Home

1999/692/EG, EGKS, Euratom: Besluit van de Raad van 20 oktober 1999 houdende bepaling van het tot aanstelling bevoegde gezag voor het secretariaat-generaal van de Raad

1999/692/EG, EGKS, Euratom: Besluit van de Raad van 20 oktober 1999 houdende bepaling van het tot aanstelling bevoegde gezag voor het secretariaat-generaal van de Raad

1999/692/EG, EGKS, Euratom: Besluit van de Raad van 20 oktober 1999 houdende bepaling van het tot aanstelling bevoegde gezag voor het secretariaat-generaal van de Raad

Publicatieblad Nr. L 273 van 23/10/1999 blz. 0012 - 0013


BESLUIT VAN DE RAAD

van 20 oktober 1999

houdende bepaling van het tot aanstelling bevoegde gezag voor het secretariaat-generaal van de Raad

(1999/692/EG, EGKS, Euratom)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 1238/1999(2), en met name op artikel 2 van genoemd statuut en artikel 6 van genoemde regeling,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Volgens artikel 207, lid 2, eerste alinea, van het EG-Verdrag, artikel 30, lid 2, eerste alinea, van het EGKS-Verdrag en artikel 121, lid 2, eerste alinea, van het Euratom-Verdrag, als gewijzigd bij het op 1 mei 1999 in werking getreden Verdrag van Amsterdam, staat het secretariaat-generaal van de Raad onder leiding van een secretaris-generaal, hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (hierna te noemen "de secretaris-generaal"), die wordt bijgestaan door een plaatsvervangend secretaris-generaal.

(2) Een nieuw besluit houdende bepaling van het tot aanstelling bevoegde gezag voor het secretariaat-generaal van de Raad dient te worden vastgesteld en de Besluiten 63/2/Euratom en 63/9/EEG(3) dienen te worden ingetrokken,

BESLUIT:

Artikel 1

De bevoegdheden die volgens het statuut van de ambtenaren aan het tot aanstelling bevoegde gezag en volgens de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden aan het tot het aanstellen van de personeelsleden bevoegde gezagsorgaan toekomen, worden, wat het secretariaat-generaal van de Raad betreft, uitgeoefend:

a) door de Raad ten aanzien van de secretaris-generaal en de plaatsvervangend secretaris-generaal;

b) door de Raad, op voorstel van de secretaris-generaal, voor de toepassing van de artikelen 1 en 13, artikel 15, tweede alinea, en de artikelen 16, 22, 29, 30, 31, 32, 38, 41, 49, 50, 51, 78, 87, 88, 89 en 90 op de personeelsleden in de rang 1 van categorie A; de secretaris-generaal is gemachtigd zijn bevoegdheid tot het doen van voorstellen over te dragen aan de plaatsvervangend secretaris-generaal;

c) door de secretaris-generaal in alle andere gevallen; de secretaris-generaal is gemachtigd zijn bevoegdheden over te dragen aan de plaatsvervangend secretaris-generaal.

De plaatsvervangend secretaris-generaal is gemachtigd de door de secretaris-generaal aan hem overgedragen bevoegdheden geheel of gedeeltelijk over te dragen aan de directeur-generaal van de Administratie waar het de toepassing van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, alsmede de toepassing van het statuut op de ambtenaren van de categorieën B, C en D betreft. Deze overdracht mag zich echter niet uitstrekken tot de bevoegdheden die aan hem zijn overgedragen voor de aanstelling of de beëindiging van de dienst van de ambtenaren of voor de aanstelling van de andere personeelsleden.

Artikel 2

De Besluiten 63/9/EEG en 63/2/Euratom worden ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit wordt van kracht op de dag van zijn aanneming.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te Brussel, 20 oktober 1999.

Voor de Raad

De voorzitter

T. HALONEN

(1) PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.

(2) PB L 150 van 17.6.1999, blz. 1.

(3) Besluiten van de Raad van 14 mei 1962 houdende bepaling van het tot aanstelling bevoegde gezag voor het secretariaat-generaal der Raden (PB 5 van 16.1.1963, blz. 33 en 34).