Verordening (EG) nr. 26/1999 van de Raad van 21 december 1998 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de Europa-overeenkomsten met Litouwen, Letland en Estland inzake bepaalde verwerkte landbouwproducten
Verordening (EG) nr. 26/1999 van de Raad van 21 december 1998 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de Europa-overeenkomsten met Litouwen, Letland en Estland inzake bepaalde verwerkte landbouwproducten
Verordening (EG) nr. 26/1999 van de Raad van 21 december 1998 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de Europa-overeenkomsten met Litouwen, Letland en Estland inzake bepaalde verwerkte landbouwproducten
Publicatieblad Nr. L 005 van 09/01/1999 blz. 0001 - 0006
VERORDENING (EG) Nr. 26/1999 VAN DE RAAD van 21 december 1998 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de Europa-overeenkomsten met Litouwen, Letland en Estland inzake bepaalde verwerkte landbouwproducten
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 113,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende dat in afwachting van de aanpassing van protocol nr. 2 van de Europa-overeenkomsten met Estland, Letland en Litouwen (1) de Raad Verordening (EG) nr. 2621/97 (2) heeft vastgesteld waarbij het niveau van de toegekende preferenties tot en met 31 december 1998 wordt gehandhaafd om eventueel de handelsverstorende gevolgen van de tenuitvoerlegging van de resultaten van de Uruguay-ronde voor de uitvoer uit de genoemde landen naar de Gemeenschap te compenseren;
Overwegende dat in afwachting van de toekenning van voordeliger concessies aan Estland, Letland en Litouwen door de relevante gemeenschappelijke comités krachtens Verordening (EG) nr. 2621/97 op voorlopige en autonome basis nieuwe concessies zijn vastgesteld;
Overwegende dat de onderhandelingen met de betrokken landen over de sluiting van aanpassingsprotocollen tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europa-overeenkomsten, hierna "aanpassingsprotocollen" te noemen, zijn afgerond en dat de nieuwe protocollen nrs. 2 zijn geparafeerd; dat de procedures voor de formele goedkeuring van de aanpassingsprotocollen lopen; dat het voor de formele goedkeuring vereiste tijdschema wellicht niet toelaat dat de aanpassingsprotocollen met alle betrokken landen op 1 januari 1999 in werking kunnen treden; dat het derhalve raadzaam is te voorzien in een autonome verlenging van de concessies tot 31 december 1999,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Voor de in bijlage I vermelde goederen van oorsprong uit Litouwen gelden van 1 januari tot en met 31 december 1999 de in die bijlage vastgestelde tariefcontingenten en preferentiële rechten. De basisbedragen die voor de berekening van de bij invoer in de Gemeenschap geldende verlaagde agrarische elementen en aanvullende rechten in aanmerking moeten worden genomen, zijn in bijlage II vermeld.
2. Voor de in bijlage III vermelde goederen van oorsprong uit Letland gelden van 1 januari tot en met 31 december 1999 de in die bijlage vastgestelde tariefcontingenten en preferentiële rechten. De basisbedragen die voor de berekening van de bij invoer in de Gemeenschap geldende verlaagde agrarische elementen en aanvullende rechten in aanmerking moeten worden genomen, zijn in bijlage II vermeld.
3. Voor de in bijlage IV vermelde goederen van oorsprong uit Estland gelden van 1 januari tot en met 31 december 1999 de in die bijlage vastgestelde tariefcontingenten en preferentiële rechten. De basisbedragen die voor de berekening van de bij invoer in de Gemeenschap geldende verlaagde agrarische elementen en aanvullende rechten in aanmerking moeten worden genomen, zijn in bijlage II vermeld.
Artikel 2
1. De in de aanpassingsprotocollen met de in artikel 1 vermelde landen bedoelde concessies voor de handel in verwerkte landbouwproducten vervangen de in de respectieve bijlagen van deze verordening bedoelde concessies:
a) met ingang van 1 januari 1999, voor die landen waarvoor de aanpassingsprotocollen op die datum in werking zijn getreden; en
b) vanaf de datum van inwerkingtreding van de respectieve aanpassingsprotocollen, voor die landen waarvoor de aanpassingsprotocollen na 1 januari 1999 in werking treden.
2. De uitvoeringsbepalingen van de maatregelen van deze verordening zijn ook van toepassing op de overeenkomstige maatregelen van de aanvullende protocollen.
Artikel 3
De in de bijlagen I, III en IV bedoelde contingenten worden door de Commissie beheerd in overeenstemming met de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1460/96 van de Commissie van 25 juli 1996 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van de preferentiële handelsregelingen voor bepaalde, door de verwerking van landbouwproducten verkregen goederen, bedoeld in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad (3).
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1999.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 21 december 1998.
Voor de Raad
De Voorzitter
M. BARTENSTEIN
(1) PB L 373 van 31.12.1994, blz. 1 (Estland).
PB L 374 van 31.12.1994, blz. 1 (Letland).
PB L 375 van 31.12.1994, blz. 1 (Litouwen).
(2) Verordening (EG) nr. 2621/97 van de Raad van 19 december 1997 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de vrijhandelsovereenkomsten met Litouwen, Letland en Estland inzake bepaalde verwerkte landbouwproducten (PB L 354 van 30.12.1997, blz. 1).
(3) PB L 187 van 26.7.1996, blz. 18. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2495/97 (PB L 343 van 13.12.1997, blz. 18).
BIJLAGE I
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
BIJLAGE II
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
BIJLAGE III
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
BIJLAGE IV
>RUIMTE VOOR DE TABEL>