1999/578/EG: Beschikking van de Commissie van 28 juli 1999 inzake de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitroeiing van Newcastle disease (pseudo-vogelpest) in Denemarken (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 2452) (Slechts de tekst in de Deense taal is authentiek)
1999/578/EG: Beschikking van de Commissie van 28 juli 1999 inzake de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitroeiing van Newcastle disease (pseudo-vogelpest) in Denemarken (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 2452) (Slechts de tekst in de Deense taal is authentiek)
1999/578/EG: Beschikking van de Commissie van 28 juli 1999 inzake de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitroeiing van Newcastle disease (pseudo-vogelpest) in Denemarken (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 2452) (Slechts de tekst in de Deense taal is authentiek)
Publicatieblad Nr. L 219 van 19/08/1999 blz. 0051 - 0052
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 28 juli 1999
inzake de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitroeiing van Newcastle disease (pseudo-vogelpest) in Denemarken
(kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 2452)
(Slechts de tekst in de Deense taal is authentiek)
(1999/578/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied(1), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 94/77/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 3,
(1) Overwegende dat zich in 1998 in Denemarken uitbraken van Newcastle disease hebben voorgedaan; dat deze ziekte een ernstige bedreiging vormt voor de productie in de Gemeenschap en dat de Gemeenschap, om deze ziekte zo snel mogelijk te helpen uitroeien, de geleden verliezen kan vergoeden;
(2) Overwegende dat de Deense autoriteiten hebben gemeld dat zij, zodra de aanwezigheid van Newcastle disease officieel was bevestigd, geëigende maatregelen hebben getroffen, waaronder die welke zijn vermeld in artikel 3, lid 2, van Beschikking 90/424/EEG;
(3) Overwegende dat in afwachting dat de Commissie heeft nagegaan of enerzijds de veterinaire voorschriften van de Gemeenschap in acht genomen zijn en anderzijds aan de voorwaarden voor de verlening van financiële bijstand door de Gemeenschap is voldaan, een voorschot van 0,42 miljoen EUR kan worden betaald;
(4) Overwegende dat de financiële bijdrage van de Gemeenschap volledig wordt uitbetaald nadat geconstateerd is dat de maatregelen ten uitvoer zijn gelegd en dat de autoriteiten binnen de vastgestelde termijnen de nodige informatie hebben meegedeeld;
(5) Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Denemarken komt in aanmerking voor een financiële bijdrage van de Gemeenschap als vergoeding voor de uitbraken van Newcastle disease in 1998.
Afhankelijk van de controle-uitkomsten dekt de financiële bijdrage van de Gemeenschap:
- 50 % van de door Denemarken aan de eigenaars betaalde schadevergoedingen voor het slachten en vernietigen van pluimvee en voor het vernietigen van producten op basis van pluimveevlees;
- 50 % van de door Denemarken gedragen kosten voor het reinigen, insectenvrij maken en ontsmetten van materieel en bedrijven;
- 50 % van de door Denemarken aan de eigenaars betaalde schadevergoeding voor het vernietigen van besmet diervoeder en materieel.
Artikel 2
1. Onverminderd de uitgevoerde controles, wordt de financiële bijdrage van de Gemeenschap betaald na overlegging van de bewijsstukken.
2. De in lid 1 bedoelde bewijsstukken omvatten:
a) een epizoötiologisch verslag over elk bedrijf waar pluimvee is geslacht. Daarin worden inlichtingen verstrekt over:
i) besmette bedrijven:
- plaats en adres;
- datum waarop het vermoeden van de aanwezigheid van de ziekte is gerezen en datum van de bevestiging daarvan;
- aantal en soort geslachte en vernietigde dieren met vermelding van slacht- en destructiedatum;
- slacht- en destructiemethode;
- soort en aantal monsters dat is genomen en onderzocht op het tijdstip waarop het vermoeden van de aanwezigheid van de ziekte is gerezen; resultaten van het onderzoek;
- soort en aantal monsters dat is genomen en onderzocht bij de ruiming van de besmette bedrijven; resultaten van het onderzoek;
- vermoedelijke besmettingsbron op basis van een volledig epizoötiologisch onderzoek;
ii) contactbedrijven:
- de onder i), in het eerste, derde, vierde en zesde streepje, vermelde gegevens;
- besmet bedrijf (uitbraak) waarmee er, naar is bevestigd of wordt aangenomen, contact is geweest; aard van het contact;
b) een financieel verslag met de lijst van begunstigden en hun adres, het aantal geslachte dieren, de slachtdatum en het uitbetaalde bedrag, exclusief BTW en andere belasting.
Artikel 3
1. De betalingsaanvraag wordt samen met de in artikel 2 bedoelde bewijsstukken vóór 1 oktober 1999 bij de Commissie ingediend.
2. Er kan echter een voorschot van 0,42 miljoen EUR worden toegekend, wanneer Denemarken daarom verzoekt.
Artikel 4
1. De Commissie kan in samenwerking met de bevoegde nationale autoriteiten ter plaatse controles met betrekking tot de toepassing van de maatregelen en de gedane uitgaven verrichten.
De Commissie stelt de lidstaten in kennis van de uitkomsten van de controles.
2. De artikelen 8 en 9 van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad(3) zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5
Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk Denemarken.
Gedaan te Brussel, 28 juli 1999.
Voor de Commissie
Franz FISCHLER
Lid van de Commissie
(1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19.
(2) PB L 36 van 8.2.1994, blz. 15.
(3) PB L 94 van 28.4.1970, blz. 13.