1999/25/Euratom: Beschikking van de Raad van 14 december 1998 tot vaststelling van een meerjarenprogramma (1998- 2002) voor activiteiten in de nucleaire sector, met betrekking tot de veiligheid van het vervoer van radioactieve stoffen en de veiligheidscontrole en industriële samenwerking, teneinde bepaalde veiligheidsaspecten van de kerninstallaties in de landen die nu aan het Tacis-programma deelnemen, te bevorderen
1999/25/Euratom: Beschikking van de Raad van 14 december 1998 tot vaststelling van een meerjarenprogramma (1998- 2002) voor activiteiten in de nucleaire sector, met betrekking tot de veiligheid van het vervoer van radioactieve stoffen en de veiligheidscontrole en industriële samenwerking, teneinde bepaalde veiligheidsaspecten van de kerninstallaties in de landen die nu aan het Tacis-programma deelnemen, te bevorderen
1999/25/Euratom: Beschikking van de Raad van 14 december 1998 tot vaststelling van een meerjarenprogramma (1998- 2002) voor activiteiten in de nucleaire sector, met betrekking tot de veiligheid van het vervoer van radioactieve stoffen en de veiligheidscontrole en industriële samenwerking, teneinde bepaalde veiligheidsaspecten van de kerninstallaties in de landen die nu aan het Tacis-programma deelnemen, te bevorderen
Publicatieblad Nr. L 007 van 13/01/1999 blz. 0031 - 0033
BESCHIKKING VAN DE RAAD van 14 december 1998 tot vaststelling van een meerjarenprogramma (1998-2002) voor activiteiten in de nucleaire sector, met betrekking tot de veiligheid van het vervoer van radioactieve stoffen en de veiligheidscontrole en industriële samenwerking, teneinde bepaalde veiligheidsaspecten van de kerninstallaties in de landen die nu aan het Tacis-programma deelnemen, te bevorderen (1999/25/Euratom)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, inzonderheid artikel 203,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europees Parlement (2),
(1) Overwegende dat de bevordering van de veiligheidscontrole inzake het gebruik van kernmateriaal en een hoge graad van veiligheid een van de wezenlijke doelstellingen van de communautaire activiteiten op nucleair gebied vormt; dat dit belangrijke prioriteiten zijn in de onderhandelingen over de uitbreiding van de Europese Unie;
(2) Overwegende dat derhalve in het kader van Beschikking 1999/21/EG, Euratom tot vaststelling van een meerjarenkaderprogramma voor acties in de energiesector (1998-2002) (3) een specifiek programma voor activiteiten in de nucleaire sector moet worden opgenomen met betrekking tot de veiligheid van het vervoer van radioactieve stoffen en de veiligheidscontrole en industriële samenwerking, teneinde bepaalde veiligheidsaspecten van de kerninstallaties in de landen die nu aan het Tacis-programma deelnemen te bevorderen;
(3) Overwegende dat de aanwending van kernenergie voor elektriciteitsproductie en het toenemende gebruik van radioactieve stoffen in de gezondheidszorg, de industrie en het onderzoek leiden tot een ontwikkeling van het vervoer van radioactieve stoffen; dat het streven naar handhaving en, waar redelijkerwijs haalbaar, verhoging van het hoge veiligheidsniveau op het hele nucleaire gebied tot het redelijkerwijs hoogste haalbare niveau bijgevolg betekent dat de omstandigheden waaronder radioactieve stoffen worden vervoerd, moeten worden onderzocht en zo nodig moeten worden geharmoniseerd;
(4) Overwegende dat de Gemeenschap niet onverschillig mag blijven tegenover de situatie in de nucleaire sector in de landen die aan het Tacis-programma deelnemen; dat zij kan helpen bij het verbeteren van de nucleaire veiligheidscontrole in deze landen door ze te laten profiteren van haar ervaring, alsmede bij het bevorderen van een hoge graad van veiligheid bij het concept en de werking van kerninstallaties door industriële samenwerking aan te moedigen;
(5) Overwegende dat de Commissie, om te waarborgen dat de communautaire steun efficiënt wordt gebruikt en overlappingen worden voorkomen, erop zal toezien dat projecten vooraf grondig worden beoordeeld en de voortgang en het resultaat van de gesteunde projecten stelselmatig worden getoetst en geëvalueerd;
(6) Overwegende dat het politiek en economisch wenselijk is dit programma open te stellen voor de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa, overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van Kopenhagen van 21-22 juni 1993 en zoals in mei 1994 uiteengezet in de mededeling van de Commissie daaromtrent; dat het programma ook open moet staan voor Cyprus;
(7) Overwegende dat het van belang is de publieksvoorlichting op de onder dit programma vallende terreinen te verbeteren en regelmatig verslag uit te brengen aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van dit programma;
(8) Overwegende dat in deze beschikking voor de volledige looptijd van dit programma een referentiebedrag in de zin van punt 2 van de Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 6 maart 1995 (4), wordt opgenomen, zonder dat daardoor de in het Verdrag omschreven bevoegdheden van de begrotingsautoriteit worden aangetast; dat er rekening mee moet worden gehouden dat tijdens de looptijd van dit programma nieuwe financiële vooruitzichten zullen worden bepaald;
(9) Overwegende dat het Verdrag voor de vaststelling van deze beschikking niet voorziet in andere bevoegdheden dan die van artikel 203,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Binnen het bestek van het meerjarenkaderprogramma voor acties in de energiesector wordt door de Gemeenschap voor de periode 1998-2002 een specifiek programma uitgevoerd voor activiteiten in de nucleaire sector, met betrekking tot de veiligheid van het vervoer van radioactieve stoffen en de veiligheidscontrole en industriële samenwerking, teneinde bepaalde veiligheidsaspecten van de kerninstallaties in de landen die aan het Tacis-programma deelnemen te bevorderen, hierna Sure-programma genoemd.
2. Naast de prioritaire doelstellingen, genoemd in artikel 1, lid 2, van Beschikking 1999/21/EG, Euratom, heeft het Sure-programma de volgende doelstellingen:
a) onderzoeken en, indien nodig, harmoniseren van de veiligheidsvoorzieningen bij het vervoer van radioactieve stoffen in de Gemeenschap;
b) via samenwerkingsacties bijdragen tot het opzetten van een doeltreffend en betrouwbaar veiligheidscontrolestelsel in de landen die aan het Tacis-programma deelnemen;
c) bevordering van samenwerking met bovengenoemde landen op industrieel gebied en samenwerking tussen de regelgevende instanties, alsmede uitwisseling van knowhow binnen de nucleaire industrie, teneinde die landen te helpen voldoen aan de hoge veiligheidsnormen die overeenstemmen met de internationaal erkende beginselen van nucleaire veiligheid voor kerninstallaties.
Artikel 2
Het financiële referentiebedrag voor de uitvoering van het Sure-programma beloopt 9 miljoen ECU. Van dit bedrag is 3,6 miljoen ECU bestemd voor de periode 1998-1999.
Het financiële referentiebedrag voor de periode 2000-2002 zal worden herzien, indien het bedrag van 5,4 miljoen ECU niet strookt met de financiële vooruitzichten voor die periode.
De jaarlijkse kredieten worden met inachtneming van de financiële vooruitzichten door de begrotingsautoriteit goedgekeurd.
Artikel 3
Teneinde de doelstellingen, bedoeld in artikel 1, te verwezenlijken, draagt de Gemeenschap in het bijzonder bij tot de financiering van acties met betrekking tot:
1. op het gebied van de veiligheid van het vervoer van radioactieve stoffen:
- bijdragen tot het verhogen van de veiligheidsnormen en het vergemakkelijken van de werking van de interne markt door het bepalen van verantwoorde harmonisatiemaatregelen;
- bijdragen tot de verdere ontwikkeling van de wetgeving, door de vergroting van ervaring en kennis;
- technisch evalueren van voorvallen die zich tijdens het vervoer hebben voorgedaan, en lessen trekken daaruit voor de toekomst;
- een meer consequente aanpak bij noodplannen op vervoergebied, en een betere opleiding van de betrokkenen;
- versterken van een efficiënt systeem voor het melden van incidenten;
- samenwerken met de landen die aan het Tacis-programma deelnemen, om ze te helpen de veiligheid van het vervoer in deze landen te verbeteren;
- bijdragen tot de verdere ontwikkeling van de samenwerking en de uitwisseling van informatie tussen de betrokken instanties in de Gemeenschap en in de aan het Sure-programma deelnemende landen overeenkomstig artikel 7;
- verbeteren van de voorlichting, het begrip en de perceptie van het publiek in deze sector;
2. op het gebied van de veiligheidscontrole in de landen die aan het Tacis-programma deelnemen:
- opleiding, vertrouwdmaking, opdoen van ervaring, herscholing en technologische bijscholing van deskundigen uit deze landen op het gebied van de veiligheidscontrole van kernmaterialen;
- samenwerking bij de toepassing van boekhoud- en controlesystemen voor kernmaterialen;
- installatie van moderne logistieke, evaluatie- en controleapparatuur, alsmede de daarmee samenhangende opleiding;
3. op het gebied van industriële samenwerking met de landen die aan het Tacis-programma deelnemen:
- analyse van de eigen industriële, administratieve, juridische en financiële situatie;
- stimuleren van acties inzake industriële samenwerking die kunnen zorgen voor een overdracht van Europese technologieën op het gebied van nucleaire veiligheid en samenwerking tussen de regelgevende instanties;
- vergemakkelijken van de samenwerking van partners uit de Gemeenschap en de landen die aan het Tacis-programma deelnemen om de veiligheid in kerninstallaties te bevorderen, onder meer bij het opzetten van gemeenschappelijke industriële projecten.
Artikel 4
De financiering van de acties en maatregelen, bedoeld in artikel 3, bedraagt tussen 80 en 100 % van de totale kosten.
Artikel 5
1. De Commissie wordt belast met de financiële aspecten en de uitvoering van het Sure-programma.
2. Bij de financiële uitvoering en de toepassing van het Sure-programma wordt de Commissie bijgestaan door het comité, bedoeld in artikel 4, van Beschikking 1999/21/EG, Euratom.
Artikel 6
De interne en externe evaluatie en beoordeling van de uitvoering van het Sure-programma worden verricht overeenkomstig artikel 5 van Beschikking 1999/21/EG, Euratom.
Artikel 7
Het programma staat open voor deelname van de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa (LMOE), overeenkomstig de voorwaarden, inclusief de financiële regelingen, die zijn vastgesteld in de aanvullende protocollen bij de associatieovereenkomsten of in de associatieovereenkomsten zelf voor de deelname aan communautaire programma's. Het Sure-programma staat eveneens open voor deelname van Cyprus op basis van aanvullende kredieten volgens dezelfde regels als die welke van toepassing zijn voor de EVA/EER-landen, overeenkomstig de met Cyprus overeen te komen procedures.
Artikel 8
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 14 december 1998.
Voor de Raad
De Voorzitter
W. MOLTERER
(1) PB C 261 van 19. 8. 1998, blz. 8.
(2) PB C 328 van 26. 10. 1998.
(3) Zie bladzijde 16 van dit Publicatieblad.
(4) PB C 102 van 4. 4. 1996, blz. 4.