1999/355/EG: Beschikking van de Commissie van 26 mei 1999 betreffende noodmaatregelen ten aanzien van China (met uitzondering van Hongkong) tegen de verspreiding van Anoplophora glabripennis (Motschulsky) (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 1346)
1999/355/EG: Beschikking van de Commissie van 26 mei 1999 betreffende noodmaatregelen ten aanzien van China (met uitzondering van Hongkong) tegen de verspreiding van Anoplophora glabripennis (Motschulsky) (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 1346)
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 26 mei 1999
betreffende noodmaatregelen ten aanzien van China (met uitzondering van Hongkong) tegen de verspreiding van Anoplophora glabripennis (Motschulsky)
(kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 1346)
(1999/355/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 77/93/EEG van de Raad van 21 december 1976 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/2/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 15, lid 3,
(1) Overwegende dat een lidstaat, wanneer hij van mening is dat er acuut gevaar dreigt dat Anoplophora glabripennis (Motschulsky) uit een derde land op zijn grondgebied wordt binnengebracht, voorlopig alle nodige aanvullende maatregelen mag treffen om zich tegen dat gevaar te beschermen;
(2) Overwegende dat het Verenigd Koninkrijk, nadat op verpakkingsmateriaal van hardhout van oorsprong uit bepaalde gebieden in China verscheidene malen Anoplophora glabripennis (Motschulsky) was aangetroffen, op 14 december 1998 officiële maatregelen heeft genomen om zijn grondgebied te beschermen tegen insleep van bovengenoemd organisme en aanvullende specifieke bewakingsprocedures heeft vastgesteld om het organisme op voornoemd product op te sporen;
(3) Overwegende dat uit door het Verenigd Koninkrijk verstrekte gegevens en internationale wetenschappelijke vakliteratuur bekend is dat Hongkong vrij is van Anoplophora glabripennis (Motschulsky);
(4) Overwegende dat op grond van een en ander voor de gehele Gemeenschap noodmaatregelen dienen te worden vastgesteld om haar doeltreffender te beschermen tegen insleep van Anoplophora glabripennis (Motschulsky) uit bovengenoemd land met uitzondering van Hongkong; dat in het kader van deze maatregelen moet worden geëist dat hout van oorsprong uit China (met uitzondering van Hongkong), behalve hout van coniferen (Coniferales), in de vorm van:
- kisten, bakken, kratten, vaten en gelijksoortige verpakkingen, laadborden, laadkisten en andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, die worden gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen,
of
- hout dat wordt gebruikt om ladingen vast te zetten of te ondersteunen, met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden,
ontschorst is en vrij is van insectenboorgaten met een diameter van meer dan 3 mm, of volgens een passend tijd- en temperatuurschema kunstmatig is gedroogd tot een vochtgehalte van minder dan 20 %, berekend op de droge stof.
(5) Overwegende dat, indien blijkt dat de in artikel 1 van deze beschikking bedoelde noodmaatregelen niet volstaan om de insleep van Anoplophora glabripennis (Motschulsky) te voorkomen of niet in acht zijn genomen, strengere of andere maatregelen moeten worden genomen;
(6) Overwegende dat het effect van de noodmaatregelen in 1999 voortdurend zal worden gecontroleerd en geëvalueerd, en uiterlijk op 31 december 1999 in het licht van de resultaten van deze controle en evaluatie eventueel verdere maatregelen zullen worden overwogen;
(7) Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Hout van oorsprong uit China (met uitzondering van Hongkong), als omschreven in de bijlage bij deze beschikking, mag slechts op het grondgebied van de Gemeenschap worden binnengebracht als de in deze bijlage genoemde noodmaatregelen in acht zijn genomen. Deze maatregelen gelden uitsluitend voor hout dat op of na 10 juni 1999 China verlaat.
Artikel 2
Onverminderd de bepalingen van Richtlijn 94/3/EG van de Commissie(3) doen de lidstaten van invoer de Commissie en de andere lidstaten vóór 31 oktober 1999 een gedetailleerd technisch verslag toekomen over de in punt 2 van de bijlage bedoelde officiële controle.
Artikel 3
De lidstaten brengen de maatregelen die zij hebben genomen om zich tegen het binnenbrengen en de verspreiding van Anoplophora glabripennis (Motschulsky) te beschermen in overeenstemming met artikel 1.
Artikel 4
Deze beschikking wordt uiterlijk op 31 december 1999 opnieuw bezien.
Artikel 5
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 26 mei 1999.
Voor de Commissie
Franz FISCHLER
Lid van de Commissie
(1) PB L 26 van 31.1.1977, blz. 20.
(2) PB L 15 van 21.1.1998, blz. 34.
(3) PB L 32 van 5.2.1994, blz. 37. Richtlijn gerectificeerd in PB L 59 van 3.3.1995, blz. 30.
BIJLAGE
Voor de toepassing van artikel 1 moeten de volgende noodmaatregelen in acht worden genomen:
1. Hout van oorsprong uit China (met uitzondering van Hongkong), behalve hout van coniferen (Coniferales), in de vorm van:
- kisten, bakken, kratten, vaten en gelijksoortige verpakkingen, laadborden, laadkisten en andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, die worden gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen,
of
- hout dat wordt gebruikt om ladingen vast te zetten of te ondersteunen, met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden,
moet zijn ontschorst en vrij zijn van insectenboorgaten met een diameter van meer dan 3 mm, of volgens een passend tijd- en temperatuurschema kunstmatig zijn gedroogd tot een vochtgehalte van minder dan 20 %, berekend op de droge stof.
2. Op de naleving van de bepalingen van punt 1 moet worden toegezien door de in Richtlijn 77/93/EEG bedoelde verantwoordelijke officiële instanties.