval van een opzettelijk valse verklaring ook van de steun voor de volgende oogst.
De bovenbedoelde kortingen worden niet toegepast als het bedrijfshoofd bewijst dat hij voor het bepalen van de oppervlakte correct gebruik heeft gemaakt van door de bevoegde instantie erkende gegevens.
In de zin van deze verordening wordt onder "geconstateerde oppervlakte" de oppervlakte verstaan waarvoor aan alle voorschriften is voldaan.".
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing met ingang van de oogst 1998.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 februari 1998.
Voor de Commissie
Franz FISCHLER
Lid van de Commissie
(1) PB L 175 van 4. 8. 1971, blz. 1.
(2) PB L 208 van 2. 8. 1997, blz. 1.
(3) PB L 148 van 30. 6. 1972, blz. 11.
(4) PB L 247 van 5. 9. 1991, blz. 9.
(5) PB L 355 van 5. 12. 1992, blz. 1.
(6) PB L 117 van 7. 5. 1997, blz. 1.
(7) PB L 391 van 31. 12. 1992, blz. 36.
(8) PB L 197 van 22. 8. 1995, blz. 2.