Home

1999/303/EG: Beschikking van de Commissie van 12 april 1999 inzake gemeenschappelijke technische voorschriften voor de aansluiting op analoge openbare geschakelde telefoonnetwerken (PSTN's) van eindapparatuur voor de als gerechtvaardigde uitzondering erkende spraaktelefoondienst, waarin de netwerkadressering, voorzover daarin is voorzien, plaatsvindt door middel van DTMF-signalering (Dual Tone Multi-Frequency) (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 874) (Voor de EER relevante tekst)

1999/303/EG: Beschikking van de Commissie van 12 april 1999 inzake gemeenschappelijke technische voorschriften voor de aansluiting op analoge openbare geschakelde telefoonnetwerken (PSTN's) van eindapparatuur voor de als gerechtvaardigde uitzondering erkende spraaktelefoondienst, waarin de netwerkadressering, voorzover daarin is voorzien, plaatsvindt door middel van DTMF-signalering (Dual Tone Multi-Frequency) (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 874) (Voor de EER relevante tekst)

1999/303/EG: Beschikking van de Commissie van 12 april 1999 inzake gemeenschappelijke technische voorschriften voor de aansluiting op analoge openbare geschakelde telefoonnetwerken (PSTN's) van eindapparatuur voor de als gerechtvaardigde uitzondering erkende spraaktelefoondienst, waarin de netwerkadressering, voorzover daarin is voorzien, plaatsvindt door middel van DTMF-signalering (Dual Tone Multi-Frequency) (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 874) (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 118 van 06/05/1999 blz. 0055 - 0059


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 12 april 1999

inzake gemeenschappelijke technische voorschriften voor de aansluiting op analoge openbare geschakelde telefoonnetwerken (PSTN's) van eindapparatuur voor de als gerechtvaardigde uitzondering erkende spraaktelefoondienst, waarin de netwerkadressering, voorzover daarin is voorzien, plaatsvindt door middel van DTMF-signalering (Dual Tone Multi-Frequency)

(kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 874)

(Voor de EER relevante tekst)

(1999/303/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 98/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 1998 betreffende eindapparatuur voor telecommunicatie en apparatuur voor satellietgrondstations alsmede inzake de onderlinge erkenning van de conformiteit van die apparatuur(1), inzonderheid artikel 7, lid 2, tweede streepje,

(1) Overwegende dat Beschikking 98/482/EG van de Raad van 20 juli 1998 inzake gemeenschappelijke technische voorschriften voor de koppelingseisen voor de aansluiting op analoge openbare geschakelde telefoonnetwerken (PSTN's) van eindapparatuur (behalve de als gerechtvaardigde uitzondering erkende eindapparatuur ten behoeve van de spraaktelefoondienst), waarin de netwerkadressering, voorzover daarin is voorzien, plaatsvindt door middel van DTMF-signalering (Dual Tone Multi-Frequency)(2), eindapparatuur uitsluit die wordt gebruikt ten behoeve van de als gerechtvaardigde uitzondering erkende spraaktelefoondienst;

(2) Overwegende dat de Commissie heeft vastgesteld dat voor eindapparatuur ten behoeve van de als gerechtvaardigde uitzondering erkende spraaktelefoondienst gemeenschappelijke technische voorschriften nodig zijn, en de daarmee verbonden definitie van het werkingsgebied heeft vastgesteld;

(3) Overwegende dat de technische ontwikkeling van de overeenkomstige geharmoniseerde norm zich in een voldoende gevorderd stadium bevindt en dat bekend is dat de inhoud ervan slechts weinig verschilt van de geharmoniseerde norm waarnaar Beschikking 98/482/EG verwijst; dat het derhalve opportuun is de bestaande geharmoniseerde norm, met kleine uitzonderingen, goed te keuren, teneinde een grondslag te leggen voor de koppelingseisen voor eindapparatuur ten behoeve van de als gerechtvaardigde uitzondering erkende spraaktelefoondienst; dat dit kan worden bereikt door middel van deze beschikking van de Commissie, die een aanvulling vormt op Beschikking 98/482/EG; dat dit tot gevolg zal hebben dat dezelfde geharmoniseerde norm zal worden gebruikt voor de koppelingseisen voor alle soorten eindapparatuur die op PSTN's worden aangesloten; dat een dergelijke oordeelkundige toepassing van essentiële eisen, rekening houdende met de stand van de techniek en de mogelijke economische baten, reeds werd voorzien in de overwegingen van Richtlijn 98/13/EG;

(4) Overwegende dat de technische ontwikkeling van de nationale openbare telefoonnetwerken gedurende de hele twintigste eeuw heeft plaatsgevonden en dat er, aangezien deze ontwikkelingen oorspronkelijk onafhankelijk van elkaar plaatsvonden, grote technische verschillen tussen deze netwerken zullen blijven bestaan;

(5) Overwegende dat er technische verschillen tussen PSTN's bestaan en dat de belangrijkste daarvan worden beschreven in gids nr. EG 201 121 van het Europees Instituut voor telecommunicatienormen (ETSI);

(6) Overwegende dat deze gids voor de fabrikanten nuttige informatie kan bevatten;

(7) Overwegende dat de aangemelde instanties er derhalve op moeten toezien dat de fabrikanten bekend zijn met deze verschillen;

(8) Overwegende dat het mogelijk moet zijn voor een overgangsperiode eindapparatuur volgens nationale regels te blijven goedkeuren;

(9) Overwegende dat fabrikanten aan alle in het kader van deze beschikking goedgekeurde producten een verklaring dienen te hechten; dat de fabrikanten een netwerkcompatibiliteitsverklaring dienen af te geven; dat de aangemelde instanties erop moeten toezien dat de fabrikanten bekend zijn met deze verplichtingen; dat de aangemelde instanties de andere aangemelde instanties in kennis moeten stellen van de netwerkcompatibiliteitsverklaringen in alle gevallen dat een goedkeuring krachtens deze beschikking wordt verstrekt;

(10) Overwegende dat de apparatuur die onder het werkingsgebied van deze beschikking valt en die vóór het einde van de overgangsperiode is goedgekeurd krachtens nationale regelgeving verder op de betreffende nationale markt mag worden gebracht en in dienst worden genomen;

(11) Overwegende dat de in deze beschikking vervatte gemeenschappelijke technische voorschriften in overeenstemming zijn met het advies van het Comité voor de goedkeuring van eindapparatuur (ACTE),

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

1. Deze beschikking is van toepassing op eindapparatuur die is bestemd om te worden aangesloten op een analoog PSTN en die binnen de werkingssfeer van de in artikel 2, lid 1, van Beschikking 98/576/EG van de Commissie(3) bedoelde geharmoniseerde norm valt;

2. Bij deze beschikking worden gemeenschappelijke technische voorschriften vastgesteld betreffende de koppelingseisen voor analoge PSTN-eindapparatuur waarnaar in lid 1 wordt verwezen, waarin de netwerkadressering, voorzover daarin is voorzien, plaatsvindt door middel van DTMF-signalering. Deze beschikking gaat niet in op de eisen betreffende "interworking" van eindapparatuur over het openbare telecommunicatienetwerk, zoals bepaald in artikel 5, onder g), van Richtlijn 98/13/EG.

Artikel 2

1. In de gemeenschappelijke technische voorschriften is de geharmoniseerde norm opgenomen die door de terzake bevoegde normalisatie-instelling is opgesteld en waarmee, voorzover van toepassing, de in artikel 5, onder d) en f), van Richtlijn 98/13/EG bedoelde essentiële eisen worden toegepast. Bijlage I bevat een verwijzing naar die norm.

2. De gemeenschappelijke technische voorschriften maken het mogelijk dat eindapparatuur:

a) wordt getest in een kleiner bereik van voedingsvoorwaarden dan vastgelegd in bijlage IV, punt 1;

b) die niet is bedoeld om te worden aangesloten op een PSTN waarin een stroom in het aansluitnet van minder dan 18 mA wordt geleverd, mag worden getest in een kleiner bereik van voedingsvoorwaarden dan vastgelegd in bijlage IV, punt 2.

3. De onder artikel 1, lid 2, vallende eindapparatuur moet voldoen aan de in lid 1 en in lid 2 bedoelde gemeenschappelijke technische voorschriften, aan de in artikel 5, onder a) en b), van Richtlijn 98/13/EG bedoelde essentiële eisen en aan de eisen van alle andere relevante richtlijnen, in het bijzonder de Richtlijnen 73/23/EEG(4) en 89/336/EEG(5) van de Raad.

Artikel 3

1. De aangemelde instanties die voor de uitvoering van de in artikel 10 van Richtlijn 98/13/EG van de Raad bedoelde procedures zijn aangewezen, passen ten aanzien van de in artikel 1, lid 2, bedoelde eindapparatuur de geharmoniseerde norm waarnaar artikel 2, lid 1, verwijst toe of zorgen ervoor dat deze norm wordt toegepast.

2. De aangemelde instanties zien erop toe dat:

a) fabrikanten of andere indieners van een aanvraag tot goedkeuring bekend zijn met de Advisory Notes in de ETSI-gids nr. EG 201 121, met inbegrip van alle wijzigingen daarvan;

b) fabrikanten ermee bekend zijn dat zij aan alle krachtens deze beschikking goedgekeurde producten een verklaring dienen te hechten in de in bijlage II gegeven vorm; en

c) dat de fabrikanten dienen te zorgen voor de netwerkcompatibiliteitsverklaringen in de in bijlage III gegeven vorm.

3. De aangemelde instanties stellen de andere aangemelde instanties in kennis van de afgegeven netwerkcompatibiliteitsverklaringen wanneer krachtens deze beschikking goedkeuringen worden verleend.

Artikel 4

1. Nationale typegoedkeuringsprocedures voor eindapparatuur die onder het werkingsgebied valt van de geharmoniseerde norm waarnaar in artikel 2, lid 1, wordt verwezen, mogen niet verder worden toegepast vanaf 15 maanden na de bekendmaking van deze beschikking.

2. Eindapparatuur die overeenkomstig dergelijke nationale typegoedkeuringsprocedures is goedgekeurd, mag verder op de markt worden gebracht en in dienst worden genomen.

Artikel 5

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 12 april 1999.

Voor de Commissie

Martin BANGEMANN

Lid van de Commissie

(1) PB L 74 van 12.3.1998, blz. 1.

(2) PB L 216 van 4.8.1998, blz. 8.

(3) PB L 278 van 15.10.1998, blz. 40.

(4) PB L 77 van 26.3.1973, blz. 29.

(5) PB L 139 van 23.5.1989, blz. 19.

BIJLAGE I

Private verwijzing naar de geharmoniseerde norm die van toepassing is

De geharmoniseerde norm waarnaar artikel 2 van de beschikking verwijst, is:

Koppelingseisen voor de pan-Europese goedkeuring voor de aansluiting op analoge openbare geschakelde telefoonnetwerken (PSTN's) van eindapparatuur (behalve de als gerechtvaardigde uitzondering erkende eindapparatuur ten behoeve van de spraaktelefoondienst) waarin de netwerkadressering, voorzover daarin is voorzien, plaatsvindt door middel van DTMF-signalering (Dual Tone Multi-Frequency)

ETSI

Europees Instituut voor telecommunicatienormen

ETSI-secretariaat

TBR 21 - januari 1998

(met uitzondering van het voorwoord en de beperking van het werkingsgebied tot eindapparatuur die niet dient voor de als gerechtvaardigde uitzondering erkende spraaktelefoondienst)

Aanvullende informatie

Het Europees Instituut voor telecommunicatienormen is erkend overeenkomstig Richtlijn 98/34/EG van de Raad(1).

De bovenvermelde geharmoniseerde norm is opgesteld naar aanleiding van een in overeenstemming met de relevante procedures van Richtlijn 98/34/EG verstrekte opdracht.

De volledige tekst van de bovenvermelde geharmoniseerde norm kan worden aangevraagd bij:

Europees Instituut voor telecommunicatienormen 650, route des Lucioles F - 06921 Sophia Antipolis Cedex

of

Europese Commissie

DG XIII/A/2 - (BU 31, 1/7)

Wetstraat 200 B - 1049 Brussel

of bij elk van de andere organisaties die verantwoordelijk zijn voor het beschikbaar maken van ETSI-normen, en waarvan op het Internet een lijst is te vinden (www.ispo.cec.be).

(1) PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37.

BIJLAGE II

Tekst van de verklaring die fabrikanten aan krachtens deze beschikking goedgekeurde producten dienen te hechten

"Dit apparaat is goedgekeurd volgens Beschikking 1999/303/EG van de Commissie voor pan-Europese aansluiting op het openbare geschakelde telefoonnetwerk (PSTN). Gezien de verschillen tussen de individuele PSTN's in de verschillende landen, biedt deze goedkeuring op zichzelf echter geen onvoorwaardelijke garantie voor een succesvolle werking op elk PSTN-netwerkaansluitpunt.

Neem bij problemen in eerste instantie contact op met de leverancier van het apparaat."

Noot:

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de verkoper en de gebruiker van de apparatuur duidelijk worden geïnformeerd over de hierboven vermelde informatie door middel van de verpakking en/of de gebruikershandleidingen (of andere vormen van gebruikersinstructies).

BIJLAGE III

Door de fabrikant aan de aangemelde instantie en aan de verkoper te verstrekken netwerkcompatibiliteitsverklaring

In deze verklaring moet worden aangegeven voor welke netwerken deze apparatuur is ontworpen, evenals alle aangemelde netwerken waarmee zich eventueel "interworking"-problemen kunnen voordoen.

Door de fabrikant aan de gebruiker te verstrekken netwerkcompatibiliteitsverklaring

In deze verklaring moet worden aangegeven voor welke netwerken deze apparatuur is ontworpen, evenals alle aangemelde netwerken waarmee zich eventueel "interworking"-problemen kunnen voordoen. De fabrikant dient ook een verklaring toe te voegen waarmee duidelijk wordt of de netwerkcompatibiliteit afhankelijk is van fysieke schakelaarsstanden of softwarematige instellingen. De gebruiker moet ook worden aangeraden contact op te nemen met de verkoper van de apparatuur wanneer hij deze op een ander netwerk wil gebruiken.

BIJLAGE IV

1. Bereik van voedingsvoorwaarden

De volgende versoepeling heeft betrekking op alle eisen van de norm waarnaar wordt verwezen in bijlage I in de punten 4.6.2, 4.7 (met inbegrip van alle van toepassing zijnde subclausules) en 4.8 (met inbegrip van alle van toepassing zijnde subclausules).

De weerstand van 3200 Ω wordt vervangen door een weerstand van 2800 Ω.

2. Bereik van voedingsvoorwaarden voor eindapparatuur die niet bedoeld is voor aansluiting op een PSTN waarin de stroom in het aansluitnet minder bedraagt dan 18 mA.

De volgende versoepeling heeft betrekking op alle eisen van de norm waarnaar wordt verwezen in bijlage I in de punten 4.6.2, 4.7 (met inbegrip van alle van toepassing zijnde subclausules) en 4.8 (met inbegrip van alle van toepassing zijnde subclausules).

Voor eindapparatuur die volgens de verklaringen van de fabrikant slechts is bestemd voor gebruik op lijnen waarbij de stroom in het aansluitnet 18 mA of meer bedraagt, wordt de weerstand van 2800 Ω vervangen door een weerstand van 2300 Ω.