Home

Verordening (EG) nr. 2840/98 van de Raad van 21 december 1998 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1734/94 betreffende de financiële en technische samenwerking met de bezette gebieden

Verordening (EG) nr. 2840/98 van de Raad van 21 december 1998 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1734/94 betreffende de financiële en technische samenwerking met de bezette gebieden

VERORDENING (EG) Nr. 2840/98 VAN DE RAAD van 21 december 1998 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1734/94 betreffende de financiële en technische samenwerking met de bezette gebieden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 130 W,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Overeenkomstig de procedure van artikel 189 C van het Verdrag (2),

Overwegende dat in Verordening (EG) nr. 1734/94 van de Raad van 11 juli 1994 betreffende de financiële en technische samenwerking met de bezette gebieden (3) gedetailleerde regelingen en voorschriften worden vastgesteld voor het beheer van het communautaire programma voor hulp en bijstand aan de Palestijnse bevolking op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook;

Overwegende dat, overeenkomstig die verordening, de Gemeenschap een vijfjarig programma moet uitvoeren voor financiële en technische samenwerking met de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook; dat dit programma eind 1998 verstrijkt;

Overwegende dat het vredesproces maar niet over zijn dode punt heen komt en dat dit de ernstigste crisis is sinds het vredesproces in het Midden-Oosten in 1991 op gang kwam; dat men er met de internationale economische bijstand niettemin in is geslaagd het vredesproces in leven te houden en de Palestijnse Autoriteit te steunen;

Overwegende dat iedere verdere verslechtering van de Palestijnse economie moet worden voorkomen door de gevolgen van gebiedsafgrendelingen en andere ontwikkelingsbelemmeringen tot een minimum terug te brengen of teniet te doen, dat er tot een degelijk beheer en een fiscaal evenwicht van de Palestijnse autoriteit moet worden bijgedragen en dat deze laatste institutioneel moet worden versterkt;

Overwegende dat het uiteindelijke doel het bereiken van een duurzaam economisch en sociaal evenwicht is en de bevordering van democratie, mensenrechten en de ontwikkeling van de civiele samenleving;

Overwegende dat de Commissie, gezien de huidige toestand, haar hulp dient voort te zetten; dat er, met het oog daarop, een hulpverleningsproces van vijf jaar (1999 tot en met 2003) op gang gebracht zou moeten worden en dat Verordening (EG) nr. 1734/94 dienovereenkomstig zou moeten worden gewijzigd; dat die verordening binnen twee jaar en niet later dan op 31 december 2000 door de Raad zou moeten worden herzien, teneinde rekening te houden met recente ontwikkelingen en haar in overeenstemming te brengen met de herziene Verordening (EG) nr. 1488/96 van de Raad van 23 juli 1996 inzake financiële en technische maatregelen ter ondersteuning van de hervorming van de economische en maatschappelijke structuren in het kader van het Europees-Mediterrane Partnerschap (MEDA) (4);

Overwegende dat, overal in de tekst van Verordening (EG) nr. 1734/94, de term "bezette gebieden" dient te worden vervangen door "de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook";

Overwegende dat in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1734/94 is bepaald dat alle financieringsbesluiten inzake projecten en maatregelen volgens de in artikel 5 van die verordening bedoelde procedure worden vastgesteld; dat, om dit proces te versnellen, alleen financieringsbesluiten ter waarde van meer dan 2 000 000 ECU, andere dan die in verband met rentesubsidies voor bankleningen, overeenkomstig die procedure zullen worden aangenomen;

Overwegende dat Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Zuid-Amerika) (5) ook betrekking heeft op garanties voor deze regio voor de periode tot het jaar 2000,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1734/94 wordt als volgt gewijzigd:

1. de titel wordt vervangen door: "Verordening (EG) nr. 1734/94 van de Raad van 11 juli 1994 betreffende de financiële en technische samenwerking met de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook";

2. artikel 1 wordt door het volgende artikel vervangen:

"Artikel 1

1. De Gemeenschap zal financieel en technisch met de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook samenwerken, volgens een programma van vijf jaar (1999 tot en met 2003) en met het doel om tot een duurzame economische, politieke en sociale ontwikkeling te komen. Indien voor de periode na het jaar 2000 nieuwe perspectieven worden vastgesteld, dan zal de mate van samenwerking worden vastgesteld overeenkomstig de financiële vooruitzichten, op voorwaarde dat de budgettaire autoriteit deze mate van samenwerking tijdens de jaarlijkse begrotingsprocedure vaststelt.

2. Binnen twee jaar en uiterlijk op 31 december 2000 herziet de Raad deze verordening op basis van een onafhankelijke evaluatie van de programma's als bedoeld in artikel 6. Deze herziening zal ook betrekking hebben op recente ontwikkelingen in het gebied en er zal worden getracht deze verordening in overeenstemming te brengen met Verordening (EG) nr. 1488/96 van de Raad van 23 juli 1996 inzake financiële en technische maatregelen ter ondersteuning van de hervorming van de economische en maatschappelijke structuren in het kader van het Europees-Mediterrane Partnerschap (MEDA) (*).

(*) PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 780/98 (PB L 113 van 15.4.1998, blz. 3).";

3. artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 1 worden na "........... rechten van de mens", de woorden "en de ontwikkeling van de civiele samenleving" toegevoegd;

b) aan lid 3 wordt de volgende alinea toegevoegd:

"Met de bovenbedoelde acties wordt beoogd werkgelegenheid te bevorderen en te creëren door de sociale diensten te verbeteren en de armoede te bestrijden.";

c) in de leden 5 en 6 wordt de term "bezette gebieden" vervangen door "de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook";

4. in artikel 3 wordt de term "de bezette gebieden" vervangen door "de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook";

5. artikel 4, lid 1 tot en met lid 3, wordt vervangen door:

"Artikel 4

1. De financieringsbesluiten met betrekking tot projecten en maatregelen ter waarde van meer dan 2 000 000 ECU, andere dan die welke verband houden met rentesubsidies voor bankleningen, worden volgens de in artikel 5 bedoelde procedure vastgesteld.

2. De financieringsbesluiten met betrekking tot algemene kredieten voor technische samenwerkings-, opleidings- en handelsbevorderingsmaatregelen worden volgens de in artikel 5 voorgeschreven procedure vastgesteld. Binnen de grenzen van een algemeen krediet zal de Commissie financieringsbesluiten nemen waarmee geen hoger bedrag gemoeid is dan 2 000 000 miljoen ECU.

Het in artikel 5 bedoelde Comité wordt stelselmatig en prompt en in ieder geval voor de volgende vergadering in kennis gesteld van financieringsbesluiten voor maatregelen waarmee niet meer dan 2 000 000 miljoen ECU gemoeid is.

3. De besluiten tot wijziging van de volgens de procedure van artikel 5 genomen financieringsbesluiten worden door de Commissie vastgesteld wanneer zij noch aanzienlijke wijzigingen, noch een extra bedrag dat hoger is dan 20 % van het oorspronkelijk uitgetrokken bedrag inhouden. De Commissie stelt het in artikel 5 bedoelde Comité onmiddellijk van dergelijke besluiten in kennis.";

6. artikel 5, lid 1, wordt vervangen door:

"1. De Commissie wordt in haar taak bijgestaan door het bij artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1488/96 van de Raad ingestelde Comité MED.";

7. artikel 6, lid 1, wordt vervangen door:

"1. De Commissie onderzoekt de mate van samenwerking op grond van deze verordening en brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit aan het Europees Parlement en aan de Raad.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 21 december 1998.

Voor de Raad

De Voorzitter

M. BARTENSTEIN

(1) PB C 253 van 12. 8. 1998, blz. 15.

(2) Advies van het Europees Parlement van 16 september 1998 (PB C 313 van 12.10.1998), Gemeenschappelijk Standpunt van de Raad van 13 oktober 1998 (PB C 388 van 14.12.1998) en Besluit van het Europees Parlement van 3 december 1998 (PB C 398 van 21.12.1998).

(3) PB L 182 van 16. 7. 1994, blz. 4.

(4) PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 780/98 (PB L 113 van 15.4.1998, blz. 3).

(5) PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33. Besluit gewijzigd bij Besluit 98/348/EG (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 53).