Home

Verordening (EG) nr. 1554/98 van de Commissie van 17 juli 1998 tot vaststelling van de methode voor de toewijzing van de aanvullende hoeveelheden die het resultaat zijn van de bij Verordening (EG) nr. 1138/98 van de Raad vastgestelde verhoging van de communautaire kwantitatieve contingenten die in 1998 van toepassing zijn ten aanzien van bepaalde producten van oorsprong uit de Volksrepubliek China

Verordening (EG) nr. 1554/98 van de Commissie van 17 juli 1998 tot vaststelling van de methode voor de toewijzing van de aanvullende hoeveelheden die het resultaat zijn van de bij Verordening (EG) nr. 1138/98 van de Raad vastgestelde verhoging van de communautaire kwantitatieve contingenten die in 1998 van toepassing zijn ten aanzien van bepaalde producten van oorsprong uit de Volksrepubliek China

Verordening (EG) nr. 1554/98 van de Commissie van 17 juli 1998 tot vaststelling van de methode voor de toewijzing van de aanvullende hoeveelheden die het resultaat zijn van de bij Verordening (EG) nr. 1138/98 van de Raad vastgestelde verhoging van de communautaire kwantitatieve contingenten die in 1998 van toepassing zijn ten aanzien van bepaalde producten van oorsprong uit de Volksrepubliek China

Publicatieblad Nr. L 202 van 18/07/1998 blz. 0033 - 0033


VERORDENING (EG) Nr. 1554/98 VAN DE COMMISSIE van 17 juli 1998 tot vaststelling van de methode voor de toewijzing van de aanvullende hoeveelheden die het resultaat zijn van de bij Verordening (EG) nr. 1138/98 van de Raad vastgestelde verhoging van de communautaire kwantitatieve contingenten die in 1998 van toepassing zijn ten aanzien van bepaalde producten van oorsprong uit de Volksrepubliek China

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 520/94 van de Raad van 7 maart 1994 houdende de totstandbrenging van een communautaire procedure voor het beheer van de kwantitatieve contingenten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 138/96 (2), inzonderheid op de artikelen 9 en 13,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1393/97 van de Commissie van 18 juli 1997 tot vaststelling van een aantal bepalingen voor het beheer van de kwantitatieve contingenten die in 1998 van toepassing zijn op bepaalde producten van oorsprong uit de Volksrepubliek China (3), inzonderheid op artikel 6,

Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 2021/97 van de Commissie (4) de hoeveelheden zijn vastgesteld die aan de importeurs moeten worden toegewezen uit hoofde van de kwantitatieve contingenten die in 1998 van toepassing zijn ten aanzien van bepaalde producten van oorsprong uit China;

Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 1138/98 van de Raad van 28 mei 1998 tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 519/94 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer uit bepaalde derde landen (5) de kwantitatieve contingenten werden verhoogd die van toepassing zijn op keuken- en tafelgerei van porselein, vallende onder GS/GN-code 6911 10, en keuken- en tafelgerei van keramische stoffen, andere dan porselein, vallende onder GS/GN-code 6912 00;

Overwegende dat Verordening (EG) nr. 1138/98 in een verhoging van de genoemde contingenten met 5 % voorziet en dat deze met ingang van 1 januari 1998 van toepassing is;

Overwegende dat derhalve eenvoudige administratieve procedures dienen te worden vastgesteld die de importeurs in de Gemeenschap de mogelijkheid geven hun invoervergunningen te laten wijzigen teneinde gebruik te kunnen maken van de bij Verordening (EG) nr. 1138/98 vastgestelde verhogingen van deze contingenten;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het bij artikel 22 van Verordening (EG) nr. 520/94 ingestelde Comité voor het beheer van contingenten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Elke importeur die houder is van een invoervergunning voor 1998, afgegeven krachtens Verordening (EG) nr. 2021/97, voor producten van de GS/GN-codes 6911 10 en 6912 00 mag een hoeveelheid invoeren die 5 % groter is dan de in zijn invoervergunning vermelde hoeveelheid.

Artikel 2

Voor de toepassing van artikel 1 legt elke vergunninghouder zijn invoervergunning voor aan de bevoegde autoriteit die deze heeft afgegeven. De bevoegde autoriteit vermeldt op de vergunning dat aan de vergunninghouder een aanvullende hoeveelheid van 5 % werd toegewezen. Deze vermelding wordt kosteloos aangebracht en door de bevoegde autoriteiten gecertificeerd.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 juli 1998.

Voor de Commissie

Leon BRITTAN

Vice-Voorzitter

(1) PB L 66 van 10. 3. 1994, blz. 1.

(2) PB L 21 van 27. 1. 1996, blz. 6.

(3) PB L 190 van 19. 7. 1997, blz. 24.

(4) PB L 284 van 16. 10. 1997, blz. 42.

(5) PB L 159 van 3. 6. 1998, blz. 1.