Home

Verordening (EG) nr. 1500/98 van de Commissie van 14 juli 1998 tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 1998/1999, van de voorlopige regionale referentiebedragen en de aan de producenten van sojabonen, koolzaad, raapzaad en zonnebloempitten te betalen voorschotten

Verordening (EG) nr. 1500/98 van de Commissie van 14 juli 1998 tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 1998/1999, van de voorlopige regionale referentiebedragen en de aan de producenten van sojabonen, koolzaad, raapzaad en zonnebloempitten te betalen voorschotten

VERORDENING (EG) Nr. 1500/98 VAN DE COMMISSIE van 14 juli 1998 tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 1998/1999, van de voorlopige regionale referentiebedragen en de aan de producenten van sojabonen, koolzaad, raapzaad en zonnebloempitten te betalen voorschotten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1765/92 van de Raad van 30 juni 1992 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2309/97 (2), en met name op artikel 12,

Overwegende dat in artikel 5, lid 1, onder c), van Verordening (EEG) nr. 1765/92 is bepaald dat de Commissie voor elke in het regioplan van een lidstaat bepaalde productieregio een voorlopig regionaal referentiebedrag vaststelt op basis van een vergelijking tussen de opbrengst aan granen of oliehoudende zaden in die regio en de gemiddelde opbrengst aan granen of oliehoudende zaden in de Gemeenschap;

Overwegende dat in artikel 11, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1765/92 is bepaald dat de producenten die een aanvraag indienen voor compensatiebedragen voor oliehoudende zaden, recht hebben op een voorschot dat niet meer mag bedragen dan 50 % van het betrokken voorlopige regionale referentiebedrag; dat echter op grond van de raming van het areaal voor oliehoudende gewassen voor de oogst 1998 en de voor het verkoopseizoen 1998/1999 verwachte prijzen, alsmede rekening houdend met het feit dat de in 1997/1998 toegepaste sanctie in het volgende verkoopseizoen waarschijnlijk wordt gehandhaafd, het gevaar bestaat dat het op 50 % van het voorlopige regionale referentiebedrag vastgestelde voorschot groter is dan het definitieve referentiebedrag; dat het derhalve dienstig is de voorlopige bedragen met de in 1997/1998 toegepaste sanctie te verlagen en het voorschot vast te stellen op 50 % van het dienovereenkomstig aangepaste voorlopige regionale referentiebedrag;

Overwegende dat het Gezamenlijk Comité van beheer voor granen, oliën en vetten en gedroogde voedergewassen geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1765/92 is in bijlage I een korte toelichting bij de berekening van de voorlopige regionale referentiebedragen opgenomen.

2. De voorlopige regionale referentiebedragen voor het verkoopseizoen 1998/1999 zijn vastgesteld in bijlage II.

Artikel 2

Voor het verkoopseizoen 1998/1999 bedragen de op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1765/92 aan de producenten van oliehoudende zaden te betalen voorschotten 50 % van het desbetreffende voorlopige regionale referentiebedrag zoals vastgesteld in bijlage II.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 juli 1998.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 181 van 1. 7. 1992, blz. 12.

(2) PB L 321 van 22. 11. 1997, blz. 3.

BIJLAGE I

Korte toelichting bij de berekening van de voorlopige regionale referentiebedragen voor de producenten van oliehoudende zaden voor het verkoopseizoen 1998/1999.

De voorlopige regionale referentiebedragen zijn berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 5, lid 1, onder c), van Verordening (EEG) nr. 1765/92.

Bij de berekening van deze bedragen is de Commissie uitgegaan van de gegevens die de lidstaten overeenkomstig artikel 3, lid 2, van die verordening hebben verstrekt, en heeft zij rekening gehouden met de overeenkomstig artikel 5, lid 1, onder c), van die verordening gemaakte keuze voor een vergelijking van de opbrengsten op basis van granen of oliehoudende zaden.

De voorlopige regionale referentiebedragen voor het verkoopseizoen 1998/1999 zijn opgenomen in bijlage II.

BIJLAGE II

>RUIMTE VOOR DE TABEL>