Home

1999/26/EG: Aanbeveling van de Commissie van 22 december 1998 betreffende een gecoördineerd programma voor 1999 inzake de officiële controle op levensmiddelen (kennisgeving geschied onder nummer C(1998) 4501)

1999/26/EG: Aanbeveling van de Commissie van 22 december 1998 betreffende een gecoördineerd programma voor 1999 inzake de officiële controle op levensmiddelen (kennisgeving geschied onder nummer C(1998) 4501)

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 22 december 1998 betreffende een gecoördineerd programma voor 1999 inzake de officiële controle op levensmiddelen (kennisgeving geschied onder nummer C(1998) 4501) (1999/26/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/397/EEG van de Raad van 14 juni 1989 betreffende de officiële controle op levensmiddelen (1), inzonderheid op artikel 14, lid 3,

Na raadpleging van het Permanent Comité voor levensmiddelen,

Overwegende dat het met het oog op de goede werking van de interne markt nodig is om tot gecoördineerde programma's voor de keuring van levensmiddelen op Gemeenschapsniveau te komen;

Overwegende dat in dergelijke programma's het accent wordt gelegd op de naleving van de communautaire wetgeving, de bescherming van de volksgezondheid, de belangen van de consument en eerlijke handelspraktijken;

Overwegende dat de gelijktijdige uitvoering van nationale programma's en gecoördineerde programma's informatie en ervaring kan opleveren, die als grondslag voor toekomstige controlewerkzaamheden kunnen dienen,

BEVEELT AAN:

In 1999 worden door de lidstaten monsters genomen en/of inspecties uitgevoerd, indien nodig in combinatie met laboratoriumanalyses, met betrekking tot:

a) ochratoxine A in koffie,

b) additieven in levensmiddelen.

1. Hoewel geen bemonsteringsfrequenties zijn vastgesteld, zorgen de lidstaten ervoor dat voldoende monsters genomen worden om in elke lidstaat een beeld van de problematiek te verkrijgen. Er zullen voorstellen worden gedaan voor de te gebruiken analysemethoden.

2. Om de vergelijkbaarheid van de resultaten te bevorderen verstrekken de lidstaten de gevraagde informatie aan de hand van de in de bijlage opgenomen formulieren.

3. Ochratoxine A in koffie

Dit onderdeel van het programma is bedoeld om na te gaan welke maatregelen de lidstaten nemen als er onaanvaardbaar hoge concentraties worden geconstateerd van toxische stoffen waarvoor geen specifieke grenswaarde geldt. Zowel de communautaire als de nationale levensmiddelenwetgeving bepaalt immers dat voedsel bestemd voor menselijke consumptie veilig moet zijn, en in het bijzonder artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad (2) verbiedt het in de handel brengen van levensmiddelen met een gehalte aan een verontreiniging dat vanuit het standpunt van de volksgezondheid en met name toxicologisch, onaanvaardbaar is.

Ochratoxine A wordt beschouwd als een sterk nefrotoxisch, carcinogeen agens met genotoxische eigenschappen. Er bestaat geen specifieke grenswaarde voor ochratoxine A in koffie in de Europese Gemeenschap, noch op communautair niveau, noch in de meeste lidstaten op nationaal niveau.

De beschikbare wetenschappelijke gegevens geven geen uitsluitsel over de gevolgen van verschillende processen, zoals branden, voor de vermindering van het ochratoxinegehalte. Bovendien wordt ruwe koffie op beperkte schaal rechtstreeks aan de consument verkocht. Derhalve moeten alle soorten koffie (ruw, gebrand, gemalen, instantkoffie enz.) worden gecontroleerd op orchratoxine A-verontreiniging.

De bemonstering moet gebeuren volgens de voorschriften voor de officiële controle op de aflatoxinegehalten van aardnoten en afgeleide producten, die zijn vastgelegd in Richtlijn 98/53/EG van de Commissie (3).

4. Additieven in levensmiddelen

Het gebruik van additieven in levensmiddelen is geregeld bij verscheidene richtlijnen (Richtlijn 94/35/EG van het Europees Parlement en de Raad (4), zoals gewijzigd bij Richtlijn 96/83/EG (5) inzake zoetstoffen; 94/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (6) inzake kleurstoffen; Richtlijn 95/2/EG van het Europees Parlement en de Raad (7), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/72/EG (8) betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen).

Dit onderdeel van het programma is bedoeld om te meten in hoeverre bovengenoemde richtlijnen in de lidstaten worden nageleefd na de recente harmonisatie van het gebruik van deze stoffen; verder moet worden nagegaan welke maatregelen de lidstaten treffen bij niet-naleving van deze wetgeving.

De controle moet bestaan uit inspecties bij voedselverwerkende bedrijven (met een controle van de bereidingswijze) en analyses van monsters die zijn genomen op de markt of bij voedselverwerkende bedrijven.

De resultaten van de inspecties en analyses moeten worden vastgelegd met gebruikmaking van de formulieren in de bijlage. Deze formulieren hebben dezelfde opzet als alle andere statistische rapportageformulieren voor de jaarlijkse inspectieprogramma's van de lidstaten.

Het onderzoek moet om praktische redenen worden gericht op een beperkt aantal additieven. De lidstaten moeten additieven selecteren waarvoor blootstellingsevaluaties in de lidstaten in het kader van de wetenschappelijke samenwerking het risico van een overschrijding van de dagelijks toelaatbare dosis hebben aangetoond.

De onderstaande lijst kan worden gebruikt als richtsnoer voor de selectie van de prioriteiten van dit onderzoek. Desondanks kunnen ook andere additieven, die wellicht voor bepaalde lidstaten relevant zijn, aan het verslag worden toegevoegd.

Bij de selectie van productcategorieën die op het gebruik van additieven moeten worden gecontroleerd, dienen de in de bijdragen genoemde categorieën te worden gekozen, aangezien deze de grootste bijdrage leveren aan de opname van de betrokken additieven. Andere producten zijn echter niet uitgesloten.

Gedaan te Brussel, 22 december 1998.

Voor de Commissie

Martin BANGEMANN

Lid van de Commissie

(1) PB L 186 van 30. 6. 1989, blz. 23.

(2) PB L 37 van 13. 2. 1993, blz. 1.

(3) PB L 201 van 17. 7. 1998, blz. 93.

(4) PB L 237 van 10. 9. 1994, blz. 3.

(5) PB L 48 van 19. 2. 1997, blz. 16.

(6) PB L 237 van 10. 9. 1994, blz. 13.

(7) PB L 61 van 18. 3. 1995, blz. 1.

(8) PB L 295 van 4. 11. 1998, blz. 18.

BIJLAGE

1. OCHRATOXINE A IN KOFFIE

Tabel 1.1. - Soort product: groene koffiebonen (ruwe koffie)

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

Tabel 1.2. - Soort product: gebrande koffie (in bonen of gemalen, normaal of caffeïnevrij)

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

Tabel 1.3. - Soort product: instantkoffie (normaal of cafeïnevrij)

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

2. ADDITIEVEN IN LEVENSMIDDELEN

Tabel 2.1. - Inspecties bij bedrijven in verband met additieven

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

Tabel 2.2. - Monsters en analyses in verband met additieven

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>