Home

Verordening (EG) nr. 1137/98 van de Commissie van 29 mei 1998 betreffende een vrijwaringsmaatregel ten aanzien van de invoer van knoflook van oorsprong uit China

Verordening (EG) nr. 1137/98 van de Commissie van 29 mei 1998 betreffende een vrijwaringsmaatregel ten aanzien van de invoer van knoflook van oorsprong uit China

VERORDENING (EG) Nr. 1137/98 VAN DE COMMISSIE van 29 mei 1998 betreffende een vrijwaringsmaatregel ten aanzien van de invoer van knoflook van oorsprong uit China

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2520/97 (2), en met name op artikel 37, lid 2,

Overwegende dat, op grond van Verordening (EEG) nr. 1859/93 van de Commissie van 12 juli 1993 houdende toepassing van invoercertificaten voor de invoer van knoflook uit derde landen (3), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1662/94 (4), uit derde landen in de Gemeenschap ingevoerde knoflook slechts in het vrije verkeer mag worden gebracht als een invoercertificaat wordt overgelegd;

Overwegende dat Frankrijk en Spanje de Commissie op respectievelijk 1 en 6 april 1998 hebben verzocht vrijwaringsmaatregelen te nemen tegen de invoer van knoflook;

Overwegende dat door de Commissie vanaf 1993 is geconstateerd dat de invoer van knoflook van oorsprong uit China zeer sterk is toegenomen ten opzichte van de jaren daarvoor; dat, gezien de prijs van deze producten, verdere invoer de communautaire markt ernstig had kunnen verstoren, waardoor de doelstellingen van artikel 39 van het EG-Verdrag in gevaar zouden zijn gekomen en met name de telers in de Gemeenschap nadeel zou zijn berokkend; dat de Commissie derhalve bij Verordening (EG) nr. 1213/94 van de Commissie (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2815/94 (6), een vrijwaringsmaatregel heeft genomen waarbij voor het verkoopseizoen 1994/1995 maandelijks slechts voor een bepaalde maximumhoeveelheid invoercertificaten werden afgegeven voor knoflook van oorsprong uit China; dat deze maatregel opnieuw is vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1153/95 van de Commissie (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2944/95 (8), voor de periode van 1 juni 1995 tot en met 31 mei 1996, bij Verordening (EG) nr. 885/96 van de Commissie (9) voor de periode van 1 juni 1996 tot en met 31 mei 1997, en bij Verordening (EG) nr. 903/97 van de Commissie (10) voor de periode van 1 juni 1997 tot en met 31 mei 1998;

Overwegende dat voor knoflook van oorsprong uit China iedere maand opnieuw invoercertificaten zijn aangevraagd voor zeer veel grotere hoeveelheden dan de bij Verordening (EG) nr. 903/97 voor de betrokken maand vastgestelde hoeveelheid; dat bovendien vanwege het grote aantal aanvragen op de eerste dag van elke maand het hele verkoopseizoen lang slechts invoercertificaten zijn afgegeven voor hoeveelheden van minder dan 1 % van de in die maand aangevraagde hoeveelheden, terwijl na die dag ingediende aanvragen zijn afgewezen; dat deze systematische overschrijding aantoont dat deze sector nog altijd onder druk staat en dat zonder vrijwaringsmaatregelen de communautaire markt voor knoflook door de massale invoer uit China ernstig zou worden verstoord; dat derhalve ten aanzien van knoflook van oorsprong uit China opnieuw een vrijwaringsmaatregel moet worden vastgesteld;

Overwegende dat vanaf 1 juni 1998 tot en met 31 mei 1999 de afgifte van invoercertificaten tot een bepaalde hoeveelheid per tijdvak moet worden beperkt en moet worden geschorst zodra deze hoeveelheid is bereikt;

Overwegende dat een aantal criteria moeten worden vastgesteld wat betreft de status van de aanvragers van certificaten en het gebruik van de toegewezen certificaten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Voor de periode van 1 juni 1998 tot en met 31 mei 1999 worden voor knoflook (GN-code 0703 20 00) van oorsprong uit China invoercertificaten afgegeven voor ten hoogste 12 000 ton, met inachtneming van de voor elk van de in de bijlage vermelde tijdvakken aangegeven maximumhoeveelheid en de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

2. Voor elk tijdvak is de in lid 1 bedoelde maximumhoeveelheid gelijk aan de som van:

a) de in de bijlage vermelde hoeveelheid,

b) de van het voorgaande tijdvak resterende hoeveelheid waarvoor geen aanvragen waren ingediend,

en

c) de aan de Commissie gemelde niet gebruikte hoeveelheden van eerder afgegeven certificaten.

3. Wanneer de Commissie, op basis van de haar door de lidstaten op grond van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 1859/93 medegedeelde gegevens, constateert dat de voor een tijdvak vastgestelde maximumhoeveelheid dreigt te worden overschreden, stelt zij voorwaarden vast voor de afgifte van de invoercertificaten voor knoflook van oorsprong uit China.

Artikel 2

1. Invoercertificaten voor knoflook uit China kunnen slechts worden aangevraagd door importeurs van groenten en fruit in de zin van lid 2.

2. Onder "importeurs van groenten en fruit" wordt verstaan handelaren, economische subjecten, natuurlijke personen of rechtspersonen, individueel of in groepsverband, die in elk van de twee voorgaande jaren ten minste 50 ton groenten en fruit als bedoeld in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2200/96 hebben ingevoerd en/of uitgevoerd. Dat aan deze voorwaarden is voldaan, wordt aangetoond aan de hand van de inschrijving in een handelsregister van de lidstaat of van een ander, door de lidstaat aanvaard, bewijs enerzijds, en van het bewijs van invoer en/of uitvoer anderzijds. Wanneer een importeur in het voorgaande kalenderjaar invoercertificaten heeft ontvangen op grond van de Verordening (EEG) nr. 1859/93, moet hij het bewijs leveren, hetzij als natuurlijke persoon, hetzij als rechtspersoon dat hij ten minste 50 % van de hem toegewezen hoeveelheid voor eigen rekening in het vrije verkeer heeft gebracht.

3. Voor elk van de in de bijlage bedoelde tijdvakken mag een importeur in de zin van lid 2 slechts twee certificaataanvragen indienen met een tussenpoos van ten minste vijf dagen. Een aanvraag mag slechts betrekking hebben op een hoeveelheid die overeenkomt met ten hoogste 50 % van de voor het betrokken tijdvak in de bijlage vermelde hoeveelheid.

4. De importeurs in de zin van lid 2 verstrekken bij hun aanvraag de gegevens aan de hand waarvan de bevoegde nationale autoriteiten kunnen nagaan of aan de in lid 2 bedoelde voorwaarden is voldaan.

5. In afwijking van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 3719/88 zijn de rechten die voortvloeien uit de voor de in artikel 1, lid 1, van deze verordening toegewezen invoercertificaten niet overdraagbaar.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op 1 juni 1998.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 29 mei 1998.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 297 van 21. 11. 1996, blz. 1.

(2) PB L 346 van 17. 12. 1997, blz. 41.

(3) PB L 170 van 13. 7. 1993, blz. 10.

(4) PB L 176 van 9. 7. 1994, blz. 1.

(5) PB L 133 van 28. 5. 1994, blz. 36.

(6) PB L 298 van 19. 11. 1994, blz. 26.

(7) PB L 116 van 23. 5. 1995, blz. 23.

(8) PB L 308 van 21. 12. 1995, blz. 17.

(9) PB L 119 van 16. 5. 1996, blz. 12.

(10) PB L 130 van 22. 5. 1997, blz. 6.

BIJLAGE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>