Verordening (EG) nr. 2154/98 van de Commissie van 7 oktober 1998 tot vaststelling van bijzondere maatregelen houdende afwijking van de Verordeningen (EEG) nr. 3665/87, (EEG) nr. 3719/88 en (EG) nr. 1370/95 in de varkensvleessector
Verordening (EG) nr. 2154/98 van de Commissie van 7 oktober 1998 tot vaststelling van bijzondere maatregelen houdende afwijking van de Verordeningen (EEG) nr. 3665/87, (EEG) nr. 3719/88 en (EG) nr. 1370/95 in de varkensvleessector
VERORDENING (EG) Nr. 2154/98 VAN DE COMMISSIE van 7 oktober 1998 tot vaststelling van bijzondere maatregelen houdende afwijking van de Verordeningen (EEG) nr. 3665/87, (EEG) nr. 3719/88 en (EG) nr. 1370/95 in de varkensvleessector
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3290/94 (2), en met name op artikel 13, lid 12, en artikel 22, tweede alinea,
Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 565/80 van de Raad (3), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2026/83 (4), de algemene regels inzake de vooruitbetaling van de uitvoerrestituties voor landbouwproducten zijn vastgesteld;
Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 3665/87 van de Commissie (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 604/98 (6), de gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten zijn vastgesteld;
Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 3719/88 van de Commissie (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1044/98 (8), de gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten zijn vastgesteld;
Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 1370/95 van de Commissie (9), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1719/98 (10), de uitvoeringsbepalingen inzake de uitvoercertificatenregeling in de sector varkensvlees zijn vastgesteld;
Overwegende dat de problemen die zich sinds de tweede helft van augustus 1998 op de Russische markt voordoen, de economische belangen van de exporteurs zwaar hebben geschaad en dat de daardoor ontstane situatie de mogelijkheden tot uitvoer met inachtneming van de bij de Verordeningen (EEG) nr. 565/80, (EEG) nr. 3665/87 en (EEG) nr. 3719/88 vastgestelde bepalingen sterk heeft aangetast;
Overwegende dat het derhalve noodzakelijk blijkt het effect van deze nadelige consequenties te beperken door bijzondere maatregelen vast te stellen, en bepaalde bij de restitutieregeling vastgestelde termijnen te verlengen om de uitvoertransacties die door de genoemde omstandigheden niet volledig konden worden afgewikkeld, te kunnen regulariseren;
Overwegende dat deze uitzonderingsbepalingen alleen ten goede mogen komen aan marktdeelnemers die met name aan de hand van de documenten als bedoeld in artikel l, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4045/89 van de Raad (11), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3235/94 (12), kunnen bewijzen dat de certificaten voor uitvoer naar Rusland zijn aangevraagd;
Overwegende dat deze verordening gezien de snelle ontwikkeling van de situatie onmiddellijk in werking moet treden;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor varkensvlees,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De bepalingen van deze verordening gelden voor de in artikel 1, lid l, van Verordening (EEG) nr. 2759/75 bedoelde producten waarvoor uitvoercertificaten zijn afgegeven.
2. Deze bepalingen gelden slechts voor marktdeelnemers die ten genoegen van de instantie van afgifte bewijzen dat de certificaten voor uitvoer naar Rusland zijn aangevraagd.
De instantie van afgifte oordeelt hierover met name op grond van de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4045/89 bedoelde handelsdocumenten.
Artikel 2
Van de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1370/95 afgegeven, vóór 29 augustus 1998 aangevraagde uitvoercertificaten, met uitzondering van die welke vóór 1 augustus 1998 afliepen, wordt de geldigheidsduur op verzoek van de houder met 60 dagen verlengd.
Artikel 3
Op verzoek van de marktdeelnemer wordt voor producten waarvoor de douaneformaliteiten bij uitvoer vóór 29 augustus 1998 zijn vervuld of die onder een van de in de artikelen 4 en 5 van Verordening (EEG) nr. 565/80 bedoelde stelsels zijn geplaatst, de in artikel 30, lid 1, onder b), punt i), van Verordening (EEG) nr. 3719/88 en in artikel 4, lid 1, en artikel 32, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3665/87 bedoelde termijn van 60 dagen op 150 dagen gebracht.
Artikel 4
De lidstaten delen elke donderdag aan de Commissie mee voor welke hoeveelheden producten de in de artikelen 2 en 3 bedoelde maatregelen in de voorafgaande week zijn toegepast.
Artikel 5
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 7 oktober 1998.
Voor de Commissie
Franz FISCHLER
Lid van de Commissie
(1) PB L 282 van 1. 11. 1975, blz. 1.
(2) PB L 349 van 31. 12. 1994, blz. 105.
(3) PB L 62 van 7. 3. 1980, blz. 5.
(4) PB L 199 van 22. 7. 1983, blz. 12.
(5) PB L 351 van 14. 12. 1987, blz. 1.
(6) PB L 80 van 18. 3. 1998, blz. 19.
(7) PB L 331 van 2. 12. 1988, blz. 1.
(8) PB L 149 van 20. 5. 1998, blz. 11.
(9) PB L 133 van 17. 6. 1995, blz. 9.
(10) PB L 215 van 1. 8. 1998, blz. 58.
(11) PB L 388 van 30. 12. 1989, blz. 18.
(12) PB L 338 van 28. 12. 1994, blz. 16.