Verordening (EG) Nr. 2052/98 van de Raad van 24 september 1998 houdende een verdere wijziging van Verordening (EG) Nr. 1890/97 en Verordening (EG) Nr. 1891/97 tot instelling van respectievelijk een definitief antidumpingrecht en een definitief compenserend recht op de invoer van gekweekte Atlantische zalm van oorsprong uit Noorwegen
Verordening (EG) Nr. 2052/98 van de Raad van 24 september 1998 houdende een verdere wijziging van Verordening (EG) Nr. 1890/97 en Verordening (EG) Nr. 1891/97 tot instelling van respectievelijk een definitief antidumpingrecht en een definitief compenserend recht op de invoer van gekweekte Atlantische zalm van oorsprong uit Noorwegen
VERORDENING (EG) Nr. 2052/98 VAN DE RAAD van 24 september 1998 houdende een verdere wijziging van Verordening (EG) nr. 1890/97 en Verordening (EG) nr. 1891/97 tot instelling van respectievelijk een definitief antidumpingrecht en een definitief compenserend recht op de invoer van gekweekte Atlantische zalm van oorsprong uit Noorwegen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1), en met name op artikel 8, lid 9, en artikel 9,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2026/97 van de Raad van 6 oktober 1997 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (2), en met name op artikel 13, lid 9, en artikel 15,
Gelet op het voorstel dat de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité heeft ingediend,
Overwegende hetgeen volgt:
A. VOORLOPIGE MAATREGELEN
(1) In het kader van de antidumping- en antisubsidieonderzoeken die met het bekendmaken van twee afzonderlijke berichten in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (3) werden geopend, heeft de Commissie bij Besluit 97/634/EG (4) verbintenissen aanvaard die waren aangeboden door het Koninkrijk Noorwegen en 190 Noorse exporteurs.
(2) In de verbintenissen is uitdrukkelijk bepaald dat het niet naleven van de verplichting verslag uit te brengen en met name het niet naleven van de verplichting het driemaandelijkse verslag binnen de gestelde termijn voor te leggen, behoudens overmacht, als een schending van de verbintenis zou worden beschouwd.
(3) Twaalf Noorse exporteurs hebben niet binnen de gestelde termijn verslag uitgebracht over het vierde kwartaal van 1997 of hebben in het geheel geen verslag uitgebracht. Deze exporteurs konden evenmin aantonen dat zij door overmacht niet in staat waren geweest verslag uit te brengen of tijdig verslag uit te brengen. De Commissie had derhalve redenen om aan te nemen dat deze ondernemingen de verbintenis hadden geschonden.
(4) Bijgevolg stelde de Commissie bij Verordening (EG) nr. 1126/98 (5), hierna de "voorlopige verordening" genoemd, voorlopige antidumpingrechten en compenserende rechten in op gekweekte Atlantische zalm, ingedeeld onder de GN-codes ex 0302 12 00, ex 0304 10 13, ex 0303 22 00 en ex 0304 20 13, uit Noorwegen, die werd uitgevoerd door de twaalf ondernemingen die in de bijlage bij die verordening zijn genoemd. Bij dezelfde verordening heeft de Commissie de betrokken ondernemingen geschrapt van de in de bijlage bij Besluit 97/634/EG opgenomen lijst van ondernemingen waarvan verbintenissen waren aanvaard.
B. VERVOLG VAN DE PROCEDURE
(5) De twaalf Noorse ondernemingen waarvoor voorlopige rechten werden ingesteld, werden schriftelijk op de hoogte gebracht van de voornaamste feiten en overwegingen op grond waarvan deze rechten waren ingesteld.
(6) Binnen de in de voorlopige verordening vastgestelde termijn hebben de meeste Noorse ondernemingen schriftelijk opmerkingen gemaakt.
(7) Nadat zij deze schriftelijke opmerkingen had ontvangen, heeft de Commissie alle gegevens die zij met het oog op de definitieve vaststelling van eventuele schendingen van de verbintenis nodig had verzameld en onderzocht.
(8) Geen van de ondernemingen die hebben nagelaten aan hun verslaggevingsverplichting te voldoen hebben geldig bewijsmateriaal inzake overmacht voorgelegd, hetgeen volgens de verbintenis ter rechtvaardiging van een dergelijke nalatigheid noodzakelijk was.
In de afwezigheid van bijzondere bepalingen te dien aanzien in Verordening (EG) nr. 384/96, hierna "basisantidumpingverordening" te noemen, en in Verordening (EG) nr. 2026/97, hierna "basisantisubsidieverordening" te noemen, en overeenkomstig de rechtspraak van het Hof van Justitie kunnen individuele ondernemingen zich slechts op overmacht beroepen indien het niet nakomen van de verplichting het onvermijdelijke gevolg was van externe oorzaken die redelijkerwijze niet voorzien of voorkomen hadden kunnen worden en die het de betrokken onderneming objectief onmogelijk maakten aan haar verplichtingen te voldoen.
Alle omstandigheden die de betrokkenen in dit opzicht hebben ingeroepen, bijvoorbeeld de enkele dagen durende ziekte van werknemers, of drukke werkzaamheden voor andere visproducten, kunnen niet als omstandigheden worden beschouwd die overmacht vormen.
(9) Twee van de twaalf in bijlage I vermelde exporteurs, namelijk Gigante Fiskekroken A/S en Melands Rokeri Eftf. A/S (6) hebben de Commissie laten weten dat zij van naam zijn veranderd en gevraagd of zij als nieuwe ondernemingen nieuwe verbintenissen konden aanbieden. De Commissie is echter van oordeel dat een eenvoudige naamswijziging niet voldoende is voor de toepassing op die ondernemingen van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1890/97 van de Raad van 26 september 1997 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van gekweekte Atlantische zalm van oorsprong uit Noorwegen (7) en artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1891/97 van de Raad van 26 september 1997 tot instelling van een definitief compenserend recht op de invoer van gekweekte Atlantische zalm van oorsprong uit Noorwegen (8).
C. DEFINITIEVE MAATREGELEN
(10) De belanghebbenden werden op de hoogte gebracht van de voornaamste feiten en overwegingen op basis waarvan de Commissie voornemens was aan te bevelen definitieve antidumpingrechten en compenserende rechten in te stellen en de bedragen die uit hoofde van de voorlopige rechten als zekerheid waren gesteld, definitief te innen. Tevens werd een termijn vastgesteld waarbinnen zij hierover opmerkingen konden maken.
(11) Op grond van de binnengekomen opmerkingen wordt geconcludeerd dat op gekweekte Atlantische zalm uit Noorwegen die door de in bijlage I genoemde ondernemingen wordt uitgevoerd definitieve antidumpingrechten en compenserende rechten moeten worden ingesteld.
(12) De onderzoeken die tot de verbintenissen aanleiding hebben gegeven werden, bij Verordening (EG) nr. 1890/97, beëindigd met een definitieve vaststelling van dumping en schade en bij Verordening (EG) nr. 1891/97 met een definitieve vaststelling van subsidiëring en schade.
Overeenkomstig artikel 8, lid 9, van de basisantidumpingverordening en artikel 13, lid 9, van de basisantisubsidieverordening, dienen de definitieve rechten die op de twaalf Noorse ondernemingen van toepassing zullen zijn gelijk te zijn aan de rechten die bij de twee genoemde verordeningen werden ingesteld.
D. DEFINITIEVE INNING VAN VOORLOPIGE RECHTEN
(13) Ten aanzien van twaalf exporteurs werd vastgesteld dat zij hun verbintenis niet hebben nageleefd. Het wordt derhalve noodzakelijk geacht dat de bedragen die uit hoofde van de voorlopige antidumpingrechten en compenserende rechten als zekerheid werden gesteld, tot het bedrag van de definitieve rechten te innen.
(14) De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1890/97 en de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1891/97, waarbij de daarin genoemde partijen van het recht worden vrijgesteld, dienen in die zin te worden gewijzigd dat de vrijstelling niet langer van toepassing is op de twaalf in bijlage I bij deze verordening genoemde ondernemingen,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1890/97 wordt vervangen door bijlage II.
2. De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1891/97 wordt vervangen door bijlage II.
Artikel 2
De bedragen die als zekerheid zijn gesteld uit hoofde van de bij Verordening (EG) nr. 1126/98 ingestelde voorlopige antidumpingrechten en compenserende rechten op gekweekte (andere dan wilde) Atlantische zalm van de GN-codes ex 0302 12 00 (Taric-code 0302 12 00*19), ex 0304 10 13 (Taric-code 0304 10 13*19), ex 0303 22 00 (Taric-code 0303 22 00*19) en ex 0304 20 13 (Taric-code 0304 20 13*19), van oorsprong uit Noorwegen, uitgevoerd door de in bijlage I genoemde ondernemingen, worden definitief geïnd.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 24 september 1998.
Voor de Raad
De Voorzitter
N. MICHALEK
(1) PB L 56 van 6. 3. 1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 905/98 (PB L 128 van 30. 4. 1998, blz. 18).
(2) PB L 288 van 21. 10. 1997, blz. 1.
(3) PB C 235 van 31. 8. 1996, blz. 18, en
PB C 235 van 31. 8. 1996, blz. 20.
(4) PB L 267 van 30. 9. 1997, blz. 81.
(5) PB L 157 van 30. 5. 1998, blz. 82.
(6) De nieuwe namen zijn Gigante Sild A/S respectievelijk Rokespesialisten A/S.
(7) PB L 267 van 30. 9. 1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 772/98 (PB L 111 van 9. 4. 1998, blz. 10).
(8) PB L 267 van 30. 9. 1997, blz. 19. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 772/98 (PB L 111 van 9. 4. 1998, blz. 10).
BIJLAGE I
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
BIJLAGE II
>RUIMTE VOOR DE TABEL>